Samenvatting
Hoofdstuk 1. Inleiding
- Kritieke materialen, zoals bijvoorbeeld kobalt, zeldzame aardmetalen of lithium, veroorzaken wereldwijd geopolitieke spanningen: in de EU en van China tot Oekraïne en van Groenland tot Congo.
- Kritieke materialen hebben per definitie een groot economisch belang én een hoog risico op leveringsverstoring. Vaak zijn ze ook lastig te vervangen door andere materialen. Voor Europa zijn kritieke materialen ook vaak strategisch belangrijk voor de groene en digitale transities, onze veiligheid (defensie) en gezondheid (zorg).
- Duurzaamheid speelt ook een belangrijke rol. Enerzijds zijn kritieke materialen nodig voor de energietransitie – o.a. voor zonnepanelen, windturbines en elektrische auto’s – en daarmee nodig voor het behalen van de klimaatdoelen. Anderzijds veroorzaakt grootschalige mijnbouw vaak schade aan ecosystemen, milieu of mensen. Daardoor komen andere duurzaamheidsdoelen in gevaar. Circulariteit – consuminderen, hergebruik, recycling en het terugwinnen van grondstoffen – is daarom essentieel.
Hoofdstuk 2. Nederland in de EU
- Nederland importeerde in 2024 voor 22,3 miljard euro aan kritieke materialen. Een groot deel daarvan gaat direct door naar de rest van Europa dankzij de distributiefunctie van Nederland.
- Aangezien het overgrote deel van de kritieke materialen buiten de EU wordt gewonnen en verwerkt, is het relevant om te kijken naar de import van EU-landen uit niet-EU-landen. Dan zien we dat Nederland in 2024 de grootste importeur van kritieke materialen in de EU was: 17,2 miljard euro aan importwaarde uit niet-EU-landen en 18,5 miljard kg aan importgewicht. Inclusief intra-EU-handel staat Nederland derde in waarde en tweede in gewicht.
Hoofdstuk 3. Nederland historisch
- Prijzen bepalen voor een belangrijk deel de waarde van de Nederlandse importwaarde van kritieke materialen. Door lagere prijzen lag de importwaarde in 2024 7 procent lager dan in 2023 en 29 procent lager dan in 2022. Het importgewicht is sinds 2022 met slechts 7 procent afgenomen. Sinds 2002 is de importwaarde ruim verdrievoudigd, terwijl het importgewicht slechts met 39 procent steeg.
- Aluminium, cokeskolen, koper en nikkel waren in 2024 samen verantwoordelijk voor meer dan drie kwart van de totale Nederlandse importwaarde van kritieke materialen. In termen van gewicht namen enkel aluminium en cokeskolen al samen een vergelijkbaar aandeel in. Andere materialen hebben relatief kleine volumes.
Hoofdstuk 4. Landen van herkomst
- Inclusief quasi-doorvoer (de doorvoer door Nederland van goederen in buitenlands eigendom) en gemeten naar waarde was Noorwegen in 2024 de belangrijkste leverancier van kritieke materialen voor Nederland. Daarna volgde IJsland. In beide gevallen ging het met name om aluminium. Zonder quasi-doorvoer was Duitsland echter de grootste leverancier, gevolgd door Noorwegen en IJsland.
- In termen van importgewicht zijn Australië en de VS de grootste leveranciers van kritieke materialen voor Nederland en dat komt enkel en alleen door de import van enorme hoeveelheden cokeskolen die ons land binnenkomen.
- China is voor een kwart van de materialen de grootste leverancier voor Nederland. Nederland haalt relatief veel uit niet-EU-landen, vaak geconcentreerd bij enkele landen. Dat vergroot het leveringsrisico, vooral bij bariet, bismut, magnesium (met name uit China), cokeskolen (Australië, VS), helium (Qatar), lithium (Chili), niobium (Brazilië)), veldspaat (Noorwegen, Turkije) en boraat (Turkije).
Hoofdstuk 5. Producten met kritieke materialen
- Nederland is niet alleen een grote importeur van kritieke materialen, maar ook van producten met kritieke materialen. Bij de producten met kritieke materialen is een groter percentage van de import voor de Nederlandse markt bestemd dan we eerder zagen bij materialen zelf.
