Auteur: Rianne Kloosterman, Math Akkermans, Maartje Tummers-van der Aa, Marleen Wingen, Carin Reep
Welzijn en stress bij jongeren in coronatijd

6. Coronacrisis en jongeren

De coronacrisis heeft met de angst voor het virus, de opgelegde beperkingen en de bijbehorende maatregelen grote invloed gehad op het mentale welbevinden van de Nederlandse bevolking (De Klerk et al., 2021; Reep en Hupkens, 2021; RIVM, 2021; RIVM, Trimbos-instituut, GGD GHOR Nederland, 2021). In 2020 en 2021 zijn er verschillende coronagolven en perioden van ‘lockdown’ geweest waarin mensen zoveel mogelijk thuis moesten blijven om contacten te beperken. Scholen en universiteiten waren een tijd gesloten, en het onderwijs vond grotendeels online plaats. Er moest zoveel mogelijk thuis worden gewerkt. Er gold een negatief reisadvies en het gebruik van het openbaar vervoer werd afgeraden. Eet- en drinkgelegenheden, sportclubs en uitgaansgelegenheden waren grotendeels gesloten.
Enkele weken na de start van het onderzoek Belevingen begin februari 2021 vond de derde coronagolf plaats. Veel jongeren volgden in deze periode (deels) thuisonderwijs omdat scholen en universiteiten nog voor een deel gesloten waren, het thuiswerkadvies gold nog steeds, er waren beperkingen om thuis bezoek te ontvangen, en de avondklok was van kracht. Tegelijkertijd vonden er voorzichtige versoepelingen plaats: middelbare scholen en het mbo gingen gedeeltelijk weer open, buitensporten voor met name jongeren werd weer beperkt mogelijk, de avondklok ging iets later in (zie bijlage E voor de tijdlijn van de coronamaatregelen).

Uit recent CBS-onderzoek, gebaseerd op de Gezondheidsenquête, is gebleken dat vooral jongvolwassenen (18- tot 25-jarigen) meer dan andere leeftijdsgroepen een negatieve invloed van de coronacrisis op hun mentale gezondheid hebben ervaren (Reep en Hupkens, 2021). In de tweede helft van 2020 zei bijna de helft van hen zich tijdens de coronacrisis vaker eenzaam te voelen dan ervoor, en ongeveer een op de drie voelde zich vaker somber. Tegelijkertijd bleek dat ook het omgekeerde het vaakst bij jongvolwassenen het geval was: het percentage dat aangaf tijdens de coronacrisis juist minder vaak last te hebben van negatieve gevoelens was iets hoger dan bij andere leeftijdsgroepen. Zo voelde een kleine 10 procent van de jongvolwassenen zich minder vaak eenzaam.

Ook in Belevingen 2021 is onderzocht welke invloed het coronavirus en de opgelegde maatregelen op jongeren hebben (gehad). Eerst is aan hen gevraagd hoe de coronacrisis het leven in algemene zin heeft beïnvloed (zie paragraaf 6.1). Vervolgens is voor een aantal specifieke terreinen (bijvoorbeeld contacten met familie of met vrienden, onderwijs, werk, vrijetijdsbesteding) gevraagd in welke mate ze deze door de coronacrisis missen of gemist hebben (paragraaf 6.2). Voor welzijn, het eerste hoofdthema van deze publicatie, is onderzocht in welke mate er een samenhang bestaat tussen geluk en tevredenheid van jongeren en de invloed die ze van de coronacrisis op hun leven hebben ervaren (paragraaf 6.3). Ten slotte is voor stress, het tweede hoofdthema, gevraagd in welke mate jongeren op een aantal terreinen (school/studie, werk/bijbaan, geldzaken) door de coronacrisis vaker of juist minder vaak stress zijn gaan ervaren dan ervoor. De uitkomsten worden in paragraaf 6.4 beschreven.

