9. Bevindingen op materiaalniveau
In de voorgaande hoofdstukken schetsten we vaak een macrobeeld van de Nederlandse import van kritieke materialen. Het optellen van alle kritieke materialen verdoezelt echter de grote heterogeniteit binnen de groep van kritieke materialen. Enkele bulkmaterialen – met name cokeskolen, aluminium, nikkel en koper - domineren de importwaarde en kleuren zo het zicht op andere kritieke materialen.
Daarom sluit deze publicatie af met een hoofdstuk dat recht doet aan alle kritieke materialen door op materiaalniveau belangrijke bevindingen te belichten. We richten ons hier op nog niet besproken aspecten om niet nodeloos in herhaling te vallen. Dit hoofdstuk vat daarbij de uitvoerige bijlagen van deze publicatie samen, waarbij alle kritieke materialen één voor één besproken worden.
Prijzen
Kritieke materialen verschillen, hoewel ze vaak als één cruciale groep van materialen worden beschouwd, zeer sterk in prijs (hier uitgedrukt in Amerikaanse dollars per kilogram). Daarbij maakt het natuurlijk ook uit in welke fase het materiaal zich bevindt: ruw materiaal is per kilo normaal gesproken goedkoper dan verwerkt (en gezuiverd) materiaal. Tabel 9.1 laat de verschillen zien. Zo is het goedkoopste materiaal (bauxiet met een prijs van 3 dollarcent per kg in 2024) ruim 5 miljoen keer goedkoper dan het duurste materiaal (het platinagroepmetaal iridium met een prijs van 154 duizend dollar per kg). De duurste materialen zijn overigens allen onderdeel van de categorie platinagroepmetalen, maar ook binnen deze groep zijn er duidelijke verschillen met rhodium en iridium die veel duurder zijn dan ruthenium, platina en palladium. Ook de zeldzame aardmetalen dysprosium en terbium zijn relatief duur, net als tantaal, gallium, germanium, beryllium en hafnium. De goedkoopste materialen zijn bauxiet, fosfaaterts, veldspaat, bariet, cokeskolen, strontium, vloeispaat en boraat. Alle acht hebben een prijs lager dan 1 dollar per kg.
De prijzen van kritieke materialen kunnen snel stijgen in het geval van handelsconflicten, oorlog, economische instabiliteit of een sterk toenemende vraag. Tegelijkertijd kunnen prijzen ook weer snel inzakken zodra de grootste paniek is verdwenen. In 2024 was precies de helft van de materialen duurder dan gemiddeld in de periode 2020-2023 en de overige helft juist goedkoper dan in de periode ervoor. De grootste prijsstijgingen betroffen in 2024 strontium, vloeispaat, hafnium, antimoon, ruthenium, cokeskolen, beryllium en germanium. Aan de andere kant zijn rhodium, lithium, palladium, terbium en neodymium juist sterk in prijs gezakt ten opzichte van de gemiddelde prijs in 2020-2023.
