Monitor Kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep, 2021

4. Opleiding en ontwikkeling

Bijna de helft van alle kunstenaars in 2017/2019 gaf aan als hoogst gevolgde opleiding een kunstopleiding te hebben gevolgd, in de meeste gevallen minimaal op hbo-niveau. Een op de zes van de overige werkenden in een creatief beroep heeft een kunstopleiding gevolgd. Van de kunstenaars en overige creatieven zonder kunstopleiding, volgde ook het grootste deel een opleiding op minimaal hbo-niveau. Sommige werknemers volgden naast het werk een opleiding, vaak met als doel hun werk beter te kunnen doen. Het overgrote deel van de kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep vond dat hun kennis en vaardigheden goed aansloten bij hun werkzaamheden.

In hoofdstuk 4 staat opleiding en ontwikkeling centraal: de opleiding die men heeft gevolgd, en of men momenteel nog een cursus of opleiding volgt. De cijfers in paragraaf 4.1 hebben betrekking op alle kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep. In de paragrafen 4.2 en 4.3 worden cijfers gepresenteerd over werknemers en zelfstandig ondernemers afzonderlijk.

4.1 Gevolgde kunstopleiding

Bijna de helft van de 164 duizend kunstenaars gaf in 2017/2019 aan als hoogste opleiding een kunstopleiding te hebben gevolgd, in de meeste gevallen minimaal op hbo-niveau. Ruim zes van de tien kunstenaars met ten minste hbo volgde een opleiding in audiovisuele techniek en mediaproductie, beeldende kunst, kunstgeschiedenis of muziek en theater. Mbo’ers volgden voor het grootste deel een opleiding audiovisuele techniek en mediaproductie.

Van de 263 duizend werkenden in een ander creatief beroep had 17 procent als hoogste opleiding een kunstopleiding gevolgd: 5 procent op mbo-niveau en 12 procent minimaal op hbo-niveau. Van de 229 duizend werkenden in een overig creatief beroep in 2010/2012 had 16 procent een kunstopleiding op hbo-niveau gevolgd en 4 procent een kunstopleiding op mbo-niveau.

De helft van andere creatieve werkenden met een kunstopleiding op mbo-niveau volgde de richting audiovisuele techniek en mediaproductie. De helft van de hbo’ers volgden audiovisuele techniek en mediaproductie, muziek en theater, de lerarenopleiding algemene en beroepsgerichte vakken of beeldende kunst, kunstgeschiedenis.

89 duizend kunstenaars (54 procent; 2013/2015: 56 procent) volgden geen kunstopleiding. Ook hier volgde veruit het grootste deel een andere hbo- of wo-opleiding, een kleiner deel mbo 2, 3 of 4 (respectievelijk 74 procent en 13 procent). 218 duizend van de andere werkenden met een creatief beroep volgden geen kunstopleiding. Veruit het grootste deel volgde een hbo- of wo-opleiding (68 procent), een kleiner deel (20 procent) mbo 2, 3 of 4.

4.1.1 Kunstenaars en overige creatieve beroepen met kunstopleiding (hoogst gevolgd) naar onderwijsrichting
KunstenaarsAnderen met een creatief beroep
Kunstopleiding MBO (%)Kunstopleiding ten minste HBO (%)Kunstopleiding MBO (%)Kunstopleiding ten minste HBO (%)
2010/2012
Totaal100100100100
Audiovisuele techniek en mediaproductie70204016
Muziek en theater920517
Beeldende kunst, kunstgeschiedenis117015
Mode-, interieur- en industriële vormgeving513138
Textiel-, kleding-, schoenen-, en leervervaardiging141191
Lerarenopleiding algemene en beroepsgerichte vakken010422
Architectuur en stedebouwkunde016120
Kunstnijverheid10170
Kunst0213
2013/2015
Totaal100100100100
Audiovisuele techniek en mediaproductie74224924
Muziek en theater624526
Beeldende kunst, kunstgeschiedenis624115
Mode-, interieur- en industriële vormgeving61287
Textiel-, kleding-, schoenen-, en leervervaardiging43224
Lerarenopleiding algemene en beroepsgerichte vakken17314
Architectuur en stedebouwkunde19111
Kunstnijverheid20100
Kunst0000
2017/2019
Totaal100100100100
Audiovisuele techniek en mediaproductie77215225
Muziek en theater621523
Beeldende kunst, kunstgeschiedenis323116
Mode-, interieur- en industriële vormgeving714108
Textiel-, kleding-, schoenen-, en leervervaardiging72222
Lerarenopleiding algemene en beroepsgerichte vakken07215
Architectuur en stedebouwkunde012010
Kunstnijverheid0070
Kunst0000
Bron: EBB.

