Methoderapport motorvoertuigenpark, 2019-2022

Over deze publicatie

Rapport over het methodeverschil in de selectie van motorvoertuigen naar voertuigsoort en leeftijdsklasse van het voertuig, 1 januari.

1. Inleiding

Het CBS ontvangt jaarlijks van de Dienst Wegverkeer (RDW) de Basisregistratie Voertuigen (BRV) ofwel het kentekenregister. Dit bestand wordt onder andere gebruikt voor het maken van de statistiek over het motorvoertuigenpark. Het motorvoertuigenpark bevat het totaal aantal voertuigen met een Nederlands kenteken. Hieronder vallen personenauto's, bedrijfsmotorvoertuigen, motorfietsen en bromfietsen.

Na uitgebreide analyse van het bronbestand van RDW met peilmoment 1-1-2021 is geconstateerd dat de tot nu toe gebruikte selectiemethode kan worden verbeterd. In de voorheen gebruikte selectiemethode zijn ook voertuigen meegenomen die gedurende het jaar voorafgaand aan het peilmoment niet verzekerd zijn geweest en daardoor ook niet op de openbare weg mochten rijden. Bij toekomstige publicaties zal de selectiemethode hierop worden aangescherpt, zodat alleen voertuigen die toegestaan zijn in het verkeer (op basis van verzekering) worden meegenomen in de statistiek over het actieve motorvoertuigenpark.

In dit rapport wordt de aanscherping van de selectiemethode toegelicht en wordt het effect hiervan op de statistiek over het actieve motorvoertuigenpark in beeld gebracht. Ter indicatie: het gaat om ongeveer 2 procent van alle actieve motorvoertuigen; het percentage verschilt per type voertuig. Dit speelt niet alleen bij de cijfers op peilmoment 1-1-2021, maar ook bij eerder gepubliceerde jaren.

Als eerste wordt in dit rapport ingegaan op de selectiemethode. Vervolgens wordt toegelicht op welke manier het methodeverschil, dat hierdoor ontstaat, is onderzocht. Daarbij wordt het methodeverschil per voertuigsoort en per leeftijdscategorie van de betreffende voertuigsoort beschreven. Tijdens het onderzoek is nog een nuance m.b.t. december-verzekeringen aan het licht gekomen. Ook dit laatste punt is meegenomen in de verbeterde selectiemethode die bij toekomstige publicaties gebruikt zal worden.

2. Selectie van het motorvoertuigenpark

Het CBS ontvangt van RDW uit de Basisregistratie Voertuigen (BRV) een bestand met alle gekentekende voertuigen op peilmoment 1 januari. Dit vormt de basis voor de tellingen van het actieve motorvoertuigenpark.

De Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) bepaalt dat een motorrijtuig verzekerd moet zijn als hiervoor een kentekenbewijs is afgegeven1). Ook een motorrijtuig dat niet wordt gebruikt moet verzekerd zijn. Het bezit van een niet-verzekerd motorrijtuig met een kentekenbewijs is bij de WAM strafbaar gesteld.

Indien een voertuig het gehele jaar voorafgaand aan het peilmoment niet verzekerd is geweest en dus ook niet op de weg heeft mogen rijden, dient dit voertuig niet in de tellingen van het actieve park te worden meegenomen.

De voorwaarde met betrekking tot een geldige verzekering werd in de oude selectiemethode niet voor de gehele groep voertuigen gecontroleerd. De controle is voor slechts een deel van de voertuigen uitgevoerd. Dit betekent dat het CBS hierdoor in het verleden dus ook een groep niet verzekerde voertuigen heeft meegenomen bij het maken van statistieken over het voertuigenpark. Bij het actieve park gaat het om ongeveer 2 procent van alle motorvoertuigen die in de oude methode onverzekerd zijn meegenomen. Van deze onverzekerde voertuigen is bij 80 procent de geldigheid van het kentekenbewijs geschorst op het peilmoment.
In de toekomstige cijfers over het actieve motorvoertuigenpark telt het CBS alleen voertuigen met een Nederlands kenteken op 1 januari, die één of meerdere dagen gedurende het voorgaande jaar op basis van verzekering deel mochten nemen aan het verkeer op de openbare weg. Voertuigen die in het gehele voorafgaande jaar niet verzekerd zijn geweest, zijn uitgesloten.

Medio 2022 zal het CBS de motorvoertuigcijfers van het peilmoment 1-1-2019 t/m 1-1-2022 publiceren op basis van deze nieuwe selectiemethode. Daarnaast is de reeks op basis van de oude selectiemethode nog eenmaal aangevuld met het nieuwe peilmoment 1-1-2022. De oude reeksen worden stopgezet en zijn in StatLine terug te vinden in het archief.

