Auteur: Rianne Kloosterman, Math Akkermans, Carin Reep, Marleen Wingen, Hermine Molnár - In 't Veld, Jacqueline van Beuningen
Klimaatverandering en energietransitie: opvattingen en gedrag van Nederlanders in 2020

7. Klimaatbewuste leefstijl

Een brede en actieve betrokkenheid van burgers is van belang voor het behalen van de klimaatdoelen. Maar hoe denken Nederlandse burgers hier zelf over: hebben zij het gevoel dat ze echt bijdragen aan (het tegengaan van) klimaatverandering, weten zij wat ze zelf kunnen doen en in hoeverre vinden ze dat ze zelf klimaatbewuster zouden moeten leven? Deze vragen worden in dit hoofdstuk beantwoord. Daarnaast komt aan de orde hoe duurzaam Nederlanders zich gedragen en in hoeverre duurzaam denken samengaat met duurzaam gedrag.    

7.1 Eigen bijdrage aan klimaatverandering

Zes op de tien Nederlanders denken dat eigen gedrag van invloed is op klimaatverandering

Zestien procent van de personen van 18 jaar of ouder denkt dat de eigen invloed op de klimaatverandering zo beperkt is, dat het niet uitmaakt wat zij doen of laten (zie bijlagetabel 7a). De meesten (58 procent) denken echter wel dat hun gedrag van effect heeft op de klimaatverandering. Twee derde geeft aan te weten wat ze zelf kunnen doen om klimaatverandering tegen te gaan. Verder vindt 58 procent dat ze zelf klimaatbewuster zouden moeten leven. 

Helft kiest voor een korte douche

Maar hoe duurzaam gedragen Nederlandse burgers zich, bewust of onbewust, in het dagelijks leven? Dit is voor enkele milieuvriendelijke én milieuonvriendelijke gedragingen nagegaan. Vrijwel iedereen (96 procent) geeft aan altijd of vaak het licht uit te doen in kamers waar niemand is. En 69 procent zegt bij kou altijd of vaak voor een warme trui of deken te kiezen in plaats van de verwarming hoger te zetten. De helft doucht altijd of vaak korter dan 5 minuten. Het dragen van tweedehands kleding is nog weinig populair. 
Als het gaat om milieuonvriendelijke gedragingen zoals de auto nemen voor korte ritjes, en de was drogen met een wasdroger zeggen respectievelijk 27 procent en 34 procent dit nooit te doen.

7.1.1 Milieu(on)vriendelijk gedrag in het dagelijks leven, 2020
 Altijd (% personen van 18 jaar of ouder)Vaak (% personen van 18 jaar of ouder)Af en toe (% personen van 18 jaar of ouder)Nooit (% personen van 18 jaar of ouder)Geen antwoord (% personen van 18 jaar of ouder)
Licht uitdoen in kamers waar niemand is79,416,12,90,90,8
Bij kou trui of deken pakken in plaats van verwarming hoger zetten31,337,523,07,01,3
Korter dan 5 minuten douchen20,430,028,220,11,3
Tweedehands kleding dragen1,511,228,257,02,2
Auto nemen voor afstanden korter dan 5 kilometer9,119,040,326,65,0
Was drogen met een wasdroger12,222,229,633,52,4

Naast deze alledaagse gedragingen is in voorgaande hoofdstukken beschreven in welke mate de Nederlandse bevolking zich duurzaam gedraagt op het gebied van onder andere wonen, vliegen en vleesconsumptie. In 2020 gaf 28 procent van de eigenaar-bewoners van eengezinskoopwoningen aan zonnepanelen op het dak te hebben. 46 procent zei in de afgelopen 12 maanden met het vliegtuig te hebben gereisd. En 5 procent van de 18-plussers gaf aan geen vlees te eten. 

Personen die duurzaam denken hoeven niet per se zo te handelen. In paragraaf 7.2 komt deze relatie tussen duurzaam denken en doen aan de orde en in paragraaf 7.3 wordt bekeken of de groepen die klimaatbewust zijn zich hier ook naar gedragen. 
De onderzochte aspecten van duurzaam gedrag zijn niet allemaal van dezelfde orde en hebben niet alle dezelfde uitwerking op milieu en klimaat.