4.1.2 Kunstenaars en overige creatieve beroepen zonder kunstopleiding naar (hoogst gevolgd) onderwijsniveau, 2017-2019
KunstenaarsOverige creatieve beroepen
2010/2012 (%)2013/2015 (%)2017/2019 (%)2010/2012 (%)2013/2015 (%)2017/2019 (%)
Totaal100100100100100100
Basisonderwijs011111
Vmbo-b/k, mbo1222644
Vmbo-g/t, havo-, vwo-onderbouw233332
Mbo2 en mbo36758109
Mbo41198111111
Havo, vwo1065744
Hbo-, wo-bachelor364041343938
Hbo-, wo-master, doctor283133272730
Onbekend612311
Bron: EBB.

4.2 Volgen van een cursus of opleiding

Ten tijde van het onderzoek volgde 11 procent van de kunstenaars regulier onderwijs. Van de totale werkzame beroepsbevolking in 2017/2019 was dat 16 procent. Daarnaast volgde een klein deel van de kunstenaars in de afgelopen vier weken korte cursussen of opleidingen (10 procent tegenover 12 procent van alle werkenden). Deze cijfers zijn nagenoeg gelijk aan die van 2013/2015. Van de werkenden in andere creatieve beroepen volgde 10 procent regulier onderwijs en 10 procent een korte cursus of opleiding.

Van de werknemers1) die in de afgelopen twee jaar naast hun werk een cursus of opleiding hebben gevolgd, gaf in de periode 2017/2019 gemiddeld 61 procent van de kunstenaars en 63 procent van de andere creatieve beroepen aan dat het belangrijkste doel hiervan is om het huidige werk beter te kunnen doen. Verder zei 22 procent van beide groepen dat om kunnen gaan met toekomstige veranderingen in de huidige baan het belangrijkste doel is, en 17 procent van de kunstenaars en 15 procent van de andere creatieve beroepen om de kansen op werk in de toekomst te vergroten. Bij het totaal van alle werknemers was het percentage dat een cursus of opleiding volgde om het huidige werk beter te kunnen doen wat hoger (64 procent), en dat om de kansen op werk in de toekomst te vergroten lager (14 procent).

4.2.1 Belangrijkste doel volgen cursus of opleiding van werknemers, 2017/2019
categorieKunstenaars (%)Anderen met een creatief beroep (%)Werknemers - beroepsniveau 4 (%)Totaal werknemers (%)
Mijn huidige werk beter kunnen doen61636364
Om kunnen gaan met toekomstige veranderingen in mijn huidige baan22222322
Mijn kansen op werk in de toekomst vergroten17151314
Bron: NEA (CBS/TNO)

Onder werknemers gaven kunstenaars die geen cursus of opleiding volgden relatief vaak aan hier geen behoefte aan te hebben. In de periode 2017/2019 had 46 procent van de kunstenaars die in de voorgaande twee jaar geen cursus of opleiding volgden hier geen behoefte aan, tegenover 55 procent van alle werknemers. Verder had 28 procent van de kunstenaars wel behoefte aan een cursus of opleiding om de kansen op werk in de toekomst te vergroten, 23 procent om de toekomstige veranderingen in het werk aan te kunnen en 21 procent om het huidige werk beter te kunnen doen.

Kunstenaars en anderen met een creatief beroep onder zelfstandig ondernemers, die in de voorgaande twee jaar geen cursus of opleiding volgden, hadden hier minder vaak geen behoefte aan dan gemiddeld onder zelfstandig ondernemers. Van deze kunstenaars had 57 procent in 2019 geen behoefte aan een cursus of opleiding en 59 procent van de andere creatieve beroepen, tegenover 67 procent onder alle zelfstandig ondernemers. Zelfstandig ondernemers op het hoogste beroepsniveau hadden minder vaak geen behoefte aan een cursus of opleiding (54 procent).

Van de kunstenaars of anderen met een creatief beroep die wél behoefte hadden aan een cursus of opleiding, was het vergroten van de kans op werk in de toekomst voor respectievelijk 25 procent en 23 procent de belangrijkste reden hiervoor. Voor 18 en 16 procent was de belangrijkste reden om het huidige werk beter te kunnen doen en voor 16 en 17 procent om toekomstige veranderingen in het huidige werk aan te kunnen.

