De vo-indicator voor praktijkonderwijs

Over deze publicatie

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) stelt budget beschikbaar om onderwijsachterstanden in het voortgezet onderwijs (vo) tegen te gaan. Op dit moment wordt dit budget verdeeld op basis van het percentage leerlingen op een vestiging dat in een apc-gebied woont. Wonen in een apc-gebied is echter een vrij grove indicatie van de kans op onderwijsachterstand. OCW is daarom op zoek naar een betere verdeelsleutel.

Eerder heeft het CBS een model ontwikkeld om per leerling de kans op onderwijsachterstand te berekenen. Hiervoor wordt naar meerdere kenmerken gekeken (opleidingsniveau en herkomst van de ouders, de verblijfsduur van de moeder in Nederland en of de ouders een schuldsaneringstraject doorlopen). Dit model geeft een betere verklaring voor de kans op onderwijsachterstand dan het gebied waarin leerlingen wonen.

OCW financiert niet op het niveau van leerlingen, maar op het niveau van onderwijsinstellingen. Daarom moeten de kansen op onderwijsachterstand van de leerlingen op een vestiging opgeteld worden zodat per vestiging een achterstandsscore berekend kan worden. Op basis van deze achterstandsscores kan dan het budget verdeeld worden. Dit optellen kan op meerdere manieren. OCW moet daarom meerdere beleidskeuzes maken. Het effect van de verschillende keuzes op de (her)verdeling van het budget is door het CBS cijfermatig in kaart gebracht.

OCW heeft besloten om het praktijkonderwijs (pro) apart te financieren als het gaat om de verdeling van het budget om onderwijsachterstanden tegen te gaan. In dit rapport wordt de ontwikkeling en uitwerking van de nieuwe verdeelsleutel voor pro beschreven. OCW streeft ernaar om deze nieuwe verdeelsleutel in 2024 te implementeren.

1. Inleiding

Om onderwijsachterstanden in het voortgezet onderwijs (vo) te verminderen kent het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) extra middelen toe aan scholen onder de ‘Regeling Leerplusarrangement vo’. In de huidige regeling wordt het beschikbare budget verdeeld op basis van het percentage leerlingen per vestiging dat in een armoedeprobleemcumulatie-gebied (apc-gebied)1) woont. OCW is op zoek naar een beter criterium voor deze verdeling. Meer specifiek is de vraag of het mogelijk is om een indicator te ontwikkelen die rekening houdt met de kenmerken van leerlingen zelf (met betrekking tot hun kans op onderwijsachterstand) in plaats van het gebied waarin zij wonen. 

Eerder heeft het CBS op verzoek van OCW een indicator ontwikkeld voor het primair onderwijs (po).2) Uit dat onderzoek bleek dat onderwijsachterstanden bij leerlingen het best verklaard konden worden door een combinatie van het opleidingsniveau van beide ouders, de herkomst van de ouders, de verblijfsduur van de moeder in Nederland, of de ouders een schuldsaneringstraject doorlopen en het gemiddeld opleidingsniveau van alle moeders op de school. Middelen ter bestrijding van onderwijsachterstanden in het po worden inmiddels door OCW verdeeld op basis van de door het CBS ontwikkelde indicator.3)

Op verzoek van OCW heeft het CBS verkend in hoeverre de po-indicator ook toepasbaar is als indicator voor onderwijsachterstanden in het vo. Uit die verkenning bleek dat met enkele aanpassingen het mogelijk was een geschikte vo-indicator te ontwikkelen. Deze vo-indicator is inmiddels aangenomen door OCW. Met de gekozen indicator kunnen voor leerlingen in het vo zogenoemde onderwijsscores berekend worden die een indicatie geven van hun verwachte onderwijsachterstand. 

OCW heeft besloten het praktijkonderwijs (pro) apart te financieren als het gaat om de verdeling van het budget om onderwijsachterstanden tegen te gaan.4) De reden hiervoor is een door OCW gewenste verdeling van het beschikbare budget over de verschillende onderwijsniveaus. OCW bekostigt niet op het niveau van leerlingen, maar op het niveau van vestigingen.5) De onderwijsscores van leerlingen moeten dus per vestiging worden opgeteld tot een zogenoemde achterstandsscore. Op basis van deze achterstandsscores kan dan het beschikbare budget verdeeld worden over de vestigingen in het pro. De stap om van onderwijsscores op leerlingniveau naar achterstandsscores op vestigingsniveau te gaan wordt aggregeren genoemd. Er zijn meerdere keuzes die gemaakt moeten worden om te bepalen hoe de onderwijsscores geaggregeerd moeten worden naar achterstandsscores. Zo moet bepaald worden welke leerlingen tot de doelgroep behoren (met andere woorden: hoe groot moet de kans op onderwijsachterstand relatief zijn?). Hoeveel draagt ieder van deze doelgroepleerlingen bij aan de achterstandsscore (allemaal gelijk of tellen leerlingen met een grotere kans op onderwijsachterstand zwaarder mee)? En, is het wenselijk om een drempel in te bouwen per vestiging om versnippering van het beschikbare budget te voorkomen (met andere woorden: moet een vestiging een minimaal aandeel doelgroepleerlingen hebben om budget te ontvangen)? Het effect van de verschillende keuzes op de verdeling van het budget binnen het pro is door het CBS cijfermatig in kaart gebracht en wordt beschreven in dit onderzoeksrapport.

Het CBS heeft in een eerste stap voor zes, door OCW opgestelde, scenario’s (instellingen voor de aggregatieformule/combinatie van keuzes op bovengenoemde vragen) in kaart gebracht hoe het budget verdeeld zou worden over de pro-vestigingen en de regionale spreiding per scenario in kaart gebracht. Uit deze zes scenario’s zijn, op basis van de resultaten, drie scenario’s gekozen door OCW.6) Van deze drie scenario’s is vervolgens in kaart gebracht wat de herverdeeleffecten zijn (van de nieuwe bekostigingsmethode met de vo-indicator ten opzichte van de huidige methode op basis van de apc-gebieden) en wat de stabiliteit is van de achterstandsscores over de tijd heen. Op basis van deze analyses zal OCW één aggregatieformule kiezen. Deze zal in de toekomst gebruikt worden om de onderwijsscores op leerlingniveau op te tellen tot achterstandsscores op vestigingsniveau, op basis waarvan het beschikbare budget verdeeld kan worden. Het streven van OCW is om deze nieuwe methode in 2024 te implementeren. 

OCW streeft ernaar dat er binnen het veld zo veel mogelijk steun is voor een nieuw verdeelmodel en dat kennis en kunde uit de praktijk meegenomen worden in het onderzoeksproces. Daarom is toen OCW de keuze gemaakt heeft om pro apart te financieren een expertgroep ingesteld die op verschillende momenten gevraagd is om advies en input.7) Meer specifiek zijn de resultaten voorgelegd aan deze expertgroep op het moment dat er uit de zes startscenario’s drie scenario’s gekozen moesten worden voor aanvullende analyses rondom herverdeeleffecten en stabiliteit. Tevens is de expertgroep om advies gevraagd op het moment dat er uit deze drie scenario’s één voorkeursscenario gekozen moest worden. Zie bijlage 1 voor de samenstelling van deze expertgroep.

In dit rapport wordt eerst kort teruggeblikt op de ontwikkeling en de werking van de vo-indicator om de kans op onderwijsachterstand op leerlingniveau te berekenen (hoofdstuk 2). Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 in kaart gebracht in hoeverre het mogelijk is om de vo-indicator ook in te zetten voor het pro afzonderlijk. In hoofdstuk 4 wordt meer informatie gegeven over de verschillende opties om van een onderwijsscore op leerlingniveau te komen tot achterstandsscores op vestigingsniveau (de aggregatieformule). In hoofdstuk 5 wordt voor de zes scenario’s beschreven wat de gevolgen zijn wat betreft verdeling van het budget en regionale spreiding. In het hoofdstuk daarna, hoofdstuk 6, wordt voor drie van de zes scenario’s beschreven wat de herverdeeleffecten zijn en wordt inzicht gegeven in de stabiliteit van de achterstandsscores over de tijd heen. Het rapport wordt afgesloten met een samenvatting in hoofdstuk 7.
1) Hier vind je een verdere uitleg over apc-gebieden en de meest recente cijfers (er komt geen nieuwe update van deze cijfers).
2) Indien in dit rapport over primair onderwijs wordt gesproken, wordt het “reguliere” basisonderwijs bedoeld en niet het speciaal onderwijs (so), het speciaal basisonderwijs (sbo) en het voorgezet speciaal onderwijs (vso).
3) Het CBS heeft een dergelijke indicator ook ontwikkeld voor het leerwegondersteunend onderwijs. Zie het verkennend onderzoek en het onderzoek naar de aggregatieformule
4) Zie de Kamerbrief over kansengelijkheid.
5) In het po wordt het budget over scholen verdeeld. In het vo kunnen scholen meerdere vestigingen hebben die een ander onderwijsniveau aanbieden. In het vo wordt het budget daarom over vestigingen verdeeld (in plaats van over scholen). 
6) Het uitgangspunt van het publicatiebeleid van het CBS is dat onderzoeksuitkomsten aan iedereen op hetzelfde moment beschikbaar te stellen. Aan de opdrachtgever kan voorinzage onder embargo worden verleend. In sommige gevallen kan van dit standaard beleid afgeweken worden en kunnen tussentijdse onderzoeksresultaten gedeeld worden. Bijvoorbeeld als er in het belang van het onderzoek een externe expertgroep is zoals in dit onderzoek het geval is. Meer informatie over het publicatiebeleid en bijvoorbeeld embargotermijnen is hier te vinden.   
7) Deze expertgroep is niet de begeleidingscommissie die betrokken is geweest bij de keuzes voor de vo-indicator voor leerlingen die geen pro volgen en de keuze om pro apart te financieren. Zie Bijlage 1 van het rapport over de vo-indicator voor de samenstelling van die begeleidingscommissie. 

