Auteur(s): Nieke Aerts, Timon Bohn, Sarah Creemers, Shalane Pijnenburg, Pascal Ramaekers en Khee Fung Wong, Roger Voncken (redactie)
Nederlandse afhankelijkheid van kritieke materialen

3. Nederland historisch

De Nederlandse import van kritieke materialen had in 2024 een waarde van 22,3 miljard euro. Dat was 7 procent minder dan in 2023 en maar liefst 29 procent lager dan in 2022. De verschillen houden vooral verband met dalende prijzen. 2022 was een recordjaar voor het prijsniveau van veel producten. Het uitbreken van de oorlog in Oekraïne in februari 2022 en de daaropvolgende sancties voor Rusland zorgden voor ongekende prijsstijgingen in vrijwel alle productcategorieën (Creemers et al., 2023). In de periode mei tot september 2022 daalden de metaalprijzen juist sterk vanwege afnemende paniek, een sterke dollar (materialen uit de VS duurder) en afnemende Chinese vraag door lock-downmaatregelen (Burgering, 2022). Sindsdien zijn er geen grote schokken meer geweest. In maart 2025 was de prijs van transitiegrondstoffen 45 procent hoger dan het dal tijdens het uitbreken van de coronapandemie (maart 2020), maar nog steeds wel 55 procent lager dan de piek in maart 2022 (Burgering, 2025).

Vier materialen waren in 2024 verantwoordelijk voor maar liefst 78 procent van de Nederlandse importwaarde van kritieke materialen: aluminium (43 procent), cokeskolen, koper (elk 12 procent) en nikkel (11 procent). Deze materialen waren ook toonaangevend in de materiaalsamenstelling in alle voorgaande jaren. Zie figuur 3.1, waarbij gebruik is gemaakt van CBS-cijfers om zo de splitsing tussen reguliere import en quasi-doorvoer te kunnen maken (bij de Eurostatcijfers van hoofdstuk 2 is die splitsing er niet).

3.1 Nederlandse import kritieke materialen, importwaarde incl. quasi-doorvoer
 Aluminium (mld euro)Cokeskolen (mld euro)Koper (mld euro)Nikkel (mld euro)Overig (mld euro)
20023,20,40,90,81,5
200330,40,911,6
20043,40,61,41,32,1
20053,70,81,71,82,4
20065,70,93,23,32,4
20076,50,93,24,52,9
200861,22,82,63,9
20093,60,81,81,22,1
20105,31,32,62,73,2
20116,21,63,333,6
20125,51,42,62,23,6
20135,412,51,73,3
20146,31,221,93,3
20156,512,21,93,7
20166,11,12,31,33,5
20177,31,92,81,44
20188,21,93,11,84,5
20196,91,82,31,64,2
20205,81,12,11,53,6
20218,91,83,42,14,5
202213,14,33,73,47,1
202310,22,82,735,2
20249,52,62,72,55

Een groot deel van deze import betreft echter quasi-doorvoer: kritieke materialen die in Nederland aankomen en direct worden doorgevoerd naar het buitenland en – in tegenstelling tot wederuitvoer – niet (tijdelijk) in Nederlands eigendom komen, maar in buitenlands eigendom blijven. De Nederlandse verdiensten aan quasi-doorvoer zijn zeer beperkt, gemiddeld 1,3 eurocent per euro exportwaarde (CBS, 2021). Indirect kan Nederland toch baat hebben bij deze doorvoerstromen, bijvoorbeeld wanneer materialen in Duitsland worden verwerkt tot halffabricaten of eindproducten waar Nederland in een latere fase economisch van profiteert. Zo voert Nederland heel veel aluminium in buitenlands eigendom door naar Duitsland, is Duitsland een belangrijke verwerker van aluminium (Bastein et al., 2024) en is dat land bovendien de belangrijkste leverancier voor Nederland van producten met aluminium, zie hoofdstuk 5.

Exclusief quasi-doorvoer kwam de import in 2024 uit op 12,5 miljard euro en dat betekent dat maar liefst 44 procent van de Nederlandse importwaarde quasi-doorvoer betreft, zie figuur 3.2. Ook bij de import exclusief quasi-doorvoer zijn aluminium (44 procent), koper (17 procent), nikkel (8 procent) en cokeskolen (7 procent) toonaangevend.

