Auteur: Dr. B. Klijs (gehele publicatie), Prof. Dr. W. Smits (hoofdstuk 4.3)

Monitor online platformen 2022

Cijfermatig inzicht in de kenmerken en ontwikkeling van online platformen in Nederland

Over deze publicatie

Online platformen zijn websites of apps die bemiddelen in de uitwisseling van goederen, diensten of informatie. Bekende voorbeelden zijn Airbnb, Uber, Marktplaats en Werkspot. In korte tijd hebben online platformen een belangrijke positie verworven in economie en maatschappij. Ze hebben de manier waarop we werken, winkelen, communiceren, boodschappen doen, of eten bestellen sterk veranderd.

De opkomst van online platformen biedt kansen, maar geeft ook uitdagingen. Om de kansen te benutten en de uitdagingen in banen te leiden zijn cijfers over de stand van zaken rond platformen essentieel. De monitor online platformen geeft deze cijfers. In deze versie van de monitor wordt ingegaan op de demografie van online platformen, de ontwikkeling over de afgelopen jaren van de omzet, werkgelegenheid en platformwerk, en de verkoop door bedrijven via online platformen. Het gebruik van Coronasteunmaatregelen door online platformen komt aan bod. Ook wordt ingegaan op transparantie en de zorg voor kwaliteit door online platformen.

Samenvatting

Hoofdstuk 2

Van alle online platformen hoort de helft bij een klein bedrijf met één of minder werkzame personen. Een derde van de bedrijven met een online platform valt in de bedrijfstak Informatie en communicatie en de helft van deze bedrijven is een Besloten Vennootschap. 

Van de online platformen in Nederland bemiddelt het grootste deel in goederen (32 procent) en diensten (34 procent). Het merendeel (42 procent) richt zich op bemiddeling tussen bedrijven én huishoudens/zzp’ers. 

Een derde van de platformen een free service, wat betekent dat gebruikers niet hoeven te betalen voor gebruik van het platform. 

Bijna de helft van de platformen biedt de mogelijkheid de kwaliteit van andere gebruikers, producten of het platform zelf te beoordelen. 

Een groot deel van de online platformen (69 procent) verzamelt gebruikersgegevens. Algoritmen worden door een derde van de platformen ingezet.

Hoofdstuk 3

In de periode 2015-2019 is de omzet van bedrijven met een online platform meer dan verdubbeld. In 2020, het eerste coronajaar, viel de omzet terug naar het niveau van voor 2018. In 2021 en 2022 steeg de omzet weer, met 54 procent voor beide jaren samen.

Er zijn grote verschillen in de omzetontwikkeling voor bedrijven met een online platform. In 2021 en 2022 waren er platformen waarbij de omzet met meer dan 20 procent steeg, maar ook platformen waarbij de omzet met meer dan 20 procent daalde.

Het waren vooral de kleinere platformen, met een relatief lage omzet in 2020, die in de omzet in 2021 en 2022 flink zagen toenemen. 

Hoofdstuk 4

Het aantal personen dat werkzaam is bij bedrijven met een online platform nam in de periode 2015-2019 met 65 procent toe, maar bleef in 2020 gelijk ten opzichte van een jaar eerder. In 2021 en 2022 was er weer een sterke toename. In 2022 waren er 19 procent meer personen werkzaam bij bedrijven met een online platform dan in 2020.

In 2022 hield 13 procent van de online platformen zich bezig met arbeidsbemiddeling. Van deze platformen richtte 66 procent zich hoofdzakelijk op opdrachten op locatie, 23 procent richtte zich op online werk en 11 procent op vervoersdiensten. 

Hoewel het aantal platformen dat bemiddelt in vervoersdiensten beperkt is zijn er veel gebruikers die werk vinden via deze platformen. 45 procent van de werkenden via platformen is actief in deze sector. 

Het grootste deel van de platformwerkers op zelfstandige basis, bijvoorbeeld als zzp’er. 

Meer dan de helft van de platformwerkers heeft te maken met door het platform gestelde eisen als een KvK-inschrijving, identiteitsbewijs, minimumleeftijd of diploma. Voor ongeveer de helft van de platformwerkers regelt het platform de afhandeling van de betaling of een verzekering, of wordt een minimum of vast bedrag per transactie gehanteerd. 

Minder dan één procent van de bevolking van 15 tot 75 jaar is werkzaam via een online platform. Deze groep platformwerkers is relatief jong: 48 procent is jonger dan 25 jaar. 34 procent van de platformwerkers doet het platformwerk naast het reguliere werk. Eén op de vijf behaalt het grootste deel van het inkomen of het volledige inkomen uit platformwerk. 

Platformwerkers hebben relatief veel autonomie. Meer dan 60 procent kan zelf de werktijden bepalen en 41 procent kan de prijs volledig zelf bepalen. 39 procent is vrij om eigen opdrachten via het platform aan te bieden, zonder bemoeienis van het platform. 

Hoofdstuk 5

40 procent van de bedrijven achter online platformen maakte in de periode 2020-2022 gebruik van ten minste één Coronasteunregeling. De regelingen voor belastinguitstel (30 procent), loonsteun (20 procent), en steun voor vaste lasten (15 procent) werden relatief vaak gebruikt.

Bedrijven met meer werkzame personen namen vaker deel aan een regeling dan bedrijven met minder werkzame personen. Van de bedrijven met meer dan 5 werkzame personen nam 53 tot 65 procent deel aan een Coronasteunregeling.

De bedrijven achter online platformen ontvingen in totaal 284 miljoen euro aan loonsteun (voorschotten). Verder ontvingen zij 39 miljoen euro aan steun voor vaste lasten, en nog eens 9 miljoen euro aan overige steun (onder andere kredieten). Daarnaast hadden deze bedrijven in juni 2022 nog 82 miljoen euro aan uitgestelde belastingen staan.

Ruim 1 procent van het totale bedrag aan loonsteun voor bedrijven ging naar bedrijven met online platformen.

Hoofdstuk 6

Het aandeel van de bedrijven dat (mede) verkoopt via een online platform is toegenomen van 8,0 procent in 2020 naar 9,6 procent in 2021. Ook het aandeel bedrijven dat producten via een eigen website of app verkoopt was in 2021 (20,5 procent) hoger dan in 2020 (19,4 procent).

Het deel van de omzet dat door bedrijven uit de verkoop via online platformen werd behaald was in 2021 voor het eerst groter van 1 procent (1,2 procent). 

Bedrijven in de horeca en in de groot- en detailhandel verkochten vaker dan bedrijven in andere bedrijfstakken via online platformen. Het omzetdeel dat horecabedrijven behalen uit de verkoop via een online platform nam tussen 2016 en 2021 toe van 3,6 procent naar 8 procent.

In 2021 gebruikte 43,8 procent van de bedrijven die verkochten via online platformen hiervoor slechts één platform. De meeste bedrijven die in 2021 verkochten via een online platform behaalde meer dan drie kwart van de omzet via hetzelfde platform.

Hoofdstuk 7

Van de platformen die gebruikersgegevens verzamelen vermeldt 81 procent dit (volledig) op hun website. 

55 procent van de platformen die algoritmen gebruiken vermelden niet op de website uit welke beslisregels deze algoritmen bestaan.

Platformen die de mogelijkheid hebben reviews of ratings van producten of aanbieders te geven controleren in 87 procent van de gevallen de echtheid hiervan.  

Een deel van de platformen die werken met zoekresultaten bieden de mogelijkheid aan aanbieders om tegen betaling hoger in de zoekresultaten te komen. Door 72 procent van de platformen wordt aan de gebruikers getoond wanneer er betaald is voor een hoger zoekresultaat.

Bij twee derde van de platformen die bemiddelen in goederen kan men zich bij klachten over de bemiddelde producten wenden tot het online platform zelf. Bij 45 procent van de platformen kan men met klachten ook terecht bij de aanbieders van de producten en bij 7 procent kan men terecht bij een externe partij.

Bij 41 procent van de platformen die bemiddelen in goederen is de controle van de kwaliteit van de goederen in handen van de aanbieders op het platform. Meer dan een kwart van de platformen controleert de bemiddelde producten in het geheel niet.

1. Inleiding

Online platformen zijn digitale diensten (websites of apps) die interacties en mogelijk transacties van goederen, diensten of informatie faciliteren tussen twee of meer van elkaar afhankelijke groepen gebruikers. Een online platform biedt meestal zelf geen producten aan, maar treedt vooral op als bemiddelaar. Bekende voorbeelden van grote online platformen zijn Airbnb, Uber, Marktplaats, Werkspot, Thuisbezorgd en Facebook. In korte tijd hebben online platformen een belangrijke positie verworven in de economie en maatschappij.

De opkomst van online platformen biedt voordelen, maar geeft ook uitdagingen. Een voordeel voor de consument bijvoorbeeld, is dat online platformen voorzien in een ruim aanbod van goederen en diensten, die vaak vergeleken kunnen worden op prijs en kwaliteit. Voor particulieren maken online platformen het eenvoudiger om op te treden als producent, bijvoorbeeld door verhuur van eigen woonruimte, en ze helpen onderbenutte middelen aan te bieden aan anderen (deeleconomie). Ook spelen online platformen een rol in de beschikbaarheid van gratis diensten (free services), en bieden ze producenten een meer directe toegang tot de (wereld)markt.

Bij de uitdagingen die spelen rond de opkomst van online platformen gaat het onder meer om het waarborgen van de privacy van de gebruikers en bescherming van de positie van de consument. Een punt van zorg is de mogelijkheid op een te grote afhankelijkheid van online platformen die voortkomt uit een monopoliepositie van een online platform of lock-in-effecten1). De toetreding van een online platform tot een gevestigde markt kan sterk verstorend werken. Ook kunnen er vragen zijn rond oneigenlijke concurrentie door online platformen. Online platformen die bemiddelen in arbeid kunnen de drempel tot de arbeidsmarkt verlagen, maar kunnen tegelijkertijd zorgen voor een minder sterke positie van de werknemer en vragen oproepen over mogelijke belastingontwijking.

Om de voordelen van online platformen te benutten en de uitdagingen in goede banen te leiden is het essentieel cijfermatig zicht te houden op de ontwikkelingen rond online platformen. Cijfers over online platformen zijn echter schaars. Daarom is het CBS, op basis van extra middelen beschikbaar gesteld door het Ministerie van Economische zaken en Klimaat, in 2019 begonnen met onderzoek naar online platformen. Dit eerste onderzoek had een sterk exploratief karakter. Onderdeel van dit onderzoek was de eerste “Enquête platformsamenleving”.  De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in een eerste ‘Monitor online platformen’ (Heerschap, Klijs en Ortega-Azurduy, 2020).

Na deze eerste jaargang is er veel aandacht besteed aan een verbetering van de onderzoeksmethodologie. Dat leidde tot een meer systematische en geautomatiseerde methode voor het bepalen van een populatie online platformen met behulp van webscraping en machine learning. Daarnaast is de enquête verbeterd en verfijnd en zijn de resultaten van de enquête verrijkt met gegevens uit andere databronnen zoals het Algemeen Bedrijvenregister (ABR), fiscale gegevens van bedrijven en van het internet gescrapete informatie.

De nu voorliggende monitor geeft updates voor eerder gepubliceerde onderdelen, maar toont ook  enkele nieuwe invalshoeken. De updates betreffen de omzetontwikkeling voor online platformen, het gebruik van Coronasteunmaatregelen en de verkoop van bedrijven via online platformen. Relatief nieuw is het onderdeel demografie, waarbij meerdere jaren enquêteonderzoek samen worden geanalyseerd om tot een meer volledig beeld van de kenmerken van online platformen in Nederland te komen. Het onderwerp werkgelegenheid heeft dit jaar een eigen hoofdstuk gekregen. Nieuw binnen dit domein zijn de cijfers over platformwerkers en de door hen gebruikte platformen met hun specifieke kenmerken. 