- Omdat de totale productwaarde meetelt, gaat het hier om veel grotere bedragen dan we eerder zagen bij de import van kritieke materialen zelf. Nederland haalde in 2024 voor het grootste bedrag aan producten met kritieke materialen uit China. Dat was voor een waarde van 58,4 miljard euro. Daarvan was bijna de helft doorvoer in buitenlandse eigendom (quasi-doorvoer). Zonder quasi-doorvoer was Duitsland de grootste leverancier. Verder onderzoek moet duidelijk maken welk deel van de import uit Duitsland oorspronkelijk uit China komt.
- De meest ingevoerde producten met kritieke materialen, qua invoerwaarde, waren in 2024: computeronderdelen, telefoons en routers, laptops en tablets, geneesmiddelen, onderdelen van gespecialiseerde machines (zoals chipmachines), farmaceutische producten, medische instrumenten en zonnepanelen.
- Aluminium, koper en zeldzame aardmetalen kwamen het vaakst voor in de Nederlandse goederenimport als onderdeel van halffabricaten of eindproducten. Cokeskolen, eerder prominent genoemd als ingevoerde grondstof, wordt nauwelijks als onderdeel van een ander product ingevoerd.
Hoofdstuk 6. Bestemming van Nederlandse import van kritieke materialen
- In 2023 importeerde Nederland voor 12,8 miljard euro aan kritieke materialen, gemeten op basis van economische eigendomsoverdracht. Hierbij is een fysieke grensoverschrijding niet altijd nodig. Hiervan was 57,8 procent direct bestemd voor het buitenland (wederuitvoer), een stijging ten opzichte van 2021 (51,5 procent).
- Van de ingevoerde kritieke materialen werd 41,1 procent in Nederland verwerkt door bedrijven. Dit vertegenwoordigde 2,3 procent van de totale hoeveelheid verwerkte invoer in Nederland. Van de verwerkte materialen werd meer dan de helft weer uitgevoerd; de rest ging naar de binnenlandse markt. De industrie was de grootste verwerker van ingevoerde kritieke materialen (61 procent), gevolgd door de bouw (21 procent).
- Kritieke materialen voor intermediair verbruik kwamen relatief vaak uit EU-landen: 43,5 procent van de invoer, tegenover 34,4 procent van de totale invoer. Voor wederuitvoer was het EU-aandeel kleiner (27 procent).
- Duitsland was in 2023 de grootste leverancier van kritieke materialen voor verdere verwerking (945 miljoen euro), gevolgd door België en IJsland. Het merendeel van de import uit EU-landen en de VS werd in Nederland verwerkt, terwijl invoer uit China en Noorwegen vooral direct weer werd uitgevoerd.
Hoofdstuk 7. Afhankelijkheden in de Nederlandse toeleveringsketen
- In 2019 importeerde Nederland indirect – via andere landen als tussenschakels – bijna twee keer meer kritieke materialen dan direct. Toch groeit de directe import sneller, vooral in de fabricage: tussen 2015 en 2019 met bijna 29 procent. Het ging hierbij met name om een fors hoger gebruik van metalen als aluminium, koper, nikkel en wolfraam. Dit suggereert een mogelijke verandering in de rol van Nederland: in plaats van ruwe grondstoffen of eindproducten te importeren, importeert de Nederlandse industrie in toenemende mate halffabricaten met kritieke materialen voor verdere verwerking en assemblage.
- De winningsfase lijkt de achilleshiel van de Nederlandse toeleveringsketen. Op totaalniveau scoort deze fase ‘hoog’ op onze kwetsbaarheidsschaal, waarbij maar liefst 99 procent van de importwaarde afkomstig is uit toeleveringsketens die afhankelijk zijn van niet-EU-landen. Voor bijna alle onderzochte materialen is er sprake van een hoge tot zeer hoge kwetsbaarheid. Dit geldt ook voor grondstoffen die cruciaal zijn voor de energietransitie en digitale economie, zoals koper, nikkel, mangaan en boraten, waarvan de winning zich grotendeels buiten de invloedssfeer van de EU afspeelt.