6.1 Invloed coronacrisis op leven in algemeen

Bijna de helft van de jongeren (47 procent) geeft aan dat de coronacrisis hun leven in het algemeen (heel) negatief beïnvloed heeft. Een vergelijkbaar deel (43 procent) zegt dat de crisis zowel een positieve als negatieve invloed heeft gehad. Zes procent ervaart de crisis als (heel) positief en 4 procent geeft aan dat de crisis hun leven niet heeft beïnvloed.

6.1.1 Ervaren invloed van coronacrisis op dagelijks leven, 2021
 (Heel) positief (% jongeren)Zowel positief als negatief (% jongeren)(Heel) negatief (% jongeren)Geen invloed (% jongeren)
Totaal jongeren (12 tot 25 jaar)6,042,946,74,5
12 en 13 jaar8,456,329,36,0
14 en 15 jaar9,547,437,45,8
16 en 17 jaar6,543,445,94,2
18 tot 21 jaar4,538,753,43,5
21 tot 25 jaar4,438,652,74,2
Tieners (12 tot 18 jaar)8,048,638,15,3
Jongvolwassenen (18 tot 25 jaar)4,438,753,03,9
Tienerjongens9,046,837,76,4
Tienermeisjes7,050,538,44,1
Jonge mannen4,934,156,05,0
Jonge vrouwen4,043,349,92,8

Jongvolwassenen negatiever over invloed coronacrisis dan tieners

Van de 18- tot 25-jarigen geeft 53 procent aan dat de coronacrisis hun leven (heel) negatief beïnvloed heeft, terwijl 38 procent van de 12- tot 18-jarigen dit zegt. Dat de crisis hun leven (heel) positief beïnvloed heeft zeggen 8 procent van de tieners en 4 procent van de jongvolwassenen. Jonge mannen geven vaker aan dat de coronacrisis een (heel) negatieve invloed op hun leven heeft (gehad) dan jonge vrouwen (56 tegen 50 procent). Bij de tieners maakt geslacht geen verschil.

Te weinig contact vrienden meest genoemde reden voor negatieve beleving coronacrisis 

De beantwoording van de vraag over de invloed van de coronacrisis op het leven in het algemeen kon door de respondent in een ‘open’ antwoord worden toegelicht. Jongeren die de invloed negatief ervaren vullen het vaakst in sociale contacten met vrienden te missen. Ook geven ze aan dat het thuiszitten, niet naar school kunnen en online les volgen, en niet kunnen sporten hebben bijgedragen aan hun negatieve ervaring. Jongeren die zeggen dat corona hun leven positief heeft beïnvloed, zeggen vaak dat dit komt doordat ze meer vrije tijd en meer tijd voor zichzelf hebben.

6.2 Gemis als gevolg van de coronacrisis

Behalve naar de invloed van de coronacrisis op het leven in het algemeen is de jongeren ook gevraagd in welke mate ze een aantal specifieke dingen missen of gemist hebben die door de coronacrisis niet of maar beperkt mogelijk waren. Het gaat dan om het ontmoeten van zieke of oudere familieleden, met familie of vrienden thuis afspreken, buitenshuis leuke dingen doen, naar grote evenementen gaan, sporten of hobby’s uitoefenen, naar het werk gaan, naar school of de universiteit gaan, en lichamelijke contacten met mensen buiten het eigen huishouden zoals handen schudden of knuffelen.

Vooral buitenshuis leuke dingen doen en thuis afspreken met vrienden of familie gemist in coronatijd

Twee derde (67 procent) van de jongeren heeft het heel erg gemist dat zij door de coronacrisis niet of maar beperkt leuke dingen buitenshuis konden doen zoals uitgaan, uiteten of naar de bioscoop gaan. 60 procent heeft het thuis met familie of vrienden afspreken heel erg gemist, bijvoorbeeld om te gamen of voor een etentje of feestje. Bijna de helft (47 procent) heeft het heel erg gemist om naar grote evenementen te gaan, zoals festivals, sportevenementen en concerten. Een vergelijkbaar deel miste sporten of hobby’s uitoefenen bij een club of vereniging heel erg. Lichamelijk contact met personen buiten het huishouden is door 37 procent heel erg gemist, en het bezoek aan zieke of oudere familieleden door 24 procent.