1) Voor aanhangwagens en opleggers geldt geen verzekeringsplicht.

3. Methodeverschil

In dit methoderapport worden de verschillen tussen de oude en de nieuwe (selectie)methode uitgelegd en gekwantificeerd.

3.1 Hoe is het methodeverschil onderzocht?

In dit rapport wordt de methode, die het CBS vanaf 2022 publiceert, de nieuwe methode genoemd. Aan de methode van vóór 2022 wordt voor het gemak gerefereerd als de oude methode. Voor het analyseren van het methodeverschil is ook een derde methode bekeken: de ‘totaal-methode’. De groep voertuigen die met de totaal-methode wordt bedoeld, bestaat uit alle gekentekende voertuigen op het peilmoment 1 januari, ongeacht de verzekeringsstatus van het voertuig (dus zowel verzekerde voertuigen als niet-verzekerde voertuigen gedurende het jaar voorafgaand aan het peilmoment). De oude methode houdt logischerwijs het midden tussen de totaal-methode en de nieuwe methode
Deze drie selectiemethoden horen bij de drie doelpopulaties zoals beschreven in de onderzoeksomschrijvingen motorvoertuigenpark en bromfietsenpark
Motorvoertuigen/voertuigen met een bromfietskenteken actief (nieuwe methode)
Motorvoertuigen/voertuigen met een bromfietskenteken totaal (totaal-methode)
Motorvoertuigen/voertuigen met een bromfietskenteken oude selectie.

Voor de analyse van het methodeverschil zijn deze drie methodes voor drie jaren bepaald: 2019, 2020 en 2021. Dit wordt geïllustreerd in grafiek 3.1.1. De ontwikkeling van de drie verschillende lijnen laat dezelfde tendens zien. Er is wel sprake van een ander niveau. Dit betekent dat in de ontwikkeling geen effecten van het methodeverschil te zien zijn. Het niveau van de oude methode ligt, zoals verwacht, tussen dat van de totaal-methode (verzekerde en onverzekerde voertuigen) en de nieuwe methode (alleen verzekerde voertuigen).

3.1.1 Ontwikkeling wegvoertuigen (aantallen), 1 januari
PeriodenOude methode (statline) Nieuwe methode Alles
201011352447
201111550992
201211717866
201311789690
201411808652
201511882450
201612059414
201712254515
201812498539
2019127258751249342312846639
2020129528401269889113070524
2021131579631287745613259061

3.2 Wat is de reikwijdte van het methoderapport?

Als eerste is onderzocht of het methode-effect bij de verschillende voertuigsoorten voor 2019, 2020 en 2021 hetzelfde beeld laat zien, zie grafiek 3.2.1. Uit de resultaten kan worden geconcludeerd dat het methodeverschil per voertuigsoort voor de verschillende jaren in dezelfde orde van grootte ligt. Aangezien het methodeverschil consistent is over de jaren wordt bij de bespreking van het methode-effect (verschil tussen de oude en nieuwe methode) in de rest van het rapport alleen gekeken naar de cijfers die betrekking hebben op peilmoment 1-1-2021.

3.2.1 Afname voertuigen nieuwe t.o.v. oude methode, 1 januari
Voertuigsoort2021 (%)2020 (%)2019 (%)
Bromfiets -8,8-8,9-8,5
Motorfiets-4,8-3,8-3,0
Speciaal voertuig-3,5-2,6-2,4
Vrachtauto-2,7-2,2-2,2
Bus-2,5-1,8-2,1
Trekker voor oplegger-1,7-1,8-1,7
Bestelauto-1,6-1,4-1,3
Personenauto-1,3-1,1-1,1

De cijfers van de totaal-methode worden in dit rapport verder buiten beschouwing gelaten, maar zijn wel in de maatwerktabel te vinden. Indien andere uitsplitsingen gewenst zijn, zijn deze op aanvraag beschikbaar. Ook aanhangwagens en opleggers blijven in dit methoderapport buiten beschouwing, aangezien deze voertuigen geen verzekeringsplicht hebben. Deze voertuigen worden, ongeacht de methode, altijd meegenomen bij het maken van de parktellingen. Het effect van de (methode)verandering op de andere CBS-statistieken, zoals de verkeersprestaties, komt te zijner tijd bij de desbetreffende statistiek aan bod.

In het methoderapport wordt ingegaan op de verschillen tussen de oude en de nieuwe methode. Vragen die in dit rapport aan bod zullen komen zijn:

  • Hoe groot is het methodeverschil in het algemeen?
  • Bij welke voertuigsoorten is het methodeverschil het grootst?
  • Bij welke leeftijdscategorieën treedt het methodeverschil op en in welke mate?

