Auteur: Math Akkermans, Elianne Derksen, Mathilde Kennis, Rianne Kloosterman, Elke Moons
Veiligheidsmonitor 2023

Onderzoeksverantwoording

In deze onderzoeksverantwoording wordt de opzet en uitvoering van de Veiligheidsmonitor 2023 op beknopte wijze beschreven. Achtereenvolgens komen aan de orde:

  • Veldwerk
  • Respons
  • Vragenlijst
  • Trends
  • Weging
  • Betrouwbaarheidsmarges
  • Veiligheidsmonitor en corona.

Voor geïnteresseerden zijn separate notities over het veldwerk, het steekproefontwerp en de weging van de Veiligheidsmonitor 2023 op aanvraag beschikbaar.

Veldwerk

Het onderzoeksontwerp van de Veiligheidsmonitor heeft als uitgangspunt dat minimaal 65 duizend personen aan het onderzoek meedoen. Dit aantal is vereist om ook op laagregionaal niveau betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Het streven is om voor elk politiedistrict minimaal 750 responsen te behalen en voor elk basisteam van politie en voor elke 70-duizend-plus-gemeente telkens minimaal 300 responsen. Het veldwerk voor dit ‘vaste’ deel gebeurt gezamenlijk door het CBS en onderzoeksbureau I&O Research.

Daarnaast kunnen lokale partijen zoals gemeenten, samenwerkingsverbanden van gemeenten, of politie-eenheden de steekproef voor hun eigen gebied laten ophogen (dit heet ‘lokale oversampling’) om op nog lager regionaal niveau (denk bijvoorbeeld aan wijken of buurten) betrouwbare onderzoeksresultaten te verkrijgen. Deze lokale oversampling gebeurt door I&O Research.

Het veldwerk van zowel het CBS als I&O Research startte in 2023 vanaf 9 augustus en eindigde op 31 oktober. Bij de uitvoering ervan is uitsluitend gebruik gemaakt van internetwaarneming. De steekproefpersonen ontvingen bij aanvang van de veldwerkperiode een aanschrijfbrief met daarin het verzoek om via internet deel te nemen aan het onderzoek, en de bijbehorende inloggegevens. Drie weken na de aanschrijfbrief is aan steekproefpersonen een eerste rappelbrief verstuurd met daarin opnieuw het verzoek om via internet deel te nemen aan het onderzoek. Deze brief is alleen verstuurd aan steekproefpersonen waarvan geen respons is ontvangen. Drie weken daarna is een tweede rappelbrief verstuurd aan de steekproefpersonen die op dat moment de internetvragenlijst nog niet hadden ingevuld. Om de respons te verhogen is er volgens CBS-beleid gebruik gemaakt van een incentive (kans om bij deelname een IPad of cadeaubonnen te winnen). De steekproef is uitgezet in drie porties. Dit in verband met risicospreiding, bijvoorbeeld door problemen met de postbezorging en/of servers die niet goed werken.

Respons

In 2023 werden 551 duizend personen voor deelname aan de Veiligheidsmonitor benaderd. In totaal hebben ruim 180 duizend personen meegedaan, waarvan bijna 76 duizend in het vaste deel en 106 duizend in de lokale oversampling. Het landelijke responspercentage bedroeg 33,1 procent. De responspercentages lopen uiteen van 27,0 procent in de regionale eenheid Amsterdam tot 37,3 procent in Oost-Brabant.

Uitzet en respons Veiligheidsmonitor 2023 – Nederland totaal en naar regionale eenheid
UitzetRespons%
Regionale eenheid
Noord-Nederland302241069635,4
Oost-Nederland594382200537,0
Midden-Nederland823002553931,0
Noord-Holland633962101233,1
Amsterdam25635691627,0
Den Haag1062653379031,8
Rotterdam659922062831,3
Zeeland - West-Brabant386771382335,7
Oost-Brabant273541019137,3
Limburg519331761833,9
Nederland totaal55121418221833,1

Van alle 43 politiedistricten is de target van 750 responsen gehaald. Ook alle 166 basisteams van de politie en alle 55 70-duizend-plus-gemeenten hebben de target van 300 responsen gehaald.

Vragenlijst

Voor de Veiligheidsmonitor is een gestandaardiseerde vragenlijst ontwikkeld. De vragenlijst is modulair opgebouwd en bevat de volgende vraagblokken:

  1. Leefbaarheid woonbuurt
  2. Beleving overlast in de buurt
  3. Veiligheidsbeleving
  4. Slachtofferschap van criminaliteit (zowel traditioneel als online) en aangiftegedrag
  5. Tevredenheid laatste politiecontact
  6. Oordeel functioneren politie in de buurt
  7. Oordeel functioneren politie algemeen
  8. Oordeel functioneren gemeente
  9. Procedurele rechtvaardigheid
  10. Preventie
  11. Respectloos gedrag
  12. Achtergrondkenmerken.