Van de jongeren die onderwijs volgen geeft 28 procent aan dat zij het heel erg gemist hebben om naar hun school of universiteit te gaan. Van de jongeren met betaald werk zegt 11 procent het niet naar werk kunnen gaan heel erg te hebben gemist. De helft van hen geeft aan dat gemis van naar het werk gaan niet van toepassing is. Mogelijk konden zij tijdens de coronacrisis gewoon blijven doorwerken op hun werkplek.

6.2.1 Dingen gemist die door de coronacrisis niet of beperkt mogelijk waren, 2021
 Heel erg (% jongeren)Redelijk (% jongeren)Niet (% jongeren)Helemaal niet (% jongeren)Weet niet (% jongeren)Niet van toepassing (% jongeren)
Buitenshuis leuke dingen doen66,623,75,81,90,71,4
Met een groep vrienden / familie thuis afspreken60,226,76,42,513,2
Naar grote evenementen gaan46,918,814,78,71,39,7
Sporten of hobby's uitoefenen bij een club of vereniging44,223,513,761,111,5
Lichamelijk contact met mensen buiten het huishouden36,828,520,79,81,13,2
Naar school / universiteit gaan*28,439,818,18,31,24,2
Zieke of oudere familieleden ontmoeten23,83415,85,8317,7
Naar werk gaan**11,315,612,69,6149,9
* Het gaat hier om leerlingen en studenten. ** Het gaat hier om jongeren met betaald werk tussen de 15 en 25 jaar.

Jongvolwassenen vinden vaker dan tieners dat ze dingen heel erg hebben moeten missen

Voor de meeste onderzochte behoeften geldt dat jongvolwassenen vaker dan tieners vinden dat ze dingen heel erg hebben moeten missen door de coronacrisis. Het grootst is het verschil bij het naar grote evenementen gaan (55 procent van de jongvolwassenen tegen 35 procent van de tieners). Bij  het bezoeken van zieke of oudere familieleden is er geen verschil in het gemis tussen jongvolwassenen en tieners.

6.2.2 Dingen heel erg gemist die door de coronacrisis niet of beperkt mogelijk waren, 2021
   Heel erg (% jongeren)
Buitenshuis leuke dingen doenTieners58,1
Buitenshuis leuke dingen doenJongvolwassenen72,8
Met een groep vrienden / familie thuis afsprekenTieners51,2
Met een groep vrienden / familie thuis afsprekenJongvolwassenen66,8
Naar grote evenementen gaanTieners35,0
Naar grote evenementen gaanJongvolwassenen55,4
Sporten of hobby's uitoefenen bij een club of verenigingTieners37,9
Sporten of hobby's uitoefenen bij een club of verenigingJongvolwassenen48,8
Lichamelijk contact met mensen buiten het huishoudenTieners30,0
Lichamelijk contact met mensen buiten het huishoudenJongvolwassenen41,7
Naar school / universiteit gaan*Tieners22,1
Naar school / universiteit gaan*Jongvolwassenen35,3
Zieke of oudere familieleden ontmoetenTieners22,7
Zieke of oudere familieleden ontmoetenJongvolwassenen24,6
Naar werk gaan**Tieners5,8
Naar werk gaan**Jongvolwassenen13,0
* Het gaat hier om leerlingen en studenten. ** Het gaat hier om jongeren met betaald werk tussen de 15 en 25 jaar.

Gemis door coronacrisis grootst onder jonge vrouwen

Vooral jonge vrouwen geven relatief vaak aan dat zij dingen die door de coronacrisis niet of maar beperkt mogelijk waren, heel erg hebben gemist. Zo heeft 79 procent van hen het heel erg gemist om buitenshuis leuke dingen te doen, tegen 67 procent van de jonge mannen, 65 procent van de tienermeisjes en 51 procent van de tienerjongens. Als het gaat om naar grote evenementen gaan, het sporten en hobby’s uitoefenen in clubverband, en naar het werk gaan zijn er geen verschillen tussen jonge vrouwen en jonge mannen (zie maatwerktabel).

