Auteur: Rianne Kloosterman, Math Akkermans, Maartje Tummers-van der Aa, Marleen Wingen, Carin Reep
Welzijn en stress bij jongeren in coronatijd

3. Stress

Een veelgehoord geluid in de media en in de samenleving is dat veel jongeren stress hebben. Recent CBS-onderzoek laat zien dat in de afgelopen jaren de ervaren onrust bij jongeren tussen de 12 en 25 jaar vrijwel overeenkomt met die van 25-plussers (Reep en Hupkens, 2021)7). Hoewel het hier gaat om onrustgevoelens en niet direct om stress, kunnen de uitkomsten gezien worden als een indicator hiervoor. Door de coronacrisis is de ervaren onrust toegenomen, en vooral jongvolwassenen lijken hier meer last van te hebben (zie paragraaf 6.4 voor meer informatie).
Onderzoek van het Trimbos-instituut laat zien dat jongeren in het voortgezet onderwijs (tussen de 12 en 16 jaar) duidelijk de meeste stress van huiswerk of school ervaren (Kleinjan, Pieper, Stevens, Van de Klundert, Rombouts, Boer en Lammers, 2020). Ook een meerderheid van de studenten in het hoger onderwijs geeft aan veel of heel veel stress te ervaren. Ook hier blijkt de belangrijkste stressbron de studie zelf (RIVM, Trimbos-instituut en GGD GHOR Nederland, 2021). Landelijke cijfers over de achtergronden van stress onder jongeren zijn verder beperkt, zeker als het gaat om jongvolwassenen. In dit hoofdstuk worden meer cijfers hierover gepresenteerd. Eerst wordt in paragraaf 3.1 beschreven van welke van de onderzochte stressoren (school/studie, werk, geldzaken, relaties met vrienden en ouders, omgang met sociale media, toekomstverwachtingen, et cetera) jongeren vaker of minder vaak stress hebben. Daarna worden de afzonderlijke stressoren in detail beschreven, met uitsplitsingen naar onder andere leeftijd, geslacht en het niveau van het onderwijs dat men volgt (paragrafen 3.2 tot en met 3.14). Afgesloten wordt met een totaalbeeld van de stress bij jongeren (3.15) en een paragraaf over de last en klachten die jongeren hebben van hun stressgevoelens (3.16).

3.1 Stress bij jongeren

Druk leven, school en toekomst belangrijkste stressoren
Jongeren tussen de 12 en 25 jaar ervaren het vaakst stress van hun drukke leven en van hun school of studie8). Ook over hun toekomst maken veel jongeren zich weleens druk. Tieners hebben naar verhouding vaker stress van school of studie, jongvolwassenen vaker van een te druk leven en hun toekomst. Het zoeken naar werk maar bijvoorbeeld ook sociale media zijn voor jongeren minder belangrijke stressoren.

3.1.1 Stressoren voor jongeren, 2021
 Vaak (% jongeren)Regelmatig (% jongeren)Soms (% jongeren)Nooit (% jongeren)
Te veel dingen die ik moet doen / druk leven18,721,747,012,5
School of studie20,119,930,429,7
Mijn toekomst17,319,137,226,4
Mijn uiterlijk7,911,438,642,2
Geldzaken9,98,623,757,7
Relatie met mijn ouder(s)/verzorger(s)4,47,125,463,0
Mijn werk of bijbaan3,86,821,767,8
Vrienden2,87,535,054,8
Social media2,85,423,168,6
Het zoeken naar werk2,41,83,092,8

3.2 Stress over school of studie

School of studie belangrijke stressfactor voor jongeren
Een kwart van de leerlingen en studenten tussen de 12 en 25 jaar heeft vaak stress door school of studie. Eveneens een kwart heeft deze stress regelmatig. Oudere leerlingen en studenten geven dit vaker aan dan jongere. Vooral jonge vrouwen hebben relatief vaak studie- of schoolstress. Ook het Peilstationsonderzoek 2019 van het Trimbos-instituut liet zien dat school en huiswerk een belangrijke stressor vormen voor jongeren; 27 procent van de 12- tot 17-jarige jongeren in het voortgezet onderwijs gaf aan hier altijd of vaak stress van te ervaren (Kleinjan et al., 2020).

3.2.1 Stress over school of studie, 2021
 Vaak (% leerlingen / studenten)Regelmatig (% leerlingen / studenten)Soms (% leerlingen / studenten)Nooit (% leerlingen / studenten)
Totaal jongeren (12 tot 25 jaar)25,425,238,411,0
12 en 13 jaar12,317,050,819,9
14 en 15 jaar23,826,240,010,0
16 en 17 jaar27,824,636,611,0
18 tot 21 jaar26,727,337,09,0
21 tot 25 jaar32,928,531,27,4
Tieners (12 tot 18 jaar)21,722,842,113,4
Jongvolwassenen (18 tot 25 jaar)29,527,934,38,2
Tienerjongens14,220,149,116,5
Tienermeisjes29,425,634,810,2
Jonge mannen23,127,737,311,9
Jonge vrouwen36,428,131,24,3

Vaker school- of studiestress op hogere onderwijsniveaus
Het percentage dat vaak of regelmatig school- of studiestress heeft is groter op de hogere onderwijsniveaus9). Dit geldt zowel in het voortgezet onderwijs als in het middelbaarberoeps- en hoger onderwijs. Deze verschillen in stress naar onderwijsniveau blijven bestaan wanneer rekening gehouden wordt met leeftijdsverschillen tussen scholieren/studenten van deze onderwijsniveaus.

3.2.2 Stress over school of studie naar onderwijs dat men volgt, 2021
   Vaak (% leerlingen / studenten)Regelmatig (% leerlingen / studenten)Soms (% leerlingen / studenten)Nooit (% leerlingen / studenten)
12 tot 17 jaarVoortgezet onderwijs
12 tot 17 jaarVmbo basis-/ kaderberoeps13,820,547,718
12 tot 17 jaarVmbo gemengd/ theoretisch23,320,344,611,8
12 tot 17 jaarHavo29,727,236,86,2
12 tot 17 jaarVwo24,828,838,77,7
18 tot 22 jaarMiddelbaarberoeps- of hoger onderwijs
18 tot 22 jaarMbo18,726,340,914
18 tot 22 jaarHbo30,128,536,35
18 tot 22 jaarWo32,229,333,74,9

Hoe meer tijd besteed aan huiswerk of studie, hoe meer stress
Jongeren die gemiddeld meer uren per week aan huiswerk en studie besteden, geven relatief vaak aan school- of studiestress te hebben. Bijna 40 procent van de jongeren die 15 uur per week of meer in de week aan huiswerk of studie spenderen, zegt vaak stress over school of studie te hebben, tegen 17 procent van de jongeren die hier minder dan 4 uur in de week mee bezig zijn (zie maatwerktabel). Op basis van dit onderzoek kan niet worden vastgesteld of jongeren door de hoeveelheid huiswerk meer stress krijgen of dat zij meer tijd aan huiswerk gaan besteden als zij veel stress hebben.