4. Het actieve motorvoertuigenpark

Het actieve motorvoertuigenpark bestaat uit verschillende voertuigsoorten: personenauto’s, bromfietsen, motorfietsen, speciale voertuigen en bedrijfsvoertuigen (bestelauto’s, vrachtauto’s en trekkers voor oplegger). Zoals eerder vermeld, worden de aanhangwagens en opleggers in dit rapport buiten beschouwing gelaten, omdat deze groep voertuigen geen effect heeft op het methodeverschil. Om het methodeverschil per voertuigsoort goed te kunnen duiden, is het van belang de grootte van de verschillende groepen voertuigsoorten in het achterhoofd te houden. In grafiek 4.1 worden de aantallen op basis van de oude methode getoond. Grafiek 4.1 laat zien dat de grootste groep voertuigen bestaat uit de voertuigsoort personenauto’s, gevolgd door de voertuigsoort bromfietsen. De aantallen van de voertuigsoorten vrachtauto’s, speciale voertuigen en bussen zijn in deze grafiek niet goed zichtbaar in verband met de kleine aantallen van deze voertuigsoorten.

4.1 Aantallen per voertuigsoort, 1-1-2021
VoertuigsoortTotaal
Personenauto8793592
Bromfiets 1292975
Bestelauto960130
Motorfiets700102
Trekker voor oplegger81179
Vrachtauto62491
Speciaal voertuig58509
Bus9277

5. Methodeverschil naar voertuigsoort

Bij het analyseren van het methodeverschil wordt de oude methode met de nieuwe methode (alleen de verzekerde voertuigen) vergeleken, zie tabel 5.1. De grootste absolute methodeverschillen zijn te vinden bij de groep personenauto’s en de groep bromfietsen, met respectievelijk 112 171 en 113 991 voertuigen. Dit betekent dat bij het gebruik van de nieuwe methode ruim 100 duizend van deze beide voertuigsoorten minder worden meegenomen.

5.1 Kerncijfers methodeverschil (aantallen), 1 januari 2021
Oude methode (statline)Nieuwe methode1)Verschil
Totaal motorvoertuigen11 958 25511 677 806280 449
Personenauto8 793 5928 681 421112 171
Bestelauto960 130944 98315 147
Vrachtauto62 49160 7971 694
Trekker voor oplegger81 17979 8271 352
Speciaal voertuig58 50956 4712 038
Bus9 2779 048229
Motorfiets700 102666 27533 827
Bromfiets1 292 9751 178 984113 991
Bron: CBS/RDW.
1) De cijfers van de nieuwe methode in deze tabel zijn gebaseerd op alleen verzekerde voertuigen.

Naar verhouding is de afname in voertuigen met de nieuwe methode het grootst bij de groep bromfietsen. In grafiek 5.2 is het procentuele verschil per voertuigsoort grafisch weergegeven. De totale groep motorvoertuigen (exclusief aanhangers en opleggers) is volgens de nieuwe methode 2,3 procent kleiner dan volgens de oude methode, zie bijlage 1.

5.2 Afname voertuigen nieuwe t.o.v. oude methode, 1-1-2021
VoertuigsoortProcentuele afname (%)
Bromfiets-8,8
Motorfiets-4,8
Speciaal voertuig-3,5
Vrachtauto-2,7
Bus-2,5
Trekker voor oplegger-1,7
Bestelauto-1,6
Personenauto-1,3

6. Methodeverschil naar leeftijd voertuig

6.1 Personenauto’s

Het methodeverschil, uitgesplitst naar leeftijd van de voertuigen, is ook per voertuigsoort onderzocht, zie bijlage 1. De personenauto’s vormen de grootste groep, zie grafiek 6.1.1. Het methodeverschil (onverzekerde voertuigen uitsluiten) zorgt vooral bij de oudere voertuigen voor een hoge(re) procentuele afname.

6.1.1 Afname personenauto's nieuwe t.o.v. oude methode, 1-1-2021
Leeftijd Procentuele afname (%)
Jonger dan 1 jaar-1,1
1 of 2 jaar-0,1
3 of 4 jaar-0,1
5 of 6 jaar-0,1
7 of 8 jaar-0,2
9 tot 12 jaar-0,2
12 tot 15 jaar-0,5
15 tot 20 jaar-1,3
20 tot 25 jaar-5,4
25 tot 40 jaar-14,4
40 jaar of ouder-16,8

6.2 Bromfietsen

In vergelijking met de personenauto’s is bij de groep bromfietsen het methodeverschil al bij recentere bouwjaren terug te zien, zie grafiek 6.2.1. Het lijkt erop dat bromfietsen iets jonger onverzekerd in de schuur komen te staan.