Hoe hoger het niveau van het onderwijs, hoe hoger het gemis van school of universiteit 

Met het stijgen van het onderwijsniveau22) stijgt het percentage dat het naar school of universiteit gaan heel erg heeft gemist in coronatijd. Dit geldt vooral voor het middelbaarberoeps- en hoger onderwijs. Van de wo-studenten zegt 52 procent hun universiteit heel erg te hebben gemist toen zij daar vanwege de coronacrisis niet naartoe konden. Van de hbo-studenten heeft 40 procent het naar school gaan heel erg gemist en van de mbo-studenten 26 procent.
Bij de andere dingen die gemist zijn door de coronacrisis bestaan geen eenduidige verschillen naar onderwijsniveau (zie maatwerktabel).

6.2.3 Naar school of universiteit gaan gemist door de coronacrisis, 2021
   Heel erg (% leerlingen / studenten)Redelijk (% leerlingen / studenten)Niet (% leerlingen / studenten)Helemaal niet (% leerlingen / studenten)Weet niet (% leerlingen / studenten)Niet van toepassing (% leerlingen / studenten)
12 tot 17 jaarVoortgezet onderwijs
12 tot 17 jaarVmbo basis-/ kaderberoeps12,734,228,214,82,87,2
12 tot 17 jaarVmbo gemengd/ theoretisch13,739,526,212,93,04,7
12 tot 17 jaarHavo13,445,221,714,52,03,2
12 tot 17 jaarVwo19,147,123,79,50,30,3
18 tot 22 jaarMiddelbaarberoeps- of hoger onderwijs
18 tot 22 jaarMbo25,541,918,87,40,95,5
18 tot 22 jaarHbo40,443,011,03,30,61,7
18 tot 22 jaarWo51,530,99,23,72,22,4
 

6.3 Coronacrisis en welzijn jongeren

Er zijn sterke aanwijzingen dat de geluks- en tevredenheidsgevoelens tijdens de coronacrisis verslechterd zijn, met name bij jongeren. De Gezondheidsenquête (gehouden onder de 12-plus bevolking) laat zien dat tussen het eerste kwartaal van 2020 (toen de crisis uitbrak) en het eerste kwartaal van 2021 het percentage 12- tot 18-jarigen dat zich ongelukkig voelde steeg van 11 naar 16 procent en het percentage 18- tot 25-jarigen dat zich ongelukkig voelde van 18 naar 27 procent23). In de totale (12-plus) bevolking veranderde het percentage ongelukkigen nauwelijks (van 19 naar 21 procent) (Reep en Hupkens, 2021). 
Uit het onderzoek Sociale samenhang en Welzijn (gehouden onder de 18-plus bevolking) blijkt dat het percentage 18- tot 25-jarigen dat gelukkig is tussen 2019 en 2020 afnam van 88 naar 84 procent en het percentage dat tevreden met het leven is afnam van 86 naar 81 procent. Ook volgens dit onderzoek daalden de geluks- en tevredenheidspercentages in de totale bevolking minder (voor geluk van 89 naar 87 procent en voor tevredenheid met het leven van 87 naar 85 procent) (CBS StatLine, 2021a).

Op basis van data uit het onderzoek Belevingen 2021 is het mogelijk meer informatie te verschaffen over de relatie tussen het welzijn van jongeren en de impact die ze van de coronacrisis hebben ervaren. Figuur 6.3.1 laat zien hoe het welzijn van jongeren en met name hun geluk en tevredenheid samenhangen met de invloed die ze van de coronacrisis op hun dagelijks leven hebben ervaren. Hierbij moet opgemerkt worden dat het niet om een causaal verband gaat. Het kan zo zijn dat bijvoorbeeld de jongeren die de invloed van de coronacrisis op hun leven als negatief hebben ervaren minder gelukkig en tevreden zijn (geworden). Maar omgekeerd is het ook mogelijk dat jongeren die minder gelukkig of tevreden zijn eerder een negatieve invloed van de coronacrisis op hun leven ervaren.