Ook nieuw is het onderdeel transparantie en kwaliteit van online platformen. Dit sluit aan bij de nationale en internationale aandacht voor de bescherming van de positie van de gebruiker van online platformen en andere digitale diensten (ACM, 2020; Rijksoverheid, 2022). Dit hoofdstuk gaat bijvoorbeeld in op hoe transparant platformen zijn over de verzameling van gebruikersgegevens, het gebruik van algoritmen en de mogelijkheid voor aanbieders om tegen betaling hoger in de zoekresultaten te komen.

Hoofdstuk 8 gaat in op de bepaling van de onderzoekspopulatie. Daarin wordt ook nader toegelicht waar rekening mee moet worden gehouden bij vergelijking van cijfers uit deze monitor met cijfers uit voorgaande edities.

De monitor heeft de volgende indeling. Hoofdstuk 2 beschrijft de demografische kenmerken van online platformen. Hoofdstuk 3 gaat in op de omzetontwikkeling van online platformen over de afgelopen jaren, en hoofdstuk 4 gaat vanuit verschillende perspectieven in op het onderwerp werkgelegenheid. In hoofdstuk 5 wordt getoond hoeveel platformen gebruik hebben gemaakt van Coronasteunmaatregelen, en welke bedragen hiermee gemoeid waren. Hoofdstuk 6 bekijkt de verkoop door bedrijven via online platformen. De analyses in dit hoofdstuk maken gebruik van de enquête ICT-gebruik bedrijven. De uitkomsten gaan in op de vraag hoe de verkoop door bedrijven via online platformen zich de laatste jaren heeft ontwikkeld en of er verschillen zijn naar branche en grootteklasse van de verkopende bedrijven. Hoofdstuk 7 gaat in op de transparantie van platformen, de afhandeling van klachten, en de controle op de kwaliteit van bemiddelde producten. Hoofdstuk 8 ten slotte bevat een toelichting op de gebruikte onderzoeksmethodes.

De afgelopen jaren is het aantal online platformen dat in beeld is bij het CBS sterk toegenomen. Het gecombineerd analyseren van de informatie die door de jaren heen is verzameld, zoals in de hoofdstukken 2 t/m 5 is gedaan, resulteert naar verwachting in een hogere betrouwbaarheid van de cijfers. Toch blijft het ontbreken van een volledig zicht op de totale populatie van online platformen in Nederland een punt van aandacht. Omdat er geen duidelijk ophoogkader op populatieniveau is, zijn in deze monitor vooral verdelingen gepresenteerd, en in mindere mate cijfers die betrekking hebben op totaalniveaus. Ook kunnen door het ontbreken van een ophoogkader de cijfers van dit jaar minder goed vergeleken worden met die van een jaar eerder (zie ook hoofdstuk 8). 

Wij danken het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, zonder wie deze editie van de monitor online platformen niet tot stand was gekomen. 

Literatuur

Autoriteit Consument en Markt (2020). Vuistregels online platformen. Supplement bij de Leidraad bescherming online consument. Grenzen aan Online Beïnvloeding. Vuistregels Online platformen (acm.nl)

Heerschap, N. Klijs, B. en Ortega-Azurduy, S (2020). Monitor platformen: Meer zicht op online platformen in Nederland. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Monitor online platformen 2020, Monitor online platformen 2020 (cbs.nl)

Monitor online platformen 2021, Monitor online platformen 2021 (cbs.nl)

Rijksoverheid (2022), Gebruiker profiteert van nieuwe regels voor digitale platforms (nieuwsbericht). Gebruiker profiteert van nieuwe regels voor digitale platforms | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl

1) Het lock-in effect refereert naar een situatie waarin het voor gebruikers van het platform moeilijk is om over te stappen naar een ander platform. Deze situatie kan zich voordoen als één bepaald platform veruit de meeste gebruikers heeft. Want, hoe groter het aantal gebruikers, hoe groter het aantal potentiële interacties met andere gebruikers, hoe aantrekkelijker het platform voor bestaande en nieuwe gebruikers.

2. Demografie van online platformen

Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de kenmerken van online platformen in Nederland in 2022. Paragraaf 2.1 gaat in op de kenmerken van bedrijven met een online platform en geeft zicht op het aantal werkzame personen, de bedrijfstak, de rechtsvorm en de vestigingsregio van deze bedrijven. De kenmerken van de platformen zelf worden gegeven in paragraaf 2.2. Deze paragraaf geeft inzicht in de typen producten die worden bemiddeld, de verschillende typen gebruikers en de gehanteerde verdienmodellen (free service of niet). Ook wordt ingegaan op de mogelijkheden die online platformen bieden voor het beoordelen van kwaliteit en de mate waarin online platformen gebruikersgegevens verzamelen en algoritmen gebruiken. Paragraaf 2.3 geeft een korte toelichting op de gebruikte methode.

2.1 Kenmerken van de bedrijven met een online platform

Helft online platformen onderdeel van klein bedrijf

Van alle online platformen hoort de helft bij een klein bedrijf met één of minder werkzame personen. Nog eens 12 procent is onderdeel van een bedrijf met twee werkzame personen. Een minderheid van de platformen is onderdeel van grotere bedrijven. Zo is slechts 6 procent van de online platformen onderdeel van een bedrijf met 100 of meer werkzame personen.

Het is hierbij van belang dat het bedrijf achter het platform ook andere activiteiten kan hebben buiten het platform. De werkzame personen van het bedrijf werken dus niet noodzakelijkerwijs allemaal aan het online platform. 

2.1.1 Online platformen naar aantal werkzame personen van de bedrijfseenheid, 2022
Platformen (%)
1 of minder50,5
212,0
3-47,6
5-97,2
10-197,0
20-497,4
50-992,7
100 of meer5,6

De meest voorkomende bedrijfstak bij bedrijven met een online platform is Informatie en communicatie. Een derde van de bedrijven valt in deze groep. Andere bedrijfstakken waar een aanzienlijk deel van de bedrijven met een online platform toe behoren zijn Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening (16 procent), Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening (11 procent) en Groot- en detailhandel; reparatie van auto's (11 procent).

2.1.2 Online platformen naar bedrijfstak van de bedrijfseenheid, 2022
Platformen (%)
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's 10,5
JInformatie en communicatie33,6
KFinanciële instellingen3,5
LVerhuur van en handel in onroerend goed4,2
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening 16,3
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening 11,2
QGezondheids- en welzijnszorg3,2
RCultuur, sport en recreatie3,7
SOverige dienstverlening6,6
Overige SBI-groepen7,2

Het bedrijf achter een online platform is in 51 procent van de gevallen een Besloten Vennootschap (B.V.). Daarnaast zijn er veel eenmanszaken (29 procent). Ook zijn veel platformen als Vennootschap onder firma (VoF) opgericht (10 procent). Onder de overige, minder vaak voorkomende, rechtsvormen vallen onder andere stichtingen en verenigingen.

2.1.3 Online platformen naar rechtsvorm van de bedrijfseenheid, 2022
Platformen (%)
Eenmanszaak28,9
Vennootschap onder firma9,8
Besloten Vennootschap50,6
Stichting6,3
Vereniging2,4
Overige rechtsvormen2,0

Iets minder dan een kwart van de bedrijven met een online platform is gevestigd in Noord-Holland. Naast deze provincie zijn de bedrijven vaak gevestigd in Zuid-Holland (17 procent), Noord-Brabant (12 procent), Gelderland (11 procent) en Utrecht (11 procent). In elk van de andere provincies is 6 procent of minder van de bedrijven gevestigd.

2.1.4 Online platformen naar provincie van de bedrijfseenheid, 2022
Platformen (%)
Drenthe2,0
Flevoland1,7
Fryslân1,6
Gelderland10,7
Groningen2,4
Limburg3,2
Noord-Brabant12,1
Noord-Holland23,7
Overijssel5,6
Utrecht10,7
Zeeland1,4
Zuid-Holland17,4
Onbekend7,4

5 procent van de bedrijven waar de online platformen toe behoren is onderdeel van een ondernemingengroep met een buitenlands moederbedrijf. 

2.2 Kenmerken van online platformen

Groot deel van de platformen bemiddelt in diensten en goederen

Online platformen kunnen bemiddelen in de uitwisseling van goederen, diensten of informatie, of kunnen functioneren als communicatiemiddel tussen gebruikers. Het grootste deel van de online platformen (34 procent) richt zich op de bemiddeling in diensten. Het gaat hier bijvoorbeeld om bemiddeling in klussen of opdrachten (online of op locatie), vervoer van personen of financiële diensten. 

Een ander aanzienlijk deel van de online platformen (32 procent) bemiddelt bij de uitwisseling van goederen. Hierbij kan het gaan om goederen uit de detailhandel of groothandel, maar ook om bemiddeling in vastgoed, (vakantie)accommodaties of maaltijden, eten en drinken. 

19 procent van de platformen is een communicatieplatform. Deze platformen richten zich onder andere op dating, community vorming, advertenties, reclame of marketing of zijn sociale media. 

Een minderheid van 15 procent van de platformen bemiddelt in de uitwisseling van informatie. Hierbij gaat het om zoekmachines, of de uitwisseling van nieuws of reviews. 

Voor de analyse naar type product zijn alleen gegevens voor 2021 en 2022 gebruikt omdat de categorie ‘communicatie’ pas vanaf 2021 in de vragenlijst is opgenomen.

2.2.1 Online platformen naar type product, 2022
Platformen (%)
Communicatie19,1
Diensten34,3
Goederen32
Informatie14,7
 

Meeste platformen richten zich op bedrijven én huishoudens/zzp’ers

Van alle online platformen richt 25 procent zich alleen op huishoudens/zzp’ers; 14 procent richt zich alleen op bedrijven. Het grootste deel van de platformen (42 procent) richt zich echter op bedrijven én huishoudens/zzp’ers. 18 procent van de platformen richt zich (ook) op een ander type gebruiker zoals non-profit organisaties.

 

Naast het type gebruiker van online platformen kan ook gekeken worden naar het aantal verschillende typen gebruikers. Bijna de helft van de online platformen richt zich op twee verschillende typen gebruikers. 40 procent van de platformen richt zich op één type gebruiker. Slechts 10 procent van de platformen richt zich op bemiddeling tussen drie typen gebruikers.

2.2.3 Online platformen naar aantal typen gebruiker, 2022
Aantal verschillende gebruikersgroepenPlatformen (%)
140,4
249,7
39,9

Een derde van de platformen is free service

Bij online platformen moet soms worden betaald om toegang te krijgen tot het platform. Soms moet een aanbieder op het platform betalen om de producten te mogen aanbieden, of betalen afnemers een bedrag aan commissie op elke transactie via het platform. Soms is het niet noodzakelijk om te betalen voor het gebruik van het platform, niet door de aanbieders noch door de afnemers of gebruikers. In dit geval is er sprake van een ‘free service’. Men kan het platform ‘gratis’ gebruiken. Het platform verdient op een andere wijze aan de gebruikers. Het kan bijvoorbeeld advertenties tonen aan de bezoekers van de website, of de door gebruikers achtergelaten gegevens te gelde te maken.

Er zijn ook hybride vormen mogelijk, waarbij toegang tot het platform in principe gratis is, maar waarbij bijvoorbeeld voor specifieke functies moet worden betaald, of vanaf een bepaald aantal via het platform gedane transacties.

Bij 31 procent van de online platformen is er sprake van een free service. Het aandeel free service platformen is relatief hoog bij platformen van bedrijven in de bedrijfstakken Gezondheids- en welzijnszorg (68 procent), Overige dienstverlening (58 procent) en Groot- en detailhandel (41 procent).

2.2.4 Aandeel free service platformen naar bedrijfstak van de bedrijfseenheid, 2022
Free service (%)
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's 40,6
JInformatie en communicatie22,6
KFinanciële instellingen22,7
LVerhuur van en handel in onroerend goed23,8
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening 30,6
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening 20,4
QGezondheids- en welzijnszorg68,3
RCultuur, sport en recreatie32,0
SOverige dienstverlening57,8
Overige SBI-groepen33,7

Ook is het aandeel free service platformen relatief hoog bij platformen die bemiddelen in informatie (41 procent), of zich alleen richten op huishoudens en zzp’ers (44 procent). 