Streven naar goede cijfers belangrijke reden voor school- of studiestress
Goede cijfers of studieresultaten willen halen, is voor 56 procent van de leerlingen en studenten reden dat zij weleens school- of studiestress ervaren. Ook te veel huiswerk of lesstof wordt door een substantieel deel (35 procent) genoemd als reden voor school- of studiestress. Een kwart geeft aan weleens stress te hebben door achterstand op school of studievertraging en bij 21 procent spelen moeilijke vakken een rol.

3.2.3 Redenen voor school- of studiestress*, 2021
 Totaal (% leerlingen / studenten)
Goede cijfers / studieresultaten willen halen55,6
Te veel huiswerk of lesstof35,4
Achterstand op school / studievertraging24,5
Sommige vakken te moeilijk21,2
Twijfel over studiekeuze16,6
Iets anders12,4
Mijn ouders verwachten te veel van me8,2
Gepest0,7
Geen antwoord3,8
*Er waren bij deze vraag meerdere antwoorden mogelijk.
 

Er bestaan duidelijke verschillen naar onderwijsniveau. Vooral het streven naar goede cijfers en te veel huiswerk of lesstof zijn voor havisten en vwo’ers vaker stressredenen dan voor vmbo’ers. 
Ook in het middelbaarberoeps- en hoger onderwijs is het streven naar goede cijfers of studieresultaten een belangrijke reden voor school- of studiestress, vooral op de universiteit en het hbo. Te veel lesstof of huiswerk is voor wo-studenten relatief vaak een reden voor studiestress, terwijl studievertraging hen juist minder vaak stress bezorgt.

3.2.4 Redenen voor school- of studiestress* naar onderwijs dat men volgt, 2021
   Goede cijfers / studieresultaten willen halen (% leerlingen / studenten)Te veel huiswerk of lesstof (% leerlingen / studenten)Achterstand op school / studievertraging (% leerlingen / studenten)
12 tot 17 jaarVoortgezet onderwijs
12 tot 17 jaarVmbo basis-/ kaderberoeps45,427,714,7
12 tot 17 jaarVmbo gemengd/ theoretisch52,843,721,6
12 tot 17 jaarHavo64,555,130,4
12 tot 17 jaarVwo60,756,225,5
18 tot 22 jaarMiddelbaarberoeps- of hoger onderwijs
18 tot 22 jaarMbo44,921,725,6
18 tot 22 jaarHbo63,832,026,8
18 tot 22 jaarWo70,541,617,6
* Er waren bij deze vraag meerdere antwoorden mogelijk.

3.3 Stress over werk of bijbaan

Minder werkstress bij jongeren met bijbaan
Zeven procent van de 15- tot 25-jarige jongeren met betaald werk heeft vaak stress over hun werk of bijbaan; 13 procent ervaart deze stress regelmatig10)
Of het om werk of een bijbaan gaat, maakt verschil voor het ervaren van stress. Van de jongeren die onderwijs volgen en daarnaast een bijbaan hebben, geeft 4 procent aan vaak werkstress te hebben. Bij de jongeren die hun werk niet als bijbaan bestempelen en veelal ook geen onderwijs volgen, ligt dit percentage met 12 procent drie keer zo hoog. Dit is in lijn met de bevindingen van het Jaarrapport van de Jeugdmonitor 2021 (CBS, 2021b) waarin staat dat jonge werknemers die geen onderwijs volgen in 2020 dubbel zo vaak last hadden van psychische vermoeidheidsklachten door het werk als  scholieren of studenten: respectievelijk 20 tegen 10 procent. Ook gaven zij vaker aan een hoge werkdruk te ervaren. In het Peilstationsonderzoek 2019 (Kleinjan et al, 2020) zei 3 procent van de jongeren met een bijbaan hier altijd of vaak stress over te hebben. Het ging hier om 12- tot 17-jarige jongeren in het voortgezet onderwijs.

3.3.1 Stress over werk of bijbaan, 2021
 Vaak (% 15- tot 25-jarige jongeren met betaald werk)Regelmatig (% 15- tot 25-jarige jongeren met betaald werk)Soms (% 15- tot 25-jarige jongeren met betaald werk)Nooit (% 15- tot 25-jarige jongeren met betaald werk)
Totaal7,413,142,237,3
Werk is geen bijbaan11,519,446,622,5
Werk is een bijbaan3,77,438,150,9

Hoe meer uren werk, hoe meer stress
Het aantal uren dat gewerkt wordt is ook van belang voor de mate van werkstress: jongeren die meer uren werken hebben meer stress (zie maatwerktabel). De bevindingen uit andere publicaties zijn in lijn hiermee. Zo blijkt uit studies op de basis van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden dat werkgerelateerde vermoeidheid samenhangt met de arbeidsduur (CBS, 2021b; Bierings en Mol, 2012). Of jongeren een tijdelijk of vast contract hebben maakt nagenoeg geen verschil. Verder hebben jongeren met een contract voor een vast aantal uren relatief vaak werkstress. De werkstress is ook groter onder jongeren die op zoek zijn naar ander werk.

Werkstress vooral door te hoge eigen verwachtingen en angst om fouten te maken
Te hoge eigen verwachtingen en de angst om fouten te maken worden door jongeren met betaald werk met respectievelijk 27 en 24 procent het vaakst genoemd als reden voor werkstress. Vijftien procent zegt weleens werkstress te hebben als gevolg van hoge werkdruk door te veel of te moeilijk werk. Angst om de baan te verliezen, te hoge verwachtingen van de leidinggevende, en het niet goed kunnen vinden met de leidinggevende en/of sommige collega’s zijn voor ongeveer 5 procent weleens reden voor werkstress. Vrijwel niemand noemt pesten. Ruim 10 procent zegt dat er (nog) andere redenen zijn voor werkstress.