2. Terugblik

2.1 Ontwikkeling vo-indicator

Eerder heeft het CBS op verzoek van OCW een indicator ontwikkeld voor onderwijsachterstanden in het primair onderwijs (po). Bij deze onderzoeken is de definitie van Kloprogge en de Wit voor onderwijsachterstand gebruikt.  Zij spreken van een onderwijsachterstand als leerlingen in Nederland door een ongunstige economische, sociale of culturele omgeving slechter presteren op school dan ze bij een gunstigere situatie zouden kunnen. Met andere woorden er wordt gesproken over een (kans op) onderwijsachterstand indien leerlingen slechtere prestaties leveren op school als gevolg van omgevingsfactoren dan dat op basis van hun intelligentie verwacht zou worden. Middelen ter bestrijding van onderwijsachterstanden in het po worden inmiddels door OCW verdeeld op basis van de door het CBS ontwikkelde indicator. In onderstaand kader staat meer informatie over de po-indicator. 

Op verzoek van OCW heeft het CBS eerder verkend in hoeverre de po-indicator ook toepasbaar is als indicator voor onderwijsachterstanden in het vo. Uit die verkenning bleek dat de po-indicator een betere verklaring geeft voor onderwijsachterstanden van leerlingen in het vo dan het apc-gebied waarin zij wonen.12) In de verkenning zijn twee varianten van de po-indicator onderzocht: een niet-herijkte indicator waarin de bijdrage van alle kenmerken uit de po-indicator hetzelfde blijft en een herijkte indicator waarin de bijdragen van deze kenmerken opnieuw zijn geschat voor het vo. Bij deze herijking werd het gevolgde onderwijsniveau gebruikt als maat voor schoolprestaties in het vo (in plaats van de Cito-scores zoals in het po). In dit onderzoek had de herijkte indicator de grootste verklaringskracht voor onderwijsachterstanden in het vo. De set van kenmerken op basis waarvan de onderwijsscores worden berekend is licht aangepast zodat deze beter aansluit bij het vo. Zo worden onderwijsscores niet langer op basis van het gemiddelde opleidingsniveau van de moeders op een school berekend. Dit omdat het gemiddelde opleidingsniveau van de moeders op een school in het vo (te) sterk samenhangt met het onderwijsniveau dat een leerling volgt (gemiddeld genomen volgen kinderen van bijvoorbeeld hoogopgeleide moeders vaker een hoger onderwijsniveau). 

Er waren echter twijfels of deze herijkte indicator geschikt was voor het bepalen van de kans op onderwijsachterstand bij leerlingen met een niet-Nederlandse herkomst. De reden voor deze twijfels waren afwijkende resultaten ten opzichte van de po-indicator die lastig waren te interpreteren. Na vervolganalyses kon dit worden teruggevoerd op beperkingen van de data die waren gebruikt bij het herijken van de indicator. Bij de herijking kon destijds namelijk alleen gebruik worden gemaakt van het onderwijsniveau waarop een leerling onderwijs volgt als maat voor onderwijsprestaties in het vo. Hierdoor kon geen onderscheid worden gemaakt tussen leerlingen die beter of slechter presteren binnen een onderwijsniveau. In het po was daarentegen een veel fijnere maat voor onderwijsprestaties beschikbaar: de Cito-eindtoetsscore. Om een beter beargumenteerde keuze te kunnen maken voor de toekomstige indicator voor onderwijsachterstanden in het vo heeft het CBS, op verzoek van OCW, de indicator nogmaals  herijkt.13) Bij deze herijking is een meer gedetailleerde maat voor schoolprestaties in het vo onderzocht door naast het gevolgde onderwijsniveau waar mogelijk ook de behaalde examencijfers mee te nemen. Op deze manier kunnen individuele verschillen in schoolprestaties binnen een onderwijsniveau worden gemeten die bij de oorspronkelijke herijking niet in beeld waren. Deze nieuwste methode voor de berekening van onderwijsscores op leerlingniveau op het vo is inmiddels aangenomen door OCW. 

2.2 Berekening onderwijsscores op leerlingniveau in het vo

Het schema in Figuur 2.2.1. laat zien hoe per leerling een onderwijsscore wordt berekend volgens de (herijkte) vo-indicator. Hiervoor wordt naar verschillende omgevingskenmerken van de leerling gekeken. De onderwijsscore is een schatting van de kans op onderwijsachterstand gegeven iemands omgevingskenmerken en ongeacht iemands intelligentie. De onderwijsscore kan zowel negatief als positief zijn. Bij leerlingen met lage(re) onderwijsscores worden – gemiddeld over de populatie – meer onderwijsachterstanden verwacht. Het schema laat zien dat een lager opleidingsniveau van ouders bijdraagt aan lagere onderwijsscores en zodoende een grotere kans op onderwijsachterstand.14) Dit geldt ook voor het hebben van een niet-Nederlandse herkomst (met uitzondering van het hebben van een Oost-Aziatische herkomst)15) en wanneer iemands moeder minder dan 5 jaar lang in Nederland is. Ook het in de schuldsanering zitten van de ouders vergroot de kans op een onderwijsachterstand.16) Op deze manier kan voor alle leerlingen in het vo een onderwijsscore berekend worden die de kans op onderwijsachterstand weergeeft als gevolg van omgevingskenmerken en ongeacht hun intelligentie. 

2.2.1 Schema voor het berekenen van onderwijsscores bij de herijkte vo-indicator

8) Kloprogge, J. en de Wit, W. (2015). Het onderwijsachterstandenbeleid na 2015. Literatuurstudie t.b.v. expertbijeenkomst OAB september 2015. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek.
9) Bij de ontwikkeling van het model is naar veel meer kenmerken gekeken. Denk hierbij aan huishoudtype, inkomensvariabelen, leeftijd van de ouders en of de ouders ooit verdachte van een misdrijf zijn geweest. De volledige lijst van onderzochte kenmerken is te vinden in Bijlage 2 van het samenvattende rapport
10) De genoemde kenmerken zijn voor veel, maar niet alle leerlingen bekend. Ontbrekende informatie wordt, afhankelijk van de informatie die wel bekend is, op verschillende manieren aangevuld (zie bijlage A in een eerder onderzoeksrapport over het leerplusarrangement).
11) De onderzochte buurtkenmerken (bijvoorbeeld stedelijkheid en aandeel huurwoningen) bleken statistisch gezien weinig toe te voegen aan het model om de kans op onderwijsachterstand te berekenen. Deze zijn daarom niet opgenomen in het uiteindelijke model.  
12) Zie het eerste verkennende rapport naar een alternatieve indicator voor het leerplusarrangement.
13) Zie het rapport waarin de onderwijsachterstandsindicator van het vo wordt herzien.
14)  Voor de indeling in categorieën is voor onderwijs gebruik gemaakt van de Standaard Onderwijsindeling (zie voor meer informatie). Dit is een hiërarchische indeling in vier aggregatieniveaus. Op het hoogste niveau worden drie categorieën onderscheiden (laag, midden, hoog). Op het tweede aggregatieniveau worden vijf categorieën onderscheiden, op het derde aggregatieniveau acht categorieën en op het vierde aggregatieniveau 18 categorieën. In dit onderzoek is het derde aggregatieniveau gebruikt. Dit is een afweging, zoals bij elk onderzoek, tussen voldoende detail en een zo simpel mogelijk model (dit is een algemeen streven in de methodologie bij het opbouwen van modellen). Praktijkonderwijs wordt als categorie wel onderscheiden bij het vierde aggregatieniveau. Bij het derde aggregatieniveau is dit ingedeeld bij ‘Vmbo-b/k, mbo1’. Ouders met praktijkonderwijs worden dus wel meegenomen in het onderzoek, maar niet apart getoond/onderscheiden in het model. 
15) De herkomst van de ouders is in acht groepen ingedeeld: Nederland, EU-15/westerse landen, nieuwe EU-landen, Suriname en Antillen, Turkije, Noord-Afrika, Oost-Azië en niet elders genoemde landen. Leerlingen van wie één ouder als herkomstland 
Nederland heeft, worden in de categorie ‘Nederland’ ingedeeld. Leerlingen van wie beide ouders niet uit Nederland komen, worden ingedeeld in de categorie waartoe het herkomstland van de moeder behoort gezien de veronderstelde relatief grotere invloed van moeders op schoolprestaties. Bij de vo-indicator wordt het label “westers” nog gebruikt. In principe is het CBS afgestapt van deze terminologie (zie voor meer informatie). Het huidige model is echter ontwikkeld voordat deze keuze gemaakt werd. Daarom wordt deze indeling in dit geval nog wel gebruikt. 
16) Dit zijn door de rechter uitgesproken trajecten van schuldsanering die personen die in een problematische schuldsituatie zitten de mogelijkheid bieden om schuldenvrij te worden. Tijdens het schuldsaneringstraject betaalt de schuldenaar onder toezicht van een bewindvoerder en volgens een strikt regime zoveel mogelijk van de schulden af. Daarbij wordt de medewerking van schuldeisers afgedwongen. Er zijn meerdere voorwaarden. Zo mogen er geen nieuwe schulden gemaakt worden. Indien de schuldenaar zich aan de afspraken heeft gehouden kan de rechter na drie jaar een zogeheten schone lei verlenen waarna restschulden niet meer opeisbaar zijn.

3. Mogelijkheden vo-indicator voor pro

Pro is een onderdeel van het regulier voortgezet onderwijs. Pro is bedoeld voor leerlingen van 12 tot en met 18 jaar die moeite hebben met leren op de traditionele manier. Om toegelaten te kunnen worden tot het praktijkonderwijs worden de volgende landelijke toelatingscriteria gehanteerd:

  • Het IQ van de leerling ligt tussen 55 en 80;
  • De leerling heeft een leerachterstand van minimaal drie jaar op twee van de volgende domeinen: inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen, spellen. Hierbij moet één van de domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen zijn.