6.2.1 Afname bromfietsen nieuwe t.o.v. oude methode, 1-1-2021
Leeftijd Procentuele afname (%)
Jonger dan 1 jaar-1,5
1 of 2 jaar-0,5
3 of 4 jaar-1,4
5 of 6 jaar-2,4
7 of 8 jaar-3,7
9 tot 12 jaar-6,5
12 tot 15 jaar-11,5
15 tot 20 jaar-20,8
20 tot 25 jaar-21,7
25 tot 40 jaar-18,2
40 jaar of ouder-15,0

6.3 Motorfietsen

Bij de motorfietsen is het patroon vergelijkbaar met dat van de personenauto’s, zie grafiek 6.3.1. Net zoals bij de personenauto’s wordt de grootste procentuele afname geconstateerd bij voertuigen van 40 jaar of ouder.

6.3.1 Afname motorfietsen nieuwe t.o.v. oude methode, 1-1-2021
Leeftijd Procentuele afname (%)
Jonger dan 1 jaar-1,0
1 of 2 jaar-0,4
3 of 4 jaar-0,5
5 of 6 jaar-0,7
7 of 8 jaar-1,1
9 tot 12 jaar-1,4
12 tot 15 jaar-2,0
15 tot 20 jaar-3,3
20 tot 25 jaar-6,5
25 tot 40 jaar-7,1
40 jaar of ouder-11,3

6.4 Vrachtauto’s en trekkers voor oplegger

Bij de bedrijfsvoertuigen zijn de vrachtauto’s en trekkers voor oplegger samengenomen als een groep. Grafiek 6.4.1 laat zien dat ook bij de vrachtauto’s en de trekkers voor oplegger de grootste procentuele afname met de nieuwe methode te zien is bij de groep voertuigen van 40 jaar of ouder. 1,7 procent van de vrachtauto’s en trekkers voor oplegger van jonger dan 1 jaar valt met de nieuwe methode buiten de registratie.

6.4.1 Afname vrachtauto's en trekkers voor oplegger nieuwe t.o.v. oude methode, 1-1-2021
Leeftijd Procentuele afname (%)
Jonger dan 1 jaar-1,7
1 of 2 jaar-0,1
3 of 4 jaar-0,3
5 of 6 jaar-0,4
7 of 8 jaar-0,4
9 tot 12 jaar-1,0
12 tot 15 jaar-2,6
15 tot 20 jaar-6,2
20 tot 25 jaar-12,8
25 tot 40 jaar-11,3
40 jaar of ouder-17,2

6.5 Bestelauto’s

Grafiek 6.5.1 toont het beeld voor de groep bestelauto’s. Ook bij deze groep zorgt het methodeverschil (het uitsluiten van onverzekerde voertuigen) vooral bij oudere voertuigen voor een hoge(re) procentuele afname.

6.5.1 Afname bestelauto's nieuwe t.o.v. oude methode, 1-1-2021
Leeftijd Procentuele afname (%)
Jonger dan 1 jaar-0,6
1 of 2 jaar-0,1
3 of 4 jaar-0,2
5 of 6 jaar-0,3
7 of 8 jaar-0,4
9 tot 12 jaar-0,6
12 tot 15 jaar-1,1
15 tot 20 jaar-3,1
20 tot 25 jaar-12,4
25 tot 40 jaar-18,4
40 jaar of ouder-15,8

6.6 Bussen

Ook bij de groep bussen is het methodeverschil met 27,6 procent het grootst bij oudere voertuigen, maar hier is ook al bij jongere bussen een duidelijk methode-effect te zien: vanaf 15 jaar of ouder.

6.6.1 Afname bussen nieuwe t.o.v. oude methode, 1-1-2021
Leeftijd Procentuele afname (%)
Jonger dan 1 jaar-0,8
1 of 2 jaar-0,9
3 of 4 jaar-0,7
5 of 6 jaar-0,3
7 of 8 jaar-1,0
9 tot 12 jaar-0,6
12 tot 15 jaar-0,6
15 tot 20 jaar-8,8
20 tot 25 jaar-15,5
25 tot 40 jaar-14,9
40 jaar of ouder-27,6