Voor deelnemers aan de Veiligheidsmonitor die gebruik maken van lokale oversampling is aan het eind van de vragenlijst enige vrije ruimte beschikbaar voor eigen vragen passend binnen de thematiek van de Veiligheidsmonitor.

Aanpassingen in vragenlijst 2023
De vragenlijst van de Veiligheidsmonitor 2023 is niet of nauwelijks veranderd ten opzichte van die van 2021, waardoor de cijfers van 2023 goed vergelijkbaar zijn met die van twee jaar eerder.
Op verzoek van en in overleg met de opdrachtgevers en partners van de Veiligheidsmonitor zijn er wel wat vragen toegevoegd. Allereerst het vragenblok over procedurele rechtvaardigheid waarin gevraagd wordt naar de ervaringen van mensen met controles door de politie. Zijn mensen in de afgelopen 12 maanden gecontroleerd door de politie, is hen verteld om welke reden, zijn ze toen respectvol en correct behandeld, en hebben mensen het gevoel dat hun afkomst, huidskleur of uiterlijk voor de politie een reden was om hen te controleren?

Verder is het vragenblok over discriminatie uitgebreid. In 2021 is mensen gevraagd of zij zich in de afgelopen maanden gediscrimineerd hebben gevoeld, op grond waarvan, op welke wijze en of hiervan melding is gedaan. Hieraan is toegevoegd in welke situatie ze zich gediscrimineerd hebben gevoeld (op school, op werk, zoeken naar een woning, op straat, enz.), of ze zich gediscrimineerd hebben gevoeld door instanties (zoals de landelijke overheid, gemeente, politie, belastingdienst, UWV, enz.), of en welke gevolgen de discriminatie voor hen heeft gehad, en of ze er aangifte van hebben gedaan. Met deze nieuwe vragen kan een completer en meer gedetailleerd beeld gegeven worden van de ervaren discriminatie in Nederland.

Belangrijke laatste toevoegingen zijn de vragen naar geslachtsregistratie, genderidentiteit en intersekse. Verder is de vraag over seksuele oriëntatie verbeterd ten opzichte van 2021. Deze persoonskenmerken kunnen een rol spelen bij het risico om slachtoffer te worden van een delict, maar kunnen ook van invloed zijn op onveiligheidsgevoelens en het ervaren van respectloos gedrag en discriminatie. Door de grote omvang van de Veiligheidsmonitor is dit onderzoek uitermate geschikt om hier meer zicht op te krijgen.

Trends

De Veiligheidsmonitor wordt sinds 2005 jaarlijks en vanaf 2017 tweejaarlijks gehouden. Nadat in 2012 voor de laatste keer een revisie van het onderzoek had plaatsgevonden achtten de opdrachtgevers van de Veiligheidsmonitor (het ministerie van Justitie en Veiligheid en het CBS) en de partners (gemeenten, politie, WODC) het noodzakelijk om de opzet en inhoud van de Veiligheidsmonitor in 2021 opnieuw tegen het licht te houden. Het onderzoeksterrein is immers continu in beweging: nieuwe vormen van criminaliteit ontstaan en ontwikkelen zich steeds sneller (denk aan online criminaliteit) en in het verlengde daarvan verandert ook de behoefte aan informatie vanuit bestuur en beleid.

Concreet betekent dit dat de vragenlijst van de Veiligheidsmonitor in 2021 grondig is herzien. Nieuwe onderwerpen die breed in de maatschappelijke belangstelling staan zijn toegevoegd. Zo is er aandacht voor discriminatie en online seksueel intimiderend gedrag. Een verandering in de wijze waarop de gegevens worden verzameld is dat het onderzoek voor het eerst uitsluitend als internetenquête is uitgevoerd. Papieren vragenlijsten zijn niet meer gebruikt.

Onvermijdelijk gevolg van dit herontwerp is dat de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2021 niet meer 1-op-1 vergelijkbaar zijn met die van 2019 en eerdere edities. Om de continuïteit van de belangrijkste indicatoren op het gebied van veiligheid en criminaliteit zo goed mogelijk te waarborgen, is in 2021 de Veiligheidsmonitor met het oude design en de oude vragenlijst van 2019 (en eerder) parallel uitgevoerd aan de nieuwe, herontworpen Veiligheidsmonitor 2021.
Door de parallelle uitvoering van de twee ontwerpen is het mogelijk om de verschillen te kwantificeren, en daarmee correcties toe te passen op de oude VM-cijfers om ze naar het nieuwe VM-niveau te brengen. Op die manier zijn uitkomsten van de oude VM-edities vergelijkbaar gemaakt met die van de VM 2021 voor een aantal belangrijke indicatoren waardoor langere trends en ontwikkelingen in beeld kunnen worden gebracht. Voor de overige indicatoren geldt dat er een nieuwe reeks is gestart vanaf 2021. Voor deze indicatoren is uitsluitend een vergelijking tussen 2021 en 2023 mogelijk.