Op basis van het model uit hoofdstuk 2 is eerder voor alle leerlingen in het vo een onderwijsscore berekend die hun kans op onderwijsachterstand weergeeft gegeven hun omgeving en ongeacht hun intelligentie. Hierbij zijn leerlingen van alle schoolsoorten, van pro tot vwo, meegenomen. Door het besluit van OCW om pro apart te financieren is de vraag of de huidige vo-indicator ook geschikt is om het beschikbare budget voor het tegengaan van onderwijsachterstanden in het pro te verdelen. Door te focussen op één onderwijsniveau wordt de spreiding op de onderwijsscores die berekend worden met de vo-indicator mogelijk beperkt. Indien er niet voldoende spreiding is (op de kenmerken en/of de onderwijsscores), is de huidige vo-indicator niet/minder geschikt om voor het pro afzonderlijk in te zetten. Indien de spreiding binnen het pro minimaal is zou de vo-indicator namelijk weinig toegevoegde waarde hebben ten opzichte van een model waarbij het budget per pro-leerling verdeeld wordt (algemene populatiebekostiging). Het is dus essentieel om eerst de vraag te beantwoorden of het überhaupt mogelijk en zinvol is om de huidige vo-indicator in te zetten voor het pro afzonderlijk. Meer specifiek moeten de volgende vragen beantwoord worden:

  1. In hoeverre is er bij de leerlingen in het pro voldoende spreiding wat betreft de kenmerken in de vo-indicator?
  2. In hoeverre is er bij de leerlingen in het pro voldoende spreiding wat betreft de onderwijsscores?

Deze vragen worden in dit hoofdstuk beantwoord. Hiervoor wordt gekeken naar leerlingen die op 1 oktober 2020 ingeschreven stonden in het bekostigde vo.  

3.1 Spreiding op kenmerken in de vo-indicator 

Zoals eerder aangegeven zijn er meerdere omgevingskenmerken waarmee rekening gehouden wordt om de kans op onderwijsachterstanden voor leerlingen in het vo te berekenen: het opleidingsniveau van de moeder, het opleidingsniveau van de vader, de herkomst van de ouders, verblijfsduur van de moeder in Nederland en of de ouders al dan niet in de schuldsanering zitten. Om de potentie van de vo-indicator voor het pro afzonderlijk in kaart te brengen is eerst bestudeerd in hoeverre bij pro-leerlingen voldoende spreiding is op de omgevingskenmerken uit de vo-indicator. In onderstaande twee figuren staat (de spreiding voor) het hoogste opleidingsniveau van de moeder (Figuur 3.1.1.) en van de vader (Figuur 3.1.2.) weergegeven zowel voor pro-leerlingen als vo-leerlingen die niet op het pro zitten. 

3.1.1. Opleidingsniveau moeder
opl_maProOverig vo
Basis-onderwijs266,9
vmbo-b/k, mbo117,25,8
Vmbo-g/t, avo onderbouw4,32,5
Mbo2 en mbo320,713,4
Mbo417,722,8
Havo, vwo36,1
Hbo-, wo-bachelor826,3
Hbo-, wo-master, doctor3,216,1

3.1.2. Opleidingsniveau vader
opl_paProOverig vo
Basis-onderwijs20,75,5
vmbo-b/k, mbo117,77,3
Vmbo-g/t, avo onderbouw2,41,7
Mbo2 en mbo324,614,5
Mbo418,822,7
Havo, vwo3,56,4
Hbo-, wo-bachelor8,824,8
Hbo-, wo-master, doctor3,517,1

Duidelijk is dat zowel het opleidingsniveau van de moeder als het opleidingsniveau van de vader voor pro-leerlingen lager is (vaker enkel basisonderwijs of vmbo-b/k, mbo1) dan voor vo-leerlingen die geen pro volgen. Hoewel de hoogte van het opleidingsniveau van ouders van pro-leerlingen verschilt van overige vo-leerlingen is ook voor de pro-leerlingen voldoende spreiding zichtbaar wat betreft het opleidingsniveau van de ouders (zo zijn er ook relatief veel ouders die een mbo2, mbo3, mbo4 hebben als hoogste opleidingsniveau). 

Ook voor herkomst (Figuur 3.1.3.) en verblijfsduur van de moeder in Nederland (Figuur 3.1.4.) is gekeken of er voldoende spreiding is voor de pro-leerlingen om de vo-indicator potentieel zinvol in te kunnen zetten.

3.1.3. Herkomst ouders
herkProOverig vo
Nederland61,181,3
EU-15, andere ontwikkelde economieën1,51,4
Nieuwe EU-landen en economieën in transitie3,72
Noord-Afrika6,54,1
Oost- Azië 0,71,5
Overig Afrika, overig Azië, overig Latijns Amerika14,84,8
Suriname en (voormalige) Nederlandse Antillen5,62,2
Turkije6,12,8

3.1.4. Verblijfsduur moeder in Nederland
VERBLIJFSDUURMAProOverig vo
0-5 jr10,23,3
5-10 jr62,5
>1083,894,2

Zoals in figuur 3.1.3. te zien is, zijn er wat betreft herkomst duidelijke verschillen tussen leerlingen die wel op het pro zitten en leerlingen die niet op het pro zitten. Pro-leerlingen hebben minder vaak (minimaal één ouder met) een Nederlandse herkomst (61 procent) in vergelijking met leerlingen die niet op het pro zitten (81 procent). De spreiding wat betreft herkomst is bij pro-leerlingen groter dan bij leerlingen die geen pro volgen. De resultaten wat betreft verblijfsduur van de moeder zijn in lijn met de resultaten voor herkomst. Leerlingen die pro volgen hebben minder vaak een moeder die langer dan 10 jaar in Nederland is (84 procent) in vergelijking met leerlingen die geen pro volgen (94 procent). De spreiding wat betreft verblijfsduur van de moeder in Nederland is dus groter voor pro-leerlingen dan voor leerlingen die niet op het pro zitten. 

Het laatste kenmerk in de vo-indicator is of de ouders al dan niet een schuldsaneringstraject volgen. Ook hiervan is onderzocht of er voldoende spreiding is voor pro-leerlingen (Figuur 3.1.5.).

3.1.5. Ouders in WSNP-traject
WSNPProOverig vo
2,20,6

Leerlingen die pro volgen hebben vaker een ouder die in de schuldsanering zit (2,2 procent) dan leerlingen die een ander onderwijsniveau volgen (0,6 procent). Ook hier is dus sprake van meer spreiding bij pro-leerlingen dan bij overige leerlingen. 

3.2 Spreiding wat betreft de onderwijsscores

Bovengenoemde kenmerken samen bepalen in het huidige model van de vo-indicator de onderwijsscores. Deze scores reflecteren de kans op onderwijsachterstand zoals geschat op basis van het gepresenteerde model (Figuur 2.2.1.). In onderstaande twee grafieken staan zowel voor pro-leerlingen als voor overige vo-leerlingen de (spreiding op deze) onderwijsscores weergegeven. Dit is voor meerdere jaren gedaan (2017-2020) om zicht te krijgen op de stabiliteit van deze bevindingen.  

3.2.1 Verdeling onderwijsscores (2017-2020) voor pro-leerlingen

3.2.2 Verdeling onderwijsscores (2017-2020) voor overige vo-leerlingen

Duidelijk is dat de onderwijsscores voor pro-leerlingen lager zijn dan voor overige vo-leerlingen (dus pro-leerlingen hebben gemiddeld genomen een grotere kans op onderwijsachterstand vanwege hun omgevingskenmerken en ongeacht hun intelligentie). Ook bij pro-leerlingen is echter voldoende spreiding zichtbaar wat betreft de kans op onderwijsachterstanden: ook binnen pro zijn er leerlingen met een hogere onderwijsscore en leerlingen met een lagere onderwijsscore.  

Het aanwezig zijn van voldoende spreiding op zowel de kenmerken in het model (paragraaf 3.1.) als op de onderwijsscores (paragraaf 3.2.) is een belangrijke voorwaarde om het model van de vo-indicator zinvol in te kunnen zetten in het pro. Bovenstaande analyses laten zien dat er wat betreft spreiding geen belemmering is om het model van de vo-indicator in de toekomst ook in te zetten voor pro-leerlingen afzonderlijk.17)

17) Het is wel belangrijk om te realiseren dat het model (zie Figuur 2.2.1) van de vo-indicator gebaseerd is op analyses voor alle vo-leerlingen samen. Dus op basis van alle leerlingen in het vo is bepaald welke gewichten de omgevingskenmerken hebben bij het bepalen van de onderwijsscores (dus in welke mate deze kenmerken ongeacht intelligentie bijdragen aan de kans op onderwijsachterstand). Indien het model voor pro-leerlingen afzonderlijk gebruikt wordt, wordt impliciet aangenomen dat de gewichten (coëfficiënten) van deze omgevingskenmerken hetzelfde zijn voor leerlingen op het pro als voor overige vo-leerlingen. Het is overigens op dit moment niet mogelijk om met de huidige methodiek van de vo-indicator het model voor pro-leerlingen apart te schatten om op die manier te achterhalen of de gewichten hetzelfde of vergelijkbaar zijn. Om het model van de vo-indicator op te kunnen stellen is namelijk als maat voor onderwijspresentaties gekeken naar het gevolgde onderwijsniveau in combinatie met de behaalde onderwijsresultaten (eindexamencijfers) op dit niveau. Deze methodiek kan niet toegepast worden op pro-leerlingen afzonderlijk aangezien zij allemaal hetzelfde onderwijsniveau hebben en het binnen dat onderwijsniveau – gezien de heterogeniteit – lastig is om een uniforme kwantitatieve maatstaf voor onderwijsprestaties op te stellen.