| < 1 dollar per kg | Bauxiet | 0,03 | Cokeskolen | 0,24 |
|---|---|---|---|---|
| Fosfaaterts | 0,10 | Strontium | 0,39 | |
| Veldspaat | 0,11 | Vloeispaat | 0,40 | |
| Bariet | 0,22 | Boraat | 0,56 | |
| 1 -2 dollar per kg | Cerium (z.a.), oxide | 1,00 | Grafiet (nat. vlokken) | 1,07 |
| Lanthanum (z.a.), oxide | 1,00 | Aluminium (baar) | 1,30 | |
| Mangaan, ferro | 1,01 | |||
| 2 -10 dollar per kg | Magnesium 1) | 3 | Koper | 9 |
| Fosfor | 3 | Antimoon | 10 | |
| Arseen | 4 | |||
| 10 - 20 dollar per kg | Bismut | 11 | Lithium (carbonaat) | 14 |
| Titanium (metaal) | 13 | Nikkel | 17 | |
| Helium 2) | 14 | |||
| 20 - 100 dollar per kg | Niobium (ferro) | 26 | Kobalt | 34 |
| Vanadium (ferro) 1) | 26 | Wolfraam (ferro) 1) | 43 | |
| Europium (z.a.), oxide | 27 | Neodymium, oxide | 56 | |
| 100 - 5000 dollar per kg | Tantaal | 170 | Beryllium | 1 500 |
| Dysprosium, (z.a.), oxide | 260 | Germanium, metaal | 2 100 | |
| Gallium (hoge kwaliteit) | 500 | Hafnium | 4 600 | |
| Terbium, (z.a.), oxide | 810 | |||
| > 5000 dollar per kg | Ruthenium, p.g.m. | 28 939 | Rhodium, p.g.m. | 147 908 |
| Platinum, p.g.m. | 30 546 | Iridium, p.g.m. | 154 340 | |
| Palladium, p.g.m. | 31 511 | |||
| Bron: DERA (2025) en USGS (2025) 1) Gemiddelde prijs van mei 2024 tot en met april 2025 2) Heliumprijs is in dollars per m3 gas z.a. = zeldzaam aardmetaal en p.g.m. = platinagroepmetaal | ||||
Productie, voorraden en verwerking
Voor Nederland en de EU als geheel is het cruciaal waar grondstoffen worden gewonnen en verwerkt. Van 32 kritieke materialen worden er 26 primair gewonnen (ze zijn geen bijproduct of verwerking van een ander materiaal) en zijn er cijfers beschikbaar. Hierbij is China voor 11 materialen de grootste grondstofwinner (‘productie’ in tabel 9.2). Op grote afstand volgen de VS, Zuid-Afrika, Turkije en Congo die elk 2 keer koploper zijn bij de winning van kritieke materialen.
Uiteraard zitten er veel meer grondstoffen in de grond dan in één jaar gewonnen worden. Kijken we naar de totale hoeveelheid grondstoffen die economisch rendabel en technisch kunnen worden gewonnen (‘actieve voorraad’ in tabel 9.2) dan is de voorsprong van China op alle andere landen iets kleiner. In 2024 was China voor 9 van 25 verschillende materialen de mondiale koploper gevolgd door Australië met 3 vermeldingen en de VS, Zuid-Afrika en Chili met 2 vermeldingen.
Om kritieke materialen effectief te kunnen gebruiken, moeten deze wel eerst industrieel verwerkt worden tot te gebruiken halffabricaten (‘verwerking’ in tabel 9.2). Hier komt de bijzondere positie van China echt tot uitdrukking. China was maar liefst voor 19 van 24 kritieke materialen de mondiale koploper bij de verwerking van die materialen. De afstand tot de andere landen is bijzonder groot. De VS, Zuid-Afrika, Turkije, Brazilië en Frankrijk zijn de belangrijkste verwerkers van één kritiek materiaal.
Tabel 9.2 rangschikt de top 12 van landen op aantal nummer 1 posities bij productie, actieve voorraad of verwerking, en daarna op het aantal vermeldingen in de top 3. In 2024 had China maar liefst 39 keer (van maximaal 75 vermeldingen) een nummer 1 positie en stond het daarnaast 51 keer in de top 3 (dus 12 keer nummer 2 of 3). Rusland stond in deze rangschikking op positie 11, maar stond wel maar liefst 25 keer op het podium. Dat betekent dat Rusland relevant is voor veel kritieke materialen. Ook de VS (16 keer), Zuid-Afrika (10 keer), Australië (14 keer) en Brazilië (10 keer) zijn ruim vertegenwoordigd als het gaat om top 3 posities. Andere landen in de top 12 zijn Turkije, Chili, Congo, Indonesië, Guinee en India.