7.2 Relatie tussen duurzaam denken en duurzaam gedrag 

Duurzaam denken is niet altijd duurzaam doen

Mensen die klimaatverandering op dit moment een groot probleem vinden en zich veel zorgen maken over de gevolgen van klimaatverandering voor toekomstige generaties, gedragen zich op een aantal terreinen duurzamer dan degenen die zich minder of niet om het klimaat bekommeren. Zo pakken degenen die klimaatbewust zijn bij kou vaker een warme trui of deken, doen ze vaker het licht uit, douchen ze korter en zijn ze vaker gestopt met het eten van vlees in vergelijking met minder klimaatbewuste personen. Maar er zijn ook terreinen waar mensen die klimaatbewust zijn zich niet duurzamer gedragen dan mensen die minder klimaatbewust zijn. Zo verschilt het percentage dat vaak de wasdroger gebruikt of de auto voor korte afstanden neemt niet significant tussen beide groepen, en klimaatbewusten reizen zelfs nog vaker met het vliegtuig. Ook is het niet zo dat klimaatbewuste personen vaker zonnepanelen hebben dan minder klimaatbewuste.

7.2.1 Duurzaam denken en duurzaam gedrag, 2020
 Klimaat op dit moment een groot probleem (% personen van 18 jaar of ouder)Klimaat op dit moment geen probleem (% personen van 18 jaar of ouder)Veel zorgen over klimaat voor toekomstige generaties (% personen van 18 jaar of ouder)Geen zorgen over klimaat voor toekomstige generaties (% personen van 18 jaar of ouder)Er is geen klimaatverandering of weet het niet (% personen van 18 jaar of ouder)
Altijd of vaak licht uitdoen in kamers waar niemand is96,891,897,191,192,9
Bij kou altijd of vaak een trui of deken pakken in plaats van verwarming hoger zetten73,659,178,662,252,5
Altijd of vaak korter dan 5 minuten douchen54,941,862,337,838,7
Altijd of vaak tweedehands kleding dragen14,21218,710,78
Nooit auto nemen voor afstanden < 5 kilometer27,82630,722,925,5
Nooit was drogen met wasdroger34,730,338,429,733,9
Heeft zonnepanelen*28,420,628,925,1
In afgelopen 12 maanden met vliegtuig gereisd48,940,949,338,332,7
Eet geen vlees6,11,77,73,35,5
* Het gaat hier om eigenaar-bewoners van een eengezinswoning.
  

7.3 Duurzaam denken en duurzaam gedrag van bevolkingsgroepen

In hoofdstuk 2 bleek dat vooral hoogopgeleiden, jongeren, vrouwen en stedelingen zich bewust zijn van de klimaatproblematiek. Zij zien klimaatverandering relatief vaak als een groot probleem en maken zich vaker veel zorgen over de gevolgen ervan voor toekomstige generaties. Ook staan zij vaker (heel) positief tegenover de transitie van aardgas naar duurzame energiebronnen. Maar in hoeverre gedragen zij zich ook duurzaam? 

Hoogopgeleiden denken duurzaam, maar gedragen zich niet altijd zo

Bij de meeste dagelijkse activiteiten is er nagenoeg geen verschil in duurzaam gedrag tussen hoog- en laagopgeleiden. Alleen zeggen hoogopgeleiden vaker dat ze bij kou een warme trui of deken pakken in plaats van de verwarming hoger te zetten, namelijk 74 procent tegen 61 procent van de laagopgeleiden. Ook geven ze vaker aan geen vlees te eten (8 tegen 2 procent). 
Hoogopgeleide huishoudens24) hebben naar verhouding vaak zonnepanelen. Wat betreft hun vlieggedrag is nog een duurzaamheidsslag mogelijk; hoogopgeleiden geven vaker dan laagopgeleiden aan in de afgelopen 12 maanden met het vliegtuig te hebben gereisd, terwijl ze zich er naar verhouding wel vaak schuldig over voelen vanwege het klimaat (zie maatwerktabel). 
Een substantieel deel van de hoogopgeleiden vindt dat zij klimaatbewuster zouden moeten leven, namelijk 69 procent tegen 47 procent van de laagopgeleiden (zie maatwerktabel). 

7.3.1 Duurzaam gedrag naar opleidingsniveau, 2020
 Laagopgeleiden (% personen van 18 jaar of ouder)Hoogopgeleiden (% personen van 18 jaar of ouder)
Altijd of meestal licht uitdoen in kamers waar niemand is94,696,5
Bij kou altijd of meestal een trui of deken pakken in plaats van verwarming hoger zetten61,374,1
Altijd of meestal korter dan 5 minuten douchen52,251,1
Altijd of vaak tweedehands kleding dragen13,213,7
Nooit auto nemen voor afstanden korter dan 5 kilometer31,426,4
Nooit was drogen met wasdroger36,934,3
Heeft zonnepanelen*20,631,7
In afgelopen 12 maanden met vliegtuig gereisd29,660,3
Eet geen vlees1,87,6
* Het gaat hier om eigenaar-bewoners van een eengezinswoning.
 