4. Aggregatieformule

Eerder is dus een model ontwikkeld om voor vo-leerlingen de kans op onderwijsachterstand te kunnen schatten (zie hoofdstuk 2). Dit model is ook toepasbaar voor het pro afzonderlijk: er is voldoende spreiding voor de pro-leerlingen op zowel de omgevingskenmerken als op de onderwijsscores (zie hoofdstuk 3). Omdat OCW niet op leerlingniveau, maar op vestigingsniveau bekostigt, moeten de onderwijsscores van individuele leerlingen worden opgeteld tot achterstandsscores per vestiging.18) Dit “optellen” wordt aggregeren genoemd en kan op meerdere manieren. Dat wordt in dit hoofdstuk beschreven. 

4.1 Instellingen aggregatieformule

Indien de aggregatieformule van het po als basis wordt genomen voor het vo moeten de volgende beleidskeuzes worden gemaakt19):

  1. Allereerst moet worden besloten welke leerlingen in het pro tot de doelgroep met een relatief hoog risico op onderwijsachterstanden behoren. Dus vanaf welke onderwijsscore worden leerlingen meegeteld? Tellen bijvoorbeeld alleen de pro-leerlingen met hele lage onderwijsscores mee of is een bredere doelgroep gewenst waarin ook leerlingen die een relatief minder grote kans hebben op een onderwijsachterstand meegenomen worden [keuze 1]? 
  2. Vervolgens moet worden bepaald met welk gewicht de scores van leerlingen in de doelgroep meetellen. Wegen zij allemaal even zwaar mee of wordt daarin gedifferentieerd zodat leerlingen met een grotere kans op onderwijsachterstand zwaarder meetellen [keuze 2]? 
  3. Een derde keuze die gemaakt moet worden om achterstandsscores per vestiging te berekenen op basis van de onderwijsscores op leerlingniveau betreft de invoering van een drempel. Moet er een drempel zijn wat betreft aandeel doelgroepleerlingen dat een vestiging moet hebben om in aanmerking te komen voor budget en zo ja, hoe hoog moet deze drempel zijn [keuze 3]? 

4.2 Opzet aggregatieformule

Op basis van bovenstaande keuzes kan een zogenaamde aggregatieformule opgesteld worden om van onderwijsscores op leerlingniveau te komen tot achterstandsscores op vestigingsniveau. Zie het kader voor de opzet van deze aggregatieformule. 

De werking van bovenstaande formule wordt hieronder geïllustreerd aan de hand van twee fictieve rekenvoorbeelden. Stel dat de volgende beleidskeuzes gemaakt worden:

  • Keuze 1: voor de omvang van de doelgroep (welke leerlingen tellen mee als doelgroepleerlingen?) wordt gewerkt met een percentage van 20 procent. In dit voorbeeld betekent dat dat enkel leerlingen met een onderwijsscore lager dan -1 tot de doelgroep behoren. De gemiddelde onderwijsscore van alle pro-leerlingen in deze doelgroep is in dit voorbeeld -2.
  • Keuze 2: niet alle leerlingen die in de doelgroep zitten tellen even zwaar mee. Het is zo dat doelgroepleerlingen met een grotere kans op onderwijsachterstand zwaarder meetellen bij het berekenen van de achterstandsscores op vestigingsniveau. 
  • Keuze 3: de drempel op vestigingsniveau (hoe groot moet het aandeel doelgroepleerlingen zijn alvorens een vestiging budget toegewezen krijgt om onderwijsachterstanden tegen te gaan) wordt op 12 procent gezet. 

De gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen op het pro is in dit voorbeeld 0. 

Het voorbeeld in tabel 4.2.1 gaat over vestiging A met 5 bekostigde leerlingen. 

4.2.1 Rekenvoorbeeld vestiging A
OnderwijsscoreBijdrage aan achterstandsscore
Leerling 100
Leerling 2-22
Leerling 320
Leerling 410
Leerling 5-1,51,5

Leerling 1, 3 en 4 dragen op deze vestiging niet bij aan de achterstandsscore van de vestiging omdat hun onderwijsscore (factor C in de formule) hoger is dan de grenswaarde van -1. Met andere woorden, zij vallen niet in de doelgroep. Leerling 2 en 5 dragen wel bij als de achterstandsscore op vestigingsniveau berekend wordt. Zij vallen namelijk wel in de doelgroep (zij hebben een onderwijsscore lager dan -1 wat betekent dat zij in de groep leerlingen zitten met de laagste 20 procent van de onderwijsscores). Hun bijdrage is gelijk aan het verschil tussen hun onderwijsscore en het gemiddelde van alle pro-leerlingen in Nederland (factor D in de aggregatieformule wat in dit voorbeeld 0 is). Hun totale bijdrage is 3,5 (de afstand tussen de onderwijsscore van leerling 2 tot de gemiddelde onderwijsscore van alle pro-leerlingen in Nederland is namelijk 0 - -2 = 2 en bij leerling 5 is dit 1,5). Dit is het resultaat op onderdeel A van de formule; de achterstandsscore zonder toepassing van de drempel. Op deze score moet dan nog, in lijn met keuze 3, een drempelwaarde in mindering worden gebracht (factor B in de aggregatieformule). Minimaal 12 procent van de leerlingen op een vestiging moet in dit voorbeeld namelijk in de doelgroep vallen alvorens een vestiging in aanmerking komt voor budget. Volgens de formule uit het kader hierboven is de drempel gelijk aan de uitkomst van het aantal leerlingen op een vestiging x de gekozen drempel (keuze 3) x (gemiddelde onderwijsscore van alle pro-leerlingen - gemiddelde onderwijsscore van alle pro-leerlingen die in de doelgroep vallen (keuze 1)). In dit geval komt dat neer op 5 x 0,12 x (0 - -2). De uitkomst hiervan is 1,2. De achterstandsscore voor deze vestiging is dus 2,3 (het verschil tussen 3,5 en 1,2). Deze vestiging krijgt indien deze keuzes gemaakt worden en dit de aggregatieformule is wel budget toegewezen om onderwijsachterstanden tegen te gaan.

In het tweede voorbeeld, weergegeven in tabel 4.2.2, is te zien dat op vestiging B alleen leerling 6 bijdraagt aan de achterstandsscore: dit is de enige leerling met een onderwijsscore onder de grenswaarde van -1 en dus de enige leerling die in de doelgroep valt. De totale score voor vestiging B is dan ook gelijk aan de bijdrage van leerling 6 en komt uit op 1,5 (0 - -1,5). De drempelwaarde die hier in mindering op wordt gebracht is de uitkomst van 7 x 0,12 x (0 - -2), oftewel 1,68. De daadwerkelijke achterstandsscore voor vestiging B is dus -0,18 (1,5 - 1,68). Dit betekent dat de achterstandsscore uitkomt op 0. Negatieve scores worden namelijk gelijkgesteld aan 0. Deze vestiging zou dus bij deze instellingen geen budget toegewezen krijgen om onderwijsachterstanden tegen te gaan.

4.2.2 Rekenvoorbeeld vestiging B
OnderwijsscoreBijdrage aan achterstandsscore
Leerling 11,50
Leerling 20,50
Leerling 300
Leerling 420
Leerling 510
Leerling 6-1,51,5
Leerling 7-0,50

Dit tweede voorbeeld illustreert dat vestigingen met leerlingen met een onderwijsscore onder de grenswaarde (dus met doelgroepleerlingen) niet altijd een positieve achterstandsscore krijgen. De drempel zorgt ervoor dat vestigingen waar de som van de bijdrages aan de achterstandsscore relatief laag is ten opzichte van het aantal bekostigde leerlingen (en waar het totale risico op onderwijsachterstand dus relatief beperkt is) niet in aanmerking komen voor middelen uit het onderwijsachterstandenbudget van OCW (indien er een drempel ingesteld wordt). 

Bovenstaande berekeningen worden voor alle vestigingen uitgevoerd. Op deze manier krijgen alle vestigingen een achterstandsscore. Op basis van deze achterstandsscores wordt vervolgens het budget verdeeld door OCW. In bovenstaand voorbeeld heeft vestiging A een achterstandsscore van 2,3 en vestiging B een achterstandsscore van 0. Stel dat het totaal van achterstandsscores van alle scholen gelijk is aan 50 en dat het totale beschikbare budget om onderwijsachterstanden tegen te gaan 100 duizend euro is. In dat geval is het budget dat vestiging A toegewezen krijgt gelijk aan: (achterstandsscore van vestiging A / som van achterstandsscores) x totale budget, ofwel (2,3/ 50) x 100 duizend = 4,6 duizend euro. Het budget voor vestiging B is (0/ 50) x 100 duizend = 0 euro.

4.3 Aggregatieformule voor pro

Op basis van eerder onderzoek en eerder opgedane inzichten heeft OCW reeds een keuze gemaakt voor een aggregatieformule voor overige vo-leerlingen (vo-leerlingen die geen pro volgen).20) Zoals in het vorige hoofdstuk weergegeven zijn er niet direct methodologische bezwaren om de vo-indicator in te zetten voor pro-leerlingen afzonderlijk om de kans op onderwijsachterstanden op leerlingniveau te berekenen. Dit betekent echter niet dat het ook raadzaam is om exact dezelfde aggregatieformule in te zetten bij pro als bij de rest van het vo. Hieronder staan per keuze overwegingen weergegeven waar rekening mee gehouden moet worden wat betreft de aggregatie van onderwijsscores op leerlingniveau naar achterstandsscores op vestigingsniveau voor pro.

Keuze 1:  Bepalen omvang doelgroep

Voor niet pro-leerlingen in het vo heeft OCW besloten om, net als in het po, te werken met een omvang van 15 procent (dus de leerlingen met de laagste 15 procent aan onderwijsscores vallen in de doelgroep). In onderstaande twee figuren is visueel weergegeven waar de grens van 15 procent ligt voor de pro-leerlingen (Figuur 4.3.1.) en voor de overige vo-leerlingen (Figuur 4.3.2.). Met andere woorden op basis van deze figuren wordt zichtbaar gemaakt welk deel van de leerlingen in de doelgroep valt (links van de lijn) indien een grenswaarde van 15 procent gehanteerd wordt (donkergroene lijn).  

