Migrantenouderen in Nederland

2. Herkomst migrantenouderen

Nederland telt bijna 5,7 miljoen mensen van 55 jaar en ouder. Het grootste gedeelte van deze ouderen, ongeveer 4,8 miljoen mensen (84,5 procent), heeft geen migratieachtergrond. Zo’n 566 duizend ouderen (10 procent) hebben een eerste generatie migratieachtergrond. Daarnaast zijn er nog iets meer dan 300 duizend ouderen die een kind zijn van een migrant (5,5 procent). Dit zijn ouderen die minimaal één ouder hebben die niet in Nederland geboren is, maar die zelf wel in Nederland geboren zijn. Van deze groep kan een sterkere integratie in Nederland verwacht worden, omdat zij reeds hun hele leven in Nederland verblijven en bijvoorbeeld minder vaak taalproblemen hebben. Daarom wordt in dit artikel gefocust op ouderen van de eerste generatie, kortweg migrantenouderen.

De herkomst van migrantenouderen in Nederland is heel divers. In totaal zijn er meer dan 250 herkomstgebieden waar migrantenouderen in Nederland uit afkomstig zijn. In figuur 2.1 staan de 20 grootste groepen migrantenouderen in Nederland weergegeven. Uit deze groepen komt 83 procent van alle migrantenouderen in Nederland. Het aandeel personen uit de vier vaak onderzochte migrantengroepen – Turks, Marokkaans, Surinaams en Antilliaans – daarin is 38 procent. Het aandeel immigranten afkomstig uit deze klassieke migratielanden is afgenomen door de tijd heen en ook in de toekomst wordt verwacht dat er relatief meer immigranten uit andere landen naar Nederland zullen komen (De Regt et al., 2021).

2.1. 20 grootste groepen migrantenouderen, 2019
2.1. Top 20 grootste groepen migrantenouderen naar herkomst (x 1 000)
Suriname83,509
Indonesië80,624
Turkije56,444
Marokko53,067
Duitsland39,825
Nederlandse Antillen24,715
Joegoslavië16,453
Verenigd Koninkrijk15,839
België14,540
Polen12,071
Irak9,175
Sovjet-Unie8,762
China8,484
Iran8,184
Italië7,076
Afghanistan5,965
Spanje5,907
Hongkong5,596
Syrië5,593
Kaapverdië5,527

Naast de herkomstlanden is ook de migratiegeschiedenis van de migrantenouderen in Nederland zeer divers. Zo is er een groep herkomstlanden waar Nederland vanwege het koloniale verleden een band mee heeft (Indonesië, Suriname en Nederlandse Antillen). De dekolonisatie van Indonesië (1945–1949) en de onafhankelijkheid van Suriname (1975) zorgden voor omvangrijke migratiestromen uit deze landen. Indonesiërs en Surinamers zijn nu, met afstand, de meest omvangrijke groepen migrantenouderen in Nederland, met meer dan 80 duizend personen per groep. De staatkundige betrekkingen tussen de Antillen en Nederland zijn niet verbroken, wat (re)migratiestromen relatief makkelijk (en fluctuerend) maakt (De Regt et al., 2021). Ouderen met een Antilliaanse herkomst vormen ook een substantieel deel van de groep migrantenouderen in Nederland (zie Oostindie & Schoorl (2011) voor meer informatie over postkoloniale migratiestromen).

Daarnaast hebben veel migrantenouderen in Nederland een Turkse of Marokkaanse herkomst, afgerond zo’n 55 duizend per groep. De migratiestromen uit Marokko en Turkije kwamen vooral op gang doordat Nederland in de jaren 60 van de vorige eeuw gastarbeiders ging werven om te kunnen voldoen aan de grote vraag naar ongeschoolde arbeidskrachten (Nicolaas et al., 2003). Een groot deel van deze gastarbeiders heeft vervolgens gezinsleden laten overkomen en heeft zich blijvend in Nederland gevestigd.

Verder komt een substantieel deel van de migrantenouderen uit een buurland. Er zijn vooral veel migrantenouderen met een Duitse migratieachtergrond (bijna 40 duizend), maar ook uit België en het Verenigd Koninkrijk zijn relatief veel migrantenouderen afkomstig (rond 15 duizend).