2.2.5 Aandeel free service platformen naar type product, 2022
Free service (% free service platformen)
Communicatie33,3
Diensten21,7
Goederen27,3
Informatie40,8
 

2.2.6 Aandeel free service platformen naar type gebruiker, 2022
Free service (%)
Alleen bedrijven27,6
Alleen huishoudens/zzp-ers43,5
Bedrijven en huishoudens/zzp-ers17,7
Andere (combinatie van) typen gebruikers35,1

Beoordeling gebruikers platform vaakst in bedrijfstak handel 

Platformen kunnen bijhouden hoe goed aanbieders of afnemers presteren, bijvoorbeeld door reviews die worden achtergelaten door andere gebruikers. Platformen die bemiddelen in goederen kunnen afnemers bijvoorbeeld de mogelijkheid bieden de aanbieder te beoordelen op het nakomen van afspraken of de snelheid van reageren (bij tweedehands aanbod). Deze beoordelingen geven andere afnemers op het platform weer inzicht in de kwaliteit van de verschillende aanbieders. Ook kan een platform de mogelijkheid bieden een beoordeling te geven van producten die bemiddeld worden via het platform of het functioneren van platform zelf. Bijna de helft van de platformen (48 procent) gebruikt kwaliteitsbeoordelingen. Bij 22 procent van de platformen is alleen een beoordeling van de gebruikers mogelijk en bij 13 procent alleen een beoordeling van de producten of het functioneren van het platform. Bij nog eens 13 procent van de platformen zijn beide vormen van beoordeling mogelijk. 

2.2.7 Beoordeling kwaliteit, 2022
Platformen (% van platformen)
Alleen beoordeling gebruikers platform22
Alleen beoordeling producten of functioneren platform13,1
Beoordeling gebruikers in producten of functioneren platform13
Geen beoordeling kwaliteit51,9
 

De mogelijkheid om een beoordeling van de gebruikers van het platform te geven wordt het vaakst geboden bij platformen die horen bij een bedrijf in de bedrijfstak Groot- en detailhandel (44 procent). Platformen die horen bij financiële instellingen bieden het vaakst de mogelijkheid de kwaliteit van het product of het functioneren van het platform te beoordelen (38 procent).

2.2.8 Aandeel platformen met beoordeling kwaliteit naar bedrijfstak van de bedrijfseenheid, 2022
Beoordeling gebruiker (%)Beoordeling product of platform (%)
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's 44,421,9
JInformatie en communicatie37,631,3
KFinanciële instellingen35,637,8
LVerhuur van en handel in onroerend goed31,711,1
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening 33,918
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening 37,731,8
QGezondheids- en welzijnszorg23,327,9
RCultuur, sport en recreatie21,823,6
SOverige dienstverlening10,226,1
Overige SBI-groepen41,922,6

Online platformen die bemiddelen in goederen bieden relatief vaak de mogelijkheid tot het beoordelen van gebruikers van het platform (44 procent). Bij platformen die zich richten op communicatie wordt deze mogelijkheid juist relatief weinig geboden (26 procent). Het aandeel platformen dat de mogelijkheid biedt het product of het platform te beoordelen varieert minder naar type product. 

2.2.9 Aandeel platformen met beoordeling kwaliteit naar type product, 2022
Beoordeling gebruiker (%)Beoordeling product of platform (%)
Communicatie25,524,5
Diensten37,029,3
Goederen43,925,4
Informatie30,125,9

Online platformen die zich alleen richten op bedrijven bieden relatief weinig mogelijkheid tot het beoordelen van kwaliteit. Bij 25 procent van deze platformen kan een beoordeling van de gebruikers van het platform worden gegeven en 19 procent biedt de mogelijkheid het product of het platform te beoordelen.  

2.2.10 Aandeel platformen met beoordeling kwaliteit naar type gebruiker, 2022
Beoordeling gebruiker (%)Beoordeling product of platform (%)
Alleen bedrijven25,418,9
Alleen huishoudens/zzp-ers39,323,7
Bedrijven en huishoudens/zzp-ers41,830,8
Andere (combinatie van) typen gebruikers25,628,5

Bedrijven-platformen verzamelen minst vaak gebruikersgegevens

Door het verzamelen van gebruikersgegevens en de inzet van algoritmen kunnen gebruikers van het platform gerichter worden benaderd en kunnen bedrijfsprocessen worden geoptimaliseerd. Een algoritme is een set (beslis)regels (meestal in de vorm van een computerscript) dat wordt gebruikt om processen (dataverwerking) automatisch te laten verlopen. Vaak roept de verzameling van gebruikersgegevens en de inzet van algoritmen vragen op die raken aan privacy, lock-in-effecten1), en bescherming van de consument in algemene zin.

Door 69 procent van de online platformen worden gebruikersgegevens verzameld. Dat komt relatief vaak voor bij online platformen die horen bij een bedrijf in de bedrijfstakken Financiële instellingen (80 procent), Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening (77 procent) en Informatie en communicatie (75 procent).

2.2.11 Verzameling gebruikersgegevens door online platformen naar bedrijfstak van de bedrijfseenheid, 2022
Gebruikersgegevens verzameld (%)
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's 55,6
JInformatie en communicatie75,2
KFinanciële instellingen80,0
LVerhuur van en handel in onroerend goed55,6
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening 63,9
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening 76,8
QGezondheids- en welzijnszorg72,1
RCultuur, sport en recreatie61,8
SOverige dienstverlening60,2
Overige SBI-groepen67,7

Online platformen die zich richten op bemiddeling in diensten verzamelen vaker gebruikersgegevens (76 procent) dan platformen die zich richten op communicatie (66 procent), goederen (66 procent) of informatie (61 procent). Platformen die zich alleen richten op bedrijven verzamelen relatief weinig gebruikersgegevens (56 procent). 

2.2.12 Verzameling gebruikersgegevens door online platformen naar type product, 2022
Gebruikersgegevens verzameld (%)
Communicatie65,7
Diensten76,3
Goederen65,5
Informatie61,4

2.2.13 Verzameling gebruikersgegevens door online platformen naar type gebruiker, 2022
Gebruikersgegevens verzameld (% platformen die gebruikersgegevens verzamelen)
Alleen bedrijven56,2
Alleen huishoudens/zzp-ers64,6
Bedrijven en huishoudens/zzp-ers74,2
Andere (combinatie van) typen gebruikers76,0
 

Algoritmen worden door 31 procent van de online platformen gebruikt. Het vaakst worden algoritmen ingezet door online platformen met een bedrijf in de bedrijfstak Gezondheids- en welzijnszorg (37 procent), platformen die bemiddelen in diensten (34 procent) of goederen (32 procent) en platformen die zich richten op bedrijven én huishoudens/zzp-ers (38 procent). 

2.2.14 Gebruik algoritmen door online platformen naar bedrijfstak van de bedrijfseenheid, 2022
Gebruik algoritmen (%)
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's 35,6
JInformatie en communicatie34,4
KFinanciële instellingen35,6
LVerhuur van en handel in onroerend goed23,8
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening 27,0
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening 32,5
QGezondheids- en welzijnszorg37,2
RCultuur, sport en recreatie21,8
SOverige dienstverlening14,8
Overige SBI-groepen34,4

2.2.15 Gebruik algoritmen door online platformen naar type product, 2022
Gebruik algoritmen (%)
Communicatie23,6
Diensten33,7
Goederen32,0
Informatie27,7

2.2.16 Gebruik algoritmen door online platformen naar type gebruiker, 2022
Gebruik algoritmen (%)
Alleen bedrijven25,4
Alleen huishoudens/zzp-ers27,0
Bedrijven en huishoudens/zzp-ers37,5
Andere (combinatie van) typen gebruikers30,2

2.3 Toelichting op de methode

De resultaten gepresenteerd in dit hoofdstuk komen voort uit een analyse van een populatie online platformen die werden geïdentificeerd in de onderzoeken van dit jaar (2022) en de twee voorgaande jaren (2020 en 2021). De geïdentificeerde online platformen zijn gekoppeld met het bedrijvenregister van het CBS. Wanneer het bedrijf waar het platform onderdeel van is in 2022 niet meer actief was volgens het bedrijvenregister is dit bedrijf en het bijbehorende online platform niet meegenomen in de analyse. Hiermee geeft de analyse zicht op de ‘blijvers’ in de populatie. De populatiedynamiek (nieuwe en opgeheven platformen) blijft buiten beeld. 

Het gebruikte analysesample bestond uit 1.611 verschillende bedrijfseenheden met een platform. Voor 1.411 van deze bedrijfseenheden was ook informatie beschikbaar via een ingevulde vragenlijst.

De monitor online platformen 2020 gaf ook een beschrijving van de kenmerken van platformen en de bijbehorende bedrijven. Ten tijde van deze eerdere monitor was er nog minder goed zicht op de populatie van online platformen en was het analysesample kleiner (706 online platformen). De analyse voor de huidige monitor (2022) combineert gegevens uit meerdere jaren en geeft, met een sample dat ruim twee keer groter is dan dat in 2020, een betrouwbaarder en meer volledig beeld.

2) Het lock-in effect refereert naar een situatie waarin het voor gebruikers van het platform moeilijk is om over te stappen naar een ander platform. Deze situatie kan zich voordoen als één bepaald platform veruit de meeste gebruikers heeft. Want, hoe groter het aantal gebruikers, hoe groter het aantal potentiële interacties met andere gebruikers, hoe aantrekkelijker het platform voor bestaande en nieuwe gebruikers.

3. Omzetontwikkeling

Dit hoofdstuk presenteert de omzetontwikkeling voor de periode 2020-2022. De resultaten geven inzicht in de omzetontwikkeling van het bedrijf dat eigenaar is van het online platform. Voor de berekening is een panelbenadering gebruikt op basis van ‘blijvers’, bedrijven die in twee opeenvolgende jaren blijven bestaan. Vanwege een methodewijziging die dit jaar is doorgevoerd is ervoor gekozen de nieuwe cijfers niet samen in één figuur de presenteren met de resultaten van de eerdere berekeningen voor 2015-2020. Wel gaat iedere paragraaf kort in op de ontwikkeling in deze eerdere periode, waardoor de nieuwe cijfers in een breder perspectief komen te staan. Aan het einde van dit hoofdstuk is een toelichting op de methode opgenomen waarin ook de methodewijziging aan bod komt.

Omzet Nederlandse platformen gestegen in 2022

In de periode 2015-2019 steeg de omzet van bedrijven met een online platform hard. In 2019 lag de omzet meer dan twee keer zo hoog als in 2015. In 2020, het eerste coronajaar, vond een omslag plaats. In dat jaar viel de omzet terug naar een niveau van voor 2018 (zie hier). 

Vanaf 2021 steeg de omzet echter weer snel, met respectievelijk 26 procent in 2021 en 23 procent in 2022 (ten opzichte van het vorige jaar). De totale toename van de omzet voor 2020-2022 kwam daarmee op 54 procent.

3.1 Omzetontwikkeling van bedrijven met online platformen, 2020-2022
jaar Omzet (indexcijfer (omzet in 2020=100))
2020100
2021125,7
2022*154
*voorlopig cijfer
 

Grote verschillen in omzetontwikkeling

In 2021 en 2022 waren er platformen waarbij de omzet met meer dan 20 procent steeg, maar ook platformen waarbij de omzet met meer dan 20 procent daalde.

In de periode 2015-2019 nam het deel met flinke omzetgroei (meer dan 20 procent per jaar) iets af. In coronajaar 2020 lag het aandeel platformen met een omzetdaling van meer dan 20 procent een stuk hoger dan in eerdere jaren (zie hier). In 2021 en 2022 is dit aandeel weer terug op het niveau van voor corona.