4.3.1 Verdeling onderwijsscores (2020) voor pro-leerlingen en verschillende grenswaardes

4.3.2 Verdeling onderwijsscores (2020) voor overige vo-leerlingen en verschillende grenswaardes

Zoals duidelijk wordt in Figuur 4.3.1. valt voor pro-leerlingen deze 15%-grenswaarde exact in de piek. Met andere woorden de meeste pro-leerlingen hebben een onderwijsscore die rond de 15%-grenswaarde zit. Ook in eerdere jaren (zie bijlage 2) is te zien dat de piek samenvalt met de 15%-grenswaarde. Dit kan een reden zijn om voor pro-leerlingen te werken met een andere grenswaarde dan de 15%-grenswaarde bij het aggregeren van de individuele onderwijsscores naar achterstandsscores per vestiging. Ook de absolute waardes met betrekking tot de kans op onderwijsachterstand kunnen een reden zijn om voor pro met een andere doelgroep te werken. Zoals in Figuur 4.3.2. te zien is correspondeert de 15%-grens voor de overige vo-leerlingen met een waarde rond de 0. Voor pro-leerlingen (Figuur 4.3.1.) valt deze grens samen met een negatieve score. Dit komt omdat pro-leerlingen gemiddeld genomen een grotere kans hebben op onderwijsachterstand (vanwege omgevingskenmerken en ongeacht hun intelligentie). De beleidskeuze die gemaakt moet worden is dus hoe groot de kans op onderwijsachterstand relatief moet zijn, ten opzichte van alle andere pro-leerlingen, om in de doelgroep te vallen.  

Keuze 2: Tellen alle leerlingen even zwaar mee of wordt daarin gedifferentieerd? 

Voor leerlingen die geen pro volgen is, net als voor het po en overige vo-leerlingen, besloten om leerlingen met een grotere kans op onderwijsachterstand zwaarder mee te laten tellen bij de berekening van de achterstandsscores. Er zijn niet direct methodologische bezwaren om dit ook te doen voor de pro-leerlingen in het vo. Het is wel goed om te realiseren dat er dus een grote groep leerlingen hetzelfde of een vergelijkbaar gewicht krijgt (dit vanwege de piek zoals hierboven beschreven). 

Keuze 3: Drempel

De derde keuze betreft de vraag of men een drempel per vestiging in wil stellen en zo ja, wat deze drempel dan moet zijn. Of er wel of geen minimaal aandeel doelgroepleerlingen moet zijn per vestiging is een beleidskeuze. In het algemeen geldt dat hoe lager de drempel hoe meer vestigingen geld krijgen. Of: hoe hoger de drempel hoe minder versnippering van het budget. Er zijn niet direct methodologische bezwaren bij het invoeren van een drempel (of een bepaalde hoogte van de drempel) wat betreft het toepassen van de vo-indicator voor pro afzonderlijk. 

18) Met de huidige indicator wordt per leerling de kans op onderwijsachterstand berekend. Het kan uiteraard zo zijn dat bepaalde leerlingen het in de praktijk beter of slechter doen dan op basis van hun kans op onderwijsachterstand verwacht kan worden. Directe financiering op leerlingniveau is vanuit dit oogpunt minder wenselijk. Daar komt bij dat hoewel voor de meeste leerlingen alle informatie bekend is over de omgevingskenmerken die gebruikt worden om de kans op onderwijsachterstand te berekenen dit niet voor alle leerlingen volledig het geval is (zie ook voetnoot 10). Ook vanuit dit oogpunt kan het wenselijker geacht worden om de verdeling van het budget op vestigingsniveau te doen in plaats van op leerlingniveau.
19)  Bij niet pro-vestigingen moet bij het berekenen van de achterstandsscores ook nog de keuze gemaakt worden of op schoolniveau of vestigingsniveau geaggregeerd wordt. Dit komt omdat scholen verschillende vestigingen met verschillende onderwijsniveaus kunnen hebben. Bij de focus op pro afzonderlijk is dit minder relevant en ligt, in lijn met de huidige praktijk, een aggregatie op vestigingsniveau voor de hand. 
20) Zie Richting een vo-indicator voor het leerplusarrangement en De vo-indicator voor het leerplusarrangement. Van meerdere scenario’s naar een keuze voor de aggregatieformule.

5. Zes scenario’s: verdeling budget en regionale spreiding

Er zijn dus meerdere beleidskeuzes die gemaakt moeten worden om de onderwijsscores op leerlingniveau op te kunnen tellen tot achterstandsscores op vestigingsniveau: 

  1. de omvang van de doelgroep
  2. het gewicht van de doelgroepleerlingen
  3. de drempel voor scholen/vestigingen

Zoals in het vorige hoofdstuk beschreven, wordt voor niet pro-leerlingen in het vo gewerkt met een grens van 15 procent om de doelgroep af te bakenen. Dit is hetzelfde als de grenswaarde die in het po gebruikt wordt. Zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven ligt deze grens bij pro duidelijk in de piek en is de exacte onderwijsscore die bij deze grens hoort bij pro lager dan bij de rest van het vo. Op basis van deze analyses heeft OCW gevraagd om door te rekenen wat het effect is van een grenswaarde van 10 procent en van 30 procent voor afbakening van de doelgroep (dit is aan het begin en richting het einde van de piek van leerlingen). Een grenswaarde van 30 procent is een stuk hoger dan bij de rest van het vo (15 procent). Het aantal leerlingen op pro dat een relatief grote kans heeft op onderwijsachterstand is ook groter. Zo ligt de onderwijsscore die bij pro hoort bij de grens van 30 procent onder de 0 terwijl deze grens voor overige vo-leerlingen correspondeert met een onderwijsscore boven de 0 (zie ook paragraaf 4.3.). Voor keuze 2 -gewicht van de doelgroepleerling- is besloten om, net als in het po en de rest van het vo, leerlingen met een grotere kans op onderwijsachterstand zwaarder mee te laten tellen bij het berekenen van de achterstandsscores. Er wordt dus niet enkel gekeken of een bepaalde vestiging doelgroepleerlingen heeft, maar er wordt ook gekeken naar hoe sterk de kans op onderwijsachterstand bij deze leerlingen is. Wat betreft drempelwaarde (hoe groot moet het aandeel doelgroepleerlingen op een vestiging zijn om geld te krijgen?) heeft OCW gevraagd de volgende 3 waardes door te rekenen: 0 procent (geen drempel/minimum aandeel doelgroepleerlingen dat een vestiging moet hebben alvorens budget toegekend wordt), 12 procent (hetzelfde als bij het po en de rest van het vo) en 20 procent (een hogere drempel vanuit de gedachte dat een vo-indicator gebruikt wordt om het beschikbare budget gerichter in te zetten en dat het zo terecht komt bij vestigingen met relatief veel doelgroepleerlingen).21) Samenvattend is het CBS gevraagd de volgende zes scenario’s te onderzoeken (die een combinatie zijn van de omvang van de doelgroep en de drempel): 

5.1 Door OCW opgestelde zes scenario’s
OnderwijsscoreBijdrage aan achterstandsscore
1100
21012
31020
4300
53012
63020

Voor alle zes de scenario’s is het volgende onderzocht:

  • Hoe wordt het budget verdeeld? Met andere woorden hoeveel vestigingen ontvangen budget en wat zijn de bedragen die vestigingen krijgen? 
  • Wat is per scenario de geografische spreiding van de verdeling van het budget? 

Voor de analyses in dit hoofdstuk is gekeken naar de leerlingen die op 1 oktober 2020 ingeschreven stonden in het pro. Als beschikbaar budget is gerekend met 14 miljoen euro. OCW heeft aangegeven dat dit op het moment dat dit onderzoek uitgevoerd werd het meest waarschijnlijke budget is dat in de toekomst beschikbaar zal zijn om kansengelijkheid in het pro te bevorderen. De exacte bedragen die vestigingen ontvangen zullen anders zijn indien (toch) een ander budget ter beschikking gesteld wordt. Het globale beeld wat betreft verschillen tussen scenario’s (zoals weergegeven in dit onderzoek) zal hierdoor niet veranderen. 

5.1 Verdeling doelgroepleerlingen

Zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven is eerst voor alle leerlingen de onderwijsscore berekend. Dit is een schatting van de kans op onderwijsachterstand (de mate waarin leerlingen het minder goed doen op school vanwege hun omgevingskenmerken dan op basis van hun intelligentie zou kunnen worden verwacht).

De eerste beleidskeuze (zie hierboven) is de vraag welke leerlingen als doelgroepleerling aangemerkt worden. Er worden twee verschillende omvangen van de doelgroep onderzocht: een doelgroep waarin de leerlingen met de laagste 10 procent van de onderwijsscores van alle pro-leerlingen in de categorie doelgroepleerling vallen en een doelgroep waarbij een grenswaarde van 30 procent gehanteerd wordt. Concreet betekent dit, zoals zichtbaar is in Tabel 5.1.1., dat bij een doelgroep van 10 procent bijna 3 duizend pro-leerlingen als doelgroepleerling aangemerkt worden. Bij een grenswaarde van 30 procent vallen meer dan 9 duizend pro-leerlingen in de doelgroep.22)

5.1.1 Aantal doelgroepleerlingen (op vestigingen die drempel halen) per scenario
ScenarioDoelgroepleerlingenDoelgroepleerlingen op vestigingen die drempel halen
Doelgroep 10% & drempel 0%2 9952 995
Doelgroep 10% & drempel 12%2 9951 685
Doelgroep 10% & drempel 20%2 995455
Doelgroep 30% & drempel 0%9 3309 330
Doelgroep 30% & drempel 12%9 3309 250
Doelgroep 30% & drempel 20%9 3308 290

Indien geen drempel gehanteerd wordt bij het berekenen van de achterstandsscores per vestiging wordt gekeken naar het aantal doelgroepleerlingen per vestiging. Het totaal aantal doelgroepleerlingen op een vestiging (en de mate van hun onderwijsachterstand) bepaalt de achterstandsscore. Als er wel een drempel gehanteerd wordt betekent dit dat er een minimaal aandeel doelgroepleerlingen op een vestiging moet zijn (ten opzichte van het totaal aantal leerlingen op de vestiging) alvorens budget toegekend wordt aan de vestiging. Hoe hoger de drempel, hoe hoger dit aandeel doelgroepleerlingen moet zijn en dus hoe minder doelgroepleerlingen er zijn die op een vestiging zitten die de drempel haalt en in aanmerking komt voor budget om onderwijsachterstanden tegen te gaan (zie ook bovenstaande tabel). 