4.2.2 Behoefte aan cursus of opleiding van werkenden, 2017/2019
categorieKunstenaars (%)Anderen met een creatief beroep (%)Werkenden - beroepsniveau 4 (%)Totaal werkenden (%)
Werknemers
Nee46474555
Ja, om mijn huidige werk beter te kunnen doen21202417
Ja, om toekomstige veranderingen in mijn huidige werk aan te kunnen23222417
Ja, om mijn kansen op werk in de toekomst te vergroten28282423
Zelfstandig ondernemers
Nee57595467
Ja, om mijn huidige werk beter te kunnen doen18162114
Ja, om toekomstige veranderingen in mijn huidige werk aan te kunnen16171914
Ja, om mijn kansen op werk in de toekomst te vergroten25232316
Bron: NEA, ZEA (CBS/TNO)

4.3 Kennis en vaardigheden

Van de kunstenaars onder zelfstandig ondernemers vond in 2019 72 procent dat hun kennis en vaardigheden goed aansluiten bij hun werk. Dat is redelijk vergelijkbaar met de anderen in creatieve beroepen (70 procent) en het totaal van alle zelfstandig ondernemers (71 procent). Verder gaf 21 procent van de kunstenaars aan dat ze meer kennis en vaardigheden bezitten dan nodig voor hun werk, dat was bij de anderen met een creatief beroep (24 procent) en het totaal van alle zelfstandig ondernemers (25 procent) hoger. 7 procent van de zelfstandige kunstenaars zei minder kennis en vaardigheden te hebben dan nodig voor het werk, tegenover 5 procent van zowel de andere creatieve beroepen als het totaal van alle zelfstandig ondernemers.

Werknemers vonden minder vaak dan zelfstandig ondernemers dat hun kennis en vaardigheden goed aansluiten bij hun werk. In de periode 2017/2019 vond 65 procent van de kunstenaars onder werknemers dat hun kennis en vaardigheden goed aansluiten bij het werk. Daarmee hadden kunstenaars vaker dan de andere werknemers met een creatief beroep (62 procent) en het totaal van alle werknemers (61 procent) het idee dat hun kennis en vaardigheden goed aansluiten bij hun werk. Van de kunstenaars in loondienst zei 29 procent meer kennis en vaardigheden te hebben dan nodig, tegenover 32 procent van de andere creatieve beroepen en 33 procent van alle werknemers. 6 procent van zowel de kunstenaars, anderen met een creatief beroep als het totaal van alle werknemers gaf aan over minder kennis en vaardigheden te beschikken dan nodig voor hun werk.

In 2017/2019 gaf onder werknemers 76 procent van de kunstenaars aan dat hun leidinggevende de ontwikkeling van hun kennis en vaardigheden in beperkte of grote mate stimuleerde. Dat is lager dan bij de werknemers op het hoogste beroepsniveau (85 procent) en bij de andere creatieve beroepen (78 procent). Gemiddeld was dat onder werknemers 75 procent. Onder kunstenaars was het percentage werknemers dat vond dat hun leidinggevende de ontwikkeling van kennis en vaardigheden in beperkte of grote mate stimuleerde bij mannen (77 procent) hoger dan bij vrouwen (74 procent).

4.3.1 Stimulatie kennis en vaardigheden door leidinggevende van werknemers, 2017/2019
antwoordKunstenaars (%)Anderen met een creatief beroep (%)Werknemers - beroepsniveau 4 (%)Totaal werknemers (%)
Nee24221525
Ja, in beperkte mate53545351
Ja, in grote mate23243225
Bron: NEA (CBS/TNO)

Onder zelfstandig ondernemers gaf 87 procent van de kunstenaars in 2019 aan dat ze in hun werk telkens nieuwe dingen probeerden te leren. Dat is hoger dan bij de andere creatieve beroepen (85 procent) en het totaal van zelfstandig ondernemers (81 procent). Verder gaf 85 procent van de kunstenaars aan dat ze nadachten over hoe ze in de toekomst het werk zo goed mogelijk kunnen blijven doen. 74 procent zocht in hun werk de mensen op waar ze iets van kunnen leren. Dat is hoger dan bij zowel de andere creatieve beroepen (68 procent) als het totaal van alle zelfstandig ondernemers (69 procent). Tevens zorgde 82 procent dat ze in kennis en vaardigheden goed mee konden komen met de veranderingen in hun werk, dat was juist iets lager dan bij het totaal van alle zelfstandig ondernemers (85 procent).

4.3.2 Leermogelijkheden en oriëntatie van zelfstandig ondernemers, 2019
antwoordKunstenaars (%)Anderen met een creatief beroep (%)Zelfstandig ondernemers - beroepsniveau 4 (%)Totaal zelfstandig ondernemers (%)
In mijn werk probeer ik telkens weer nieuwe dingen te leren87858881
Ik denk er over na hoe ik in de toekomst mijn werk zo goed mogelijk kan blijven doen85868785
In mijn werk zoek ik de mensen op waar ik iets van kan leren74687669
Ik zorg ervoor dat ik qua kennis en vaardigheden goed mee kan komen met veranderingen in mijn werk82838885
Bron: ZEA (CBS/TNO)

1) In paragraaf 5.1 wordt ingegaan op de verdeling van kunstenaars en andere werkenden met een creatief beroep naar arbeidspositie, zoals bv. werknemers of zelfstandigen.