3.2 Verandering omzet ten opzichte van vorig jaar, 2021-2022
jaaromzet was 0 vorig jaar (aandeel platformen (%))minder dan -20% (aandeel platformen (%))-20% tot -10% (aandeel platformen (%))-10% tot 10% (aandeel platformen (%))10% tot 20% (aandeel platformen (%))20% of meer (aandeel platformen (%))
20217,116,56,721,49,538,7
2022*6,518,96,721,58,438
*voorlopige cijfers
 

Kleinere platformen groeiden relatief het hardst

Om verschillen in de omzetontwikkeling van kleine en grote platformen te kunnen zien, zijn de platformen ingedeeld in 5 groepen (kwintielen), op basis van de omvang van hun omzet in 2020.

De omzetontwikkeling voor bedrijven met de grootste omzetten (het ‘5e kwintiel’) komt grofweg overeen met de omzetontwikkeling voor alle platformen (zie figuur 2.1). Bij bedrijven met veel kleinere omzetten (‘2e kwintiel’) is een veel grotere stijging van de omzet te zien ten opzichte van 2020. Dit zijn platformen met een omzet tot ongeveer 65.000 euro.

Kleinere platformen hebben nog veel meer ruimte om te groeien in omzet. Platformen die al groot zijn groeien relatief minder hard: als de omzet al wat hoger is, is er nog wel groei te zien, maar is deze minder spectaculair.

Het ‘1e kwintiel’ is niet in de figuur weergeven omdat het daarbij gaat om zeer kleine platformen, of platformen zonder omzet.

3.3 Omzetontwikkeling naar grootte, 2020-2022
jaar2e Kwintiel (indexcijfer (omzet in 2020=100))3e Kwintiel (indexcijfer (omzet in 2020=100))4e Kwintiel (indexcijfer (omzet in 2020=100))5e Kwintiel (indexcijfer (omzet in 2020=100))
2020100100100100
2021*169120,9127125,6
2022*232,5140,5166,5154,3
*voorlopige cijfers
 

Toelichting op methode

Beschrijving gebruikte methode
De populatie die wordt gebruikt voor het in kaart brengen van de omzetontwikkeling omvat alle online platformen die het CBS in zijn onderzoeken tot nu toe (2019-2022) heeft geïdentificeerd. Voor deze platformen wordt de bedrijfsomzet voor de te analyseren jaren, beschikbaar uit andere onderzoeken van het CBS, opgezocht. Op basis van deze gegevens worden jaar-op-jaar mutaties in de omzet berekend. Per jaar-op-jaar mutatie worden alleen de bedrijven meegenomen waarvoor in beide jaren omzetgegevens beschikbaar zijn. De berekening voor 2020-2021 werd op deze manier gedaan op basis van 1218 bedrijven met een online platformen en de berekening voor 2021-2022 op basis van 1245 bedrijven.  

Omzetgegevens waren beschikbaar voor de meeste bedrijfstakken (SBI-indeling). Voor een aantal bedrijfstakken waren echter geen gegevens beschikbaar. Het betreft hier Onderwijs, ‘Gezondheids- en welzijnszorg’, ‘Cultuur, sport en recreatie’, ‘Financiële instellingen’ en ‘Overige dienstverlening’. De omzetontwikkeling van platformen in deze bedrijfstakken is daarom niet meegenomen in de analyses in dit hoofdstuk.

Evaluatie gebruikte methode
Eén van de methodische uitdagingen in het onderzoek naar online platformen is dat er geen volledig zicht is op de ‘randpopulatie’, dus op het totaal aan online platformen in Nederland. Ook de trend in de omzet en het aantal werkzame personen is in kaart gebracht op basis van een selectie van platformen. Het is echter niet waarschijnlijk dat het niet meenemen van een deel van de platformen heeft geleid tot een (aanzienlijke) vertekening van de resultaten. De omzetontwikkeling wordt namelijk gedomineerd door een aantal (zeer) grote platformen die goed zijn voor een groot deel van de totale omzet. Deze grote platformen zijn onderdeel van de populatie.

De uitgevoerde analyse geeft de omzetontwikkeling van bedrijven mét een platform. Een deel van de omzet van de geïncludeerde bedrijven is platform-gerelateerd, maar een deel ook niet. Omdat de omzetgegevens betrekking hebben op het gehele bedrijf was het ook niet mogelijk de omzetontwikkeling in kaart te brengen voor uitsluitend de platformgerelateerde activiteiten van de bedrijven. Om een indruk te krijgen van of het meenemen van de niet-platformgerelateerde omzet van bedrijven invloed heeft gehad op de berekende trend, is voor de monitor 2021 een analyse uitgevoerd op een beperktere set bedrijven (n=223) waarvoor uit een eerdere analyse bekend was dat het zwaartepunt bij platformactiviteiten ligt (zie hier). Deze analyse liet zien dat de omzetontwikkeling voor deze beperktere set bedrijven sterk lijkt op de ontwikkeling berekend voor het totale panel online platformen. Dit suggereert dat het niet-platformgerelateerde omzetdeel in de analyse niet leidt tot een grote vertekening van de ontwikkeling van de platformgerelateerde omzet.

Vernieuwing methode
Voor de berekening van de omzetontwikkeling voor 2015-2020, gepresenteerd in de monitor online platformen 2021, werd een panelbenadering gebruikt. Het panel omvatte alle bij het CBS bekende online platformen waarvoor omzetgegevens beschikbaar waren over de gehele te analyseren periode. Het voordeel van deze methode is dat de berekende ontwikkeling niet wordt vertekend door bedrijven waarvoor in het ene jaar wel, maar in het andere jaar geen omzetgegevens bekend zijn. Een nadeel van deze methode is dat, wanneer deze gebruikt wordt voor berekeningen over een langere periode, de groep bedrijven waarvoor omzetgegevens beschikbaar zijn voor de gehele te analyseren periode, te klein kan worden. Dit komt doordat de kans dat voor een bepaald bedrijf gegevens voor één of meerder jaren ontbreken groter wordt als er jaren worden toegevoegd aan de analyse. Dit ontbreken van gegevens kan te maken hebben met het ontbreken van een waarneming, maar ook met het stoppen van bestaande bedrijven en de oprichting van nieuwe bedrijven. 

De vernieuwde methode (gebruikt in dit hoofdstuk) is op grote lijnen gelijk aan de eerdere methode, maar geeft een oplossing voor de kleiner wordende aantallen. In de vernieuwde methode wordt de analysepopulatie (of het panel) namelijk niet vastgesteld voor de gehele reeks te analyseren jaren, maar per koppel opeenvolgende jaren (dus voor 2020-2021 en 2021-2022 afzonderlijk). Op deze manier groeit de populatie mee in de loop der jaren, wat resulteert in een grotere ‘houdbaarheid’ van de methode. 

Een evaluatie laat zien dat het aantal bedrijven dat kan worden meegenomen in de analyse aanzienlijk toeneemt wanneer de vernieuwde methode wordt gebruikt. Met de oude methode konden 805 bedrijven worden meegenomen in de analyse, met de vernieuwde methode waren dit  1218 bedrijven voor 2020-2021 en 1245 bedrijven voor 2021-2022. Voor de berekende omzetontwikkeling voor de periode 2020-2022 maakte het overigens geen verschil welke methode gebruikt werd. Maar zoals gezegd, de vernieuwing is vooral doorgevoerd met het oog op de houdbaarheid van de methode.

4. Werkgelegenheid

Dit hoofdstuk behandelt het onderwerp werkgelegenheid en online platformen vanuit verschillende invalshoeken. 

Deel 4.1 gaat over de werkgelegenheid bij online platformen zelf. Dit deel geeft inzicht in de ontwikkeling van het aantal personen dat werkzaam was bij bedrijven met een online platform in de periode 2020-2022. De cijfers worden ook vergeleken met de eerder berekende ontwikkelingen voor 2015-2020. 

Deel 4.2 beschrijft de specifieke groep van online platformen die bemiddelen in werk. Het gaat hierbij om bemiddeling in vervoer, online werk, en werk op locatie. Dit deel geeft zicht op de kenmerken van dergelijke platformen en op hoe de uitvoerenden van werk verdeeld zijn over deze platformen. De resultaten komen voort uit de jaarlijkse CBS-enquête onder bedrijven met een online platformen. 

Deel 4.3 geeft een beeld van het aantal platformwerkers in Nederland, hun kenmerken en het werk dat ze doen. De resultaten komen voort uit een pilotonderzoek platformwerk in de Enquête Beroepsbevolking van het CBS (persoonsenquête). 

4.1 Werkgelegenheid bij online platformen

Het aantal personen dat werkzaam is bij bedrijven met online platformen nam in de periode 2015-2019 met 65 procent toe. In 2020 bleef het aantal personen gelijk ten opzichte van een jaar eerder (zie hier). Dit terwijl de omzet in dit jaar flink daalde. Mogelijk hebben de platformen hun personeel dat jaar willen behouden ondanks de omzetdaling. De door de overheid opgezette coronasteunregelingen voor loonkosten kunnen hierbij ondersteunend zijn geweest. 

In 2021 en 2022 nam het aantal personen weer sterk toe. In 2022 waren er 19 procent meer personen werkzaam bij bedrijven met een online platform dan in 2020 .

4.1.1 Ontwikkeling werkzame personen bij bedrijven met een platform,
2020-2022
jaarwp (indexcijfer (2020=100))
2020100,0
2021106,2
2022*119,1
*voorlopig cijfer
 

Aandeel met stijgend of dalend aantal werkzame personen blijft gelijk

Bij de meeste platformen stijgt of daalt het aantal werkzame personen niet meer dan 10 procent. Onder de platformen is een kleine groep snelle groeiers, die meer dan 20 procent meer werkzame personen heeft dan het jaar daarvoor. 

4.1.2 Verandering werkzame personen ten opzichte van vorig jaar,
2020-2022
jaarGeen wp vorig jaar (aandeel platformen (%))minder dan -20% (aandeel platformen (%))-20% tot -10% (aandeel platformen (%))-10% tot 10% (aandeel platformen (%))10% tot 20% (aandeel platformen (%))20% of meer (aandeel platformen (%))
202115,310,54,653,33,912,5
2022*16,17,82,553,63,716,3
*voorlopige cijfers
 

Bij bedrijven met veel personeel (10-20 of meer dan 50 werkzame personen) groeide het aantal werkzame personen sneller dan bij de wat kleinere bedrijven. 

Deze ontwikkeling is anders dan die voor 2015-2020, waar de groei in het aantal werkzame personen juist sterker was bij bedrijven met weinig personeel bij aanvang van de meting in 2015 (zie hier).

4.1.3 Ontwikkeling werkzame personen naar grootte in 2020
jaar0-1 werkzame personen (indexcijfer (wp in 2020=100))1-2 werkzame personen (indexcijfer (wp in 2020=100))2-5 werkzame personen (indexcijfer (wp in 2020=100))5-10 werkzame personen (indexcijfer (wp in 2020=100))10-20 werkzame personen (indexcijfer (wp in 2020=100))20-50 werkzame personen (indexcijfer (wp in 2020=100))meer dan 50 werkzame personen (indexcijfer (wp in 2020=100))
2020100100100100100100100
2021*103106,9104,5104,3108,898,4106,4
2022*108,8114,2109,6110,3127,3107,1119,2
*voorlopige cijfers
 

Toelichting op methode

Voor het in kaart brengen van de ontwikkeling van het aantal werkzame personen bij online platformen is een soortgelijke methode gebruikt als voor het in kaart brengen van de omzetontwikkeling (zie hoofdstuk 3). Er is gebruikgemaakt van gegevens over het aantal bij een bedrijf werkzame personen waarover het CBS reeds beschikte. Ook is er voor iedere jaar-op-jaar ontwikkeling een selectie van platformbedrijven gekozen waarvoor er voor beide jaren gegevens over het aantal werkzame personen beschikbaar waren. Het analysesample voor 2020-2021 omvatte 1473 bedrijven en dat voor 2021-2022 omvatte 1516 bedrijven.

