
Arbeidsparticipatie naar leeftijd en geslacht
Grootste man-vrouwverschil in arbeidsparticipatie onder 55- tot 65-jarigen
Van de mannen werkt een groter deel dan van de vrouwen. In het vierde kwartaal van 2022 was de nettoarbeidsparticipatie onder vrouwen 67,2 procent, onder mannen was dit 80,7 procent. Het verschil in arbeidsdeelname tussen mannen en vrouwen varieert per leeftijdsgroep. Bij jongeren tot 25 jaar is het verschil in arbeidsdeelname onder mannen en vrouwen met 1,9 procentpunt relatief klein. Boven die leeftijd blijft de arbeidsparticipatie van vrouwen sterker achter bij die van mannen. Een relatief groot deel van de vrouwen werkt dan niet vanwege zorgtaken voor gezin of huishouden. Onder 55- tot 65-jarigen was dit verschil in procentpunten het grootst. Van de mannen in die leeftijdsgroep werkte 80,7 procent, bij de vrouwen was dit 13,5 procentpunt minder (67,2 procent).Arbeidsparticipatie meest toegenomen bij jonge mannen
Tussen het vierde kwartaal van 2021 en het vierde kwartaal van 2022 nam de arbeidsdeelname bij mannen (+1,7 procentpunt) iets meer toe dan bij vrouwen (+1,4 procentpunt). De toename was met 5,2 procentpunt het grootst bij jonge mannen tot 25 jaar.Cijfers op StatLine: Arbeidsdeelname mannen en vrouwen naar leeftijd
In de periode 2013-2022 grootste stijging bij vrouwen van 55 tot 65 jaar
De nettoarbeidsparticipatie nam in de periode 2013-2022 toe bij vrouwen in alle leeftijdsgroepen, maar het sterkst onder 55- tot 65-jarige vrouwen: van 49,3 procent in 2013 tot 66,3 procent in 2022 (+17,0 procentpunt). Bij mannen in die leeftijdsgroep was er eveneens sprake van een forse stijging (+12,4 procentpunt). In 2020 - het eerste coronajaar - daalde de arbeidsdeelname bij zowel mannen als vrouwen, maar vooral bij jonge mannen en vrouwen tot 25 jaar. In de daaropvolgende jaren steeg de arbeidsdeelname weer. Het herstel was het sterkst onder jonge mannen en vrouwen.
Cijfers op StatLine: Arbeidsdeelname mannen
Cijfers op StatLine: Arbeidsdeelname vrouwen