Het effect van het invoeren van een drempel is sterker bij een kleine doelgroep dan bij een grotere doelgroep (zie tabel 5.1.1.). Dit komt omdat bij een kleine doelgroep alleen de leerlingen met een relatief veel grotere kans op onderwijsachterstand meegerekend worden. De kans dat de drempel gehaald wordt, dat minimaal 12 of 20 procent van de leerlingen op een vestiging een dermate grote kans op onderwijsachterstand heeft, is minder groot. Bij een grotere doelgroep is het relatief makkelijk voor een vestiging om de drempel te halen omdat meer leerlingen in de doelgroep vallen. 

5.2 Verdeling budget

Verdeling budget over vestigingen

In bovenstaande paragraaf is gekeken naar hoeveel doelgroepleerlingen er zijn en hoeveel van deze leerlingen al dan niet op een vestiging zitten die de drempel halen (in de verschillende scenario’s). In deze paragraaf wordt, per scenario, gekeken naar het aantal vestigingen dat al dan niet in aanmerking komt voor budget om onderwijsachterstanden tegen te gaan. In tabel 5.2.1. is weergegeven hoe het beschikbare budget verdeeld zou worden over de pro-vestigingen bij de verschillende scenario’s (in absolute aantallen en percentages). In totaal zijn er in dit onderzoek 174 pro-vestigingen. 

5.2.1 Aantal en percentage vestigingen dat geld ontvangt per scenario
ScenarioAantal vestigingen dat geld krijgtPercentage vestigingen dat geld krijgt
Doelgroep 10% & drempel 0%17098
Doelgroep 10% & drempel 12%6034
Doelgroep 10% & drempel 20%127
Doelgroep 30% & drempel 0%174100
Doelgroep 30% & drempel 12%16394
Doelgroep 30% & drempel 20%12874

Indien er geen drempel is (dus een drempel van 0 procent) is er geen minimaal aandeel doelgroepleerlingen dat een vestiging moet hebben om in aanmerking te komen voor budget. Bij een brede doelgroep (30 procent) krijgen dan ook alle pro-vestigingen geld om onderwijsachterstanden tegen te gaan. Bij een kleine doelgroep (10 procent) is er een aantal vestigingen die ook indien er geen drempel is geen budget toegewezen zou krijgen. Dit komt omdat er op deze vestigingen geen leerlingen zijn die in de doelgroep vallen (er zijn op deze vestigingen geen leerlingen met een dermate grote kans op onderwijsachterstand). In het algemeen geldt dat hoe hoger de drempel hoe minder vestigingen geld ontvangen. Ook hier is zichtbaar dat het effect van de drempel bij een kleine doelgroep (10 procent) beduidend groter is dan bij een grote doelgroep (30 procent) aangezien het bij een kleine doelgroep veel lastiger is om de drempel te halen. De kans is veel kleiner dat een bepaalde vestiging een minimaal aandeel leerlingen heeft met een dermate grote kans op onderwijsachterstand. Zo zou bij een drempel van 20 procent 7 procent van de vestigingen geld ontvangen bij een kleine doelgroep terwijl bij een grote doelgroep bijna driekwart van de vestigingen geld zou ontvangen bij een drempel van 20 procent. 

Verdeling budget in bedragen

In de vorige paragraaf is aangegeven hoeveel vestigingen geld ontvangen per scenario. In deze paragraaf staat meer informatie gegeven over welke bedragen de vestigingen ontvangen. In Tabel 5.2.2. staat per scenario weergegeven welk percentage van de 174 pro-vestigingen welk bedrag zou krijgen.

5.2.2 Percentage vestigingen dat een bepaald bedrag ontvangt per scenario
ScenarioGeen budget1-100k100-200k200-300k300-400k400-500k500k of meer
Doelgroep 10% & drempel 0%266292100
Doelgroep 10% & drempel 12%661294415
Doelgroep 10% & drempel 20%93100015
Doelgroep 30% & drempel 0%068283000
Doelgroep 30% & drempel 12%659285100
Doelgroep 30% & drempel 20%2641209310

In het algemeen geldt dat hoe hoger de drempel hoe minder vestigingen geld krijgen en hoe hoger de bedragen die vestigingen ontvangen. Dit komt omdat het beschikbare budget over minder vestigingen verdeeld hoeft te worden. Of anders geformuleerd: bij een lagere drempel krijgen meer vestigingen geld, maar het bedrag per vestiging (indien zij in aanmerking komen voor financiering) is lager (want hetzelfde budget moet over meer vestigingen verdeeld worden). In de tabel is bijvoorbeeld te zien dat indien er geen drempel is vrijwel alle vestigingen geld ontvangen (zowel bij een kleine als een bredere doelgroep). De meerderheid van de vestigingen ontvangt dan echter een bedrag tot 100 duizend euro. Bij een drempel van 20 procent zijn de bedragen die vestigingen ontvangen (wanneer zij budget ontvangen) hoger. Dit geldt zeker indien de doelgroep klein is: veel vestigingen ontvangen dan geen budget bij een drempel van 20 procent, maar vestigingen die budget ontvangen krijgen dan relatief vaak een bedrag van 500 duizend of meer (het totale budget wordt dan namelijk verdeeld over een veel kleiner aantal vestigingen).  

5.3 Geografische spreiding

Op verzoek van OCW is ook onderzocht hoe het beschikbare budget om onderwijsachterstanden tegen te gaan verdeeld zou worden over het land bij de verschillende scenario’s. In onderstaande figuren staat dit visueel weergegeven. Hiervoor is gekeken naar het totale bedrag dat een bepaalde gemeente zou ontvangen in een bepaald scenario en is dit gedeeld door het totaal aantal leerlingen dat pro volgt in deze gemeente. De bedragen in onderstaande figuren tonen dus het gemiddelde bedrag per pro-leerling (per gemeente en per scenario). 