Negatieve invloed van corona, minder welzijn; positieve invloed corona, meer welzijn

Jongeren die een (heel) positieve invloed van de coronacrisis op hun leven hebben ervaren, zijn gelukkiger en ook tevredener dan jongeren die de crisis als (heel) negatief hebben beleefd: het percentage dat gelukkig is bedraagt 82 tegen 65 procent en het percentage dat tevreden is met het leven 79 tegen 57 procent. Een vergelijkbaar verschil in de tevredenheid is er over de tijd met vrienden (60 tegen 38 procent). Op de andere terreinen zijn de verschillen minder groot of vrijwel afwezig.

6.3.1 Samenhang tussen welzijn en ervaren invloed van coronacrisis op dagelijks leven, 2021
 (Heel) positieve invloed corona (% jongeren)(Heel) negatieve invloed corona (% jongeren)
Gelukkig81,965,2
Tevreden met het leven78,556,8
Tevreden over school of opleiding*76,666,5
Tevreden over werk of bijbaan**80,374,5
Tevreden over hoeveelheid vrije tijd68,458,1
Tevreden over vrienden81,380,1
Tevreden over hoeveelheid tijd met vrienden59,538,1
Tevreden over hoeveelheid geld voor persoonlijke dingen68,760,2
Tevreden over uiterlijk77,169,3
*Het gaat hier om leerlingen en studenten. **Het gaat hier om jongeren met betaald werk tussen de 15 en 25 jaar.

De (kleinere) groep jongeren die een positieve invloed van corona heeft ervaren, heeft een andere samenstelling dan de (grotere) groep die een negatieve invloed heeft ervaren. Daarom is in een (logistische regressie-)analyse gecontroleerd of de samenhangen in figuur 6.3.1 blijven bestaan wanneer gecorrigeerd wordt voor verschillen tussen beide groepen naar achtergrondkenmerken (leeftijd, geslacht en ervaren gezondheid) en naar risico- en beschermende factoren (prestatiedruk, sociale vergelijking en zelfbeeld, veerkracht, eigenwaarde en sociale steun). Ook na correctie blijven de gevonden verschillen tussen beide groepen bestaan.

6.4 Coronacrisis en stress jongeren

Ook de stressgevoelens van jongeren en met name van jongvolwassenen hebben zich tijdens de coronacrisis en dan vooral in de eerste helft van 2021 ongunstig ontwikkeld. Reep en Hupkens (2021) hebben met behulp van de Mental Health Inventory-5 vragenset in de Gezondheidsenquête in beeld gebracht hoe de mentale gezondheid van de Nederlandse bevolking zich ontwikkelt. De MHI bestaat uit 5 vragen over hoe men zich in de afgelopen 4 weken heeft gevoeld, waaronder de vraag ‘Voelde u zich kalm en rustig?’ met als antwoordopties: voortdurend, meestal, vaak, soms, zelden of nooit. Hoewel hiermee dus onrustgevoelens en niet rechtstreeks stress gemeten worden, kunnen de uitkomsten gezien worden als een indicator hiervoor. De kwartaalcijfers van de afgelopen jaren laten zien – rekening houdend met eventuele seizoensinvloeden waarbij naar hetzelfde kwartaal van het voorgaande jaar is gekeken – dat het percentage dat onrustgevoelens ervaart in de eerste kwartalen van 2021 hoger ligt dan daarvoor, met name bij jongvolwassenen.

