4. Werkgelegenheid
Dit hoofdstuk behandelt het onderwerp werkgelegenheid en online platformen vanuit verschillende invalshoeken.
Deel 4.1 gaat over de werkgelegenheid bij online platformen zelf. Dit deel geeft inzicht in de ontwikkeling van het aantal personen dat werkzaam was bij bedrijven met een online platform in de periode 2020-2022. De cijfers worden ook vergeleken met de eerder berekende ontwikkelingen voor 2015-2020.
Deel 4.2 beschrijft de specifieke groep van online platformen die bemiddelen in werk. Het gaat hierbij om bemiddeling in vervoer, online werk, en werk op locatie. Dit deel geeft zicht op de kenmerken van dergelijke platformen en op hoe de uitvoerenden van werk verdeeld zijn over deze platformen. De resultaten komen voort uit de jaarlijkse CBS-enquête onder bedrijven met een online platformen.
Deel 4.3 geeft een beeld van het aantal platformwerkers in Nederland, hun kenmerken en het werk dat ze doen. De resultaten komen voort uit een pilotonderzoek platformwerk in de Enquête Beroepsbevolking van het CBS (persoonsenquête).
4.1 Werkgelegenheid bij online platformen
Het aantal personen dat werkzaam is bij bedrijven met online platformen nam in de periode 2015-2019 met 65 procent toe. In 2020 bleef het aantal personen gelijk ten opzichte van een jaar eerder (zie hier). Dit terwijl de omzet in dit jaar flink daalde. Mogelijk hebben de platformen hun personeel dat jaar willen behouden ondanks de omzetdaling. De door de overheid opgezette coronasteunregelingen voor loonkosten kunnen hierbij ondersteunend zijn geweest.
In 2021 en 2022 nam het aantal personen weer sterk toe. In 2022 waren er 19 procent meer personen werkzaam bij bedrijven met een online platform dan in 2020 .
jaar | wp (indexcijfer (2020=100)) |
---|---|
2020 | 100,0 |
2021 | 106,2 |
2022* | 119,1 |
*voorlopig cijfer |
Aandeel met stijgend of dalend aantal werkzame personen blijft gelijk
Bij de meeste platformen stijgt of daalt het aantal werkzame personen niet meer dan 10 procent. Onder de platformen is een kleine groep snelle groeiers, die meer dan 20 procent meer werkzame personen heeft dan het jaar daarvoor.
jaar | Geen wp vorig jaar (aandeel platformen (%)) | minder dan -20% (aandeel platformen (%)) | -20% tot -10% (aandeel platformen (%)) | -10% tot 10% (aandeel platformen (%)) | 10% tot 20% (aandeel platformen (%)) | 20% of meer (aandeel platformen (%)) |
---|---|---|---|---|---|---|
2021 | 15,3 | 10,5 | 4,6 | 53,3 | 3,9 | 12,5 |
2022* | 16,1 | 7,8 | 2,5 | 53,6 | 3,7 | 16,3 |
*voorlopige cijfers |
Bij bedrijven met veel personeel (10-20 of meer dan 50 werkzame personen) groeide het aantal werkzame personen sneller dan bij de wat kleinere bedrijven.
Deze ontwikkeling is anders dan die voor 2015-2020, waar de groei in het aantal werkzame personen juist sterker was bij bedrijven met weinig personeel bij aanvang van de meting in 2015 (zie hier).
jaar | 0-1 werkzame personen (indexcijfer (wp in 2020=100)) | 1-2 werkzame personen (indexcijfer (wp in 2020=100)) | 2-5 werkzame personen (indexcijfer (wp in 2020=100)) | 5-10 werkzame personen (indexcijfer (wp in 2020=100)) | 10-20 werkzame personen (indexcijfer (wp in 2020=100)) | 20-50 werkzame personen (indexcijfer (wp in 2020=100)) | meer dan 50 werkzame personen (indexcijfer (wp in 2020=100)) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
2021* | 103 | 106,9 | 104,5 | 104,3 | 108,8 | 98,4 | 106,4 |
2022* | 108,8 | 114,2 | 109,6 | 110,3 | 127,3 | 107,1 | 119,2 |
*voorlopige cijfers |
Toelichting op methode
Voor het in kaart brengen van de ontwikkeling van het aantal werkzame personen bij online platformen is een soortgelijke methode gebruikt als voor het in kaart brengen van de omzetontwikkeling (zie hoofdstuk 3). Er is gebruikgemaakt van gegevens over het aantal bij een bedrijf werkzame personen waarover het CBS reeds beschikte. Ook is er voor iedere jaar-op-jaar ontwikkeling een selectie van platformbedrijven gekozen waarvoor er voor beide jaren gegevens over het aantal werkzame personen beschikbaar waren. Het analysesample voor 2020-2021 omvatte 1473 bedrijven en dat voor 2021-2022 omvatte 1516 bedrijven.