7. Aanscherping methode

7.1 0-jarige voertuigen

In paragraaf 6.1 bij grafiek 6.1.1 is een opvallende procentuele afname van 1,1 procent bij de groep 0-jarige personenauto’s te zien. Nadere analyse toont aan dat 95 procent van deze nieuwe voertuigen van december 2020 zijn. Aangezien de WAM-verzekering binnen de wettelijke termijn van 28 dagen geregistreerd moet zijn, zijn deze ‘decembervoertuigen’ hoogstwaarschijnlijk wel verzekerd voor 1 januari, maar staan ze nog niet als zodanig geregistreerd. Door de administratieve afhandeling zal de registratie van de verzekering van deze voertuigen net na het peilmoment liggen. Deze groep 0-jarige ‘decembervoertuigen’ dient dus wel meegenomen te worden in de nieuwe selectiemethode. Dit betekent concreet dat bij toekomstige publicaties naast de verzekerde voertuigen ook de 0-jarigen niet-verzekerde voertuigen uit december worden meegenomen. Een dergelijke groep niet-verzekerde 0-jarige motorvoertuigen uit december bestaat ook bij alle andere voertuigsoorten. Ook bij die voertuigsoorten wordt deze groep bij de nieuwe selectiemethode voortaan meegenomen.

7.2 Voertuigen met wijziging van aansprakelijkheidsdatum in december

Bovenstaande conclusie voor de 0-jarigen uit december geldt ook voor voertuigen die niet tot de groep 0-jarige decembervoertuigen behoren, maar waarbij in december de aansprakelijkheid wijzigt door import of door het wisselen van eigenaar (tweedehands auto’s). Ook in deze gevallen kan door de administratieve afhandeling de registratie van de verzekering van deze voertuigen net na het peilmoment liggen. Ook deze groep niet verzekerde voertuigen wordt bij de nieuwe selectiemethode voortaan meegenomen.

7.3 Definitieve verbeterde methode

Tijdens de analyse is duidelijk geworden dat bij het bepalen van de selectie van de actieve motorvoertuigen niet alleen kan worden volstaan door te kijken naar of het voertuig het hele voorafgaande jaar verzekerd is geweest. Ook onverzekerde voertuigen met een wijziging van de aansprakelijkheidsdatum in de maand december moeten worden meegenomen. Deze nieuwe selectiemethode zal bij toekomstige publicaties worden gebruikt.

Toelichting bij de cijfers uit bijlage 1 en 2.
De totale groep ‘decembervoertuigen’, die alsnog met de nieuwe methode wordt meegenomen, is niet in bijlage 1 van dit methoderapport opgenomen, maar wel in bijlage 2. De grafieken in dit rapport zijn gebaseerd op de cijfers uit bijlage 1. De cijfers van de toekomstige publicaties zijn te vergelijken met de cijfers van de tabel in bijlage 2. Het verschil in aantallen tussen de nieuwe methode zonder - en met de ‘decembervoertuigen’ is weergegeven in tabel 7.3.1.

7.3.1 Kerncijfers verschil nieuwe methode (aantallen), 1 januari 2021
Nieuwe methode rapportNieuwe methode1)Verschil
Totaal motorvoertuigen11 677 80611 684 9717 165
Personenauto8 681 4218 686 4194 998
Bestelauto944 983945 433450
Vrachtauto60 79760 83134
Trekker voor oplegger79 82779 932105
Speciaal voertuig56 47156 49423
Bus9 0489 0502
Motorfiets666 275666 597322
Bromfiets1 178 9841 180 2151 231
Bron: CBS/RDW.
1) De cijfers van de nieuwe methode zijn gebaseerd op verzekerde voertuigen en onverzekerde 'decembervoertuigen'.

8. Conclusie

Het CBS hanteert vanaf 2022 bij het publiceren van cijfers over het actieve motorvoertuigenpark een verbeterde selectiemethode.
Voor het bepalen van de selectie actieve voertuigen, die dus toegestaan zijn in het verkeer, wordt gebruik gemaakt van een verzekeringsindicator die RDW (Dienstwegverkeer) volgens een afgesproken definitie voor het CBS maakt. Alle voertuigen met verzekering worden meegenomen, aangevuld met aanhangers en opleggers (deze hoeven namelijk niet verzekerd te zijn), en voertuigen met een registratiedatum-aansprakelijke in december.

De aanscherping van de selectiemethode raakt ongeveer 2 procent van alle actieve motorvoertuigen, het percentage verschilt per type voertuig. Uit analyse blijkt het effect van de methodeverbetering het sterkst te zijn bij de bromfietsen, gevolgd door de motorfietsen.
Voor alle voertuigtype geldt dat de verbetering het meeste effect heeft op oudere voertuigen.

De verbeterde selectie van de actieve voertuigen wordt gebruikt vanaf 2022 en is met terugwerkende kracht beschikbaar gemaakt voor de jaren vanaf 2019. Cijfers op basis van deze populatie zijn in StatLine terug te vinden bij motorvoertuigen en bromfietsen.