Een ander omvangrijk deel van de groep migrantenouderen is afkomstig uit vluchtelingenlanden. Zo hebben het aan de macht komen van de streng religieuze ayatollah Khomeini in 1979 en de oorlog in de jaren 80 Iraanse vluchtelingen naar Nederland gebracht (Hessels, 2004a). Uit Irak zijn in de jaren 80 veel Koerden en andere etnische minderheden naar Nederland gevlucht (Van den Tillaart & Warmerdam, 2002). Na de val van de Sovjet-Unie in 1991 kwam de immigratie uit deze regio op gang. Vooral uit de Kaukasus en Tsjetsjenië zijn asielimmigranten naar Nederland gekomen (Chkalova et al., 2008). De oorlog in voormalig Joegoslavië bracht vluchtelingen naar Nederland in de jaren 90 (Sprangers & Nicolaas, 2008). Het aantal Afghanen in Nederland is vooral in de tweede helft van de jaren 90 toegenomen door de burgeroorlog (Hessels, 2004b). Meer recent zijn veel Syriërs vanwege oorlog en geweld naar Nederland gevlucht (Dagevos et al., 2020).

Polen vormen in omvang de tiende groep migrantenouderen in Nederland (12 duizend). De toetreding tot de Europese Unie in 2004 heeft de migrantenstroom vanuit Polen sterk beïnvloed (Gijsberts et al., 2018; Karpinska & Ooijevaar, 2016). Polen is nu het grootste herkomstland van nieuwe immigranten in Nederland (CBS, 2022b). Ook uit Zuid-Europa komen relatief veel migrantenouderen (Italië en Spanje, respectievelijk 7 duizend en 6 duizend). Italië maakte al deel uit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS, 1952), Spanje trad in 1986 toe tot de Europese Economische Gemeenschap.

Verder komen relatief veel migrantenouderen uit de Aziatische landen China en Hongkong (respectievelijk 8,5 duizend en 5,6 duizend). Nederland kent een lange traditie van immigratie van Chinezen (Harmsen, 1998). Tussen 1970 en 2000 zijn veel immigranten vanuit Hongkong naar Nederland gekomen met zowel economische als politieke motieven (Cheung, 2022). Tot slot komen relatief veel migrantenouderen uit Kaapverdië (5,5 duizend). Dit Afrikaanse land heeft een zwakke economische basis. De Kaapverdiaanse regeringen hebben emigratie altijd gestimuleerd waardoor de buitenlandse gemeenschap groter geworden is dan het aantal Kaapverdianen in het land zelf (Choenni, 2004).

Uiteraard zijn de migratiestromen per herkomstland meer divers dan hier is weergegeven. Ook kunnen de motieven voor immigratie per land over de tijd heen veranderen. Zo zijn er in het verleden immigranten uit Spanje gekomen die gevlucht zijn voor het dictatoriale regime, zijn er Spaanse immigranten die als gastarbeider geworven zijn, zijn er tijdens de financiële crisis mensen vanuit Spanje naar Nederland vertrokken vanwege de hoge werkloosheid en slechte economische situatie in Spanje en is er ook sprake van gezinsmigratie en studiemigratie. Meer informatie over de migratiemotieven per herkomstland door de tijd heen is te vinden op StatLine (CBS, 2022c, 2022d). Verder staat in Jennissen (2011) meer informatie over de verschillende migratiestromen naar Nederland.

In de top 20 van landen met migrantenouderen zijn, zoals hierboven beschreven, diverse clusters te herkennen, gebaseerd op de migratiegeschiedenis.

  • Voormalige koloniën (Indonesië, Nederlandse Antillen, Suriname),
  • Voormalige gastarbeiderslanden (Marokko, Turkije),
  • Buurlanden (België, Duitsland, Verenigd Koninkrijk),
  • Nieuwe EU-landen (Polen),
  • Zuid-Europese landen (Italië, Spanje),
  • Afrikaanse landen (Kaapverdië),
  • Aziatische landen (China, Hongkong),
  • Vluchtelingenlanden (Afghanistan, Iran, Irak, Joegoslavië, Sovjet-Unie, Syrië).

De specifieke migratiegeschiedenis van deze clusters kan een sterke invloed hebben (gehad) op de maatschappelijke positie van migrantenouderen in Nederland. Daarom worden in onderstaande figuren voor de overzichtelijkheid de landen per cluster gesorteerd.