Geen enkel EU-land haalt deze top 12, maar vijf EU-landen spelen wel een (relatief kleine) rol in het mondiale grondstoffenspel: Frankrijk als grootste verwerker van hafnium, Spanje als grootste producent van strontium en derde met reserves strontium, Finland als tweede met verwerking kobalt, Slowakije als tweede met reserves magnesium en België als derde met verwerking van kobalt. Nederland heeft dus geen enkele top 3 positie. In totaal waren er in 2024 46 landen in de wereld die een top 3 positie kenden, waarbij 31 bij productie, 27 bij actieve voorraden en 25 bij verwerking. Alle verdere details zijn terug te lezen in de bijlagen waarbij elk kritiek materiaal afzonderlijk beschreven is.
| Productie | Actieve voorraad | Verwerking | Totaal | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Land | Nummer 1 | Top 3 | Nummer 1 | Top 3 | Nummer 1 | Top 3 | Nummer 1 | Top 3 | |
| 1 | China | 11 | 16 | 9 | 15 | 19 | 20 | 39 | 51 |
| 2 | VS | 2 | 5 | 2 | 3 | 1 | 8 | 5 | 16 |
| 3 | Zuid-Afrika | 2 | 4 | 2 | 3 | 1 | 3 | 5 | 10 |
| 4 | Australië | 1 | 4 | 3 | 10 | 0 | 0 | 4 | 14 |
| 5 | Turkije | 2 | 2 | 1 | 2 | 1 | 1 | 4 | 5 |
| 6 | Brazilië | 1 | 3 | 1 | 5 | 1 | 2 | 3 | 10 |
| 7 | Chili | 1 | 3 | 2 | 2 | 0 | 3 | 3 | 8 |
| 8 | Congo | 2 | 4 | 1 | 1 | 0 | 0 | 3 | 5 |
| 9 | Indonesië | 1 | 2 | 1 | 2 | 0 | 1 | 2 | 5 |
| 10 | Guinee | 1 | 1 | 1 | 1 | 0 | 0 | 2 | 2 |
| 11 | Rusland | 0 | 9 | 1 | 7 | 0 | 9 | 1 | 25 |
| 12 | India | 1 | 1 | 0 | 4 | 0 | 2 | 1 | 7 |
| Bron: JRC (2023), USGS (2025) en WMD (2025) Productie en actieve voorraden (2024) en verwerking (gemiddelde 2016-2020) | |||||||||
Totale voorraden
Actieve voorraden zijn slechts een deel van wat er in de bodem zit: het zijn de grondstoffen die economisch rendabel en technisch kunnen worden gewonnen. Feitelijk zitten er meer voorraden in de grond. Voor de meeste kritieke grondstoffen zijn hierover schattingen bekend (USGS, 2025). De geschatte hoeveelheden zijn per kritiek materiaal in de bijlage weergeven.
De gemiddelde voorraad van kritieke grondstoffen in de grond (82 miljard ton per materiaal in 2024) is circa drie keer zo groot als de gemiddelde actieve voorraad (27 miljard ton per materiaal). Dit gemiddelde doet wel geen recht aan de grote spreiding tussen de materialen onderling. Zo is er ‘slechts’ 100.000 ton in de wereld beschikbaar van platinagroepmetalen, maar wel 1,3 biljoen ton cokeskolen en 300 miljard ton fosfaaterts. De mondiale jaarproductie van deze materialen is echter ook veel hoger (1,1 miljard ton cokeskolen en 240 miljoen ton fosfaaterts tegenover 383 ton platinagroepmetalen). De mediaan van de totale grondvoorraad per materiaal (900 miljoen ton) ligt veel lager dan het gemiddelde, maar we zien dan wel dezelfde verhouding vergeleken met de actieve voorraad (290 miljoen ton) als we eerder zagen bij het gemiddelde.