Bijlage 1

B1. Kerncijfers methodeverschil naar voertuigsoort en bouwjaar, 1 januari 2021
Oude methode (statline)Nieuwe methode1)Absolute afname2)Procentuele afname2)
aantalaantalaantal%
Totaal motorvoertuigen11 958 25511 677 806280 4492,3
Jonger dan 1 jaar 513 837 507 9205 9171,2
1 of 2 jaar1 299 4301 297 8641 5660,1
3 of 4 jaar1 235 3711 232 0993 2720,3
5 of 6 jaar1 149 7251 145 3034 4220,4
7 of 8 jaar1 197 8121 191 4206 3920,5
9 tot 12 jaar1 811 1301 793 36717 7631,0
12 tot 15 jaar1 524 7631 500 94423 8191,6
15 tot 20 jaar1 833 9831 757 86076 1234,2
20 tot 25 jaar 610 860 573 35237 5086,1
25 jaar of ouder 781 344 677 677103 66713,3
Personenauto8 793 5928 681 421112 1711,3
Jonger dan 1 jaar 344 431 340 4733 9581,1
1 of 2 jaar 964 695964 1465490,1
3 of 4 jaar 887 074886 3207540,1
5 of 6 jaar 878 116877 0031 1130,1
7 of 8 jaar 952 014950 3641 6500,2
9 tot 12 jaar1 420 4841 417 2653 2190,2
12 tot 15 jaar1 191 8621 185 8616 0010,5
15 tot 20 jaar1 357 0531 339 99617 0571,3
20 tot 25 jaar 454 721 430 17724 5445,4
25 jaar of ouder 343 142 289 81653 32615,5
Bestelauto 960 130 944 98315 1471,6
Jonger dan 1 jaar 59 259 58 9223370,6
1 of 2 jaar 156 410 156 2032070,1
3 of 4 jaar 146 444 146 1612830,2
5 of 6 jaar 108 128 107 8093190,3
7 of 8 jaar 94 949 94 5374120,4
9 tot 12 jaar 120 400 119 6647360,6
12 tot 15 jaar 117 089 115 7721 3171,1
15 tot 20 jaar 100 477 97 3313 1463,1
20 tot 25 jaar 29 173 25 5463 62712,4
25 jaar of ouder 27 801 23 0384 76317,1
Vrachtauto 62 491 60 7971 6942,7
Jonger dan 1 jaar 3 471 3 417541,6
1 of 2 jaar 9 168 9 153150,2
3 of 4 jaar 8 002 7 992100,1
5 of 6 jaar 5 666 5 650160,3
7 of 8 jaar 5 713 5 693200,4
9 tot 12 jaar 8 551 8 466851,0
12 tot 15 jaar 7 456 7 3081482,0
15 tot 20 jaar 5 031 4 8042274,5
20 tot 25 jaar 3 304 3 0013039,2
25 jaar of ouder 6 129 5 31381613,3
Trekker voor oplegger 81 179 79 8271 3521,7
Jonger dan 1 jaar 5 505 5 407 981,8
1 of 2 jaar 17 801 17 781 200,1
3 of 4 jaar 17 732 17 671 610,3
5 of 6 jaar 13 562 13 501 610,4
7 of 8 jaar 8 726 8 690 360,4
9 tot 12 jaar 6 324 6 255 691,1
12 tot 15 jaar 5 616 5 431 1853,3
15 tot 20 jaar 3 034 2 764 2708,9
20 tot 25 jaar 1 192 916 27623,2
25 jaar of ouder 1 687 1 411 27616,4
Speciaal voertuig 58 509 56 471 2 0383,5
