Auteur(s): Nieke Aerts, Timon Bohn, Sarah Creemers, Shalane Pijnenburg, Pascal Ramaekers en Khee Fung Wong, Roger Voncken (redactie)
Nederlandse afhankelijkheid van kritieke materialen

4. Landen van herkomst

Importwaarde

In 2024 was Noorwegen de belangrijkste leverancier (hier gaat het om landen van herkomst en niet per definitie om productielanden3)) van kritieke materialen voor Nederland. Hierbij gaan we in eerste instantie uit van importwaarde inclusief quasi-doorvoer. De hoge positie van Noorwegen was in grote mate te danken aan aluminium (aandeel van 73 procent) en in mindere mate nikkel (17 procent). De grote invloed van aluminium op de importcijfers zien we ook terug bij de tweede leverancier voor Nederland, IJsland, waarbij de waarde van de import uit dat land voor maar liefst 95 procent aluminium betrof. Het derde herkomstland van kritieke materialen was Duitsland en naast aluminium ging het hier om een aanzienlijke importwaarde van koper. Op plek vier en vijf stonden de VS en Australië; respectievelijk 72 en 86 procent van de importwaarde betrof ingevoerde cokeskolen.

China stond op plek 6 en is het enige land in de top 10 waarbij de import in mindere mate bestond uit de meest voorkomende materialen (aluminium, cokeskolen, nikkel of koper) en juist bestond uit andere grondstoffen. In 2024 haalde Nederland voor 1,2 miljard euro aan kritieke materialen uit China en dat betrof 23 procent magnesium, 15 procent mangaan en 12 procent aluminium. Daarna volgden koper, titanium, silicium (elk 5 procent) en kobalt (4 procent). Hoewel de invoerwaarde van deze kritieke grondstoffen relatief klein is, kunnen ze toch van cruciaal belang zijn en bottlenecks veroorzaken. De top 10 van leveranciers werd verder aangevuld door België, Canada (in de eerste plaats aluminium), Rusland (in de eerste plaats nikkel) en Zuid-Afrika (in de eerste plaats koper).

4.1 Top 10 leveranciers kritieke materialen, importwaarde incl. quasi-doorvoer, 2024
 Aluminium (mld euro)Cokeskolen (mld euro)Nikkel (mld euro)Koper (mld euro)Overig (mld euro)
Noorwegen2,60,00,60,00,4
IJsland2,10,00,00,00,1
Duitsland0,80,00,10,50,5
VS0,11,10,00,10,2
Australië0,01,20,10,00,0
China0,10,10,00,10,9
België0,30,00,00,20,4
Canada0,30,20,20,00,1
Rusland0,10,00,30,20,2
Zuid-Afrika0,20,00,10,20,1

Traditioneel stroomt quasi-doorvoer vooral van niet-EU-landen via Nederland naar EU-landen (CBS, 2024d).  Dat zien we impliciet ook terug in figuur 4.2, waar de importwaarde exclusief quasi-doorvoer wordt getoond. Zo is Duitsland (EU) nu plots de belangrijkste leverancier voor Nederland in plaats van Noorwegen (niet-EU). Noors aluminium dat aankomt in Nederland is voor een groot deel quasi-doorvoer, terwijl de import uit Duitsland in beperkte mate wordt doorgevoerd in buitenlands eigendom. Exclusief quasi-doorvoer valt Noorwegen daarmee terug naar de tweede positie in de rangschikking van grootste leveranciers. IJsland, waarbij ongeveer de helft van het aluminium quasi-doorvoer was, stond in 2024 op plek 3.

Net als bij Duitsland maakte quasi-doorvoer geen groot deel uit van de import uit België; daarom klom ook dit buurland in de rangschikking exclusief quasi-doorvoer: van zeven naar vier. Voor cokeskolen gold, net als voor aluminium, dat relatief veel werd doorgevoerd in buitenlands eigendom; daardoor zakten de VS en Australië in de rangschikking. China was ook in deze rangschikking de zesde leverancier voor Nederland. De samenstelling van de import uit China veranderde niet heel sterk na uitsluiting van de quasi-doorvoer. Mangaan, magnesium (elk 15 procent) en aluminium (14 procent) bleven ook nu de belangrijkste producten in termen van importwaarde.