6.4.1 Onrustgevoelens*
 Totaal (%)12 tot 18 jaar (%)18 tot 25 jaar (%)25 jaar of ouder (%)
2019 kwartaal 11820,212,618,4
2019 kwartaal 21815,717,918,3
2019 kwartaal 316,716,216,916,7
2019 kwartaal 418,118,615,418,4
2020 kwartaal 11916,818,119,4
2020 kwartaal 218,518,218,218,6
2020 kwartaal 315,413,617,915,3
2020 kwartaal 418,922,117,318,8
2021 kwartaal 1**18,119,725,717,1
2021 kwartaal 2**21,923,92820,9
*Het betreft het percentage dat zich in de afgelopen 4 weken soms, zelden of nooit kalm en rustig voelde. ** Voorlopige cijfers

In de Gezondheidsenquête is in de tweede helft van 2020 ook gevraagd of men zich tijdens de coronacrisis vaker of minder vaak gestrest voelde dan ervoor. Jongvolwassenen zeiden het vaakst dat zij tijdens de coronacrisis meer stress zijn gaan ervaren: ruim 30 procent van de 18- tot 25-jarigen gaven aan dat ze zich tijdens de coronacrisis vaker gestrest voelden dan voorheen; dit is meer dan de meeste andere leeftijdsgroepen. Een kleinere groep van ruim 10 procent daarentegen rapporteerde juist minder stressgevoelens.

In het onderzoek Belevingen 2021 is jongeren ook gevraagd of ze door de coronacrisis vaker of minder vaak stress zijn gaan ervaren dan ervoor, maar dan voor een drietal specifieke terreinen: stress over school/studie, stress over werk/bijbaan, en stress over geldzaken.

Bijna de helft heeft meer school- of studiestress door coronacrisis

Om coronabesmettingen tegen te gaan moesten scholen en universiteiten tijdelijk hun deuren sluiten. Veel leerlingen en studenten kregen digitaal onderwijs en toetsen werden vaak online afgenomen. De coronacrisis en bijbehorende maatregelen hebben impact gehad op de school- en studiestress van jongeren. Bijna de helft van de leerlingen en studenten (48 procent) geeft aan door de coronacrisis vaker stress te hebben (gehad) dan ervoor (zie maatwerktabel). Een kwart heeft even vaak stress en 17 procent minder vaak. Zeven procent zegt dat de vraag over de invloed van de coronacrisis voor hen niet van toepassing is en 3 procent van de leerlingen en studenten heeft geen antwoord gegeven op deze vraag.
In het voortgezet onderwijs geven havisten relatief vaak aan dat zij door de coronacrisis vaker stress over school hebben dan ervoor. In het middelbaarberoeps- en hoger onderwijs geven mbo- en hbo-studenten dit vaker aan dan wo-studenten.

6.4.2 Invloed coronacrisis op school- of studiestress, 2021
   Vaker dan ervoor (% leerlingen / studenten)Even vaak (% leerlingen / studenten)Minder vaak dan ervoor (% leerlingen / studenten)Niet van toepassing / nooit stress over school of studie (% leerlingen / studenten)Geen antwoord (% leerlingen / studenten)
12 tot 17 jaarVoortgezet onderwijs
12 tot 17 jaarVmbo basis-/ kaderberoeps37,424,719,214,04,8
12 tot 17 jaarVmbo gemengd/ theoretisch47,022,220,48,22,3
12 tot 17 jaarHavo51,021,322,73,91,0
12 tot 17 jaarVwo43,127,522,84,62,0
18 tot 22 jaarMiddelbaarberoeps- of hoger onderwijs
18 tot 22 jaarMbo50,924,213,57,93,5
18 tot 22 jaarHbo53,728,312,43,62,0
18 tot 22 jaarWo42,234,918,01,92,9

Kwart werkende jongeren meer werkstress door coronacrisis

Door de coronacrisis werd thuiswerken de norm, tenzij dit niet kon, en kregen veel branches harde klappen te verwerken. Een kwart (24 procent) van de werkende jongeren tussen de 15 en 25 jaar geeft aan door de coronacrisis vaker werkstress te hebben (gehad) dan ervoor (zie maatwerktabel)24). Bijna drie op de tien jongeren (29 procent) had even vaak werkstress en ruim een op de tien (13 procent) had hier juist minder last van dan voor de coronacrisis. Ruim een kwart van de jongeren (27 procent) geeft aan dat de vraag over de impact van de coronacrisis op hen niet van toepassing is bijvoorbeeld omdat zij nooit werkstress hebben. De rest heeft geen antwoord gegeven op deze vraag.