Jonger dan 1 jaar 1 294 1 278 161,2
1 of 2 jaar 3 250 3 240 100,3
3 of 4 jaar 2 641 2 633 80,3
5 of 6 jaar 1 907 1 897 100,5
7 of 8 jaar 2 209 2 195 140,6
9 tot 12 jaar 3 320 3 298 220,7
12 tot 15 jaar 3 627 3 591 361,0
15 tot 20 jaar 9 372 9 271 1011,1
20 tot 25 jaar 11 873 11 597 2762,3
25 jaar of ouder 19 016 17 471 1 5458,1
Bus 9 277 9 048 2292,5
Jonger dan 1 jaar 625 620 50,8
1 of 2 jaar 1 448 1 435 130,9
3 of 4 jaar 1 610 1 598 120,7
5 of 6 jaar 882 879 30,3
7 of 8 jaar 1 180 1 168 121,0
9 tot 12 jaar 1 510 1 501 90,6
12 tot 15 jaar 952 946 60,6
15 tot 20 jaar 387 353 348,8
20 tot 25 jaar 207 175 3215,5
25 jaar of ouder 476 373 10321,6
Motorfiets 700 102 666 275 33 8274,8
Jonger dan 1 jaar 13 661 13 520 1411,0
1 of 2 jaar 27 238 27 127 1110,4
3 of 4 jaar 29 329 29 186 1430,5
5 of 6 jaar 28 253 28 064 1890,7
7 of 8 jaar 26 159 25 873 2861,1
9 tot 12 jaar 50 535 49 822 7131,4
12 tot 15 jaar 70 667 69 235 1 4322,0
15 tot 20 jaar 110 788 107 094 3 6943,3
20 tot 25 jaar 102 054 95 409 6 6456,5
25 jaar of ouder 241 418 220 945 20 4738,5
Bromfiets1 292 9751 178 984 113 9918,8
Jonger dan 1 jaar 85 591 84 283 1 3081,5
1 of 2 jaar 119 420 118 779 6410,5
3 of 4 jaar 142 539 140 538 2 0011,4
5 of 6 jaar 113 211 110 500 2 7112,4
7 of 8 jaar 106 862 102 900 3 9623,7
9 tot 12 jaar 200 006 187 096 12 9106,5
12 tot 15 jaar 127 494 112 800 14 69411,5
15 tot 20 jaar 247 841 196 247 51 59420,8
20 tot 25 jaar 8 336 6 531 1 80521,7
25 jaar of ouder 141 675 119 310 22 36515,8
Bron: CBS/RDW.
1) De nieuwe methode betreft bij deze tabel enkel verzekerde voertuigen. De aanvulling, die aan het licht is gekomen tijdens de analyse van het methodeverschil, is hier nog niet meegenomen. Dit betreft de aanvulling van onverzekerde voertuigen met een wijziging in de aansprakelijkheid in december. Doordat deze groep hier niet meegenomen is, zullen met name de aantallen 0-jarige voertuigen op basis van de nieuwe methode in deze tabel lager zijn, dan de aantallen zoals op statline gepubliceerd op 6 juli 2022 (peilmoment 1-1-2021).
2) Bij de absolute en procentuele afname wordt in deze tabel de nieuwe methode vergeleken met de oude methode. Het aantal voertuigen bij de nieuwe methode is lager dan bij de oude methode.