Vrouwen denken én doen vaak duurzamer dan mannen

In lijn met hun sterkere klimaatbewustzijn gedragen vrouwen zich in het dagelijks leven duurzamer dan mannen. Ze pakken vaker een trui bij kou (73 tegen 64 procent), nemen minder vaak de auto bij korte afstanden (30 tegen 24 procent) en dragen vaker tweedehandskleding (16 tegen 9 procent). Het percentage personen dat geen vlees eet is onder vrouwen twee keer zo groot als onder mannen (6 tegen 3 procent). Mannen en vrouwen verschillen daarentegen niet wat betreft het nemen van korte douches, het licht uitdoen in kamers waar niemand is en het gebruik van de wasdroger. En ook het vlieggedrag verschilt niet naar sekse. 
Op de vraag of ze klimaatbewuster zouden moeten leven, antwoordt bijna 60 procent van zowel de mannen als van de vrouwen bevestigend (zie maatwerktabel). 

7.3.2 Duurzaam gedrag naar geslacht, 2020
 Mannen (% personen van 18 jaar of ouder)Vrouwen (% personen van 18 jaar of ouder)
Altijd of meestal licht uitdoen in kamers waar niemand is9596
Bij kou altijd of meestal een trui of deken pakken in plaats van verwarming hoger zetten64,572,9
Altijd of meestal korter dan 5 minuten douchen50,750,2
Altijd of vaak tweedehands kleding dragen916,1
Nooit auto nemen voor afstanden korter dan 5 kilometer23,529,6
Nooit was drogen met wasdroger32,734,3
In afgelopen 12 maanden met vliegtuig gereisd46,544,7
Eet geen vlees3,35,8
* Het gaat hier om eigenaar-bewoners van een eengezinswoning.
 

Bij jongeren gat tussen duurzaam denken en doen

Het gedrag van jongeren tussen de 18 en 25 jaar spoort niet altijd met hun relatief sterke klimaatbewustzijn. Een praktisch, alledaags voorbeeld hiervan is de tijd die ze onder de douche staan: drie kwart van de jongeren doucht meestal langer dan 5 minuten (zie maatwerktabel). Ter vergelijking: bij 55-plussers is dat minder dan 40 procent. Ook zeggen jongeren minder vaak dat ze altijd het licht uitdoen in kamers waar niemand is. Wel pakken jongeren bij kou vaker een warme trui of warme deken in plaats van de verwarming hoger te zetten dan ouderen. Verder vliegen jongeren meer: het percentage dat in de afgelopen 12 maanden met het vliegtuig heeft gereisd neemt duidelijk af van 64 procent onder de 18- tot 25-jarigen tot 15 procent onder de 75-plussers. Wel zeggen jongeren vaker dan ouderen geen vlees te eten. Hierbij speelt mee dat jongeren vaker hoogopgeleid zijn en dat hoogopgeleiden vaker geen vlees eten.
64 procent van de 18- tot 25-jarigen vindt dat ze klimaatbewuster zouden moeten leven. Bij 65- en 75-jarigen en bij 75-plussers is dit met respectievelijk 50 en 46 procent duidelijk lager (zie maatwerktabel). 

Ook bij stedelingen vertaalt duurzamer denken zich niet altijd in duurzamer doen

Stedelingen denken doorgaans klimaatbewuster dan plattelandsbewoners. Op een aantal terreinen in het alledaagse leven handelen zij hier ook vaker naar. Zo pakken stedelingen vaker een trui of deken bij kou, leggen ze korte afstanden minder vaak met de auto af, en maken ze minder vaak gebruik van een wasdroger. Ook het percentage dat geen vlees eet is groter, waarbij dit verschil toe te schrijven is aan het feit dat stedelingen vaker hoogopgeleid zijn. Maar er zijn ook terreinen waarop stedelingen zich in duurzaam gedrag niet onderscheiden van plattelandsbewoners. Zo zijn er geen verschillen in alledaagse handelingen als het licht uitdoen in kamers waar niemand is, kort douchen en het dragen van tweedehandskleding. En ook het percentage dat zonnepanelen heeft verschilt niet significant naar stedelijkheid. Op het gebied van vliegen gedragen stadsbewoners zich zelfs minder duurzaam: bijna 6 op de 10 stedelingen geeft aan in het afgelopen jaar met het vliegtuig te hebben gereisd tegen bijna 3 op de 10 plattelandsbewoners. 
In lijn met hun klimaatbewuster denken zeggen stedelingen vaker dan plattelandsbewoners dat ze klimaatbewuster zouden moeten leven (63 tegen 53 procent) (zie maatwerktabel). Ook hier speelt het opleidingsverschil een verklarende rol.