3.3.2 Redenen voor stress over werk of bijbaan*, 2021
 Totaal (% 15- tot 25-jarige jongeren met betaald werk)Werk is geen bijbaan (% 15- tot 25-jarige jongeren met betaald werk)Werk is een bijbaan (% 15- tot 25-jarige jongeren met betaald werk)
Verwacht te veel van mezelf26,636,517,5
Bang om fouten te maken23,928,619,6
Hoge werkdruk door te veel of te moeilijk werk14,623,16,8
Bang om baan te verliezen5,77,54,0
Leidinggevende verwacht te veel van me4,95,44,4
Kan het niet goed vinden met leidinggevende / sommige collega's4,85,64,0
Word gepest0,00,10,0
Iets anders13,114,212,1
*Er waren bij deze vraag meerdere antwoorden mogelijk.

7 procent jongeren met tijdelijk contract heeft stress uit angst voor baanverlies
De angst om het werk te verliezen is vaker een stressreden voor jongeren met een tijdelijk contract dan voor jongeren met een vast contract, namelijk 8 tegen 4 procent (zie maatwerktabel). Te hoge eigen verwachtingen, hoge werkdruk, de angst om fouten te maken, en de angst om het werk te verliezen worden vaker als reden voor werkstress genoemd door jongeren voor wie het werk geen bijbaan is en door jongeren met meer arbeidsuren. Jongeren met een vaste dienstrelatie zeggen vaker dat hoge werkdruk weleens voor werkstress zorgt dan jongeren met een tijdelijk dienstverband (19 tegen 13 procent). Verder is het percentage dat werkstress ervaart door hoge werkdruk, hoge eigen verwachtingen of de angst om fouten te maken groter bij jongeren met een vast aantal contracturen dan bij jongeren die deels vaste uren of een wisselend contract hebben.

3.4 Stress door het zoeken naar betaald werk

De zoektocht naar betaald werk levert ruim een kwart (27 procent) van de 15- tot 25-jarige jongeren die actief op zoek zijn naar (ander) werk vaak stress op; 21 procent heeft hier regelmatig stress van. Of jongeren nog onderwijs volgen maakt hierbij verschil: van de onderwijsvolgende jongeren zegt 23 procent dat de zoektocht naar betaald werk vaak stress oplevert, tegen 37 procent van de jongeren die geen onderwijs meer volgen.

3.4.1 Stress door het zoeken naar (ander) werk, 2021
 Vaak (% 15- tot 25-jarige jongeren die actief op zoek zijn naar (ander) werk)Regelmatig (% 15- tot 25-jarige jongeren die actief op zoek zijn naar (ander) werk)Soms (% 15- tot 25-jarige jongeren die actief op zoek zijn naar (ander) werk)Nooit (% 15- tot 25-jarige jongeren die actief op zoek zijn naar (ander) werk)
Totaal27,021,033,618,4
Volgt geen onderwijs37,322,829,310,6
Volgt onderwijs22,720,235,521,7

Jongeren tussen de 18 en 25 jaar zeggen twee keer zo vaak dan 12- tot 18-jarigen dat het zoeken naar (ander) betaald werk hen vaak stress oplevert, namelijk 31 tegen 15 procent. Tienermeisjes en jonge vrouwen hebben deze stress vaker dan tienerjongens en jonge mannen (33 tegen 21 procent) (zie maatwerktabel).

3.5 Stress over geldzaken

Jonge vrouwen vaker stress over geldzaken
Tien procent van de jongeren tussen de 12 en 25 jaar geeft aan vaak stress te hebben over geldzaken, zoals te weinig geld of (studie)schuld. Een vergelijkbaar deel (9 procent) heeft deze stress regelmatig. De stress over geldzaken neemt toe met leeftijd. Het percentage dat vaak stress hierover heeft is onder jongvolwassenen duidelijk hoger dan onder tieners (15 tegen 2 procent). Vooral jonge vrouwen hebben vaak stress over geldzaken (18 procent). 
Ook de woonsituatie speelt een rol: jongeren die bij hun ouders wonen hebben minder vaak stress over geld dan jongeren die uit huis zijn. En ook jongeren met betaald werk ervaren deze stress minder vaak. Het onderwijsniveau van jongeren speelt nauwelijks een rol (zie maatwerktabel).

3.5.1 Stress over geldzaken, 2021
 Vaak (% jongeren)Regelmatig (% jongeren)Soms (% jongeren)Nooit (% jongeren)
Totaal jongeren (12 tot 25 jaar)9,98,623,757,7
12 en 13 jaar0,31,97,590,3
14 en 15 jaar2,22,11481,7
16 en 17 jaar4,45,120,569,9
18 tot 21 jaar10,711,43047,8
21 tot 25 jaar18,513,330,637,7
Tieners (12 tot 18 jaar)2,53,214,579,9
Jongvolwassenen (18 tot 25 jaar)15,212,530,441,9
Tienerjongens2,23,012,782,2
Tienermeisjes2,83,416,377,5
Jonge mannen12,210,828,648,4
Jonge vrouwen18,314,332,235,3

Vooral jongvolwassenen stress over te weinig geld en schulden
Een vijfde van de jongeren geeft aan weleens stress te hebben door te weinig geld voor persoonlijke dingen zoals kleding, uitgaan of smartphone. Jongvolwassenen zeggen dit vaker dan tieners, namelijk 26 tegen 11 procent. Ook te weinig geld hebben voor vaste uitgaven, een studieschuld of een andere lening of geldschuld is voor hen vaker reden voor stress.

3.5.2 Redenen voor stress over geldzaken*, 2021
 Totaal (% jongeren)12 tot 18 jaar (% jongeren)18 tot 25 jaar (% jongeren)
Te weinig geld voor persoonlijke uitgaven20,011,526,1
Studieschuld12,40,520,9
Te weinig geld voor vaste uitgaven7,61,012,4
Andere lening of geldschuld2,70,54,2
Iets anders11,06,114,6
*Er waren bij deze vraag meerdere antwoorden mogelijk.

