Ontwikkeling cao-lonen
In het vierde kwartaal van 2023 zijn de cao-lonen (per uur inclusief bijzondere beloningen) met 6,9 procent toegenomen. Dit is de grootste stijging in ruim veertig jaar tijd. De contractuele loonkosten (cao-lonen en werkgeverspremies) stegen in het vierde kwartaal met 6,6 procent. Hiermee ligt de ontwikkeling van de contractuele loonkosten onder die van de cao-lonen. Dit komt onder andere doordat werkgevers die zijn aangesloten bij het pensioenfonds ABP geen premie meer hoeven te betalen volgens de Wet VPL.
Van de drie onderscheiden sectoren stegen de cao-lonen in het vierde kwartaal van 2023 het meest bij de overheid (7,8 procent). Bij gesubsidieerde instellingen en particuliere bedrijven stegen de lonen met respectievelijk 7,6 en 6,2 procent.
Tussen 2020 en het vierde kwartaal van 2023 namen de cao-lonen het meest toe bij de overheid (16,0 procent). Bij de cao-sector gesubsidieerde instellingen stegen de lonen in deze periode met 14,6 procent en bij particuliere bedrijven met 12,7 procent.
Het voorlopige cijfer over het vierde kwartaal van 2023 is gebaseerd op 98 procent van de cao’s waaruit de statistiek is opgebouwd. Drie kwart van de werknemers valt onder een cao.
In december 2023 is het CBS begonnen met een nieuwe reeks cao-lonen, met als basisjaar 2020. Meer informatie daarover is te lezen in het artikel CBS vernieuwt statistiek cao-lonen; basisjaar verschuift van 2010 naar 2020
Cao-lonen, definitieve cijfers 2022
In 2022 zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met 3,2 procent gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Deze toename is meer dan die van 2021 (2,1 procent) en de hoogste na 2008.
De hoogste cao-loonstijging in 2022 deed zich op het niveau van de bedrijfstakken voor in het onderwijs (5,1 procent).
De laagste loonstijging bij de bedrijfstakken was in de energievoorziening. In 2022 stegen de lonen in deze bedrijfstak met 2,0 procent.
Cijfers op StatLine: Cao-lonen, contractuele loonkosten en arbeidsduur