De uitgevoerde analyse geeft de ontwikkeling in het aantal werkzame personen van bedrijven mét een platform. Een deel van de werkzame personen van de geïncludeerde bedrijven zal activiteiten voor het platform verrichten, maar een deel ook niet. Omdat de gegevens over werkzame personen betrekking hebben op het gehele bedrijf was het ook niet mogelijk de ontwikkeling in kaart te brengen voor uitsluitend de personen die betrokken zijn bij platformgerelateerde activiteiten. Om een indruk te krijgen van of het meenemen van de personen werkzaam bij het niet-platformdeel van de bedrijven invloed heeft gehad op de berekende trend is voor de monitor 2021 een analyse uitgevoerd op een beperktere set bedrijven waarvoor uit een eerdere analyse bekend was dat het zwaartepunt bij platformactiviteiten ligt (zie hier). Deze analyse suggereerde dat de berekende ontwikkeling voor het aantal werkzame personen wat minder robuust is dan de trend voor de omzetontwikkeling (hoofdstuk 3) en wordt beïnvloed door niet-platformgerelateerde activiteiten van bedrijven.

4.2 Platformwerk; het perspectief van het platform

In 2022 hield 13 procent van de online platformen zich bezig met arbeidsbemiddeling. Platformen voor arbeidsbemiddeling richten zich op het koppelen van werk aan personen die dat werk kunnen uitvoeren. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om klussen op locatie, waarbij de uitvoerder fysieke klussen verricht, maar ook om online werk. Ook het vervoer van personen of goederen valt in deze categorie. 

Bij de meest online platformen die bezighouden met arbeidsbemiddeling gaat om werk, klussen of opdrachten op locatie (66 procent). Online werk (23 procent) en vervoersdiensten (11 procent) worden door een kleiner deel van de platformen aangeboden, zie figuur 4.2.1, linker staaf.

Er zijn grote verschillen in het aantal afnemers van werk (degenen die het werk uitvoeren) dat op een platform actief is. Een platform kan enkele afnemers hebben, maar er bestaan ook platformen met meer dan 100.000 afnemers. In de rechter staaf van figuur 4.2.1 is gekeken naar welk deel van de afnemers werkt via een platform voor werk op locatie, online werk of vervoer3). Daaruit blijkt dat, hoewel er maar een klein aandeel platformen zich richt op vervoersdiensten, een groter aandeel (45 procent) van de uitvoerenden voor een platform werkt dat bemiddelt in vervoer.

4.2.1 Platformen voor arbeidsbemiddeling en uitvoerenden van werk naar type werk, 2022
percentageVervoer (% van platformen)Werk online (% van platformen)Werk op locatie (% van platformen)
Platformen voor arbeidsbemiddeling10,723,266,1
Uitvoerenden van werk4516,338,7
 

Meestal wordt gewerkt als zelfstandige

De afnemers op de platformen, dus de uitvoerenden van het werk, kunnen in dienst zijn van het platform, of als zelfstandige opdrachten aannemen. Bij bijna drie kwart van de platformen werken de personen die het werk uitvoeren als zelfstandige, bijvoorbeeld als zzp’er. Bij slechts 12 procent van de platformen zijn de uitvoerenden in dienst bij het platform.

Wanneer wordt gekeken naar het aandeel van de uitvoerenden van het werk is te zien dat het aandeel dat in dienst is van het platform hoger uitvalt; 20 procent werkt in dienst van het platform.

4.2.2 Platformen voor arbeidsbemiddeling en uitvoerenden van werk naar arbeidsrelatie, 2022
 Regeling dienstverlening aan huis (% van platformen)In dienst bij platform (% van platformen)Uitzend- of payrollconstructie (% van platformen)Zelfstandige (o.a. zzp'er) via het platform (% van platformen)
Platformen voor arbeidsbemiddeling5,411,613,469,6
Afnemers van werk5,119,71,373,9
 

Een platform kan op verschillende manieren verdienen aan de bemiddeling in arbeid. Bij 38 procent van de platformen wordt er verdiend aan een vergoeding door alleen de aanbieder van werk. Nog eens 23 procent van de platformen verdient door zowel de aanbieder als afnemer van werk te laten betalen. Een betaling door alleen de afnemer van werk komt minder vaak voor (16 procent). Iets meer dan een vijfde van de platformen is een free service waarbij er dus geen vergoeding door de aanbieder of afnemer van werk betaald hoeft te worden. 

Wanneer wordt gekeken naar het aandeel van de uitvoerenden van het werk blijkt dat meer dan de helft (59 procent) van de platformwerkers gebruik maakt van een platform waarbij alleen de aanbieder van werk betaalt voor de bemiddeling door het platform.

4.2.3 Platformen voor arbeidsbemiddeling en uitvoerenden van werk naar verdienmodel van het platform, 2022
 Aanbieder en afnemer betalen ((%))Alleen aanbieder betaalt ((%))Alleen afnemer betaalt ((%))Free service ((%))
Platformen voor arbeidsbemiddeling23,238,416,122,3
Uitvoerenden van werk18,258,7815,1
 

Eisen die het platform stelt aan uitvoerenden

Platformen voor arbeidsbemiddeling stellen regelmatig eisen aan de uitvoerenden van het werk. Voor zelfstandigen geldt vaak dat een inschrijving bij de Kamer van Koophandel noodzakelijk is, en een geldig identiteitsbewijs. Vaak geldt ook een minimumleeftijd voor de uitvoerenden.

Gekeken naar het aandeel van de afnemers is te zien dat meer dan de helft van de afnemers te maken heeft met eisen als een KvK-inschrijving, identiteitsbewijs, minimumleeftijd of diploma. Van bijna de helft wordt geëist dat ze een rijbewijs hebben.

4.2.4 Eisen die het platform stelt aan uitvoerenden van werk, 2022
Platformen (%)Uitvoerenden van werk (%)
Inschrijving bij KvK30,453,8
Geldig identiteitsbewijs25,055,6
Minimum leeftijd25,055,9
Intakegesprek23,217,7
Diploma of certificaat21,451,4
Werkvergunning voor Nederland20,514,9
Werkervaring19,617,4
Minimum uren beschikbaar13,411,2
Vast woonadres12,511,4
Verklaring van goed gedrag10,714,5
Verblijfsvergunning voor Nederland8,911,8
WA-verzekering8,937,5
Minimale klantwaardering of rating5,41,8
Rijbewijs5,448,2
Bezit auto scooter of fiets..
Maximum aantal transacties dat achter elkaar geweigerd
mag worden
..
Geen5,40,1
Daar waar een '.' is opgenomen zijn de resultaten onderdrukt vanwege een klein aantal waarnemingen.

Voorzieningen die het platform biedt aan de uitvoerenden van het werk

Het online platform kan, naast het koppelen van opdrachtgevers aan uitvoerenden, andere diensten bieden om de afhandeling makkelijker te maken. Zo kan bij 19 procent van de platformen voor arbeidsbemiddeling de betaling afgehandeld worden door het platform. Ook kunnen ze ondersteuning bieden bij het opstellen voor contracten en kunnen ze informatie verstrekken over de kosten bij het werken voor het platform.

Meer dan de helft (53 procent) van de uitvoerenden van platformwerk kan de betaling laten afhandelen door het platform. Ook de verzekering kan vaak via het platform geregeld worden. Hoewel slechts een klein deel van de platformen (5 procent) een minimum of vast bedrag per transactie biedt, geldt dit wel voor 44 procent van de afnemers. Het zijn dus vooral de grotere platformen, met relatief veel afnemers, die dit minimum bieden.

4.2.5 Voorzieningen die het platform biedt aan de uitvoerenden van het werk, 2022
Platformen (%)Uitvoerenden van werk (%)
Afhandeling van de betaling19,253,4
Hulp bij opstellen contracten14,11,5
Informatie over kosten bij werken voor platform14,121,6
Hulp bij opstellen cv en deze delen via platform11,19,2
Verzekering10,153,6
Training cursus of opleiding8,114,4
Minimum of vast bedrag per transactie5,144,4
Pensioenbijdrage4,00,6
Afhandeling belastingaangifte..
Garantie van een minimum aan inkomsten..
Materiaal/goederen om het werk te kunnen verrichten..
Garantie van een minimum aantal transacties..
Geen19,22,9
Daar waar een '.' is opgenomen zijn de resultaten onderdrukt vanwege een klein aantal waarnemingen.

4.3 Platformwerkers in Nederland: wie zijn het en wat voor werk doen ze?

Auteur: Prof. Dr. Wendy Smits

Minder dan één procent van de bevolking (15 tot 75 jaar) werkzaam via online platform

Uit de gegevens van de pilotmodule in de Enquête beroepsbevolking (EBB; zie kader) van 2022 blijkt dat 0,8 procent van de Nederlandse bevolking tussen 15 en 75 jaar de afgelopen maand minimaal één uur via een online platform heeft gewerkt. Dit komt neer op 95 duizend personen. Mannen zijn in grotere mate dan vrouwen vertegenwoordigd bij deze platformwerkers, 60 procent was man. Het betreft een relatief jonge groep, met 48 procent jonger dan 25 jaar. Het is dan ook niet verrassend dat meer dan de helft van hen hun schoolloopbaan nog niet heeft afgerond. Bijna 59 procent van de platformwerkers volgt nog steeds onderwijs. In vergelijking met de totale bevolking tussen 15 en 75 jaar hebben platformwerkers iets minder vaak een hoog onderwijsniveau.

4.3.1 Platformwerkers en de totale Nederlandse bevolking naar geslacht, leeftijd en onderwijsniveau (15-75 jaar), 2022
categorie 1categorie 2Platformwerkers (% van platformen)Totale bevolking (% van platformen)
GeslachtMan6050
GeslachtVrouw4050
Geslacht
Leeftijd15 tot 25 jaar48,216,2
Leeftijd25 tot 45 jaar32,433,3
Leeftijd45 tot 75 jaar19,550,5
Leeftijd
OnderwijsniveauLaag29,525,4
OnderwijsniveauMiddelbaar39,537,2
OnderwijsniveauHoog30,136,6
 

Voor een deel van de platformwerkers is het platformwerk een bijbaan, 34 procent doet het platformwerk naast het reguliere werk. De helft van de platformwerkers geeft aan dat het platformwerk deel uitmaakt van hun reguliere werk. Een klein percentage heeft geen reguliere baan. Van degenen voor wie platformwerk onderdeel is van hun reguliere werk, is 57 procent zelfstandige in hun reguliere baan. Van de platformwerkers die platformwerk naast hun reguliere werk doen, is het grootste deel (88 procent) werkzaam als werknemer in hun reguliere baan.

4.3.2 Platformwerk onderdeel van regulier werk, platformwerkers (15-75 jaar), 2022
%
Hoort bij het werk50
Hoort niet bij het werk34
Vraag niet beantwoord/geen ander werk15

Eén op de vijf platformwerkers behaalt grootste deel of volledige inkomen uit platformwerk

Van de platformwerkers geeft 46 procent aan dat minder dan een kwart van hun inkomen de afgelopen maand afkomstig is van werk via een online platform (Tabel 4.3.4). Voor een vrijwel even grote groep (43 procent) van de platformwerkers gaat het ook om een kleine baan van minder dan 10 uur per maand (Tabel 4.3.3). Voor 21 procent van de platformwerkers vormt het inkomen uit werk via een online platform het volledige of grootste deel van het inkomen. Bijna een kwart werkte ook 30 uur of meer per week via een platform.

4.3.3 Totaal aantal uren gewerkt via platform in de afgelopen maand, platformwerkers (15-75 jaar), 2022
%
1 tot 10 uur43
10 tot 20 uur15
20 tot 30 uur9
30 tot 50 uur12
50 uur of meer11
Vraag niet beantwoord10

4.3.4 Aandeel inkomen uit werk via platform in de afgelopen maand, platformwerker (15-75 jaar), 2022
%
Volledig inkomen of grootste deel21
Ongeveer de helft of iets meer9
Ongeveer een kwart tot de helft 13
Minder dan een kwart46
Vraag niet beantwoord10

Werk via online platformen zeer divers

Het werk dat via online platformen wordt bemiddeld is zeer divers. In 2022 waren het verkopen van zelfgemaakte of ingekochte spullen (14 procent), het bezorgen van eten of spullen (13 procent), en het maken van vlogs en blogs (13 procent) de meest voorkomende activiteiten onder platformwerkers. Daarnaast kwamen ook het leveren van IT-diensten, het geven van onderwijs of bijles, en het verrichten van huishoudelijk werk regelmatig voor, respectievelijk bij 11, 10 en 8 procent van de platformwerkers. Meer dan een kwart van de platformwerkers geeft aan dat ze meerdere soorten werkzaamheden via een platform hebben uitgevoerd. Tabel 4.3.5 geeft een overzicht van de activiteiten van platformwerkers. Voor platformwerkers die meerdere soorten werk via een platform hebben gedaan, heeft het percentage in de tabel betrekking op de belangrijkste activiteit.