Bijna een derde van de mbo’ers zegt weleens stress te hebben over geldzaken door te weinig geld voor persoonlijke zaken, tegen 19 procent van de wo’ers (zie maatwerktabel). Wo’ers hebben relatief vaak weleens stress vanwege hun studieschuld; 31 procent van hen geeft dit aan tegen 23 procent van de hbo’ers en 9 procent van de mbo’ers.

3.6 Stress over vrienden

Een op de tien jongeren vaak of regelmatig stress over vrienden
Ruim 10 procent van de jongeren tussen de 12 en 25 jaar heeft vaak (3 procent) of regelmatig (8 procent) stress over vrienden. Jongvolwassenen hebben hier in vrijwel gelijke mate vaak last van als tieners. Tienermeisjes ervaren deze stress vaker dan tienerjongens. Bij de jongvolwassenen is het verschil naar geslacht minder groot.

3.6.1 Stress over vrienden, 2021
 Vaak (% jongeren)Regelmatig (% jongeren)Soms (% jongeren)Nooit (% jongeren)
Totaal jongeren (12 tot 25 jaar)2,87,535,054,8
12 en 13 jaar2,05,426,566,0
14 en 15 jaar3,25,935,055,9
16 en 17 jaar2,28,833,755,3
18 tot 21 jaar3,57,438,051,0
21 tot 25 jaar2,68,436,752,3
Tieners (12 tot 18 jaar)2,56,831,958,8
Jongvolwassenen (18 tot 25 jaar)3,08,037,251,8
Tienerjongens1,34,324,969,5
Tienermeisjes3,79,539,247,7
Jonge mannen2,77,432,957,0
Jonge vrouwen3,28,741,746,4

Vooral jongeren op hogere onderwijsniveaus stress over vrienden
In het voortgezet onderwijs geven vwo’ers het meest aan weleens stress te hebben over vrienden. In  het middelbaarberoeps- en hoger onderwijs zijn het de wo’ers die dit het meest aangeven.

3.6.2 Stress over vrienden naar onderwijs dat men volgt, 2021
   Vaak (% jongeren)Regelmatig (% jongeren)Soms (% jongeren)Nooit (% jongeren)
12 tot 17 jaarVoortgezet onderwijs
12 tot 17 jaarVmbo basis-/ kaderberoeps3,06,028,862,2
12 tot 17 jaarVmbo gemengd/ theoretisch1,95,829,962,5
12 tot 17 jaarHavo2,65,232,559,7
12 tot 17 jaarVwo2,77,835,154,5
18 tot 22 jaarMiddelbaarberoeps- of hoger onderwijs
18 tot 22 jaarMbo3,96,035,454,7
18 tot 22 jaarHbo3,87,838,250,2
18 tot 22 jaarWo2,811,442,343,5

Stress over vrienden vooral door het weinig zien of spreken
Bijna een kwart van de jongeren zegt weleens stress te hebben doordat zij vrienden weinig zien of spreken. Hierbij zullen de coronacrisis en de getroffen maatregelen wellicht een rol spelen. 
Jongvolwassenen noemen het weinig zien of spreken van vrienden vaker als stressreden dan tieners (28 tegen 18 procent); met name jonge vrouwen noemen deze reden vaak (32 procent). Ook het hebben van weinig goede vrienden wordt door jongvolwassenen vaker genoemd. Voor tieners daarentegen is ruzie met vrienden vaker een reden voor stress, vooral voor tienermeisjes (8 procent). Ook geven tienermeisjes relatief vaak aan weleens stress over vrienden te hebben doordat zij zich buitengesloten voelen (9 procent) (zie maatwerktabel).

3.6.3 Redenen voor stress over vrienden*, 2021
 Totaal (% jongeren)12 tot 18 jaar (% jongeren)18 tot 25 jaar (% jongeren)
Spreek of zie mijn vrienden weinig23,617,628,1
Geen of weinig goede vrienden8,17,18,9
Voel me buitengesloten5,35,75,1
Geen of weinig vrienden5,14,35,7
Ruzie met vrienden4,05,72,8
Iets anders11,011,510,7
*Er waren bij deze vraag meerdere antwoorden mogelijk.

3.7 Stress over relatie met ouder(s) of verzorger(s)

Jonge vrouwen vaakst stress over relatie met ouders
Net als bij stress over vrienden zegt ruim 10 procent van de jongeren tussen de 12 en 25 jaar stress te hebben over de relatie met hun ouder(s) of verzorger(s); 4 procent heeft deze stress vaak en 7 procent regelmatig. Jongvolwassenen geven vaker aan stress over de relatie met hun ouders te hebben dan tieners. Vooral vrouwen tussen de 18 en 25 jaar zeggen dit relatief vaak.

3.7.1 Stress over relatie met ouder(s) / verzorger(s), 2021
 Vaak (% jongeren)Regelmatig (% jongeren)Soms (% jongeren)Nooit (% jongeren)
Totaal jongeren (12 tot 25 jaar)4,47,125,463,0
12 en 13 jaar2,03,620,973,5
14 en 15 jaar3,16,025,165,8
16 en 17 jaar4,77,525,462,4
18 tot 21 jaar5,87,926,260,2
21 tot 25 jaar4,78,326,960,1
Tieners (12 tot 18 jaar)3,45,823,966,9
Jongvolwassenen (18 tot 25 jaar)5,28,126,660,2
Tienerjongens2,04,222,970,8
Tienermeisjes4,77,524,962,9
Jonge mannen4,26,923,665,3
Jonge vrouwen6,19,429,754,8

Het onderwijsniveau van de leerlingen en studenten speelt geen rol in het ervaren van stress over ouders/verzorgenden, noch in het voortgezet onderwijs noch in het middelbaarberoeps- en hoger onderwijs (zie maatwerktabel). 
De woonsituatie speelt wel een rol. Het percentage dat vaak of regelmatig stress heeft over de relatie met hun ouders is twee keer zo hoog bij jongeren die alleen wonen als bij jongeren die bij hun ouders wonen (22 tegen 11 procent). Ook jongeren die met een partner wonen of jongeren op kamers hebben minder vaak stress over de relatie met hun ouders dan alleenwonende jongeren. Deze verschillen blijven bestaan na controle voor leeftijdsverschillen tussen de groepen.