De uitgevoerde analyse geeft de ontwikkeling in het aantal werkzame personen van bedrijven mét een platform. Een deel van de werkzame personen van de geïncludeerde bedrijven zal activiteiten voor het platform verrichten, maar een deel ook niet. Omdat de gegevens over werkzame personen betrekking hebben op het gehele bedrijf was het ook niet mogelijk de ontwikkeling in kaart te brengen voor uitsluitend de personen die betrokken zijn bij platformgerelateerde activiteiten. Om een indruk te krijgen van of het meenemen van de personen werkzaam bij het niet-platformdeel van de bedrijven invloed heeft gehad op de berekende trend is voor de monitor 2021 een analyse uitgevoerd op een beperktere set bedrijven waarvoor uit een eerdere analyse bekend was dat het zwaartepunt bij platformactiviteiten ligt (zie hier). Deze analyse suggereerde dat de berekende ontwikkeling voor het aantal werkzame personen wat minder robuust is dan de trend voor de omzetontwikkeling (hoofdstuk 3) en wordt beïnvloed door niet-platformgerelateerde activiteiten van bedrijven.
4.2 Platformwerk; het perspectief van het platform
In 2022 hield 13 procent van de online platformen zich bezig met arbeidsbemiddeling. Platformen voor arbeidsbemiddeling richten zich op het koppelen van werk aan personen die dat werk kunnen uitvoeren. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om klussen op locatie, waarbij de uitvoerder fysieke klussen verricht, maar ook om online werk. Ook het vervoer van personen of goederen valt in deze categorie.
Bij de meest online platformen die bezighouden met arbeidsbemiddeling gaat om werk, klussen of opdrachten op locatie (66 procent). Online werk (23 procent) en vervoersdiensten (11 procent) worden door een kleiner deel van de platformen aangeboden, zie figuur 4.2.1, linker staaf.
Er zijn grote verschillen in het aantal afnemers van werk (degenen die het werk uitvoeren) dat op een platform actief is. Een platform kan enkele afnemers hebben, maar er bestaan ook platformen met meer dan 100.000 afnemers. In de rechter staaf van figuur 4.2.1 is gekeken naar welk deel van de afnemers werkt via een platform voor werk op locatie, online werk of vervoer3). Daaruit blijkt dat, hoewel er maar een klein aandeel platformen zich richt op vervoersdiensten, een groter aandeel (45 procent) van de uitvoerenden voor een platform werkt dat bemiddelt in vervoer.
percentage | Vervoer (% van platformen) | Werk online (% van platformen) | Werk op locatie (% van platformen) |
---|---|---|---|
Platformen voor arbeidsbemiddeling | 10,7 | 23,2 | 66,1 |
Uitvoerenden van werk | 45 | 16,3 | 38,7 |
Meestal wordt gewerkt als zelfstandige
De afnemers op de platformen, dus de uitvoerenden van het werk, kunnen in dienst zijn van het platform, of als zelfstandige opdrachten aannemen. Bij bijna drie kwart van de platformen werken de personen die het werk uitvoeren als zelfstandige, bijvoorbeeld als zzp’er. Bij slechts 12 procent van de platformen zijn de uitvoerenden in dienst bij het platform.
Wanneer wordt gekeken naar het aandeel van de uitvoerenden van het werk is te zien dat het aandeel dat in dienst is van het platform hoger uitvalt; 20 procent werkt in dienst van het platform.
