Methoderapport motorvoertuigenpark, 2019-2022

3. Methodeverschil

In dit methoderapport worden de verschillen tussen de oude en de nieuwe (selectie)methode uitgelegd en gekwantificeerd.

3.1 Hoe is het methodeverschil onderzocht?

In dit rapport wordt de methode, die het CBS vanaf 2022 publiceert, de nieuwe methode genoemd. Aan de methode van vóór 2022 wordt voor het gemak gerefereerd als de oude methode. Voor het analyseren van het methodeverschil is ook een derde methode bekeken: de ‘totaal-methode’. De groep voertuigen die met de totaal-methode wordt bedoeld, bestaat uit alle gekentekende voertuigen op het peilmoment 1 januari, ongeacht de verzekeringsstatus van het voertuig (dus zowel verzekerde voertuigen als niet-verzekerde voertuigen gedurende het jaar voorafgaand aan het peilmoment). De oude methode houdt logischerwijs het midden tussen de totaal-methode en de nieuwe methode
Deze drie selectiemethoden horen bij de drie doelpopulaties zoals beschreven in de onderzoeksomschrijvingen motorvoertuigenpark en bromfietsenpark
Motorvoertuigen/voertuigen met een bromfietskenteken actief (nieuwe methode)
Motorvoertuigen/voertuigen met een bromfietskenteken totaal (totaal-methode)
Motorvoertuigen/voertuigen met een bromfietskenteken oude selectie.

Voor de analyse van het methodeverschil zijn deze drie methodes voor drie jaren bepaald: 2019, 2020 en 2021. Dit wordt geïllustreerd in grafiek 3.1.1. De ontwikkeling van de drie verschillende lijnen laat dezelfde tendens zien. Er is wel sprake van een ander niveau. Dit betekent dat in de ontwikkeling geen effecten van het methodeverschil te zien zijn. Het niveau van de oude methode ligt, zoals verwacht, tussen dat van de totaal-methode (verzekerde en onverzekerde voertuigen) en de nieuwe methode (alleen verzekerde voertuigen).

3.1.1 Ontwikkeling wegvoertuigen (aantallen), 1 januari
PeriodenOude methode (statline) Nieuwe methode Alles
201011352447
201111550992
201211717866
201311789690
201411808652
201511882450
201612059414
201712254515
201812498539
2019127258751249342312846639
2020129528401269889113070524
2021131579631287745613259061

3.2 Wat is de reikwijdte van het methoderapport?

Als eerste is onderzocht of het methode-effect bij de verschillende voertuigsoorten voor 2019, 2020 en 2021 hetzelfde beeld laat zien, zie grafiek 3.2.1. Uit de resultaten kan worden geconcludeerd dat het methodeverschil per voertuigsoort voor de verschillende jaren in dezelfde orde van grootte ligt. Aangezien het methodeverschil consistent is over de jaren wordt bij de bespreking van het methode-effect (verschil tussen de oude en nieuwe methode) in de rest van het rapport alleen gekeken naar de cijfers die betrekking hebben op peilmoment 1-1-2021.

3.2.1 Afname voertuigen nieuwe t.o.v. oude methode, 1 januari
Voertuigsoort2021 (%)2020 (%)2019 (%)
Bromfiets -8,8-8,9-8,5
Motorfiets-4,8-3,8-3,0
Speciaal voertuig-3,5-2,6-2,4
Vrachtauto-2,7-2,2-2,2
Bus-2,5-1,8-2,1
Trekker voor oplegger-1,7-1,8-1,7
Bestelauto-1,6-1,4-1,3
Personenauto-1,3-1,1-1,1

De cijfers van de totaal-methode worden in dit rapport verder buiten beschouwing gelaten, maar zijn wel in de maatwerktabel te vinden. Indien andere uitsplitsingen gewenst zijn, zijn deze op aanvraag beschikbaar. Ook aanhangwagens en opleggers blijven in dit methoderapport buiten beschouwing, aangezien deze voertuigen geen verzekeringsplicht hebben. Deze voertuigen worden, ongeacht de methode, altijd meegenomen bij het maken van de parktellingen. Het effect van de (methode)verandering op de andere CBS-statistieken, zoals de verkeersprestaties, komt te zijner tijd bij de desbetreffende statistiek aan bod.

In het methoderapport wordt ingegaan op de verschillen tussen de oude en de nieuwe methode. Vragen die in dit rapport aan bod zullen komen zijn:

  • Hoe groot is het methodeverschil in het algemeen?
  • Bij welke voertuigsoorten is het methodeverschil het grootst?
  • Bij welke leeftijdscategorieën treedt het methodeverschil op en in welke mate?