5.3.1 Gemiddelde bedrag (in euro's) per leerling per gemeente - scenario 1 (doelgroep 10% en drempel 0%)
GM_NAAMAchterstandsbedrag
Appingedam486
DelfzijlGeen pro-vestiging
Groningen380
LoppersumGeen pro-vestiging
Almere571
Stadskanaal346
Veendam334
ZeewoldeGeen pro-vestiging
AchtkarspelenGeen pro-vestiging
AmelandGeen pro-vestiging
HarlingenGeen pro-vestiging
Heerenveen407
Leeuwarden352
OoststellingwerfGeen pro-vestiging
OpsterlandGeen pro-vestiging
SchiermonnikoogGeen pro-vestiging
Smallingerland503
TerschellingGeen pro-vestiging
VlielandGeen pro-vestiging
WeststellingwerfGeen pro-vestiging
Assen444
Coevorden389
Emmen349
Hoogeveen389
Meppel303
Almelo390
BorneGeen pro-vestiging
DalfsenGeen pro-vestiging
Deventer756
Enschede241
HaaksbergenGeen pro-vestiging
Hardenberg440
HellendoornGeen pro-vestiging
Hengelo308
Kampen178
LosserGeen pro-vestiging
Noordoostpolder502
Oldenzaal173
Ommen181
Raalte639
StaphorstGeen pro-vestiging
TubbergenGeen pro-vestiging
UrkGeen pro-vestiging
WierdenGeen pro-vestiging
Zwolle502
AaltenGeen pro-vestiging
Apeldoorn194
Arnhem692
Barneveld66
BeuningenGeen pro-vestiging
BrummenGeen pro-vestiging
BurenGeen pro-vestiging
Culemborg674
DoesburgGeen pro-vestiging
Doetinchem528
DrutenGeen pro-vestiging
DuivenGeen pro-vestiging
Ede190
ElburgGeen pro-vestiging
EpeGeen pro-vestiging
ErmeloGeen pro-vestiging
Harderwijk575
HattemGeen pro-vestiging
HeerdeGeen pro-vestiging
HeumenGeen pro-vestiging
LochemGeen pro-vestiging
MaasdrielGeen pro-vestiging
Nijkerk291
Nijmegen686
OldebroekGeen pro-vestiging
PuttenGeen pro-vestiging
RenkumGeen pro-vestiging
Rheden214
RozendaalGeen pro-vestiging
ScherpenzeelGeen pro-vestiging
Tiel572
VoorstGeen pro-vestiging
Wageningen572
WestervoortGeen pro-vestiging
Winterswijk270
Wijchen425
Zaltbommel177
ZevenaarGeen pro-vestiging
Zutphen670
NunspeetGeen pro-vestiging
Dronten429
Amersfoort676
BaarnGeen pro-vestiging
De BiltGeen pro-vestiging
BunnikGeen pro-vestiging
BunschotenGeen pro-vestiging
EemnesGeen pro-vestiging
HoutenGeen pro-vestiging
LeusdenGeen pro-vestiging
LopikGeen pro-vestiging
MontfoortGeen pro-vestiging
RenswoudeGeen pro-vestiging
RhenenGeen pro-vestiging
SoestGeen pro-vestiging
Utrecht434
Veenendaal457
WoudenbergGeen pro-vestiging
Wijk bij DuurstedeGeen pro-vestiging
IJsselstein576
Zeist494
NieuwegeinGeen pro-vestiging
AalsmeerGeen pro-vestiging
Alkmaar746
AmstelveenGeen pro-vestiging
Amsterdam375
BeemsterGeen pro-vestiging
Bergen (NH.)Geen pro-vestiging
BeverwijkGeen pro-vestiging
BlaricumGeen pro-vestiging
BloemendaalGeen pro-vestiging
CastricumGeen pro-vestiging
DiemenGeen pro-vestiging
Edam-VolendamGeen pro-vestiging
EnkhuizenGeen pro-vestiging
Haarlem531
Haarlemmermeer896
Heemskerk404
HeemstedeGeen pro-vestiging
Heerhugowaard234
HeilooGeen pro-vestiging
Den Helder579
Hilversum568
Hoorn769
HuizenGeen pro-vestiging
LandsmeerGeen pro-vestiging
LangedijkGeen pro-vestiging
LarenGeen pro-vestiging
MedemblikGeen pro-vestiging
OostzaanGeen pro-vestiging
OpmeerGeen pro-vestiging
Ouder-AmstelGeen pro-vestiging
Purmerend592
Schagen523
TexelGeen pro-vestiging
UitgeestGeen pro-vestiging
Uithoorn731
Velsen520
WeespGeen pro-vestiging
ZandvoortGeen pro-vestiging
Zaanstad361
AlblasserdamGeen pro-vestiging
Alphen aan den Rijn613
BarendrechtGeen pro-vestiging
DrechterlandGeen pro-vestiging
Brielle118
Capelle aan den IJssel476
Delft409
Dordrecht581
Gorinchem481
Gouda325
's-Gravenhage421
Hardinxveld-GiessendamGeen pro-vestiging
HellevoetsluisGeen pro-vestiging
Hendrik-Ido-AmbachtGeen pro-vestiging
Stede Broec460
HillegomGeen pro-vestiging
Katwijk425
Krimpen aan den IJsselGeen pro-vestiging
Leiden650
LeiderdorpGeen pro-vestiging
LisseGeen pro-vestiging
MaassluisGeen pro-vestiging
NieuwkoopGeen pro-vestiging
NoordwijkGeen pro-vestiging
OegstgeestGeen pro-vestiging
OudewaterGeen pro-vestiging
PapendrechtGeen pro-vestiging
Ridderkerk190
Rotterdam451
Rijswijk102
Schiedam500
Sliedrecht151
AlbrandswaardGeen pro-vestiging
WestvoorneGeen pro-vestiging
VlaardingenGeen pro-vestiging
VoorschotenGeen pro-vestiging
WaddinxveenGeen pro-vestiging
WassenaarGeen pro-vestiging
Woerden355
Zoetermeer582
ZoeterwoudeGeen pro-vestiging
Zwijndrecht480
BorseleGeen pro-vestiging
Goes698
West Maas en WaalGeen pro-vestiging
Hulst156
KapelleGeen pro-vestiging
Middelburg735
Reimerswaal61
Terneuzen899
TholenGeen pro-vestiging
VeereGeen pro-vestiging
VlissingenGeen pro-vestiging
De Ronde VenenGeen pro-vestiging
TytsjerksteradielGeen pro-vestiging
AstenGeen pro-vestiging
Baarle-NassauGeen pro-vestiging
Bergen op Zoom1137
BestGeen pro-vestiging
BoekelGeen pro-vestiging
Boxmeer192
Boxtel656
Breda986
Deurne163
PekelaGeen pro-vestiging
DongenGeen pro-vestiging
EerselGeen pro-vestiging
Eindhoven660
Etten-LeurGeen pro-vestiging
GeertruidenbergGeen pro-vestiging
Gilze en RijenGeen pro-vestiging
GoirleGeen pro-vestiging
GraveGeen pro-vestiging
HaarenGeen pro-vestiging
Helmond404
's-Hertogenbosch641
HeusdenGeen pro-vestiging
HilvarenbeekGeen pro-vestiging
Loon op ZandGeen pro-vestiging
Mill en Sint HubertGeen pro-vestiging
Nuenen, Gerwen en NederwettenGeen pro-vestiging
OirschotGeen pro-vestiging
OisterwijkGeen pro-vestiging
Oosterhout371
Oss561
RucphenGeen pro-vestiging
Sint-MichielsgestelGeen pro-vestiging
Someren520
Son en BreugelGeen pro-vestiging
SteenbergenGeen pro-vestiging
WaterlandGeen pro-vestiging
Tilburg862
UdenGeen pro-vestiging
ValkenswaardGeen pro-vestiging
VeldhovenGeen pro-vestiging
VughtGeen pro-vestiging
WaalreGeen pro-vestiging
Waalwijk239
WoensdrechtGeen pro-vestiging
ZundertGeen pro-vestiging
WormerlandGeen pro-vestiging
LandgraafGeen pro-vestiging
BeekGeen pro-vestiging
BeeselGeen pro-vestiging
Bergen (L.)Geen pro-vestiging
BrunssumGeen pro-vestiging
GennepGeen pro-vestiging
Heerlen510
KerkradeGeen pro-vestiging
Maastricht611
MeerssenGeen pro-vestiging
Mook en MiddelaarGeen pro-vestiging
NederweertGeen pro-vestiging
Roermond460
SimpelveldGeen pro-vestiging
SteinGeen pro-vestiging
VaalsGeen pro-vestiging
Venlo476
Venray810
VoerendaalGeen pro-vestiging
Weert652
Valkenburg aan de GeulGeen pro-vestiging
Lelystad509
Horst aan de MaasGeen pro-vestiging
Oude IJsselstreekGeen pro-vestiging
TeylingenGeen pro-vestiging
Utrechtse HeuvelrugGeen pro-vestiging
Oost GelreGeen pro-vestiging
KoggenlandGeen pro-vestiging
LansingerlandGeen pro-vestiging
LeudalGeen pro-vestiging
MaasgouwGeen pro-vestiging
Gemert-Bakel446
HalderbergeGeen pro-vestiging
Heeze-LeendeGeen pro-vestiging
LaarbeekGeen pro-vestiging
Reusel-De MierdenGeen pro-vestiging
RoerdalenGeen pro-vestiging
Roosendaal480
Schouwen-Duiveland174
Aa en HunzeGeen pro-vestiging
Borger-OdoornGeen pro-vestiging
CuijkGeen pro-vestiging
LanderdGeen pro-vestiging
De WoldenGeen pro-vestiging
Noord-BevelandGeen pro-vestiging
WijdemerenGeen pro-vestiging
Noordenveld398
TwenterandGeen pro-vestiging
WesterveldGeen pro-vestiging
Sint AnthonisGeen pro-vestiging
Lingewaard667
CranendonckGeen pro-vestiging
Steenwijkerland110
MoerdijkGeen pro-vestiging
Echt-SusterenGeen pro-vestiging
SluisGeen pro-vestiging
DrimmelenGeen pro-vestiging
BernhezeGeen pro-vestiging
Alphen-ChaamGeen pro-vestiging
BergeijkGeen pro-vestiging
Bladel571
Gulpen-WittemGeen pro-vestiging
TynaarloGeen pro-vestiging
Midden-DrentheGeen pro-vestiging
OverbetuweGeen pro-vestiging
Hof van TwenteGeen pro-vestiging
Neder-BetuweGeen pro-vestiging
Rijssen-Holten425
Geldrop-MierloGeen pro-vestiging
Olst-WijheGeen pro-vestiging
DinkellandGeen pro-vestiging
Westland409
Midden-DelflandGeen pro-vestiging
Berkelland173
BronckhorstGeen pro-vestiging
Sittard-Geleen939
Kaag en BraassemGeen pro-vestiging
DantumadielGeen pro-vestiging
ZuidplasGeen pro-vestiging
Peel en MaasGeen pro-vestiging
Oldambt306
ZwartewaterlandGeen pro-vestiging
Südwest-Fryslân202
Bodegraven-ReeuwijkGeen pro-vestiging
Eijsden-MargratenGeen pro-vestiging
Stichtse VechtGeen pro-vestiging
Hollands KroonGeen pro-vestiging
Leidschendam-VoorburgGeen pro-vestiging
Goeree-Overflakkee531
Pijnacker-NootdorpGeen pro-vestiging
Nissewaard793
KrimpenerwaardGeen pro-vestiging
De Fryske MarrenGeen pro-vestiging
Gooise MerenGeen pro-vestiging
Berg en DalGeen pro-vestiging
Meierijstad507
WaadhoekeGeen pro-vestiging
WesterwoldeGeen pro-vestiging
Midden-Groningen542
BeekdaelenGeen pro-vestiging
Montferland397
AltenaGeen pro-vestiging
West BetuweGeen pro-vestiging
VijfheerenlandenGeen pro-vestiging
Hoeksche Waard779
Het Hogeland300
WesterkwartierGeen pro-vestiging
Noardeast-Fryslân120
MolenlandenGeen pro-vestiging