3.8 Stress over verkering of relatie

Van de jongeren met verkering of een relatie zegt 3 procent vaak en 7 procent regelmatig stress hierover te hebben (zie maatwerktabel). Van de jongeren zonder verkering of relatie heeft 4 procent vaak en 5 procent regelmatig stress over het krijgen van verkering of een relatie. Een nuancering hierbij is dat een relatief groot deel van de jongeren zonder relatie (12 procent) geen antwoord heeft gegeven op de vraag of zij weleens stress hebben op relatiegebied. Het percentage dat vaak stress heeft over het krijgen van verkering of een relatie neemt toe met de leeftijd, waarbij geslacht geen verschil maakt.

3.9 Stress over sociale media

Sociale media spelen een belangrijke rol in het leven van jongeren (Kloosterman en Van Beuningen, 2015; Van Beuningen en Kloosterman, 2018). Een belangrijke reden hiervoor is dat ze zo op een gemakkelijke manier in contact komen en blijven met anderen. Toch hebben sociale media ook negatieve kanten. Zo kunnen gebruikers bang zijn om belangrijke of leuke informatie op sociale media te missen waardoor zij zich buitengesloten voelen, ook wel ‘fear of missing out’ (FoMO) genoemd. Jongeren kunnen druk ervaren om regelmatig hun sociale media te controleren.

Meisjes en jonge vrouwen ervaren het vaakst stress van sociale media
Toch lijken de meeste jongeren deze druk van sociale media niet zo te voelen: 3 procent geeft aan vaak stress te ervaren van sociale media en 5 procent heeft deze stress regelmatig. Meisjes en jonge vrouwen zeggen het vaakst weleens stress te hebben van sociale media, gevolgd door jonge mannen. Tienerjongens ervaren deze stress het minst. Er zijn nagenoeg geen verschillen naar het niveau van onderwijs dat men volgt (zie maatwerktabel). In het Peilstationsonderzoek 2019 van het Trimbos-instituut (Kleinjan et al, 2019) gaf 2 procent van de 12- tot 17-jarige jongeren aan altijd of vaak stress te hebben door sociale media.

3.9.1 Stress over sociale media, 2021
 Vaak (% jongeren)Regelmatig (% jongeren)Soms (% jongeren)Nooit (% jongeren)
Totaal jongeren (12 tot 25 jaar)2,85,423,168,6
12 en 13 jaar2,13,819,175,0
14 en 15 jaar2,63,524,769,2
16 en 17 jaar2,85,722,269,3
18 tot 21 jaar2,86,524,965,7
21 tot 25 jaar3,25,923,267,7
Tieners (12 tot 18 jaar)2,54,422,071,1
Jongvolwassenen (18 tot 25 jaar)3,06,223,966,9
Tienerjongens1,32,215,880,6
Tienermeisjes3,86,628,561,1
Jonge mannen2,45,017,575,1
Jonge vrouwen3,77,430,558,4

Hoe meer uren op sociale media, hoe meer stress
Het percentage jongeren dat aangeeft weleens stress van sociale media te ervaren, neemt toe met de tijd die ze hieraan besteden (zie maatwerktabel). Zo zegt  12 procent van de jongeren die zich 5 uur of meer per dag met sociale media bezighouden hier vaak of regelmatig stress van te ervaren, tegen 5 procent van de jongeren die dit minder dan 1 uur per dag doen. Het gaat hierbij om samenhang en niet om causaliteit: op basis van dit onderzoek is het niet mogelijk om vast te stellen of meer uren op sociale media tot meer stress leiden, of dat stress uit angst om dingen op sociale media te missen (‘fear of missing out’) ertoe leidt dat jongeren meer uren op sociale media doorbrengen.

Een op de vijf jongeren bang om dingen te missen zonder sociale media
Door middel van stellingen is meer inzicht verkregen in de druk die jongeren ervaren door sociale media. Ruim 20 procent van de 12- tot 25-jarigen vindt het vervelend als zij ergens zijn waar ze niet online kunnen zijn, en een vergelijkbaar percentage is angstig om dingen te missen als zij geen gebruik maken van sociale media. Bijna 20 procent is onrustig als er een bericht binnenkomt en zij het niet direct kunnen bekijken. Een veel kleiner deel daarentegen, 3 procent, voelt druk om veel te posten op sociale media.
Een substantieel deel van de jongeren (43 procent) geeft aan een goed gevoel te krijgen als mensen dingen van hen liken, sharen of reageren op posts. Het hebben van veel vrienden of volgers op sociale media bezorgt een kleinere groep (19 procent) een goed gevoel.

3.9.2 Stellingen over sociale media, 2021
 (Helemaal) eens (% jongeren)Niet eens, niet oneens (% jongeren)(Helemaal) oneens (% jongeren)Niet van toepassing (% jongeren)
Als mensen dingen van mij liken, sharen of reageren op posts geeft me dat een goed gevoel42,723,4258,9
Als ik ergens ben waar ik niet online kan, vind ik dat vervelend24,923,548,23,5
Ik ben bang dat ik dingen mis als ik geen gebruik maak van social media22,919,953,83,4
Het hebben van veel vrienden of volgers op social media geeft me een goed gevoel19,224,746,69,5
Ik voel mij onrustig als er een bericht binnenkomt en ik het niet direct kan bekijken16,620,259,63,7
Ik voel de druk om veel te posten op social media3,46,183,37,2
 

Veel vrienden op sociale media belangrijker voor tieners dan voor jongvolwassenen
Tieners zeggen vaker dan jongvolwassenen dat veel vrienden of volgers op sociale media hen een goed gevoel bezorgen, namelijk 23 tegen 16 procent (zie maatwerktabel). Ook vinden tieners het vaker vervelend ergens te zijn waar ze niet online kunnen dan jongvolwassenen (28 procent tegen 23 procent).
Jongvolwassenen daarentegen zijn juist wat vaker bang om dingen te missen als ze geen gebruik maken van sociale media: 24 procent van hen geeft dit aan tegen 21 procent van de tieners, waarbij vooral tienerjongens minder angstig zijn (16 procent). Tienermeisjes en jonge vrouwen hebben deze fear of missing out met ruim 25 procent duidelijk vaker. Ook het percentage dat een goed gevoel krijgt als mensen dingen van hen liken, sharen of reageren op posts is bij jongvolwassenen hoger dan bij tieners. Jonge vrouwen zeggen dit met 53 procent het vaakst.
Er bestaat geen leeftijdsverschil in de percentages die zeggen zich onrustig te voelen als er een bericht binnenkomt dat niet direct kan worden bekeken, of druk voelen om veel te posten op sociale media. Meisjes en jonge vrouwen voelen zich vaker onrustig als een binnengekomen bericht niet direct bekeken kan worden dan jongens en jonge mannen.