Regeling dienstverlening aan huis (% van platformen) | In dienst bij platform (% van platformen) | Uitzend- of payrollconstructie (% van platformen) | Zelfstandige (o.a. zzp'er) via het platform (% van platformen) | |
---|---|---|---|---|
Platformen voor arbeidsbemiddeling | 5,4 | 11,6 | 13,4 | 69,6 |
Afnemers van werk | 5,1 | 19,7 | 1,3 | 73,9 |
Een platform kan op verschillende manieren verdienen aan de bemiddeling in arbeid. Bij 38 procent van de platformen wordt er verdiend aan een vergoeding door alleen de aanbieder van werk. Nog eens 23 procent van de platformen verdient door zowel de aanbieder als afnemer van werk te laten betalen. Een betaling door alleen de afnemer van werk komt minder vaak voor (16 procent). Iets meer dan een vijfde van de platformen is een free service waarbij er dus geen vergoeding door de aanbieder of afnemer van werk betaald hoeft te worden.
Wanneer wordt gekeken naar het aandeel van de uitvoerenden van het werk blijkt dat meer dan de helft (59 procent) van de platformwerkers gebruik maakt van een platform waarbij alleen de aanbieder van werk betaalt voor de bemiddeling door het platform.
Aanbieder en afnemer betalen ((%)) | Alleen aanbieder betaalt ((%)) | Alleen afnemer betaalt ((%)) | Free service ((%)) | |
---|---|---|---|---|
Platformen voor arbeidsbemiddeling | 23,2 | 38,4 | 16,1 | 22,3 |
Uitvoerenden van werk | 18,2 | 58,7 | 8 | 15,1 |
Eisen die het platform stelt aan uitvoerenden
Platformen voor arbeidsbemiddeling stellen regelmatig eisen aan de uitvoerenden van het werk. Voor zelfstandigen geldt vaak dat een inschrijving bij de Kamer van Koophandel noodzakelijk is, en een geldig identiteitsbewijs. Vaak geldt ook een minimumleeftijd voor de uitvoerenden.
Gekeken naar het aandeel van de afnemers is te zien dat meer dan de helft van de afnemers te maken heeft met eisen als een KvK-inschrijving, identiteitsbewijs, minimumleeftijd of diploma. Van bijna de helft wordt geëist dat ze een rijbewijs hebben.
Platformen (%) | Uitvoerenden van werk (%) | |
---|---|---|
Inschrijving bij KvK | 30,4 | 53,8 |
Geldig identiteitsbewijs | 25,0 | 55,6 |
Minimum leeftijd | 25,0 | 55,9 |
Intakegesprek | 23,2 | 17,7 |
Diploma of certificaat | 21,4 | 51,4 |
Werkvergunning voor Nederland | 20,5 | 14,9 |
Werkervaring | 19,6 | 17,4 |
Minimum uren beschikbaar | 13,4 | 11,2 |
Vast woonadres | 12,5 | 11,4 |
Verklaring van goed gedrag | 10,7 | 14,5 |
Verblijfsvergunning voor Nederland | 8,9 | 11,8 |
WA-verzekering | 8,9 | 37,5 |
Minimale klantwaardering of rating | 5,4 | 1,8 |
Rijbewijs | 5,4 | 48,2 |
Bezit auto scooter of fiets | . | . |
Maximum aantal transacties dat achter elkaar geweigerd mag worden | . | . |
Geen | 5,4 | 0,1 |
Daar waar een '.' is opgenomen zijn de resultaten onderdrukt vanwege een klein aantal waarnemingen. |
Voorzieningen die het platform biedt aan de uitvoerenden van het werk
Het online platform kan, naast het koppelen van opdrachtgevers aan uitvoerenden, andere diensten bieden om de afhandeling makkelijker te maken. Zo kan bij 19 procent van de platformen voor arbeidsbemiddeling de betaling afgehandeld worden door het platform. Ook kunnen ze ondersteuning bieden bij het opstellen voor contracten en kunnen ze informatie verstrekken over de kosten bij het werken voor het platform.