4.2 Top 10 leveranciers kritieke materialen, importwaarde excl. quasi-doorvoer, 2024
 Aluminium (mld euro)Cokeskolen (mld euro)Nikkel (mld euro)Koper (mld euro)Overig (mld euro)
Duitsland0,80,00,10,50,4
Noorwegen0,70,00,30,00,1
IJsland1,00,00,00,00,0
België0,30,00,00,20,4
VS0,00,40,00,00,2
China0,10,00,00,00,4
Australië0,00,40,10,00,0
Frankrijk0,20,00,10,10,1
Canada0,30,10,00,00,0
Zuid-Afrika0,10,00,10,10,1

Importgewicht

Kijken we naar importgewicht in plaats van naar importwaarde dan is het rijtje topleveranciers heel anders qua volgorde. De VS en Australië gingen in 2024 ferm aan kop door de invoer van enorme hoeveelheden cokeskolen. Uit de VS haalde Nederland in 2024 ruim 5 miljard kg cokeskolen en uit Australië was dat maar liefst 5,5 miljard kg. Cokeskolen is een relatief goedkoop materiaal waardoor de importwaarde ervan – in figuur 4.1 en 4.2 – wat minder opviel dan het importgewicht in figuur 4.3 en 4.4. Op grote afstand van Australië en de VS volgden Noorwegen (met name aluminium), China (diverse materialen), Canada (ook hier cokeskolen) en IJsland (vrijwel alleen aluminium).

4.3 Top 10 leveranciers kritieke materialen, importgewicht incl. quasi-doorvoer, 2024
 Cokeskolen (mld kg)Aluminium (mld kg)Fosfaaterts (mld kg)Magnesium (mld kg)Overig (mld kg)
Australië5,50,00,00,00,0
VS5,10,00,00,00,1
Noorwegen0,01,00,00,10,3
China0,20,10,00,30,4
Canada0,80,10,00,00,1
IJsland0,00,80,00,00,1
Duitsland0,00,50,10,10,3
België0,00,10,20,00,4
Rusland0,00,00,20,00,2
Jamaica0,00,30,00,00,0

Figuur 4.4 toont de importgewichten exclusief quasi-doorvoer en ook hier zien we de VS en Australië domineren als grootste leveranciers. De verschillen met de andere landen zijn nu kleiner, omdat circa 60 procent van de geïmporteerde cokeskolen quasi-doorvoer betrof. Zoals we eerder zagen bij de importwaarde zijn de buurlanden belangrijker na uitsluiting van quasi-doorvoer. België klimt in de rangschikking van acht naar drie en Duitsland van zeven naar vier. China zakt van vier naar zes en Rusland blijft op een negende plek staan.

4.4 Top 10 leveranciers kritieke materialen, importgewicht excl. quasi-doorvoer, 2024
 Cokeskolen (mld kg)Aluminium (mld kg)Fosfaaterts (mld kg)Magnesium (mld kg)Overig (mld kg)
VS1,90,00,00,00,1
Australië1,90,00,00,00,0
België0,00,10,20,20,2
Duitsland0,00,40,10,10,2
Canada0,40,10,00,00,0
China0,10,10,00,20,2
Noorwegen0,00,30,00,10,1
IJsland0,00,40,00,00,0
Rusland0,00,00,20,00,2
Jamaica0,00,30,00,00,0

Importprijs

Dat cokeskolen relatief goedkoop is, zien we terug in figuur 4.5 waarbij de invoer uit de grootste landen van herkomst is uitgedrukt in een gemiddelde prijs per kilogram invoer. Uit de VS en Australië wordt met name cokeskolen gehaald, wat direct doorwerkt in het gemiddelde. De invoerprijs van materialen uit de VS lag in 2024 op 32 eurocent per kg en uit Australië op 29 eurocent. Dat was circa 8 keer goedkoper dan uit Noorwegen, IJsland en Duitsland, van waaruit Nederland vooral het veel duurdere aluminium invoert. China zit daar ongeveer tussenin qua invoerprijs. De prijs van de import uit Rusland is een stuk lager zonder dan met quasi-doorvoer, omdat Nederland relatief veel relatief dure nikkel doorvoert.

4.5 Gemiddelde prijs bij de invoer, belangrijkste herkomstlanden, 2024
 Met quasi-doorvoer (euro)Zonder quasi-doorvoer (euro)
Noorwegen2,612,48
IJsland2,472,46
Duitsland2,152,33
VS0,290,32
Australië0,260,29
China1,191,24
België1,181,15
Canada0,850,82
Rusland1,700,86

Meer in detail

Tabel 4.6 geeft een totaaloverzicht van de geografische samenstelling van de Nederlandse importwaarde van kritieke materialen op materiaalniveau. De belangrijkste bevindingen hierbij zijn:

Belangrijkste leveranciers.