7.3.3 Duurzaam gedrag naar stedelijkheid woongemeente, 2020
 Zeer sterk stedelijk (% personen van 18 jaar of ouder)Niet stedelijk (% personen van 18 jaar of ouder)
Altijd of meestal licht uitdoen in kamers waar niemand is94,995,7
Bij kou altijd of meestal een trui of deken pakken in plaats van verwarming hoger zetten74,865,2
Altijd of meestal korter dan 5 minuten douchen46,854,8
Altijd of vaak tweedehands kleding dragen16,610,0
Nooit auto nemen voor afstanden korter dan 5 kilometer37,317,9
Nooit was drogen met wasdroger46,224,4
Heeft zonnepanelen*26,932,2
In afgelopen 12 maanden met vliegtuig gereisd57,628,9
Eet geen vlees8,73,7
* Het gaat hier om eigenaar-bewoners van een eengezinswoning.
 

Personen met een hoge welvaart gedragen zich doorgaans klimaatonvriendelijker

In hun duurzame denken wijken personen in huishoudens met een hoge welvaart nauwelijks af van personen in huishoudens met een lage welvaart (zie maatwerktabel). Maar ze blijken zich in het dagelijks leven wel klimaatonvriendelijker te gedragen, vooral bij meer luxe gedragingen zoals vaker de auto nemen voor korte afstanden en vaker de wasdroger gebruiken. Ook dragen ze minder vaak tweedehandskleding. Personen met een hoge welvaart staan daarentegen wel korter onder de douche dan personen met een lage welvaart maar dit is toe te schrijven aan hun relatief hogere leeftijd: ouderen douchen zich korter dan jongeren. Het percentage dat geen vlees eet is vrijwel gelijk tussen de welvaartsgroepen. Ook wat betreft het vlieggedrag gedragen personen in huishoudens met een hoge welvaart zich minder duurzaam: 60 procent van hen geeft aan in de afgelopen 12 maanden met het vliegtuig te hebben gereisd tegen 32 procent van degenen met een lage welvaart, waarbij het schuldgevoel over het vlieggedrag overigens niet verschilt tussen beide groepen. Wel hebben huishoudens in de hoogste welvaartsklasse duidelijk vaker zonnepanelen dan huishoudens in de lagere welvaartsklassen (35 tegen minder dan 25 procent). 
De twee hoogste welvaartsgroepen vinden vaker dat ze klimaatbewuster zouden moet leven dan de twee laagste welvaartsgroepen (ruim 60 tegen ruim 50 procent). Dit verschil verdwijnt echter wanneer rekening wordt gehouden met het gemiddeld hogere opleidingsniveau van personen met een hogere welvaart. 

7.4 Beschouwingen bij klimaatbewuste leefstijl

Een meerderheid van de bevolking is zich ervan bewust dat klimaatverandering een probleem is en maakt zich zorgen over de gevolgen ervan voor toekomstige generaties (zie hoofdstuk 2). Dit bewustzijn vertaalt zich echter niet altijd in duurzaam handelen. Ook het I&O-onderzoek ‘Duurzaam denken is nog niet duurzaam doen’ (Kanne, Van Hofweegen, Kooiman en Van Engeland, 2019) kwam tot deze uitkomst. Om de vertaalslag van duurzaam denken naar duurzaam doen te kunnen maken, moeten mensen op individueel niveau de motivatie en de mogelijkheden hiertoe hebben. In het Motivaction-onderzoek 'Publieksmonitor Klimaat en Energie 2019' (Van der Grient e.a., 2019) is onderzocht welke factoren een effect hebben op de motivatie van mensen om, binnen de mogelijkheden die ze hebben, keuzes te maken die helpen om klimaatverandering tegen te gaan. 
Daarin kwamen een aantal factoren naar voren die een (statistisch) significant positief effect hebben op de motivatie om klimaatverandering tegen te gaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om vertrouwen in eigen invloed op het tegengaan van klimaatverandering, medeverantwoordelijkheidsgevoel voor CO2-uitstoot, kosten-batenanalyse van klimaatmaatregelen, houding tegenover maatregelen overheid, en zorgen over de toestand van het klimaat. 
Een factor die een significant negatief effect heeft op de motivatie van mensen om keuzes te maken om klimaatverandering tegen te gaan is het belang dat wordt gehecht aan gemak en comfort. Mogelijk bieden deze bevindingen aangrijpingspunten om het in dit hoofdstuk geconstateerde verschil tussen duurzaam denken en duurzaam doen beter te begrijpen.   
 

 

24) Als proxy voor opleiding en leeftijd ‘van het huishouden’ is gekozen voor de opleiding en leeftijd van de persoon die heeft deelgenomen aan het onderzoek Belevingen. Deze persoon behoort altijd tot de huishoudkern.