Meer dan de helft (53 procent) van de uitvoerenden van platformwerk kan de betaling laten afhandelen door het platform. Ook de verzekering kan vaak via het platform geregeld worden. Hoewel slechts een klein deel van de platformen (5 procent) een minimum of vast bedrag per transactie biedt, geldt dit wel voor 44 procent van de afnemers. Het zijn dus vooral de grotere platformen, met relatief veel afnemers, die dit minimum bieden.
Platformen (%) | Uitvoerenden van werk (%) | |
---|---|---|
Afhandeling van de betaling | 19,2 | 53,4 |
Hulp bij opstellen contracten | 14,1 | 1,5 |
Informatie over kosten bij werken voor platform | 14,1 | 21,6 |
Hulp bij opstellen cv en deze delen via platform | 11,1 | 9,2 |
Verzekering | 10,1 | 53,6 |
Training cursus of opleiding | 8,1 | 14,4 |
Minimum of vast bedrag per transactie | 5,1 | 44,4 |
Pensioenbijdrage | 4,0 | 0,6 |
Afhandeling belastingaangifte | . | . |
Garantie van een minimum aan inkomsten | . | . |
Materiaal/goederen om het werk te kunnen verrichten | . | . |
Garantie van een minimum aantal transacties | . | . |
Geen | 19,2 | 2,9 |
Daar waar een '.' is opgenomen zijn de resultaten onderdrukt vanwege een klein aantal waarnemingen. |
4.3 Platformwerkers in Nederland: wie zijn het en wat voor werk doen ze?
Auteur: Prof. Dr. Wendy Smits
Minder dan één procent van de bevolking (15 tot 75 jaar) werkzaam via online platform
Uit de gegevens van de pilotmodule in de Enquête beroepsbevolking (EBB; zie kader) van 2022 blijkt dat 0,8 procent van de Nederlandse bevolking tussen 15 en 75 jaar de afgelopen maand minimaal één uur via een online platform heeft gewerkt. Dit komt neer op 95 duizend personen. Mannen zijn in grotere mate dan vrouwen vertegenwoordigd bij deze platformwerkers, 60 procent was man. Het betreft een relatief jonge groep, met 48 procent jonger dan 25 jaar. Het is dan ook niet verrassend dat meer dan de helft van hen hun schoolloopbaan nog niet heeft afgerond. Bijna 59 procent van de platformwerkers volgt nog steeds onderwijs. In vergelijking met de totale bevolking tussen 15 en 75 jaar hebben platformwerkers iets minder vaak een hoog onderwijsniveau.
categorie 1 | categorie 2 | Platformwerkers (% van platformen) | Totale bevolking (% van platformen) |
---|---|---|---|
Geslacht | Man | 60 | 50 |
Geslacht | Vrouw | 40 | 50 |
Geslacht | |||
Leeftijd | 15 tot 25 jaar | 48,2 | 16,2 |
Leeftijd | 25 tot 45 jaar | 32,4 | 33,3 |
Leeftijd | 45 tot 75 jaar | 19,5 | 50,5 |
Leeftijd | |||
Onderwijsniveau | Laag | 29,5 | 25,4 |
Onderwijsniveau | Middelbaar | 39,5 | 37,2 |
Onderwijsniveau | Hoog | 30,1 | 36,6 |
Voor een deel van de platformwerkers is het platformwerk een bijbaan, 34 procent doet het platformwerk naast het reguliere werk. De helft van de platformwerkers geeft aan dat het platformwerk deel uitmaakt van hun reguliere werk. Een klein percentage heeft geen reguliere baan. Van degenen voor wie platformwerk onderdeel is van hun reguliere werk, is 57 procent zelfstandige in hun reguliere baan. Van de platformwerkers die platformwerk naast hun reguliere werk doen, is het grootste deel (88 procent) werkzaam als werknemer in hun reguliere baan.