China was, inclusief quasi-doorvoer, het vaakst de grootste leverancier voor de Nederlandse import in 2024, namelijk 8 keer (bariet, bismut, kobalt, magnesium, mangaan, strontium, tantaal en vloeispaat). Daarna volgden Duitsland met 6 noteringen en Noorwegen met 4 noteringen. Exclusief quasi-doorvoer daalt China naar 5 noteringen en stijgt Duitsland juist naar 10 noteringen als grootste leverancier. Noorwegen is in dit geval nog maar één keer de grootste leverancier. Een belangrijke nuance bij deze cijfers is dat het hier gaat om landen van herkomst (waar het materiaal het laatst geweest is) en niet om landen van oorsprong (waar het materiaal geproduceerd is). Dat verklaart de hoge noteringen van Duitsland en België, landen waar nauwelijks kritieke materialen geproduceerd worden. Een studie van de Europese Commissie (2024) wijst erop dat China (voor de EU als geheel) ook de grootste leverancier is voor gallium, germanium, grafiet, wolfraam, vanadium en zeldzame aardmetalen. Daarmee kan China voor maar liefst 14 van 32 kritieke materialen worden gezien als de grootste leverancier. In hoofdstuk 9 van deze publicatie kijken we naar de rol van China in de productie, voorraden en verwerking van de afzonderlijke kritieke materialen.

Aandeel van de EU

Eerder zagen we al dat Nederland voor de totale aanvoer van kritieke materialen sterk afhankelijk is van landen van buiten de EU en dat is ook te zien op materiaalniveau. De totale waarde van de import van kritieke materialen kwam voor 77 procent uit niet-EU-landen (64 procent exclusief quasi-doorvoer) en voor het importgewicht was dat zelfs 87 procent (77 procent exclusief quasi-doorvoer). Ook hier geldt weer dat de percentages hoger zouden liggen als we cijfers over landen van oorsprong konden gebruiken in plaats van landen van herkomst. Een niet-EU-aandeel van 50 procent of hoger (Lemmers et al., 2023b) wordt vaak gezien als risicovol voor de EU (zeker bij een hoge importconcentratie, zie het volgende punt). In tabel 4.6 is te zien dat, inclusief quasi-doorvoer, voor maar liefst 30 van 32 kritieke materialen geldt dat de import uit niet-EU-landen afkomstig is. Exclusief quasi-doorvoer neemt dit aantal af tot 24.

Importconcentratie

Een ander aspect van importafhankelijkheid is de mate van importconcentratie. In hoeverre is een kritiek materiaal afkomstig van een gering aantal herkomstlanden. De Herfindahl-Hirschman Index (HHI) is de kwadratensom van de aandelen van alle herkomstlanden in de Nederlandse import van een kritiek materiaal en geeft de concentratiegraad weer als een getal tussen 0 (totale spreiding import) en 1 (alles komt uit een land). Algemeen wordt een HHI van boven de 0,25 (Lemmers et al., 2023b) gezien als risicovol voor de EU (zeker bij een hoog niet-EU-aandeel, zie het vorige punt). In tabel 4.6 lag de HHI, inclusief quasi-doorvoer, in 8 gevallen boven deze drempel en zonder doorvoer is dat 6 keer het geval. In hoofdstuk 9 gaan we verder in op het begrip geografische concentratie en dan gaat het over productie, actieve voorraden en verwerking van kritieke materialen.

EU-aandeel en importconcentratie samen

Door het combineren van de drempelwaarden voor de afkomst en concentratie van de Nederlandse import ontstaat er meer informatie over importrisico’s. Immers, een hoge importconcentratie is problematischer indien deze betrekking heeft op niet-EU-landen dan op EU-landen. Uit tabel 4.6 valt te halen dat, inclusief quasi-doorvoer, de genoemde drempelwaarden 8 keer dubbel werden overschreden (niet-EU meer dan 50 procent en HHI hoger dan 0,25). Dat geldt voor bariet (54 procent uit China), bismut (50 procent uit China), cokeskolen (48 procent uit Australië), helium (67 procent uit Qatar), lithium (59 procent uit Chili), magnesium (69 procent uit China), niobium (83 procent uit Brazilië) en veldspaat (43 procent uit Noorwegen). Exclusief quasi-doorvoer waren er 6 dubbele overschrijdingen van de drempelwaarden te noteren: boraat (40 procent uit Turkije), cokeskolen (43 procent uit Australië), lithium (66 procent uit Chili), magnesium (70 procent uit China), niobium (66 procent uit Brazilië) en veldspaat (49 procent uit Turkije).