4.3.5 Activiteiten van platformwerkers (15 tot 75 jaar), 2022
%
Spullen te koop aanbieden14
Eten of spullen bezorgen13
Vlogs en/of blogs maken13
IT-diensten leveren zoals programmeren11
Anders10
Onderwijs of bijles geven10
Huishoudelijk of kluswerk8
Op kinderen passen of voor ouderen zorgen7
Een kamer of accommodatie verhuren4
Passagiers vervoeren4
Medische hulp aanbieden2
Online ondersteuning geven2
Vertaalwerk doen2

Platformwerkers bepalen eigen werktijden

Een vaak genoemd voordeel van platformwerk is de grote mate van autonomie in het werk. Tabel 4.3.6 laat zien dat er bij platformwerkers de meeste autonomie is als het gaat om het bepalen van hun werktijden. Meer dan 60 procent van hen kan zelf de werktijden bepalen. Ongeveer een kwart heeft enige autonomie, waarbij ze kunnen kiezen uit verschillende diensten of tijdsblokken, of zelf hun werktijden kunnen bepalen binnen bepaalde deadlines (opgelegd door de klant of het platform). Bij 6 procent worden de werktijden volledig bepaald door het platform of de klant.

Wat betreft het vaststellen van de prijs en het kiezen van klanten of opdrachten is er veel minder autonomie. Voor 30 procent van de platformwerkers wordt de prijs volledig bepaald door het platform, de klant of een externe partij. 16 procent heeft enige onderhandelingsruimte en 41 procent kan de prijs volledig zelf bepalen. Met betrekking tot opdrachten, krijgt een kwart van de platformwerkers opdrachten toegewezen door het platform. 23 procent heeft enige autonomie, waarbij ze zelf kunnen kiezen uit beschikbare opdrachten. 39 procent is vrij om hun eigen opdrachten via het platform aan te bieden. 

4.3.6 Werking van het platform: autonomie van platformwerkers (15 tot 75 jaar) bij het kiezen van opdrachten/klanten, het vaststellen van de prijs en de werktijden, 2022
Geen autonomie (%)Enige autonomie (%)Volledige autonomie (%)Vraag niet beantwoord (%)
Werktijden625626
Prijs30164113
Klanten/opdrachten25233914

3) Aan de platformen is gevraagd hoeveel afnemers (van werk) ze hebben. Wanneer dezelfde persoon via verschillende platformen aan het werk is kan deze bij elk van deze platformen worden meegeteld.

5. Coronasteun voor online platformen

In de periode 2020-2022 heeft de Rijksoverheid steunpakketten opgesteld ter ondersteuning van bedrijven die door de corona-uitbraak financiële schade opliepen, zoals bedrijven die verplicht hun activiteiten tijdelijk moesten staken of door de coronamaatregelen (veel) minder omzet hadden. Het gaat dan onder andere om regelingen voor het kunnen doorbetalen van medewerkers (loonsteun), regelingen om vaste lasten te kunnen blijven betalen, en de mogelijkheid om het betalen van belasting uit te stellen. Dit hoofdstuk gaat in op hoeveel online platformen gebruik hebben gemaakt van de verschillende steunpakketten en hoeveel geld hier mee gemoeid was.

40 procent platformbedrijven gebruikte coronasteun

In de periode 2020-2022 maakte 40 procent van de bedrijven achter online platformen op enig moment gebruik van één of meer coronasteunregelingen. De regelingen voor belastinguitstel (30 procent), loonsteun (20 procent), en steun voor vaste lasten (15 procent) werden relatief vaak gebruikt. Krediet- of overige regelingen werden het minst vaak (2 procent) gebruikt.

5.1 Deelname aan coronasteunregelingen
Deelname% van bedrijven achter platformen (% van bedrijven achter platformen)
Ten minste één regeling40,3
Loonkosten20,4
Vaste lasten15,3
Belastinguitstel30,1
Krediet/overig2,1

Bedrijven met meer werkzame personen namen vaker deel aan een regeling dan bedrijven met minder werkzame personen. Van de bedrijven met meer dan 5 werkzame personen nam 53 tot 65 procent deel aan een coronasteunregeling.

Onder bedrijven met 0 tot 1 werkzame persoon nam slechts 34 procent deel aan een regeling. Hier speelt mogelijk mee dat deze bedrijven geen, of minder, loonkosten hebben en dus ook niet kunnen deelnemen aan regelingen voor loonsteun.

Loonkostensteun en belastinguitstel werden het vaakst gebruikt bij grotere bedrijven met een platform. Kredietregelingen kwamen vaker voor bij bedrijven met 5 tot 20 werkzame personen. Steun voor vaste lasten kwam vaker voor bij kleinere bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen en middelgrote bedrijven tot 50 werkzame personen. Dit geldt overigens niet alleen voor de bedrijven met een online platform; ook in veel andere sectoren benutten vooral kleine en middelgrote bedrijven de vaste lastenregelingen (zie hier). 

5.2 Deelname aan coronasteunregelingen naar aantal werkzame personen
Werkzame personen0-1 (% van bedrijven achter platformen) 1-2 (% van bedrijven achter platformen) 2-5 (% van bedrijven achter platformen) 5-10 (% van bedrijven achter platformen) 10-20 (% van bedrijven achter platformen) 20-50 (% van bedrijven achter platformen)meer dan 50 (% van bedrijven achter platformen)
Ten minste één regeling33,741,65657,164,961,353
Loonkosten5,815,838,644,946,449,538,8
Vaste lasten10,816,825,327,624,727,912,7
Belastinguitstel28,131,734,941,845,443,241
Krediet/overig0,822,47,16,25,42,2

Bedrag loonsteun veruit grootst

De bedrijven achter online platformen ontvingen in totaal 284 miljoen euro aan loonsteun. Loonsteun is daarmee de grootste steunregeling voor de online platformen, zie figuur 5.4. Verder ontvingen zij 39 miljoen euro aan steun voor vaste lasten, en nog 9 miljoen euro aan overige steun (onder andere kredieten). Daarnaast hadden deze bedrijven in juni 2022 nog 82 miljoen euro aan uitgestelde belastingen staan. 

Het grootste deel van het bedrag aan loonsteun ging naar bedrijven met meer dan 500 werkzame personen. Een deel van de ontvangen loonsteun moet misschien nog worden terugbetaald als definitief is vastgesteld hoeveel omzet het bedrijf is misgelopen.

In de monitor online platformen 2021 is ook over coronasteun voor online platformen gepubliceerd. De bedragen in deze monitor waren lager dan de bedragen die in deze paragraaf worden genoemd. Enerzijds komt dat doordat er nu extra steunregelingen zijn, zoals NOW6, anderzijds doordat de populatie online platformen die in beeld is groter is dan in het voorgaande jaar.

5.3 Bedrag aan coronasteunregelingen bij online platformen
typemln euro (mln euro)
Loonsteun283,5
Steun voor vaste lasten38,9
Overige steun9,4
Belastinguitstel81,5

Ruim 1 procent van loonsteun naar bedrijven met platform

Van het totale bedrag aan loonsteun voor bedrijven ging 1,2 procent naar bedrijven achter online platformen. Bij de andere steunmaatregelen was het aandeel van de platformen kleiner.

De platformbedrijven behoren niet tot de groepen die de grootste bedragen aan steun ontvingen. De bedrijfstak Horeca ontving bijvoorbeeld 7 miljard euro aan loonsteun en steun voor vaste lasten. De bedrijfstak Handel ontving bijna 5 miljard euro.

Het bedrag van 284 miljoen euro dat de platformbedrijven ontvingen, is vergelijkbaar met het bedrag dat bijvoorbeeld de bedrijfstak Financiële dienstverlening kreeg. Meer over het gebruik van Coronasteunregelingen door andere sectoren is hier te vinden.

5.4 Aandeel platformen in totale coronasteun
 % van totale bedrag van coronasteunregeling (% van totale bedrag van coronasteunregeling)
Loonsteun1,219
Steun voor vaste lasten0,372
Overige steun0,493
Belastinguitstel0,418

5.5 Loonsteun, naar opeenvolgende regelingen
 mln euro (mln euro)
NOW 1141,4
NOW 258,8
NOW 3.124,1
NOW 3.220,1
NOW 3.314,4
NOW 48,1
NOW 56,4
NOW 610,2

Tijdens de NOW1-regeling ontvingen de platformbedrijven het grootste bedrag aan loonsteun (141 miljoen euro), zie figuur 3.6. Bij de regelingen NOW2 tot en met NOW6 lag dit bedrag veel lager, onder de 60 miljoen euro.

Voor een juiste interpretatie van de figuur is het van belang op te merken dat niet elk steunpakket even lang duurde of dezelfde voorwaarden kende. Zie dit overzicht voor een uitgebreide beschrijving van de verschillende steunpakketten.

Toelichting op methode

Voor de analyses in dit hoofdstuk zijn de coronasteunregelingen in vier groepen ingedeeld: loonsteun, vaste lasten, belastinguitstel en krediet/overig. In onderstaande tabel worden de verschillende regelingen genoemd die zijn meegenomen in het onderzoek, en wordt aangegeven in welke groep iedere regeling is ingedeeld. Een uitgebreide toelichting op de verschillende soorten coronasteunregelingen is hier te vinden. Hier zijn ook de looptijden van de diverse regelingen te vinden.

5.6 Overzicht Coronasteunregelingen die zijn meegenomen in het onderzoek
IndelingRegelingenAanvraagperiodes / tranches
LoonkostenTijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud
van werkgelegenheid (NOW-regeling)
NOW 1
NOW 2
NOW 3.1
NOW 3.2
NOW 3.3
NOW 4
NOW 5
NOW 6
Vaste lastenTegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren
COVID-19 (TOGS)
Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)TVL 1
TVL Q4 2020
TVL Q1 2021
TVL Q2 2021
TVL Q3 2021
TVL Q4 2021
TVL Q1 2022
Vaste Lasten Evenementenbranche (VLE)VLE Q4 2020
VLE Q1 2021
BelastinguitstelUitstel belastingbetaling
Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig
ondernemers (Tozo)
Tozo 1.0
Tozo 2.0
Tozo 3.0
Tozo 4.0
Tozo 5.0
Krediet/overigVerruimde borgstelling voor MKB-kredieten (BMKB-C)
Klein Krediet Corona (KKC)
Verruimde Garantie Ondernemingsfinanciering (GO-C)
Tegemoetkoming Verruiming Borgstellingskrediet voor
de Landbouw (BL-C)
Corona-overbruggingsLening (COL)
Qredits - uitstel van aflossing
Qredits - overbruggingskrediet
Subsidieregeling Evenementen (TRSEC)
Tegemoetkoming fritesaardappeltelers
Tegemoetkoming sierteeltsector

Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van coronasteunregelingen door bedrijven achter online platformen. Een deel van de bedrijven achter de online platformen heeft ook niet-platformgerelateerde activiteiten. Het gebruik van de coronasteunmaatregelen heeft betrekking op het hele bedrijf, niet alleen op het platformdeel.

In de analyse is gekeken naar het gebruik van coronasteunregelingen door de platformen die in het huidige onderzoek (2022) of in eerdere onderzoeken (2019, 2020 en 2021) zijn geïdentificeerd (n=1638). In sommige deelanalyses kon niet deze volledige populatie gebruikt worden. Als dit het geval is wordt de grootte van het analyse-sample bij de betreffende figuur aangegeven. In het onderzoek zijn de gegevens uit het coronasteunbestand van juni 2022 gebruikt. Dit betekent dat de analyses de stand van zaken op dat moment weergeven. Gegevens over 2023 waren nog niet beschikbaar ten tijde van het onderzoek.