Delen we de totale geschatte voorraad van een materiaal door de meest recente jaarproductie van dat materiaal, dan kan er een grove schatting worden gemaakt van het aantal jaren dat dat specifieke materiaal nog voor de wereld beschikbaar is – uitgaande van een stabiele jaarproductie. De verschillen zijn dan een stuk kleiner. Bismut en antimoon zullen naar schatting het eerste opraken. Op basis van huidige winning zijn deze over respectievelijk 43 en 50 jaar niet meer beschikbaar. De eerdergenoemde materialen cokeskolen (nog 1221 jaar) en fosfaaterts (nog 1250 jaar), maar ook strontium (nog 1961 jaar) zijn naar verhouding minder schaars. Maar geen enkele grondstof is onbeperkt; wereldwijd zal er op tijd op schaarste moeten worden geanticipeerd.
Geografische concentratie van productie, voorraden en verwerking
Tabel 9.2 gaf een beeld van een zekere geografische concentratie van kritieke grondstoffen bij productie, actieve voorraden en verwerking van die grondstoffen. Een exacte kwantificering gaat echter verder dan het tellen van aantallen landen in de rangschikking per materiaal. In een omvangrijke EU-studie (JRC, 2023) is dit gedaan door met de aandelen van alle landen in productie, voorraad en verwerking voor veel kritieke materialen te rekenen. Dit is samengevat in tabel 9.3. Het gaat hier om de Herfindahl-Hirschman Index (HHI), zoals we eerder zagen bij de import, waarbij de aandelen van alle landen voor bijvoorbeeld de verwerking van gallium worden gekwadrateerd zodat er een getal ontstaat van minimaal 0 (helemaal geen concentratie) tot 1 (maximale concentratie bij één land). Algemeen geldt daarbij 0,25 als risico-drempelwaarde, net als bij de import.
Tabel 9.3 laat de hoogste geografische concentratiescore zien voor gallium (0,97 gemiddeld voor productie, voorraad en winning) en germanium (0,88 gemiddeld). Bij gallium en germanium zijn er enkel cijfers over de verwerking bekend en in de periode 2016-2020 was het China dat hier dominant was. Ook platinagroepmetalen hebben een hoge geografische concentratie (0,88), maar hier speelt China juist geen rol. Het gaat hier om een hoge concentratie van de winning van palladium, platina en rhodium in enkele landen, met name Zuid-Afrika en in minder mate ook Rusland en Zimbabwe. Zeldzame aardmetalen – hoewel veel in de aandacht – staan wat lager in de lijst (gemiddeld 0,58) en de concentratie is zelfs nog lager wanneer alle beschikbare (ook niet-actieve) voorraden zouden worden meegeteld: voor de gehele EU is dat 0,16. Slechts 6 van 30 bekeken materialen zitten onder de risicodrempel van 0,25. Dat zijn veldspaat, mangaan, nikkel, koper, titanium en bariet.
| Materiaal | Actieve voorraden | Productie | Verwerking | Gemiddelde |
|---|---|---|---|---|
| Gallium | n.b. | n.b. | 0,97 | 0,97 |
| Germanium | n.b. | n.b. | 0,88 | 0,88 |
| PGM | n.b. | 0,88 | n.b. | 0,88 |
| Niobium | 0,57 | 0,87 | 0,78 | 0,74 |
| Silicium | n.b. | n.b. | 0,64 | 0,64 |
| ZAM | 0,55 | 0,40 | 0,78 | 0,58 |
| Bismut | 0,57 | n.b. | 0,57 | |
| Boraat | 0,75 | 0,30 | n.b. | 0,53 |
| Beryllium | n.b. | 0,49 | n.b. | 0,49 |
| Wolfraam | 0,38 | 0,60 | n.b. | 0,49 |
| Vanadium | 0,45 | 0,51 | n.b. | 0,48 |
| Magnesium | 0,23 | 0,37 | 0,78 | 0,46 |
| Helium | 0,54 | 0,37 | n.b. | 0,46 |
| Kobalt | 0,23 | 0,49 | 0,61 | 0,44 |