Studenten hoger onderwijs gevoeliger voor reacties op sociale media
In het voortgezet onderwijs is het onderwijsniveau over het algemeen niet wezenlijk van belang voor de onrust die jongeren ervaren van sociale media (zie maatwerktabel). Wel zeggen vmbo’ers wat vaker dan havisten en vwo’ers een goed gevoel te krijgen van veel vrienden of volgers op sociale media. Ook in het middelbaarberoeps- en hoger onderwijs bestaat grosso modo weinig verschil naar  onderwijsniveau, op enkele uitzonderingen na. Zo zijn wo- en hbo-studenten het meest gevoelig voor reacties van anderen op sociale media: likes, shares en reacties op posts geven ongeveer de helft van hen een goed gevoel, tegen 39 procent van de mbo-studenten. Bijna een kwart van de wo’ers zegt zich onrustig te voelen als er een bericht binnenkomt dat zij niet direct kunnen bekijken, tegen ongeveer 15 procent van de mbo’ers en hbo’ers.

3.10 Stress over uiterlijk

Jonge vrouwen hebben het vaakst stress over hun uiterlijk
Acht procent van de jongeren tussen de 12 en 25 jaar heeft vaak stress over het uiterlijk, 11 procent heeft deze stress regelmatig. Het percentage dat vaak of regelmatig stress hierover heeft is met ongeveer 28 procent het hoogst bij jonge vrouwen en tienermeisjes. Jonge mannen (13 procent) en vooral tienerjongens (9 procent) maken zich duidelijk minder vaak druk over hun uiterlijk. Het niveau van het onderwijs dat men volgt maakt geen verschil (zie maatwerktabel).

3.10.1 Stress over uiterlijk, 2021
 Vaak (% jongeren)Regelmatig (% jongeren)Soms (% jongeren)Nooit (% jongeren)
Totaal jongeren (12 tot 25 jaar)7,911,438,642,2
12 en 13 jaar5,38,126,060,7
14 en 15 jaar8,010,236,645,2
16 en 17 jaar9,212,835,742,3
18 tot 21 jaar8,213,242,236,5
21 tot 25 jaar8,011,143,037,9
Tieners (12 tot 18 jaar)7,610,533,048,9
Jongvolwassenen (18 tot 25 jaar)8,112,042,637,3
Tienerjongens3,35,728,262,8
Tienermeisjes12,115,638,034,3
Jonge mannen4,98,037,849,2
Jonge vrouwen11,316,147,625,0

3.11 Stress over te veel dingen te doen/druk leven

Een op de vijf jongeren vaak stress over hun drukke leven
Een substantieel van de 12- tot 25-jarigen zegt er stress van te hebben dat zij te veel dingen moeten doen en een druk leven hebben; 19 procent heeft dit vaak en 22 procent regelmatig. Jongvolwassenen hebben deze stress vaker dan tieners: van de 18- tot 25-jarigen heeft 22 procent vaak stress over een druk leven, tegen 14 procent van de 12- tot 18-jarigen. Jonge vrouwen hebben met 29 procent het vaakst stress hierover. In het Peilstationsonderzoek 2019 van het Trimbos-instituut (Kleinjan et al., 2020) gaf 20 procent van de 12- tot 17-jarige jongeren in het voortgezet onderwijs aan altijd of vaak stress te hebben door hun drukke leven. 

3.11.1 Stress over teveel dingen te doen / druk leven, 2021
 Vaak (% jongeren)Regelmatig (% jongeren)Soms (% jongeren)Nooit (% jongeren)
Totaal jongeren (12 tot 25 jaar)18,721,747,012,5
12 en 13 jaar5,716,058,220,1
14 en 15 jaar13,221,652,013,2
16 en 17 jaar20,719,946,812,6
18 tot 21 jaar21,424,844,98,9
21 tot 25 jaar23,322,742,311,7
Tieners (12 tot 18 jaar)13,619,252,015,1
Jongvolwassenen (18 tot 25 jaar)22,523,643,410,5
Tienerjongens7,515,857,319,4
Tienermeisjes20,022,846,510,7
Jonge mannen16,020,948,314,8
Jonge vrouwen29,226,338,36,1

Meer stress over druk leven op hogere onderwijsniveaus
Ook het onderwijsniveau maakt verschil. Het percentage dat vaak stress heeft over een druk leven is bij vwo’ers (18 procent) en havisten (17 procent) hoger dan bij vmbo’ers (ongeveer 10 procent; zie maatwerktabel). In het middelbaarberoeps- en hoger onderwijs geven wo’ers met 30 procent en hbo’ers met 25 procent vaker aan stress te hebben over alle dingen die zij moeten doen dan mbo’ers (18 procent).

3.12 Stress over eigen toekomst

Kwart jonge vrouwen vaak stress over eigen toekomst
De toekomst is voor 17 procent van de jongeren tussen de 12 en 25 jaar vaak een stressfactor; 19 procent heeft regelmatig stress hiervan. Het percentage dat vaak stress ervaart over de eigen toekomst is bij jongvolwassenen hoger dan bij tieners, namelijk 21 procent tegen 12 procent. Met 26 procent maken vooral jonge vrouwen zich hier vaak druk over. De stress over de eigen toekomst verschilt nagenoeg niet naar het onderwijsniveau dat de jongeren volgen. Dit geldt zowel voor de leerlingen in het voortgezet onderwijs als de studenten in het middelbaarberoeps- en hoger onderwijs (zie maatwerktabel).