Weging

De weging van de VM 2023 is grotendeels vergelijkbaar met die van de vorige jaren en houdt rekening met geografische, demografische en sociaaleconomische kenmerken. De weging is aangepast aan de flexibele oversampling.

Betrouwbaarheidsmarges

Bij elk gegeven uit de VM is de betrouwbaarheidsmarge bepaald, waarbij rekening is gehouden met de steekproefomvang en het onderzoeksdesign. De marges zijn in de vorm van onder- en bovengrenzen bij de uitkomsten te vinden op StatLine (CBS databank). In de elektronische versie van deze publicatie is per thema een verwijzing (link) naar StatLine opgenomen, waarmee het mogelijk is om meer specifieke tabelinformatie in te zien. Bij elk getoond percentage hoort een betrouwbaarheidsmarge die, behalve van het gekozen betrouwbaarheidsniveau en het onderzoeksdesign, vooral afhankelijk is van de spreiding in de antwoorden en van het aantal ondervraagde personen. Er is voor een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent gekozen. Dit betekent dat de werkelijke waarde in 95 van de 100 steekproeven tussen de grenzen zal liggen van de marges behorende bij de gevonden waarde en de steekproefomvang.

Bij de Veiligheidsmonitor is in het algemeen sprake van kleine betrouwbaarheidsmarges. Dit komt door het grote aantal landelijke waarnemingen in de steekproef, aangevuld met de waarnemingen op basis van lokale oversampling. In 2023 gaat het in totaal om ruim 180 duizend personen die aan het onderzoek hebben meegedaan. Puntschattingen die op een dergelijke steekproefomvang zijn gebaseerd hebben een marge van +/– 0,23 procentpunt bij een schatting van 50 procent. Dit betekent dat met een waarschijnlijkheid van 95 procent de werkelijke waarde van deze schatting ligt tussen de 49,77 procent en de 50,23 procent. Op het niveau van de regionale eenheden, districten, basisteams, en 70-duizend-plus-gemeenten zijn de marges uiteraard groter, vanwege het lagere aantal waarnemingen dat hiervoor beschikbaar is.

Veiligheidsmonitor en corona

De cijfers over slachtofferschap van criminaliteit in de Veiligheidsmonitor hebben betrekking op de periode van 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek. Het onderzoek vindt telkens plaats in de periode augustus-oktober. De slachtoffercijfers van de VM 2021 hebben dus betrekking op de periode augustus-oktober 2020 tot augustus-oktober 2021 en die van de VM 2023 op dezelfde periode twee jaar later.

In de onderzoeksperiode van de VM 2021 golden nog veel door de overheid aan burgers in het kader van de coronapandemie opgelegde beperkingen en bijbehorende maatregelen. Zo vond in het najaar 2020 de tweede coronagolf plaats die tot een lockdown tot aan het einde van het jaar en de invoering van een avondklok begin 2021 leidde. Mensen moesten zoveel mogelijk thuisblijven of mochten ’s avonds de deur niet uit, winkels, uitgaansgelegenheden, sportgelegenheden et cetera waren gesloten. In maart 2021 volgde de derde coronagolf waardoor verlenging van de lockdown noodzakelijk was. Pas vanaf medio 2021 liepen de besmettingen terug en ging de samenleving voorzichtig weer open.

Het ligt voor de hand dat de door de overheid opgelegde beperkingen en maatregelen invloed hebben gehad op de kans om slachtoffer te worden van bepaalde vormen van criminaliteit. Wanneer mensen meer aan huis gekluisterd zijn verkleint dat bijvoorbeeld het risico op slachtofferschap van gewelds- en vermogensdelicten in de openbare ruimte, zoals mishandeling of bedreiging op straat, zakkenrollerij of straatroof. Politiecijfers laten dit ook zien: de aantallen geregistreerde misdrijven op deze terreinen waren in 2021 fors lager dan de aantallen van voor de coronaperiode (zie StatLine).

De 2023-cijfers over slachtofferschap van criminaliteit hebben betrekking op de periode na de pandemie: het corona-effect op de prevalentie van slachtofferschap is dus afwezig. Hiermee dient bij de interpretatie van de ontwikkelingen in slachtofferschap van criminaliteit tussen 2021 en 2023 rekening te worden gehouden.

Ook bij de tijdsvergelijking van cijfers over andere thema's zoals veiligheidsbeleving en het ervaren van overlast moet met dit corona-effect rekening worden gehouden.