Bijlage 2

B2. Kerncijfers defintief methodeverschil naar voertuigsoort en bouwjaar, 1 januari 2021
Oude methode (statline)Nieuwe methode1)Absolute afname2)Procentuele afname2)
aantalaantalaantal%
Totaal motorvoertuigen11 958 25511 684 971 273 2842,3
Jonger dan 1 jaar 513 837 513 099 7380,1
1 of 2 jaar1 299 4301 298 084 1 3460,1
3 of 4 jaar1 235 3711 232 369 3 0020,2
5 of 6 jaar1 149 7251 145 514 4 2110,4
7 of 8 jaar1 197 8121 191 596 6 2160,5
9 tot 12 jaar1 811 1301 793 581 17 5491,0
12 tot 15 jaar1 524 7631 501 121 23 6421,6
15 tot 20 jaar1 833 9831 758 146 75 8374,1
20 tot 25 jaar 610 860 573 427 37 4336,1
25 jaar of ouder 781 344 678 034 103 31013,2
Personenauto8 793 5928 686 419 107 1731,2
Jonger dan 1 jaar 344 431 344 308 1230,0
1 of 2 jaar 964 695 964 313 3820,0
3 of 4 jaar 887 074 886 492 5820,1
5 of 6 jaar 878 116 877 150 9660,1
7 of 8 jaar 952 014 950 487 1 5270,2
9 tot 12 jaar1 420 4841 417 409 3 0750,2
12 tot 15 jaar1 191 8621 185 966 5 8960,5
15 tot 20 jaar1 357 0531 340 122 16 9311,2
20 tot 25 jaar 454 721 430 213 24 5085,4
25 jaar of ouder 343 142 289 959 53 18315,5
Bestelauto 960 130 945 433 14 6971,5
Jonger dan 1 jaar 59 259 59 187 720,1
1 of 2 jaar 156 410 156 228 1820,1
3 of 4 jaar 146 444 146 202 2420,2
5 of 6 jaar 108 128 107 839 2890,3
7 of 8 jaar 94 949 94 547 4020,4
9 tot 12 jaar 120 400 119 678 7220,6
12 tot 15 jaar 117 089 115 791 1 2981,1
15 tot 20 jaar 100 477 97 345 3 1323,1
20 tot 25 jaar 29 173 25 555 3 61812,4
25 jaar of ouder 27 801 23 061 4 74017,0
Vrachtauto 62 491 60 831 1 6602,7
Jonger dan 1 jaar 3 471 3 439 320,9
1 of 2 jaar 9 168 9 153 150,2
3 of 4 jaar 8 002 7 993 90,1
5 of 6 jaar 5 666 5 653 130,2
7 of 8 jaar 5 713 5 694 190,3
9 tot 12 jaar 8 551 8 469 821,0
12 tot 15 jaar 7 456 7 308 1482,0
15 tot 20 jaar 5 031 4 805 2264,5
20 tot 25 jaar 3 304 3 001 3039,2
25 jaar of ouder 6 129 5 316 81313,3
Trekker voor oplegger 81 179 79 932 1 2471,5
Jonger dan 1 jaar 5 505 5 483 220,4
1 of 2 jaar 17 801 17 783 180,1
3 of 4 jaar 17 732 17 679 530,3
5 of 6 jaar 13 562 13 503 590,4
7 of 8 jaar 8 726 8 697 290,3
9 tot 12 jaar 6 324 6 257 671,1
12 tot 15 jaar 5 616 5 434 1823,2
15 tot 20 jaar 3 034 2 766 2688,8
20 tot 25 jaar 1 192 917 27523,1
25 jaar of ouder 1 687 1 413 27416,2
Speciaal voertuig 58 509 56 494 2 0153,4
Jonger dan 1 jaar 1 294 1 292 20,2
1 of 2 jaar 3 250 3 240 100,3
3 of 4 jaar 2 641 2 633 80,3
5 of 6 jaar 1 907 1 897 100,5
7 of 8 jaar 2 209 2 196 130,6
9 tot 12 jaar 3 320 3 299 210,6
12 tot 15 jaar 3 627 3 592 351,0
15 tot 20 jaar 9 372 9 272 1001,1
20 tot 25 jaar 11 873 11 599 2742,3
25 jaar of ouder 19 016 17 474 1 5428,1
Bus 9 277 9 050 2272,4
Jonger dan 1 jaar 625 622 30,5
1 of 2 jaar 1 448 1 435 130,9
3 of 4 jaar 1 610 1 598 120,7
5 of 6 jaar 882 879 30,3
7 of 8 jaar 1 180 1 168 121,0
9 tot 12 jaar 1 510 1 501 90,6
12 tot 15 jaar 952 946 60,6
15 tot 20 jaar 387 353 348,8
20 tot 25 jaar 207 175 3215,5
25 jaar of ouder 476 373 10321,6
Motorfiets 700 102 666 597 33 5054,8
Jonger dan 1 jaar 13 661 13 619 420,3
1 of 2 jaar 27 238 27 139 990,4
3 of 4 jaar 29 329 29 205 1240,4
5 of 6 jaar 28 253 28 076 1770,6
7 of 8 jaar 26 159 25 887 2721,0
9 tot 12 jaar 50 535 49 838 6971,4
12 tot 15 jaar 70 667 69 250 1 4172,0
15 tot 20 jaar 110 788 107 128 3 6603,3
20 tot 25 jaar 102 054 95 430 6 6246,5
25 jaar of ouder 241 418 221 025 20 3938,4
Bromfiets1 292 9751 180 215 112 7608,7
Jonger dan 1 jaar 85 591 85 149 4420,5
1 of 2 jaar 119 420 118 793 6270,5
3 of 4 jaar 142 539 140 567 1 9721,4
5 of 6 jaar 113 211 110 517 2 6942,4
7 of 8 jaar 106 862 102 920 3 9423,7
9 tot 12 jaar 200 006 187 130 12 8766,4
12 tot 15 jaar 127 494 112 834 14 66011,5
15 tot 20 jaar 247 841 196 355 51 48620,8
20 tot 25 jaar 8 336 6 537 1 79921,6
25 jaar of ouder 141 675 119 413 22 26215,7
Bron: CBS/RDW.
1) De nieuwe methode betreft bij deze tabel enkel voertuigen die toegestaan zijn op de weg. Het gaat dan om verzekerde voertuigen, aangevuld met onverzekerde voertuigen met een wijziging in aansprakelijkheid in december. De aantallen voertuigen op basis van de nieuwe methode in deze tabel zijn hetzelfde als de aantallen van de nieuwe methode zoals op 6 juli 2022 gepubliceerd op StatLine (peilmoment 1-1-2021).
2) Bij de absolute en procentuele afname wordt in deze tabel de nieuwe methode (actief) vergeleken met de oude methode. Het aantal voertuigen bij de nieuwe methode is lager dan bij de oude methode.