3.12.1 Stress over eigen toekomst, 2021
 Vaak (% jongeren)Regelmatig (% jongeren)Soms (% jongeren)Nooit (% jongeren)
Totaal jongeren (12 tot 25 jaar)17,319,137,226,4
12 en 13 jaar5,110,132,052,8
14 en 15 jaar11,815,937,834,5
16 en 17 jaar17,119,937,126,0
18 tot 21 jaar21,021,338,419,3
21 tot 25 jaar21,722,038,218,1
Tieners (12 tot 18 jaar)11,715,635,737,0
Jongvolwassenen (18 tot 25 jaar)21,421,738,318,6
Tienerjongens8,112,836,143,0
Tienermeisjes15,418,535,430,8
Jonge mannen17,419,741,621,4
Jonge vrouwen25,623,834,815,7
 

Vier op de tien jongvolwassenen stress over toekomstige onzekerheid werk en wonen
43 procent van de jongeren tussen de 18 en 25 jaar heeft weleens stress over hun toekomst door onzekerheid over werk, baankansen of het krijgen van een vast contract. Onzekerheid over de woonsituatie of moeilijk aan een (koop)woning komen levert 37 procent van de jongvolwassenen weleens stress op, vooral 21- tot 25-jarigen (met 43 procent tegen 29 procent van de 18- tot 21-jarigen). Bijna 30 procent van de jongvolwassenen heeft weleens stress over financiële onzekerheid in de toekomst. Ook dit speelt meer bij 21- tot 25-jarigen dan bij 18- tot 21-jarigen (31 tegen 25 procent). 16 procent van de jongvolwassenen heeft weleens stress over het vinden van een partner11) of over klimaatverandering.

Het percentage dat weleens stress ervaart over deze toekomstige onzekerheden is groter bij jonge vrouwen dan bij jonge mannen (zie maatwerktabel). Tieners hebben hier nog duidelijk minder vaak stress van. Tieners, met name meisjes, zeggen wel relatief vaak dat ze stress hebben over iets anders in de toekomst.

3.12.2 Redenen voor stress over eigen toekomst*, 2021
 Totaal (% jongeren)12 tot 18 jaar (% jongeren)18 tot 25 jaar (% jongeren)
Onzekerheid over werk, baankansen of het krijgen van een vast contract35,926,642,6
Onzekerheid over woonsituatie / moeilijk om een (koop)woning te vinden26,210,737,5
Financiele onzekerheid21,110,528,9
Onzekerheid over het vinden van een partner**15,69,719,8
De verandering van het klimaat15,610,719,1
Iets anders20,121,918,7
*Er waren bij deze vraag meerdere antwoorden mogelijk. **Deze antwoordoptie is alleen voorgelegd aan jongeren zonder partner.
 

De toekomstige onzekerheden op het gebied van werken, wonen en financiën nemen toe naarmate studenten verder komen in hun opleiding. Zo geeft 40 procent van de 19-jarige wo-studenten aan weleens stress te hebben over de toekomst door onzekerheid over werk en 23 procent heeft stress over hun toekomstige woonsituatie. Van de 23-jarige wo-studenten zegt dit respectievelijk 68 en 50 procent.

3.12.3 Toekomstige onzekerheden, 2021
 Onzekerheid over werk (% jongeren)Onzekerheid over woonsituatie (% jongeren)Financiele onzekerheid (% jongeren)
Mbo
16 jaar28,318,011,7
17 jaar37,714,318,6
18 jaar39,619,323,8
19 jaar48,031,627,2
20 jaar43,131,830,1
Hbo
18 jaar46,130,622,9
19 jaar36,523,120,1
20 jaar45,539,532,5
21 jaar49,747,038,3
22 jaar38,440,330,4
23 jaar57,958,549,5
Wo
19 jaar40,422,918,0
20 jaar43,632,227,3
21 jaar49,134,225,2
22 jaar63,650,933,9
23 jaar67,949,844,3

3.13 Stress over andere zaken

Zeven procent van de jongeren tussen de 12 en 25 jaar geeft aan vaak stress te ervaren over iets anders dan de hiervoor genoemde zaken; 9 procent zegt dat dit regelmatig het geval is (zie maatwerktabel). Een aanzienlijk deel, bijna een kwart, heeft geen antwoord heeft gegeven op de vraag of er nog andere zorgen zijn die hen stress bezorgen. Jonge vrouwen zeggen het vaakst dat zij nog stress over andere zaken hebben, tienerjongens het minst vaak.

3.14 Totaalbeeld ervaren stress

Ruim vier op de tien jongeren heeft vaak stress op minstens één terrein
44 procent van de jongeren heeft vaak stress op minstens één terrein. Dit percentage loopt op met de leeftijd: ruim de helft van de jongvolwassenen heeft vaak stress op minstens één gebied, tegen ruim een derde van de tieners. Bij jonge vrouwen is dit percentage het hoogst (59 procent) en bij tienerjongens het laagst (25 procent).

Vooral in het middelbaarberoeps- en hoger onderwijs hebben jongeren op de hogere onderwijsniveaus vaker stress op minstens één terrein (zie maatwerktabel).

3.14.1 Vaak stress op minstens één terrein, 2021
 Vaak stress (% jongeren)
Totaal jongeren (12 tot 25 jaar)44,4
12 en 13 jaar21,4
14 en 15 jaar35,9
16 en 17 jaar45,7
18 tot 21 jaar49,6
21 tot 25 jaar52,5
Tieners (12 tot 18 jaar)35,0
Jongvolwassenen (18 tot 25 jaar)51,3
Tienerjongens24,9
Tienermeisjes45,5
Jonge mannen43,6
Jonge vrouwen59,3

3.15 Ervaren last van stress

Ruim kwart jongeren met stress heeft er (heel) veel last van
Vijf procent van de jongeren tussen de 12 en 25 jaar die weleens stress hebben geeft aan heel veel last hiervan te ervaren; 22 procent heeft hier veel last van. De meesten (42 procent) zeggen niet veel, maar ook niet weinig last van hun stressgevoelens te hebben. Weinig last heeft 27 procent en 3 procent zegt geen enkele hinder van de stress te hebben.

Net als de stress zelf neemt ook de hinder die jongeren ervan ervaren toe met de leeftijd: bijna een op de drie jongvolwassenen ervaart veel of heel veel last van de stress die ze hebben, tegen een op de vijf tieners. Vooral jonge vrouwen hebben vaak last van hun stress.
De ervaren last van stress verschilt nagenoeg niet naar het niveau van het onderwijs dat jongeren  volgen (zie maatwerktabel).