- De verwerkingsfase van de keten lijkt robuust, met een ‘lage’ gemiddelde kwetsbaarheidsscore. Dit komt vooral door de enorme volumes van enkele materialen met een redelijk gediversifieerde keten, zoals aluminium en koper. Maar daaronder gaan grote risico’s schuil voor technologisch-kritische materialen met een lagere importwaarde. Voor de halfgeleiderindustrie (o.a. silicium, gallium, zeldzame aardmetalen) en de defensie-industrie (o.a. kobalt, beryllium) is de Nederlandse en Europese economie voor verwerking erg afhankelijk van niet-EU-landen. Dit kan strategische knelpunten in de waardeketen creëren.
- Een analyse van vier materialen die (nog) niet op de officiële CRMA-lijst staan – molybdeen, tin, zilver en zirkonium – toont aan dat zij allemaal een ‘hoge’ kwetsbaarheid hebben. Het wordt gedreven door een zeer grote en geconcentreerde directe import, waardoor de grootste importeurs van de vier materialen – de Nederlandse basismetaalindustrie en chemische industrie – gevoelig zijn voor leveringsverstoringen. Een voorbeeld is molybdeen, waarvan de invoer voor binnenlands verbruik voor 95 procent afhankelijk is van de VS. Dit illustreert hoe afhankelijkheid van één land of een kleine groep landen een direct risico kan vormen, zelfs als het materiaal wereldwijd voldoende beschikbaar zou zijn.
Hoofdstuk 8. De herkomst van metalen voor de Nederlandse consumptie
- De metalen grondstofvoetafdruk van de Nederlandse consumptie was in 2021 hoger dan de jaren ervoor. Nederland gebruikt relatief veel metaal per hoofd van de bevolking, in vergelijking met andere EU-landen. Twee derde van deze voetafdruk bestond uit koper en ijzer.
- De meeste metalen kwamen uit China, bijna 14 procent van de metaalvoetafdruk van de Nederlandse consumptie. Tweede grootste leverancier is Chili, 10 procent, met name koper. Op de derde plek volgt Brazilië, ook 10 procent en met name aluminium en ijzer.
- De basismetaalindustrie gebruikt meer water voor het verwerken van metaal in de Nederlandse consumptie dan de metaalwinning. De metaalsectoren zijn verantwoordelijk voor 14 procent van de energievoetafdruk en slechts 3 procent van de watervoetafdruk van de Nederlandse consumptie.
Hoofdstuk 9. Bevindingen op materiaalniveau
- Kritieke materialen verschillen zeer sterk als het gaat om hun monetaire waarde. Zo is het goedkoopste materiaal (bauxiet met een prijs van 3 dollarcent per kg) ruim 5 miljoen keer goedkoper dan het duurste materiaal (iridium met een prijs van 154 duizend dollar per kg).
- In mondiale ranglijsten voor productie, actieve voorraden en verwerking van kritieke materialen is China nog dominanter dan we eerder zagen bij de Nederlandse import. Zo staat China 39 keer (van 75 ranglijsten als het gaat om productie, actieve voorraden of verwerking van afzonderlijke materialen) bovenaan en de nummers twee (VS en Zuid-Afrika) slechts 5 keer. Kijken we naar top 3-posities dan valt op dat Rusland opeens naar voren komt als belangrijke speler (25 keer top 3).
- De geografische concentratie van gallium, germanium (verwerking in China) en platinagroepmetalen (winning in vooral Zuid-Afrika) is zeer hoog. Voor maar liefst 16 kritieke materialen is de EU als geheel helemaal of bijna helemaal afhankelijk van import.
- Recycling wordt de komende jaren steeds belangrijk: vanuit duurzaamheidsoogpunt, maar ook om de afhankelijkheid van import terug te schroeven. Voor vier materialen bestond volgens de meest recente EU-cijfers (JRC, 2023) meer dan een kwart uit gerecycled materiaal. Dat zijn wolfraam (42 procent), koper (30 procent), platinagroepmetalen (30 procent) en antimoon (28 procent).