| Arseen | n.b. | 0,39 | n.b. | 0,39 |
| Tantaal | 0,45 | 0,30 | n.b. | 0,38 |
| Strontium | 0,41 | 0,33 | n.b. | 0,37 |
| Cokeskolen | 0,21 | 0,33 | 0,50 | 0,35 |
| Grafiet | 0,19 | 0,47 | n.b. | 0,33 |
| Lithium | 0,28 | 0,32 | 0,34 | 0,31 |
| Vloeispaat | 0,18 | 0,43 | n.b. | 0,31 |
| Antimoon | 0,32 | 0,28 | n.b. | 0,30 |
| Fosfaaterts | 0,33 | 0,23 | n.b. | 0,28 |
| Alumin. / Bauxiet | 0,24 | 0,18 | 0,35 | 0,26 |
| Veldspaat | n.b. | 0,20 | n.b. | 0,20 |
| Mangaan | 0,30 | 0,20 | 0,10 | 0,20 |
| Nikkel | 0,11 | 0,27 | 0,22 | 0,20 |
| Koper | 0,28 | 0,10 | 0,21 | 0,20 |
| Titanium | 0,19 | 0,18 | n.b. | 0,19 |
| Bariet | n.b. | 0,15 | n.b. | 0,15 |
| Bron: JRC (2023) | ||||
Importafhankelijkheid EU
Terugkerend naar de import van kritieke materialen – de hoofdmoot van deze publicatie – is het een logische stap om nu te kijken naar wat het voorgaande betekent voor de importafhankelijkheid van de EU als geheel. Met andere woorden, de vraag naar kritieke materialen die overblijft na het confronteren van de totale vraag met het reeds beschikbare aanbod door productie binnen de EU. De meest recente data (BRGM, 2023) laten zien dat de EU, gemiddeld tussen 2016 en 2020, voor maar liefst 16 kritieke materialen voor minimaal 95 procent afhankelijk was van import. Dat zijn:
- Antimoon (primair) met als grootste leverancier Turkije
- Beryllium met als grootste leverancier de VS
- Boraat (primair) met als grootste leverancier Turkije
- Fosfor met als grootste leverancier Kazachstan
- Gallium met als grootste leverancier China
- Grafiet met als grootste leverancier China
- Helium met als grootste leverancier Qatar
- Lithium (verwerkt) met als grootste leverancier Chili
- Magnesium met als grootste leverancier China
- Mangaan (primair) met als grootste leverancier Zuid-Afrika
- Niobium met als grootste leverancier Brazilië
- Platinagroepmetalen met als grootste leverancier Zuid-Afrika
- Tantaal met als grootste leverancier Congo
- Titanium met als grootste leverancier Noorwegen
- Vanadium met als grootste leveranciers Koeweit (primair) en Rusland (verwerkt)
- Zeldzame aardmetalen met als grootste leverancier China
Voor de verwerking van cokeskolen en hafnium en de winning van strontium was de EU in dezelfde periode juist 0 procent afhankelijk van import en slechts 1 procent bij de verwerking van kobalt.
Recycling in de EU
Beperkte voorraden van materialen, een hoge geografische concentratie van productie, voorraden en verwerking en een overeenkomstige hoge afhankelijkheid van de EU van importen zetten een steeds hogere druk op de recycling van materialen. Bovendien is dit vaak ook de meest duurzame oplossing.
Van 29 kritieke materialen is bekend (JRC, 2023) in hoeverre het materiaal uit weggegooide eindproducten een nieuw leven krijgt. Voor vier materialen bestond in 2012 meer dan een kwart uit gerecycled materiaal: wolfraam (42 procent), koper (30 procent), platinagroepmetalen (30 procent) en antimoon (28 procent). Verder zaten vijf materialen tussen de 10 en 25 procent: kobalt (22 procent), aluminium (21 procent), fosfaaterts (17 procent), nikkel (16 procent) en tantaal (13 procent). Voor elf materialen was het percentage hoger dan 0 procent, maar lager dan 10 procent; 9 materialen werden niet gerecycled of konden niet worden gerecycled.