De bedragen aan Belastinguitstel die in deze publicatie worden genoemd, zijn de nog openstaande bedragen in juni 2022. Het bedrag aan uitgestelde belasting dat vóór juni 2022 al werd terugbetaald is dus niet meegenomen.

De loonsteun is een voorschot op basis van de verwachte daling van de omzet. Als de daadwerkelijke omzet minder hard blijkt gedaald, moet het teveel aan ontvangen loonsteun terugbetaald worden. De in dit onderzoek gepresenteerde cijfers hebben betrekking op de voorschotten, en niet op het uiteindelijk vastgestelde bedrag. Dit kan leiden tot afwijkingen ten opzichte van elders gepresenteerde cijfers.

6. Verkoop door bedrijven via online platformen

Dit hoofdstuk gaat in op Nederlandse bedrijven die goederen of diensten verkopen via een online platform. Het gaat hier specifiek over platformen die aan verkoopbemiddeling doen, en niet over de bredere groep online platformen die in eerdere hoofdstukken is besproken.

Groter aandeel bedrijven verkoopt via online platform in 2021

In 2021 verkocht 9,6 procent van de bedrijven (mede)4) via een online platform. Ten opzichte van het voorgaande jaar 2020 is dit een toename van 1,6 procent. Ook het aandeel bedrijven dat uitsluitend via online platformen (dus niet via een eigen website of app) verkocht is toegenomen: van 1,7 procent in 2020 naar 2,2 procent in 2021. 

Het aandeel bedrijven dat producten via een eigen website of app verkoopt is gestegen van 19,4 procent in 2020 naar 20,5 procent in 2021. Deze toename is minder fors dan in 2020, maar het aandeel bedrijven dat verkoopt via een eigen website of app blijft ruim twee keer zo groot als het aandeel bedrijven dat verkoopt via een online platform.

6.1 Percentage Nederlandse bedrijven dat verkoopt via een eigen website of online platform
jaar(Mede) via eigen website of app(Mede) via online platformUitsluitend via online platform
201612,64,61,3
201716,36,91,9
2018177,91,7
201916,67,81,9
202019,481,7
202120,59,62,2

Omzet uit online platformverkoop voor het eerst meer dan 1 procent

Ook het deel van de omzet dat door bedrijven uit de verkoop via online platformen werd behaald is in 2021 toegenomen ten opzichte van een jaar eerder (van 0,9 procent naar 1,2 procent). Het omzetdeel uit verkoop via een eigen website (of app) bleef in 2021 vrijwel onveranderd ten opzichte van het vorige jaar (8,8 procent versus 8,7 procent).

6.2 Omzetdeel behaald uit verkoop via eigen website of online platform onder Nederlandse bedrijven
jaarVia eigen website of appVia online platform
20164,60,5
20175,20,6
20186,50,9
20198,10,8
20208,70,9
20218,81,2

Handel en horeca verkochten vaakst via online platform

Bedrijven in de horeca en in de groot- en detailhandel verkochten vaker dan bedrijven in andere bedrijfstakken via online platformen. In 2021 verkocht 21,5 procent van de horecabedrijven via een online platform, tegen 15,5 procent in de handel.

Bij de horeca leidde de verkoop via online platformen tot een aanzienlijk deel van de omzet in de gehele branche (8,0 procent). Voor de handel was het omzetdeel uit platformverkopen kleiner, namelijk 1,9 procent. 

6.3 Nederlandse bedrijven die verkopen via een online platform, naar SBI-groep, 2021
Deel bedrijven met verkopen via online platform (%)Omzetdeel bedrijven uit verkopen via online platform (%)
CIndustrie5,71,0
D-EEnergievoorziening en afvalbeheer2,20,5
FBouwnijverheid4,90,1
GHandel15,51,9
HVervoer en opslag5,00,9
IHoreca21,58,0
JInformatie en communicatie8,71,6
KFinanciële dienstverlening beperkt2,60,2
LVerhuur van en handel van onroerend goed3,90,1
MSpecialistische zakelijke diensten3,60,3
NVerhuur en overige zakelijke diensten5,10,7
QGezondheids- en welzijnszorg3,30,2
* Er is een bepaalde mate van onzekerheid rond de resultaten, waardoor vergelijken met voorgaande jaren niet altijd goed mogelijk is.

De bedrijfstak handel is goed voor meer dan de helft van de omzet uit verkopen via online platformen. De bedrijfstakken industrie en horeca komen met 15,4 procent en 11,6 procent op de tweede en derde plaats. Vanwege het grote belang van online platformen voor de handel en horeca worden deze twee bedrijfstakken in het vervolg van de tekst in groter detail uitgelicht.

6.4 Verdeling naar SBI-groep van het aantal Nederlandse bedrijven en hun omzet, 2021
Verdeling bedrijven (%)Verdeling bedrijven met verkoop via online platform (%)Verdeling omzet bedrijven (%)Verdeling omzet bedrijven uit verkopen via online platform (%)
Totaal100100100100
CIndustrie7,44,418,215,4
D-EEnergievoorziening en afvalbeheer0,30,12,20,9
FBouwnijverheid9,85,08,20,8
GHandel28,946,333,554,3
HVervoer en opslag4,72,46,34,5
IHoreca10,8241,711,6
JInformatie en communicatie5,44,83,95,4
KFinanciële dienstverlening beperkt0,70,24,60,8
LVerhuur van en handel van onroerend goed2,51,01,90,1
MSpecialistische zakelijke diensten14,25,45,51,6
NVerhuur en overige zakelijke diensten6,53,54,82,9
QGezondheids- en welzijnszorg8,93,09,11,9
* Er is een bepaalde mate van onzekerheid rond de resultaten, waardoor vergelijken met voorgaande jaren niet altijd goed mogelijk is.

Bijna eén op de zes handelsbedrijven verkoopt via online platform

Tussen 2016 en 2021 is in de bedrijfstak handel het aandeel bedrijven dat producten verkoopt via een online platform ruim verdubbeld. Van deze bedrijven was in 2021 het grootste deel (bijna 70 procent) actief in de detailhandel. Van alle bedrijven in de detailhandel verkocht in 2021 19,7 procent producten via een online platform. Net als voor de gehele bedrijfstak handel nam het gebruik van online platformen door detailhandelaars toe tussen 2016 en 2021.

6.5 Percentage Nederlandse bedrijven in de bedrijfstak Handel dat verkoopt via een online platform
jaarHandelDetailhandel
20166,79
201710,411,8
20181215,5
201911,916,3
202012,615,2
202115,519,7

Ook het omzetdeel dat uit verkoop via een online platform werd behaald nam toe in de bedrijfstak handel, namelijk van 0,4 procent in 2016 tot 1,9 procent in 2021. In absolute zin was het aandeel met 1,9 procent of minder voor de gehele periode beperkt. Ter vergelijking, het omzetdeel behaald uit verkoop via de eigen website (of app) in dezelfde bedrijfstak was 17,4 procent in 2021. 

6.6 Omzetdeel behaald uit verkoop via een online platform onder Nederlandse bedrijven in de bedrijfstak Handel
jaarHandel
20160,4
20170,6
20181
20190,9
20201,5
20211,9

Omzetdeel uit platformverkopen bij horecabedrijven in zes jaar ruim verdubbeld 

In 2021 maakte 21,5 procent van de bedrijven in de horeca gebruik van een online platform voor de verkoop van producten. Dat is een ruime verdubbeling ten opzichte van 2016 (9,4 procent). In 2021 waren 86 procent van alle horecabedrijven die producten verkochten via een online platform eet- en drinkgelegenheden. Deze eet- en drinkgelegenheden maken met 18,5 procent wel weer iets minder vaak gebruik van een platform dan bedrijven in de gehele horeca sector (21,5 procent, inclusief bedrijven in de logiesverstrekking).

6.7 Percentage Nederlandse bedrijven in de bedrijfstak Horeca dat verkoopt via een online platform
jaarHorecaEet- en drinkgelegenheden
20169,45,9
201715,411,8
201816,414,4
201916,213,7
202020,818
202121,518,5

Het omzetdeel dat horecabedrijven behalen uit de verkoop via een online platform is tussen 2016 en 2021 elk jaar zonder uitzondering toegenomen. Over deze periode nam het omzetdeel behaald uit de verkoop via een online platform toe van 3,6 procent in 2016 tot 8 procent in 2021. Dit komt neer op een gemiddelde toename van 0,9 procent per jaar. 

6.8 Omzetdeel behaald uit verkoop via een online platform onder Nederlandse bedrijven in de bedrijfstak Horeca
jaarHoreca
20163,6
20174,5
20184,9
20196,1
20206,9
20218

Veel bedrijven verkopen via één platform 

In 2021 gebruikte 43,8 procent van de bedrijven die verkochten via online platformen hiervoor slechts één platform. Ten opzichte van twee jaar eerder is dit aandeel iets lager (43,8 versus 49,5 procent).

6.9 Nederlandse bedrijven die verkopen via online platformen naar het aantal gebruikte platformen
jaarVerkoop via één platform (%)Verkoop via twee platformen (%)Verkoop via drie of meer platformen (%)
201949,524,126,4
202042,432,325,3
202143,830,625,6

Van de bedrijven die in 2021 verkochten via een online platform behaalde een meerderheid (70,5 procent) meer dan drie kwart van de omzet via hetzelfde platform. Voor de bedrijfstak vervoer en opslag en voor de horeca is dit aandeel lager dan voor andere bedrijfstakken (50,3 procent en 57,7 procent). In deze bedrijfstakken worden de verkopen dus meer gespreid over platformen.

6.10 Nederlandse bedrijven met meer dan driekwart van de platformomzet uit verkoop via één platform, totaal en naar SBI-groep, 2021
Bedrijven met meer dan driekwart van de platformomzet uit verkoop via één platform (%)
Totaal70,5
CIndustrie73,0
GHandel74,4
HVervoer en opslag50,3
IHoreca57,7
JInformatie en communicatie73,7
MSpecialistische zakelijke diensten78,3
NVerhuur en overige zakelijke diensten72,3

Toelichting op methode

De gegevens die gebruikt zijn voor de analyse in dit hoofdstuk zijn afkomstig uit de enquête ICT-gebruik bij bedrijven van het CBS (zie bijvoorbeeld deze Statline tabel). Deze enquête beschrijft het ICT-gebruik bij bedrijven met ten minste 2 werkzame personen, in de SBI-bedrijfstakken C t/m N en Q. In deze enquête is aan bedrijven gevraagd of zij (1) producten verkopen via een eigen website of app, en (2) of zij producten verkopen via de website of app van een ander bedrijf. In het tweede geval is dit beschouwd als verkoop via een online platform. De verkopen via een online platform in dit hoofdstuk zijn dus geoperationaliseerd als verkopen via een website of app van een ander bedrijf.

Deze gegevens zijn beschikbaar tot en met 2021. Dit betekent dat deze zicht geven op de ontwikkelingen ten tijde van de Coronajaren 2020 en 2021. Omdat de cijfers gebaseerd zijn op steekproefonderzoek zit er enige onzekerheid rond de gepresenteerde cijfers. Cijfers over trends zijn in dit deel daarom alleen gepresenteerd voor relatief grote groepen. Sommige cijfers die in dit deel worden gepresenteerd voor 2021 zijn in de monitor online platformen gepresenteerd voor het jaar 2020. Bij het naast elkaar leggen van de cijfers in deze monitor (2022) en de voorgaande monitor, om trends in kaart te brengen, moet terughoudendheid betracht worden, zeker als het gaat om kleinere groepen.

4) Het gaat hier om bedrijven die verkopen via een online platform, al dan niet in combinatie met verkoop via een eigen website of app.