3.15.1 Ervaren last van stress, 2021
 Heel veel last (% jongeren die weleens stress hebben)Veel last (% jongeren die weleens stress hebben)Niet veel, niet weinig last (% jongeren die weleens stress hebben)Weinig last (% jongeren die weleens stress hebben)Geen last (% jongeren die weleens stress hebben)
Totaal jongeren (12 tot 25 jaar)5,222,341,627,43,5
12 en 13 jaar1,710,941,840,25,4
14 en 15 jaar4,016,246,828,34,6
16 en 17 jaar5,722,240,726,94,5
18 tot 21 jaar5,025,142,424,82,6
21 tot 25 jaar6,927,139,224,42,5
Tieners (12 tot 18 jaar)4,016,843,031,44,8
Jongvolwassenen (18 tot 25 jaar)6,126,240,624,62,6
Tienerjongens1,310,541,240,07,0
Tienermeisjes6,723,344,922,62,5
Jonge mannen4,220,339,931,64,1
Jonge vrouwen8,032,341,217,51,0


Piekeren en sneller geïrriteerd zijn meest genoemde stressklachten
Ongeveer twee derde van de jongeren die weleens stress hebben geven aan dat zij gaan piekeren (66 procent) of sneller geïrriteerd, chagrijnig of boos zijn (64 procent). Ongeveer de helft heeft door de stress moeite met zich te concentreren (53 procent) of kan hierdoor slechter slapen (48 procent). Ruim een kwart gaat bij stress meer of minder eten (28 procent), heeft last van huilbuien (26 procent) of van hoofdpijn, buikpuin of spierpijn (eveneens 26 procent). Klachten als moeilijk ademhalen, hartkloppingen, duizeligheid, en paniekaanvallen worden elk door ruim 10 procent genoemd. Deze percentages blijven nagenoeg gelijk wanneer ze gerelateerd worden aan de groep jongeren die last van hun stress hebben.
Over het algemeen zeggen vrouwen vaker deze stressklachten te hebben dan mannen (zie maatwerktabel). Jongvolwassenen rapporteren ze vaker dan tieners. Het vaakst last van de onderzochte stressklachten hebben jonge vrouwen. Alleen bij paniekaanvallen en huilbuien is er geen verschil tussen hen en tienermeisjes, en concentratieproblemen worden iets vaker door tienermeisjes genoemd.

3.15.2 Ervaren klachten van stress, 2021
 Totaal (% jongeren die weleens stress hebben)12 tot 18 jaar (% jongeren die weleens stress hebben)18 tot 25 jaar (% jongeren die weleens stress hebben)
Piekeren / er constant aan denken66,056,772,7
Sneller geirriteerd, chagrijnig of boos zijn64,261,566,1
Moeite met concentreren52,854,951,3
Slechter slapen48,439,654,6
Meer of minder eten27,820,932,7
Huilen26,225,926,4
Hoofdpijn, buikpijn of spierpijn25,722,627,9
Moeilijk ademhalen, hartkloppingen of duizeligheid12,79,914,6
Paniekaanval10,89,411,8
Iets anders6,26,26,2
Geen antwoord3,13,92,5

7) In de Gezondheidsenquête is gevraagd in welke mate men zich in de afgelopen vier weken kalm en rustig voelde. Respondenten konden kiezen uit de volgende 6 antwoordcategorieën: voortdurend, meestal, vaak, soms, zelden of nooit. In 2019 en 2020 gaf ongeveer 20 procent van de jongeren (12- tot 25-jarigen) en van de 25-plussers aan zich soms, zelden of nooit kalm en rustig te voelen.
8) Om vast te kunnen stellen welke zaken jongeren de meeste stress bezorgen, zijn enkele stressoren omgerekend naar de hele populatie jongeren van 12 tot 25 jaar. Bij ‘stress over school/studie’ zijn jongeren die geen onderwijs volgen ondergebracht bij de (antwoord)categorie ‘nee, nooit’ (stress). Bij ‘stress over werk’ zijn jongeren zonder betaald werk en 12- tot 15-jarigen gerekend tot de categorie ‘nee, nooit’. Bij ‘stress vanwege het zoeken naar werk’ is dit gedaan voor jongeren die niet (actief) op zoek zijn naar (ander) betaald werk en voor de 12- tot 15-jarigen. 
Verder zijn ‘stress over verkering of relatie’ en ‘stress over iets anders’ bij deze vergelijking niet meegenomen vanwege het hoge percentage missende waarden. Negen procent van de jongeren heeft geen antwoord gegeven op de vraag of ‘verkering of relatie’ hen weleens stress bezorgt. Dit zijn voornamelijk jongeren zonder verkering of relatie (12 procent). Van de jongeren met verkering of relatie gaat het om 1 procent. Op de vraag of er nog iets anders is dat weleens stress oplevert, heeft 23 procent van de jongeren geen antwoord gegeven. Bij de overige stressoren is het percentage missende waarden laag en in de analyses buiten beschouwing gelaten.
9) Vanwege de samenhang tussen onderwijsniveau en leeftijd (hoe ouder, hoe verder in de schoolloopbaan) is er voor gekozen om bij de uitsplitsing naar onderwijsniveau selecte leeftijdsgroepen te bekijken, bestaande uit leeftijden die op elk van de onderwijsniveaus regulier voorkomen. Bij het voortgezet onderwijs gaat het om 12- tot 17-jarigen en bij middelbaarberoeps- en hoger onderwijs om 18- tot 22-jarigen. Daarmee wijkt de leeftijdsindeling af van de standaardindeling in deze publicatie (12- tot 18-jarigen en 18- tot 25-jarigen). Zie de onderzoeksverantwoording voor meer uitleg over deze leeftijdsselectie.
10) Langdurige blootstelling aan werkstress kan leiden tot burn-outklachten (Arboportaal, 2021)). Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (CBS StatLine, 2021c) blijkt dat in 2020 11 procent van de werknemers tussen de 15 en 25 jaar zich minstens een paar keer per maand psychisch vermoeid voelde door het werk (burn-outklachten). Zich leeg voelen aan het einde van de werkdag is de meest voorkomende klacht. Maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om moeheid ’s ochtends als ze geconfronteerd worden met werk, of om emotionele of complete uitputting door het werk.
11) De antwoordmogelijkheid ‘Onzekerheid over het vinden van een partner’ is alleen voorgelegd aan jongeren zonder partner. In Belevingen 2021 geeft 69 procent van de jongeren aan geen partner, verkering of vaste relatie te hebben.