% | |
---|---|
Hoort bij het werk | 50 |
Hoort niet bij het werk | 34 |
Vraag niet beantwoord/geen ander werk | 15 |
Eén op de vijf platformwerkers behaalt grootste deel of volledige inkomen uit platformwerk
Van de platformwerkers geeft 46 procent aan dat minder dan een kwart van hun inkomen de afgelopen maand afkomstig is van werk via een online platform (Tabel 4.3.4). Voor een vrijwel even grote groep (43 procent) van de platformwerkers gaat het ook om een kleine baan van minder dan 10 uur per maand (Tabel 4.3.3). Voor 21 procent van de platformwerkers vormt het inkomen uit werk via een online platform het volledige of grootste deel van het inkomen. Bijna een kwart werkte ook 30 uur of meer per week via een platform.
% | |
---|---|
1 tot 10 uur | 43 |
10 tot 20 uur | 15 |
20 tot 30 uur | 9 |
30 tot 50 uur | 12 |
50 uur of meer | 11 |
Vraag niet beantwoord | 10 |
% | |
---|---|
Volledig inkomen of grootste deel | 21 |
Ongeveer de helft of iets meer | 9 |
Ongeveer een kwart tot de helft | 13 |
Minder dan een kwart | 46 |
Vraag niet beantwoord | 10 |
Werk via online platformen zeer divers
Het werk dat via online platformen wordt bemiddeld is zeer divers. In 2022 waren het verkopen van zelfgemaakte of ingekochte spullen (14 procent), het bezorgen van eten of spullen (13 procent), en het maken van vlogs en blogs (13 procent) de meest voorkomende activiteiten onder platformwerkers. Daarnaast kwamen ook het leveren van IT-diensten, het geven van onderwijs of bijles, en het verrichten van huishoudelijk werk regelmatig voor, respectievelijk bij 11, 10 en 8 procent van de platformwerkers. Meer dan een kwart van de platformwerkers geeft aan dat ze meerdere soorten werkzaamheden via een platform hebben uitgevoerd. Tabel 4.3.5 geeft een overzicht van de activiteiten van platformwerkers. Voor platformwerkers die meerdere soorten werk via een platform hebben gedaan, heeft het percentage in de tabel betrekking op de belangrijkste activiteit.
% | |
---|---|
Spullen te koop aanbieden | 14 |
Eten of spullen bezorgen | 13 |
Vlogs en/of blogs maken | 13 |
IT-diensten leveren zoals programmeren | 11 |
Anders | 10 |
Onderwijs of bijles geven | 10 |
Huishoudelijk of kluswerk | 8 |
Op kinderen passen of voor ouderen zorgen | 7 |
Een kamer of accommodatie verhuren | 4 |
Passagiers vervoeren | 4 |
Medische hulp aanbieden | 2 |
Online ondersteuning geven | 2 |
Vertaalwerk doen | 2 |
Platformwerkers bepalen eigen werktijden
Een vaak genoemd voordeel van platformwerk is de grote mate van autonomie in het werk. Tabel 4.3.6 laat zien dat er bij platformwerkers de meeste autonomie is als het gaat om het bepalen van hun werktijden. Meer dan 60 procent van hen kan zelf de werktijden bepalen. Ongeveer een kwart heeft enige autonomie, waarbij ze kunnen kiezen uit verschillende diensten of tijdsblokken, of zelf hun werktijden kunnen bepalen binnen bepaalde deadlines (opgelegd door de klant of het platform). Bij 6 procent worden de werktijden volledig bepaald door het platform of de klant.
Wat betreft het vaststellen van de prijs en het kiezen van klanten of opdrachten is er veel minder autonomie. Voor 30 procent van de platformwerkers wordt de prijs volledig bepaald door het platform, de klant of een externe partij. 16 procent heeft enige onderhandelingsruimte en 41 procent kan de prijs volledig zelf bepalen. Met betrekking tot opdrachten, krijgt een kwart van de platformwerkers opdrachten toegewezen door het platform. 23 procent heeft enige autonomie, waarbij ze zelf kunnen kiezen uit beschikbare opdrachten. 39 procent is vrij om hun eigen opdrachten via het platform aan te bieden.
Geen autonomie (%) | Enige autonomie (%) | Volledige autonomie (%) | Vraag niet beantwoord (%) | |
---|---|---|---|---|
Werktijden | 6 | 25 | 62 | 6 |
Prijs | 30 | 16 | 41 | 13 |
Klanten/opdrachten | 25 | 23 | 39 | 14 |