7. Transparantie en kwaliteit

Bij het gebruik van online platformen kunnen zaken als privacy, veiligheid en transparantie een rol spelen. Hoe gaat het platform om met de gegevens van de gebruiker? Wie houdt in de gaten of de producten veilig zijn? Hoe open is het platform over de algoritmes die het gebruikt om aan de gebruiker een bepaald product te suggereren? Dit hoofdstuk gaat in op dergelijke vragen rond transparantie en kwaliteit5).

Merendeel platformen vermeldt verzameling gebruikersgegevens op website

Een online platform kan gegevens verzamelen over de gebruikers van het platform. Het verzamelen van gebruikersgegevens kan technisch noodzakelijk zijn voor het functioneren van platform, bijvoorbeeld om na een succesvolle matching de aanbieder en afnemer met elkaar in contact te brengen. In sommige gevallen worden gebruikersgegevens verzameld en gebruikt om profielen van gebruikers aan te leggen om zo het aanbod te personaliseren voor groepen gebruikers.

In 2022 werden gebruikersgegevens verzameld door 68 procent van de online platformen (hoofdstuk 2). In de enquête 2022 werd gevraagd of op de website van het platform terug te vinden is welke gebruikersgegevens worden verzameld. 82 procent van de platformen geeft aan dat dit inderdaad staat vermeld. Bij nog eens 12 procent van de platformen staat dit gedeeltelijk vermeld. Bijna 7 procent vermeldt echter niet welke gegevens verzameld worden.

7.1 Vermelding verzameling gebruikersgegevens op website online platform, 2022
 Platformen (%)
Ja81,5
Gedeeltelijk11,8
Nee6,7

Beslisregels algoritmen niet altijd terug te vinden op website online platformen

Van de online platformen in Nederland gebruikte 31 procent algoritmen6) in 2022 (zie hoofdstuk 2). 

Algoritmen kunnen door online platformen voor verschillende doeleinden worden ingezet. Eén doel is bijvoorbeeld de koppeling van gebruikers van het platform (de matching). Algoritmen kunnen deze matching automatisch verrichten. Volgens de enquête 2022 werden de algoritmen door 68 procent van de platformen ingezet voor een dergelijke koppeling van gebruikers. 

Het is voor de gebruikers van het platform niet altijd duidelijk hoe dit in zijn werk gaat, en op basis van welke criteria de matching tot stand komt. 45 procent van de platformen geeft aan dat op de website is te vinden uit welke beslisregels het algoritme bestaat. Bij 55 procent van de platformen wordt dit echter niet vermeld.

Een ander doel waarvoor online platformen algoritmen in kunnen zetten is het richten van advertenties op bepaalde doelgroepen van het platform. Een kwart (26 procent) van de platformen geeft aan de algoritmen voor dit doel te gebruiken. Bij 41 procent van de platformen is op de website duidelijk vermeld welke beslisregels worden gebruikt om advertenties te tonen aan een bepaalde gebruiker.

7.2 Vermelding beslisregels algoritmen op website online platformen, 2022
 Platformen (%) (% van platformen)
Regels voor koppelen gebruikers vermeld45,2
Regels voor gericht adverteren vermeld40,8

Echtheid van reviews op platformen op verschillende manieren gecontroleerd

Op online platformen zijn vaak reviews of ratings te vinden van producten of aanbieders. 87 procent van de platformen controleert de echtheid van deze reviews.

39 procent van de platformen controleert dit zelf, een kleiner deel (11 procent) laat de reviews door een externe partij controleren. Bij 37 procent van de platformen kunnen gebruikers alleen een review of rating plaatsen na uitnodiging door het platform, bijvoorbeeld na aankoop van een product.

7.3 Controle op echtheid reviews door online platformen, 2022
 Platformen (%)
Controle door platform39,4
Controle door externe partij11,1
Reviews alleen mogelijk na uitnodiging platform36,8
Geen controle12,7

Meerderheid platformen vermeldt betaling voor hogere positie in zoekresultaat

Bij online platformen krijgt een gebruiker vaak ‘zoekresultaten’ te zien, met verschillende aanbieders waaruit gekozen kan worden, of verschillende producten. Bij 16 procent van de platformen die werken met zoekresultaten, is het voor aanbieders op het platform mogelijk om tegen betaling hoger in de aan afnemers getoonde zoekresultaten te komen. Bij de overige 84 procent is dat niet mogelijk.

Wanneer aanbieders betaald hebben om hoger in de zoekresultaten te komen, is dit in veel gevallen wel zichtbaar voor de gebruiker. In 72 procent van de gevallen wordt dit aan de gebruikers getoond.

7.4 Vermelding betaling voor hogere positie in zoekresultaten op website online platformen, 2022
 Platformen (%)
Wel vermeld72
Niet vermeld28

Klachtenafhandeling meestal via platform zelf

Een derde van de online platformen richt zich op de bemiddeling van goederen (zie hoofdstuk 2). Anders dan bij een reguliere (web)winkel is niet altijd meteen duidelijk wie verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de producten, of bij welke partij men moet zijn in geval van problemen of klachten. 

Bij twee derde van de platformen die bemiddelen in goederen kan men zich bij klachten over de bemiddelde producten wenden tot het online platform zelf. Bij 45 procent van de platformen kan men met klachten ook terecht bij de aanbieders van de producten. 7 procent van de platformen gebruikt hiervoor een externe partij (anders dan het platform of de aanbieders).

7.5 Aanspreekpunt klachten bij bemiddeling in goederen door online platformen, 2022
 Platformen (%) (% van platformen)
Online platform65,5
Aanbieder op platform44,5
Externe partij7,2
 

Controle kwaliteit goederen meestal door aanbieders op platformen 

De controle op de bemiddelde producten is bij 41 procent van de platformen in handen van de aanbieders van de producten. Bij 13 procent van de platformen moeten de producten een bepaald keurmerk hebben om verkocht te mogen worden via het platform. Bij 12 procent van de platformen worden de producten steekproefsgewijs gecontroleerd door het platform zelf. Meer dan een kwart (27 procent) van de platformen controleert de bemiddelde producten in het geheel niet.

7.6 Kwaliteitscontrole van goederen bemiddeld door online platformen, 2022
 Platformen (%)
Door aanbieder goederen41,1
Op basis van keurmerk12,5
Steekproefsgewijs11,6
Op een andere manier7,8
Geen controle27

5) De resultaten in dit hoofdstuk komen voort uit vragenlijstonderzoek dat is uitgevoerd in 2022. In dit jaar waren de betreffende vragen voor het eerst opgenomen in de vragenlijst. In andere hoofdstukken zijn vaak resultaten voor meerdere jaren in combinatie geanalyseerd om zo het analysesample te vergroten, maar dit was voor dit hoofdstuk niet mogelijk.
6) Een algoritme is een set (beslis)regels (meestal in de vorm van een computerscript) die wordt gebruikt om processen (dataverwerking) automatisch te laten verlopen.

8. Samenstelling onderzoekspopulatie

Een groot deel van de gegevens in deze rapportage komen uit een door het CBS gehouden enquête onder online platformen. Dit hoofdstuk beschrijft de samenstelling van de onderzoekspopulatie.

Er bestaat geen compleet register van alle online platformen in Nederland. Iedereen kan een website starten, zonder zich ergens officieel te registreren als platform. Om te bepalen welke online platformen er zijn in Nederland, heeft het CBS daarom gebruikgemaakt van webscraping, modellering en machine learning.

Er is gestart met een lijst van reeds bij het CBS bekende online platformen. Deze platformen waren bijvoorbeeld bekend uit de vorige enquête platformsamenleving. Uit deze vorige enquête was ook bekend welke deelnemers uiteindelijk geen platform bleken te zijn. Deze lijst is gebruikt als ‘trainings-dataset’ voor een model. Met behulp van machine learning leerde dit model onderscheid te maken tussen websites die een online platform zijn en websites die dat niet zijn, voornamelijk door te kijken naar woorden en tekstgedeeltes op de website.

Vervolgens zijn de websites op een zeer omvangrijke lijst met websites in Nederland, samengesteld door het bedrijf Dataprovider, door een webscraper bezocht. Webscraping is het automatisch door een computerscript laten bekijken van grote hoeveelheden publiek toegankelijke websites, en het registreren van enkele kenmerken van deze websites. De teksten op de website zijn vervolgens in het model ingevoerd. Output van het model was een score die de kans weergeeft dat een bepaalde website een online platform is.

Websites die, volgens het model, een kans van minstens 80 procent hadden om online platform te zijn, zijn geselecteerd als ‘potentieel platform’. Hieraan is nog een aantal websites toegevoegd, die bekend waren uit de vorige enquête platformsamenleving. Ook zijn websites waarvan reeds bekend was (bijvoorbeeld uit een eerdere enquête) dat het geen online platform betreft, uit de lijst verwijderd.

Deze lijst is gekoppeld aan het bedrijvenregister van het CBS op basis van adresinformatie en informatie over Kamer van Koophandel-inschrijving uit de dataset van Dataprovider. Daardoor zijn van de websites ook de contactgegevens en kenmerken van het achterliggende bedrijf bekend. Een deel van de websites kon niet eenduidig aan een bedrijf gekoppeld worden. Naar de wel gekoppelde bedrijven heeft het CBS de enquête uitgestuurd.

Om de lastendruk voor bedrijven laag te houden, hebben bedrijven die meerdere platformen bezitten maar voor één van hun platformen een enquête gekregen. Voor meer informatie over de methodologische effecten hiervan, zie hoofdstuk 9.1 in de monitor online platformen 2020.

Bedrijven die een ‘adult website’ runnen zijn buiten de populatie gehouden. Aan hen is geen enquête gestuurd.

Uiteindelijk zijn er ongeveer 4 650 bedrijven benaderd om de enquête in te vullen. Zo’n 2 900 bedrijven vulden de enquête in.

Op de enquête wordt in eerste instantie geverifieerd of het bedrijf daadwerkelijk de eigenaar van de website is. Vervolgens wordt de vraag gesteld:

 “Bemiddelt of ondersteunt uw website of app de uitwisseling van goederen, diensten of informatie tussen personen, bedrijven of organisaties? (Het kan hier gaan om bemiddeling of ondersteuning bij verkoop van goederen, het bij elkaar brengen van bewoners, patiënten en familie, crowdfunding, dating, nieuwe vriendschappen, het verhuren van accommodaties, het lenen van spullen etc.)”

Als deze vraag met “ja” wordt beantwoord, wordt gevraagd of het bedrijf de enige aanbieder van goederen, diensten of informatie op de website of app is. Als het antwoord op deze tweede vraag ‘Nee’ is, en er dus meerdere aanbieders op de website zijn, beschouwt het CBS het als online platform in het kader van dit onderzoek. Op deze wijze konden via deze enquête 1 114 websites daadwerkelijk geclassificeerd worden als online platform.

De resultaten in hoofdstuk 7 zijn gebaseerd op deze 1 114 online platformen die de enquête in 2022 invulden. In de hoofdstukken over demografie, de ontwikkeling van omzet en werkzame personen, coronasteunmaatregelen worden ook resultaten gepresenteerd over de volledige groep van alle bij het CBS bekende online platformen (meer dan 1 600).

Trends op basis van enquêtedata

De CBS-enquête onder online platformen is een aantal opeenvolgende jaren uitgevoerd. Een directe vergelijking van cijfers in de uitkomsten van de verschillende verslagjaren is echter niet altijd mogelijk. Dit heeft een aantal redenen.

Bij het samenstellen van de groep platformen die een enquête ontvangen is gekozen voor een hybride vorm, waarbij deels nieuwe platformen en deels reeds bekende platformen zijn geselecteerd. Het includeren van nieuwe platformen is van belang om zicht te houden op ontwikkelingen in de populatie platformen; ieder jaar worden nieuwe platformen opgericht en verdwijnen andere. Het includeren van reeds bekende platformen werd van belang geacht voor het in kaart brengen van jaar-op-jaar ontwikkelingen. Er is echter gebleken dat van de reeds bekende platformen een deel niet respondeerde, waardoor het deel platformen dat zowel dit jaar als vorig jaar respondeerde te klein was om een valide vergelijking met vorig jaar te maken.