3.2 Nederlandse import kritieke materialen, importwaarde excl. quasi-doorvoer
 Aluminium (mld euro)Cokeskolen (mld euro)Koper (mld euro)Nikkel (mld euro)Overig (mld euro)
20021,90,30,60,51
20031,80,30,60,61
20041,80,40,80,81,2
200520,5111,4
20063,20,51,71,11,4
20073,70,41,91,61,6
20083,10,61,10,72,1
200920,40,80,41,3
20102,80,61,10,81,8
20113,40,71,60,92
20123,20,61,30,72
20133,10,51,20,51,8
20143,70,510,61,8
20153,60,41,10,51,8
20163,30,410,41,8
20173,70,71,20,41,8
201840,71,40,62
20193,60,61,40,62,1
20203,20,41,30,51,9
20214,90,61,70,72,4
20227,51,52,31,64
20235,91,11,91,42,9
20245,50,92,11,12,9

Importgewichten

Prijsontwikkelingen spelen, zoals eerder geduid voor het jaar 2022, een grote rol in de ontwikkelingen van de importwaarde van kritieke materialen. Kijken we alleen naar het importgewicht dan zien we de eerder getoonde groeiende trend (bij de importwaarde) sterk afvlakken, zie figuur 3.3. Waar de importwaarde in 2024 nog ruim drie keer groter was dan in 2002, in termen van importgewicht was dat slechts 39 procent. Het importgewicht was in 2024 7 procent kleiner dan in 2022. Dat betekent dat bij benadering driekwart van de daling in importwaarde sinds 2022 aan prijsdaling is toe te schrijven, en een kwart aan volumekrimp (de grondstofsamenstelling bleef stabiel). Tussen 2023 en 2024 nam het importvolume zelfs met 3 procent toe.

Cokeskolen had een aandeel van maar liefst 55 procent in de totale import van kritieke materialen in 2024 en aluminium 22 procent. Op grote afstand volgden twee nieuwe namen: fosfaaterts (4 procent) en magnesium (3 procent). Deze top 4 verklaarde samen maar liefst 84 procent van het totale importgewicht van kritieke materialen in 2024.

3.3 Nederlandse import kritieke materialen, importgewicht incl. quasi-doorvoer
 Aluminium (mld kg)Cokeskolen (mld kg)Fosfaaterts (mld kg)Magnesium (mld kg)Overig (mld kg)
20022,6657,2971,2990,8213,13
20032,8147,7971,6531,0493,363
20043,188,8551,5511,2713,567
20053,38410,1591,5321,1673,856
20063,6119,3411,8161,163,546
20074,3538,6371,9061,3074
20084,2349,2371,6211,3053,893
20093,0536,2451,3060,7812,662
20104,1829,0881,6431,2273,672
20114,5698,7511,7061,0434,062
20123,9398,3981,8220,8763,746
20134,3278,7921,6490,743,697
20144,88911,8051,9770,9773,768
20154,51310,6961,0480,823,398
20164,78711,5910,9070,8693,281
20175,19512,071,1570,9593,444
20185,42611,8181,1570,9753,654
20195,15812,0241,0990,8053,558
20204,39210,0261,130,7563,215
20215,37111,1161,130,7173,631
20225,32111,730,8881,1323,783
20234,70511,2370,8680,6483,235
20244,56311,7510,9280,6783,292

Net als bij de importwaarde is quasi-doorvoer ook het importgewicht belangrijk. Het importgewicht bedroeg in 2024 inclusief quasi-doorvoer 21,2 miljard kg en 10,9 miljard kg exclusief quasi-doorvoer. Daarmee was 49 procent van het totale importgewicht doorvoer in buitenlands eigendom, een iets hoger percentage dan bij de importwaarde. De top 3 exclusief quasi-doorvoer bestaat ook nu uit cokeskolen (41 procent), aluminium (26 procent) en fosfaaterts (8 procent). Maar de nummer vier is nieuw: fosfor met een aandeel van 5 procent in 2024. De top 4 is daarmee samen goed voor 80 procent van het totale importgewicht exclusief quasi-doorvoer.

