Auteur: Rianne Kloosterman, Math Akkermans, Carin Reep, Marleen Wingen, Hermine Molnár - In 't Veld, Jacqueline van Beuningen
Klimaatverandering en energietransitie: opvattingen en gedrag van Nederlanders in 2020

1. Inleiding

Klimaatverandering is een thema dat hoog op de maatschappelijke agenda staat. Uit het Continu Onderzoek Burgerperspectieven van het SCP blijkt dat in de afgelopen 5 jaar steeds meer Nederlanders (de achteruitgang van) ‘milieu, natuur en klimaat’ als een groot maatschappelijk probleem zijn gaan ervaren. In het onderzoek van het eerste kwartaal van 2020 – de laatste meting vóór het uitbreken van de coronapandemie – kwam dit thema (na ‘zorg’) zelfs op de tweede plaats in de rangorde van de grootste nationale problemen (Dekker en Den Ridder, 2020). In de kwartaalmetingen daarna, dus tijdens de coronacrisis, is het thema milieu en klimaat weliswaar minder vaak als grootste probleem van ons land genoemd, maar dat wil niet per se zeggen dat mensen er anders over zijn gaan denken: sinds het begin van de coronacrisis is het aantal Nederlanders dat vindt dat ons land meer dan nu moet bijdragen aan de oplossing van internationale milieuproblemen en klimaatverandering onveranderd groot gebleven (Den Ridder, Miltenburg, Steenvoorden, Van der Meer en Dekker, 2020). 

Klimaatverandering staat ook hoog op de politieke agenda. In navolging van het Klimaatakkoord van Parijs in 2015 heeft de Nederlandse regering zich aangesloten bij de ambitie om klimaatverandering tegen te gaan en zijn doelstellingen geformuleerd die moeten leiden tot een substantiële vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. In de afgelopen jaren hebben overheden, ondernemers en maatschappelijke organisaties onderhandeld over de maatregelen die in Nederland nodig zijn om deze doelen te bereiken. Deze maatregelen zijn in 2019 vastgelegd in het Klimaatakkoord waarin is afgesproken om de uitstoot van broeikasgassen in Nederland in 2030 ongeveer te halveren in vergelijking met 1990 (Rijksoverheid, 2019). Daarvoor is een energietransitie nodig: Nederland moet overstappen van fossiele brandstoffen op duurzame energiebronnen zoals zon en wind. In 2020 daalde de uitstoot van broeikasgassen met 8 procent ten opzichte 2019, en was de uitstoot 24,5 procent lager dan in 1990 (CBS, 2021a). Dit komt voor een belangrijk deel door de coronacrisis, bijvoorbeeld door een afname van de mobiliteit. Het kabinet riep vanwege de corona-uitbraak op om zoveel mogelijk thuis te blijven en indien mogelijk thuis te werken, waardoor er minder reden was om met de auto de weg op te gaan.

Het tegengaan van de klimaatverandering en de daarmee gepaard gaande energietransitie raken de samenleving in volle omvang. Niet alleen overheden en bedrijven maar ook burgers zullen ermee te maken krijgen en hun bijdrage moeten leveren. Daarbij gaat het niet alleen om een andere energiehuishouding die tot minder uitstoot en vervuiling moet leiden maar in bredere zin ook om een omslag naar een duurzamere samenleving waarin we op tal van terreinen zoals wonen, werken, verplaatsen, consumeren ons gedrag zullen moeten aanpassen. Ook de inrichting van het landschap zal erdoor veranderen. Denk aan het plaatsen van windmolens en het aanleggen van zonneweides. In afgeleide zin heeft het klimaatbeleid ook gevolgen voor de financiële positie van huishoudens en hun bestedingsmogelijkheden.

Het slagen van het klimaatbeleid, zoals ook aangegeven in het Klimaatakkoord, hangt mede af van een breed draagvlak onder de bevolking en van betrokkenheid en participatie van de burgers. Om een goed inzicht daarin te verkrijgen is het van belang om kennis te verwerven over wat er onder burgers leeft. Hoe kijken de Nederlanders aan tegen de klimaatverandering en de energietransitie? Hoe duurzaam is hun gedrag en zijn ze bereid mee te doen aan de gevraagde veranderingen? En bestaan er verschillen in opvattingen en gedragingen tussen bevolkingsgroepen?
Deze en andere vragen worden beantwoord in deze publicatie Klimaatverandering en energietransitie: opvattingen en gedrag van Nederlanders in 2020. De meeste cijfers zijn afkomstig uit het CBS-onderzoek Belevingen 2020 dat geheel aan dit thema was gewijd. Belevingen is gehouden in de periode februari-juni 2020. Dat betekent dat het onderzoek voor een groot deel gedurende de coronacrisis – de eerste lockdown startte medio maart 2020 – heeft plaatsgevonden. Hier wordt in de onderzoeksverantwoording van deze publicatie nader op ingegaan. Aanvullend is gebruik gemaakt van andere CBS-onderzoeken zoals het onderzoek Onderweg in Nederland (ODiN) (CBS, 2021b) en Aardgasvrije woningen (CBS, 2021c) en van registraties zoals cijfers van de Rijksdienst voor Wegverkeer (RDW). 

Eerst worden in hoofdstukken 2 en 3 de opvattingen van de Nederlanders over respectievelijk klimaatverandering en energietransitie beschreven. In de hoofdstukken 4 tot en met 6 staan het gedrag en de (gedrags)intenties met betrekking tot een aantal specifieke beleidsthema’s centraal, namelijk achtereenvolgens duurzaam wonen, duurzame mobiliteit en vleesconsumptie. Afgesloten wordt met het onderwerp ‘klimaatbewuste leefstijl’ in hoofdstuk 7, waarin de resultaten van dit onderzoek ook in samenhang worden beschreven. De bijlagen bevatten tabellen met achterliggend cijfermateriaal, de onderzoeksverantwoording, literatuurreferenties en een lijst met medewerkers die aan deze publicatie hebben bijgedragen.  

Deze publicatie is uitgebracht als webpublicatie en is beschikbaar via de website van het CBS.