6.4.3 Invloed coronacrisis op stress over werk of bijbaan, 2021
 Vaker dan ervoor (% 15- tot 25-jarige jongeren met betaald werk)Even vaak (% 15- tot 25-jarige jongeren met betaald werk)Minder vaak dan ervoor (% 15- tot 25-jarige jongeren met betaald werk)Niet van toepassing / nooit stress over werk of bijbaan (% 15- tot 25-jarige jongeren met betaald werk)Geen antwoord (% 15- tot 25-jarige jongeren met betaald werk)
Totaal23,929,213,126,96,9
Werk is geen bijbaan31,732,212,715,97,5
Werk is een bijbaan16,626,413,537,16,4

Het percentage dat aangeeft dat de werkstress is toegenomen door de coronacrisis is bijna twee keer zo groot bij jongeren met betaald werk als bij jongeren met een bijbaan (32 tegen 17 procent). De impact van de coronacrisis op de werkstress is ook groter voor jongeren die meer uren werken. Ook jongeren met een vast urencontract en jongeren die op zoek zijn naar ander werk geven vaker aan meer stress door de coronacrisis te ervaren (zie maatwerktabel).

Kwart jongvolwassenen vaker stress over geld door coronacrisis

Van alle jongeren zegt 16 procent vaker stress over geld te hebben (gehad) door de coronacrisis. 22 procent geeft aan dat dit even vaak voorkwam en 13 procent dat het minder vaak voorkwam dan voor de crisis. Ruim 40 procent van hen, en met name de tieners (63 procent) zeggen dat de vraag over de invloed van de coronacrisis op stress over geld op hen niet van toepassing is, bijvoorbeeld omdat ze hier (überhaupt) nooit stress over hebben. Voor de jongvolwassenen ligt dit anders: bijna een kwart (24 procent) van hen heeft vaker stress over geldzaken (gehad) dan voor de coronacrisis, ruim een kwart (28 procent) ervaart even vaak stress, en bij 16 procent is deze stress juist verminderd. De groep die aangeeft dat de vraag op hen niet van toepassing is, is hier met ruim een kwart duidelijk kleiner.

6.4.4 Invloed van coronacrisis op stress over geldzaken, 2021
 Vaker dan ervoor (% jongeren)Even vaak (% jongeren)Minder vaak dan ervoor (% jongeren)Niet van toepassing / nooit stress over geldzaken (% jongeren)Geen antwoord (% jongeren)
Totaal16,4221342,36,3
12 tot 18 jaar5,713,39,263,58,3
18 tot 25 jaar24,328,315,726,84,9

22) Vanwege de samenhang tussen onderwijsniveau en leeftijd (hoe ouder, hoe verder in de schoolloopbaan) is er voor gekozen om bij de uitsplitsing naar onderwijsniveau selecte leeftijdsgroepen te bekijken, bestaande uit leeftijden die op elk van de onderwijsniveaus regulier voorkomen. Bij het voortgezet onderwijs gaat het om 12- tot 17-jarigen en bij middelbaarberoeps- en hoger onderwijs om 18- tot 22-jarigen. Daarmee wijkt de leeftijdsindeling af van de standaardindeling in deze publicatie (12- tot 18-jarigen en 18- tot 25-jarigen). Zie de onderzoeksverantwoording voor meer uitleg over deze leeftijdsselectie.
23) In de Gezondheidsenquête is met behulp van de Mental Health Inventory-5 vragenset onder andere gevraagd in welke mate men zich in de afgelopen vier weken gelukkig voelde. Respondenten konden kiezen uit de volgende 6 antwoordcategorieën: voortdurend, meestal, vaak, soms, zelden of nooit. Weergegeven is hier het percentage dat aangaf zich soms, zelden of nooit gelukkig te voelen. 
24) Uitkomsten op basis van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (CBS, 2021b) laten vooralsnog niet zien dat tijdens de coronacrisis (eind 2020) meer jongen psychisch vermoeid waren door het werk dan voor de coronacrisis (eind 2019).