Hierbij is het goed om te herhalen dat de importafhankelijkheden groter zijn als er data ten aanzien van de landen van oorsprong kunnen worden gebruikt. De komende hoofdstukken gaan deze tekortkoming voor een belangrijk deel opvangen met een blik op de import van producten met kritieke materialen (hoofdstuk 5), door het uitfilteren van zowel quasi-doorvoer als wederuitvoer (hoofdstuk 6) en door het bekijken van indirecte afhankelijkheden (hoofdstuk 7), voetafdrukken (hoofdstuk 8) en importafhankelijkheden op EU-niveau (hoofdstuk 9).

4.6. Geografische samenstelling import van kritieke materialen, 2024
Met quasi-doorvoer Zonder quasi-doorvoer
Materiaalniet-EUHHIPositie 1Aandeelniet-EUHHIPositie 1Aandeel
Aluminium79%0,14Noorwegen28%66%0,09IJsland18%
Antimoon88%0,12Thailand20%52%0,11Frankrijk20%
Arseen62%0,14VS21%56%0,16VS26%
Bariet88%0,35China54%79%0,23China33%
Beryllium70%0,20VS34%65%0,23VS41%
Bismut64%0,29China50%33%0,17België27%
Boraat80%0,21Turkije34%89%0,26Turkije40%
Cokeskolen100%0,40Australië48%99%0,37Australië43%
Fosfaaterts48%0,14België26%46%0,15België27%
Fosfor74%0,18Israël31%73%0,19Israël33%
Gallium59%0,20Duitsland30%80%0,24China39%
Germanium58%0,16Duitsland29%56%0,17Duitsland31%
Grafiet73%0,11Japan19%55%0,12Duitsland26%
Hafnium50%0,14Duitsland27%53%0,12Duitsland22%
Helium85%0,46Qatar67%46%0,20België32%
Kobalt71%0,15China34%60%0,18China38%
Koper55%0,08Duitsland18%43%0,10Duitsland23%
Lithium84%0,36Chili59%87%0,44Chili66%
Magnesium83%0,50China69%70%0,30China51%
Mangaan88%0,21China40%86%0,22China42%
Nikkel76%0,12Noorwegen25%81%0,12Noorwegen29%
Niobium99%0,71Brazilië83%95%0,50Brazilië66%
Platinagroep met.37%0,13Duitsland24%33%0,15Duitsland26%
Silicium metaal80%0,16Noorwegen36%52%0,08Duitsland15%
Strontium52%0,20China36%24%0,19België31%
Tantaal75%0,22China41%51%0,19Duitsland25%
Titanium73%0,09VK20%59%0,11VK21%
Vanadium75%0,15Zuid-Afrika27%65%0,15Brazilië28%
Veldspaat94%0,34Noorwegen43%92%0,34Turkije49%
Vloeispaat74%0,13China22%57%0,17Duitsland27%
Wolfraam66%0,13Vietnam26%39%0,11Duitsland25%
Zeld. aardm.50%0,10Duitsland19%38%0,10Duitsland23%
Bron: CBS

3) In deze publicatie wordt uitgegaan van het statistische concept ‘land van herkomst’ als het gaat om de Nederlandse import van kritieke materialen. Hiermee wordt het land bedoeld waar goederen het laatst geweest zijn voordat deze zijn ingevoerd door Nederland. Een ander concept, ‘land van oorsprong’, geeft een relevanter inhoudelijk beeld (dit zijn de landen waar de goederen geproduceerd zijn). Echter, de data van dit concept zijn niet betrouwbaar genoeg voor publicatie. De consequentie van de keuze voor ‘land van herkomst’ is dat de in de statistiek waargenomen Nederlandse import uit bijvoorbeeld onze buurlanden deels import uit niet-EU-landen betreft die via België of Duitsland Nederland binnenkomt. Het belang van de EU als leverancier van kritieke materialen voor Nederland is daarom in werkelijkheid (nog) minder groot dan blijkt uit de eerste hoofdstukken van deze publicatie. In hoofdstuk 9 wordt er om deze reden, naast de import, ook gekeken naar de productie en verwerking van kritieke materialen (met een geringe rol van de EU) en de importafhankelijkheid van de EU als geheel van niet-EU-landen.