3.4 Nederlandse import kritieke materialen, importgewicht excl. quasi-doorvoer
 Aluminium (mld kg)Cokeskolen (mld kg)Fosfaaterts (mld kg)Fosfor (mld kg)Overig (mld kg)
20021,84,81,20,82
20031,94,61,50,72,2
200425,61,30,62,6
2005251,40,72,6
20062,24,71,70,62,2
20072,8054,7061,6850,6782,633
20082,3524,5421,5290,7942,42
20091,7773,1331,270,3622,011
20102,3124,7651,5370,5932,416
20112,8174,5151,6210,6062,758
20122,514,2161,7390,5642,472
20132,7064,161,5960,3582,527
20143,0894,9531,9270,3452,74
20152,4724,430,9760,3192,032
20162,3824,6860,8590,3231,893
20172,4325,391,1040,3171,994
20182,5244,7951,0920,2992,107
20192,4164,5441,0510,3341,958
20202,2224,0491,0820,4081,819
20212,6014,2171,1010,3561,987
20223,1064,530,8570,3292,893
20232,7974,3820,8460,4252,138
20242,8034,4590,9010,5092,236

Aandeel quasi-doorvoer

We hebben gezien dat quasi-doorvoer een grote rol speelt in de Nederlandse import van kritieke materialen. Figuur 3.5 laat het aandeel van deze grote handelsstroom door de tijd zien. Zeker voor het importgewicht was er een forse toename, van 30 procent in 2002 tot 49 procent in 2024. Opvallend is dat het aandeel van de doorvoer in de importwaarde tot 2015 elk jaar hoger lag dan bij het importgewicht, maar sindsdien is de doorvoer dominanter geworden bij het importgewicht. Dit heeft te maken met een groeiende doorvoer van (relatief goedkope) cokeskolen in buitenlands eigendom in de laatste jaren, van 6,3 miljard kg in 2015 tot 7,3 miljard kg in 2024. De reguliere import van cokeskolen bleef in die periode constant.

3.5 Aandeel van quasi-doorvoer bij de import van kritieke materialen
 Waarde (%)Gewicht (%)
200237,230,5
200339,634
20044333,9
200543,941,9
200649,441,7
200748,738,1
200853,342,6
200948,239,1
201053,241,3
201151,338,8
201249,338,8
201349,140,9
201447,544,3
201550,350
201652,352,7
201754,650,8
201854,653
201950,654,5
202047,950,9
202150,153,3
202246,348,7
20234548,8
202443,748,6

Importprijs

Een ander interessant macrocijfer dat is af te leiden uit de vorige figuren is de gemiddelde importprijs per kilogram. Het is eenvoudigweg de importwaarde gedeeld door het importgewicht. Hier zien we dat de importprijs met en zonder quasi-doorvoer zeer goed vergelijkbaar is, zeker sinds 2014. De gemiddelde prijs van kritieke materialen is, exclusief quasi-doorvoer, bijna verdrievoudigd van 0,41 euro in 2002 tot 1,15 euro per kg in 2024. Dit lijkt laag gezien het grote belang van kritieke materialen, maar dat komt doordat relatief laagwaardig bulkmateriaal, zoals cokeskolen, massaal wordt ingevoerd. Zeer dure kritieke materialen worden juist in kleinere volumes ingevoerd en beïnvloeden zo het gemiddelde nauwelijks. Hoofdstuk 9 van deze publicatie gaat uitvoerig in op de grote prijsverschillen tussen de verschillende kritieke materialen.

3.6 Importprijs kritieke materialen per kilogram
 Zonder quasi-doorvoer (euro)Met quasi-doorvoer (euro)
20020,410,45
20030,380,42
20040,410,47
20050,50,52
20060,690,8
20070,740,89
20080,660,82
20090,580,68
20100,610,77
20110,690,87
20120,680,82
20130,620,72
20140,590,63
20150,740,74
20160,670,67
20170,70,76
20180,810,84
20190,810,74
20200,760,72
202110,93
20221,451,38
20231,251,16
20241,151,05