5.3.2 Gemiddelde bedrag (in euro's) per leerling per gemeente - scenario 2 (doelgroep 10% en drempel 12%)
GM_NAAMAchterstandsbedrag
Appingedam0
DelfzijlGeen pro-vestiging
Groningen13
LoppersumGeen pro-vestiging
Almere985
Stadskanaal0
Veendam0
ZeewoldeGeen pro-vestiging
AchtkarspelenGeen pro-vestiging
AmelandGeen pro-vestiging
HarlingenGeen pro-vestiging
Heerenveen0
Leeuwarden0
OoststellingwerfGeen pro-vestiging
OpsterlandGeen pro-vestiging
SchiermonnikoogGeen pro-vestiging
Smallingerland850
TerschellingGeen pro-vestiging
VlielandGeen pro-vestiging
WeststellingwerfGeen pro-vestiging
Assen0
Coevorden0
Emmen0
Hoogeveen0
Meppel0
Almelo0
BorneGeen pro-vestiging
DalfsenGeen pro-vestiging
Deventer1344
Enschede0
HaaksbergenGeen pro-vestiging
Hardenberg0
HellendoornGeen pro-vestiging
Hengelo0
Kampen0
LosserGeen pro-vestiging
Noordoostpolder0
Oldenzaal0
Ommen0
Raalte538
StaphorstGeen pro-vestiging
TubbergenGeen pro-vestiging
UrkGeen pro-vestiging
WierdenGeen pro-vestiging
Zwolle315
AaltenGeen pro-vestiging
Apeldoorn0
Arnhem1428
Barneveld0
BeuningenGeen pro-vestiging
BrummenGeen pro-vestiging
BurenGeen pro-vestiging
Culemborg774
DoesburgGeen pro-vestiging
Doetinchem0
DrutenGeen pro-vestiging
DuivenGeen pro-vestiging
Ede0
ElburgGeen pro-vestiging
EpeGeen pro-vestiging
ErmeloGeen pro-vestiging
Harderwijk96
HattemGeen pro-vestiging
HeerdeGeen pro-vestiging
HeumenGeen pro-vestiging
LochemGeen pro-vestiging
MaasdrielGeen pro-vestiging
Nijkerk0
Nijmegen857
OldebroekGeen pro-vestiging
PuttenGeen pro-vestiging
RenkumGeen pro-vestiging
Rheden0
RozendaalGeen pro-vestiging
ScherpenzeelGeen pro-vestiging
Tiel76
VoorstGeen pro-vestiging
Wageningen77
WestervoortGeen pro-vestiging
Winterswijk0
Wijchen0
Zaltbommel0
ZevenaarGeen pro-vestiging
Zutphen748
NunspeetGeen pro-vestiging
Dronten0
Amersfoort1885
BaarnGeen pro-vestiging
De BiltGeen pro-vestiging
BunnikGeen pro-vestiging
BunschotenGeen pro-vestiging
EemnesGeen pro-vestiging
HoutenGeen pro-vestiging
LeusdenGeen pro-vestiging
LopikGeen pro-vestiging
MontfoortGeen pro-vestiging
RenswoudeGeen pro-vestiging
RhenenGeen pro-vestiging
SoestGeen pro-vestiging
Utrecht0
Veenendaal0
WoudenbergGeen pro-vestiging
Wijk bij DuurstedeGeen pro-vestiging
IJsselstein102
Zeist567
NieuwegeinGeen pro-vestiging
AalsmeerGeen pro-vestiging
Alkmaar1271
AmstelveenGeen pro-vestiging
Amsterdam405
BeemsterGeen pro-vestiging
Bergen (NH.)Geen pro-vestiging
BeverwijkGeen pro-vestiging
BlaricumGeen pro-vestiging
BloemendaalGeen pro-vestiging
CastricumGeen pro-vestiging
DiemenGeen pro-vestiging
Edam-VolendamGeen pro-vestiging
EnkhuizenGeen pro-vestiging
Haarlem347
Haarlemmermeer2307
Heemskerk0
HeemstedeGeen pro-vestiging
Heerhugowaard0
HeilooGeen pro-vestiging
Den Helder124
Hilversum46
Hoorn1430
HuizenGeen pro-vestiging
LandsmeerGeen pro-vestiging
LangedijkGeen pro-vestiging
LarenGeen pro-vestiging
MedemblikGeen pro-vestiging
OostzaanGeen pro-vestiging
OpmeerGeen pro-vestiging
Ouder-AmstelGeen pro-vestiging
Purmerend211
Schagen0
TexelGeen pro-vestiging
UitgeestGeen pro-vestiging
Uithoorn1173
Velsen0
WeespGeen pro-vestiging
ZandvoortGeen pro-vestiging
Zaanstad0
AlblasserdamGeen pro-vestiging
Alphen aan den Rijn359
BarendrechtGeen pro-vestiging
DrechterlandGeen pro-vestiging
Brielle0
Capelle aan den IJssel0
Delft507
Dordrecht1207
Gorinchem1190
Gouda796
's-Gravenhage442
Hardinxveld-GiessendamGeen pro-vestiging
HellevoetsluisGeen pro-vestiging
Hendrik-Ido-AmbachtGeen pro-vestiging
Stede Broec0
HillegomGeen pro-vestiging
Katwijk0
Krimpen aan den IJsselGeen pro-vestiging
Leiden612
LeiderdorpGeen pro-vestiging
LisseGeen pro-vestiging
MaassluisGeen pro-vestiging
NieuwkoopGeen pro-vestiging
NoordwijkGeen pro-vestiging
OegstgeestGeen pro-vestiging
OudewaterGeen pro-vestiging
PapendrechtGeen pro-vestiging
Ridderkerk0
Rotterdam958
Rijswijk0
Schiedam0
Sliedrecht0
AlbrandswaardGeen pro-vestiging
WestvoorneGeen pro-vestiging
VlaardingenGeen pro-vestiging
VoorschotenGeen pro-vestiging
WaddinxveenGeen pro-vestiging
WassenaarGeen pro-vestiging
Woerden0
Zoetermeer145
ZoeterwoudeGeen pro-vestiging
Zwijndrecht0
BorseleGeen pro-vestiging
Goes941
West Maas en WaalGeen pro-vestiging
Hulst0
KapelleGeen pro-vestiging
Middelburg1198
Reimerswaal0
Terneuzen2325
TholenGeen pro-vestiging
VeereGeen pro-vestiging
VlissingenGeen pro-vestiging
De Ronde VenenGeen pro-vestiging
TytsjerksteradielGeen pro-vestiging
AstenGeen pro-vestiging
Baarle-NassauGeen pro-vestiging
Bergen op Zoom3966
BestGeen pro-vestiging
BoekelGeen pro-vestiging
Boxmeer0
Boxtel652
Breda2922
Deurne0
PekelaGeen pro-vestiging
DongenGeen pro-vestiging
EerselGeen pro-vestiging
Eindhoven679
Etten-LeurGeen pro-vestiging
GeertruidenbergGeen pro-vestiging
Gilze en RijenGeen pro-vestiging
GoirleGeen pro-vestiging
GraveGeen pro-vestiging
HaarenGeen pro-vestiging
Helmond0
's-Hertogenbosch552
HeusdenGeen pro-vestiging
HilvarenbeekGeen pro-vestiging
Loon op ZandGeen pro-vestiging
Mill en Sint HubertGeen pro-vestiging
Nuenen, Gerwen en NederwettenGeen pro-vestiging
OirschotGeen pro-vestiging
OisterwijkGeen pro-vestiging
Oosterhout0
Oss1
RucphenGeen pro-vestiging
Sint-MichielsgestelGeen pro-vestiging
Someren0
Son en BreugelGeen pro-vestiging
SteenbergenGeen pro-vestiging
WaterlandGeen pro-vestiging
Tilburg2069
UdenGeen pro-vestiging
ValkenswaardGeen pro-vestiging
VeldhovenGeen pro-vestiging
VughtGeen pro-vestiging
WaalreGeen pro-vestiging
Waalwijk0
WoensdrechtGeen pro-vestiging
ZundertGeen pro-vestiging
WormerlandGeen pro-vestiging
LandgraafGeen pro-vestiging
BeekGeen pro-vestiging
BeeselGeen pro-vestiging
Bergen (L.)Geen pro-vestiging
BrunssumGeen pro-vestiging
GennepGeen pro-vestiging
Heerlen618
KerkradeGeen pro-vestiging
Maastricht341
MeerssenGeen pro-vestiging
Mook en MiddelaarGeen pro-vestiging
NederweertGeen pro-vestiging
Roermond0
SimpelveldGeen pro-vestiging
SteinGeen pro-vestiging
VaalsGeen pro-vestiging
Venlo0
Venray1714
VoerendaalGeen pro-vestiging
Weert623
Valkenburg aan de GeulGeen pro-vestiging
Lelystad0
Horst aan de MaasGeen pro-vestiging
Oude IJsselstreekGeen pro-vestiging
TeylingenGeen pro-vestiging
Utrechtse HeuvelrugGeen pro-vestiging
Oost GelreGeen pro-vestiging
KoggenlandGeen pro-vestiging
LansingerlandGeen pro-vestiging
LeudalGeen pro-vestiging
MaasgouwGeen pro-vestiging
Gemert-Bakel0
HalderbergeGeen pro-vestiging
Heeze-LeendeGeen pro-vestiging
LaarbeekGeen pro-vestiging
Reusel-De MierdenGeen pro-vestiging
RoerdalenGeen pro-vestiging
Roosendaal0
Schouwen-Duiveland0
Aa en HunzeGeen pro-vestiging
Borger-OdoornGeen pro-vestiging
CuijkGeen pro-vestiging
LanderdGeen pro-vestiging
De WoldenGeen pro-vestiging
Noord-BevelandGeen pro-vestiging
WijdemerenGeen pro-vestiging
Noordenveld0
TwenterandGeen pro-vestiging
WesterveldGeen pro-vestiging
Sint AnthonisGeen pro-vestiging
Lingewaard726
CranendonckGeen pro-vestiging
Steenwijkerland0
MoerdijkGeen pro-vestiging
Echt-SusterenGeen pro-vestiging
SluisGeen pro-vestiging
DrimmelenGeen pro-vestiging
BernhezeGeen pro-vestiging
Alphen-ChaamGeen pro-vestiging
BergeijkGeen pro-vestiging
Bladel70
Gulpen-WittemGeen pro-vestiging
TynaarloGeen pro-vestiging
Midden-DrentheGeen pro-vestiging
OverbetuweGeen pro-vestiging
Hof van TwenteGeen pro-vestiging
Neder-BetuweGeen pro-vestiging
Rijssen-Holten0
Geldrop-MierloGeen pro-vestiging
Olst-WijheGeen pro-vestiging
DinkellandGeen pro-vestiging
Westland0
Midden-DelflandGeen pro-vestiging
Berkelland0
BronckhorstGeen pro-vestiging
Sittard-Geleen2603
Kaag en BraassemGeen pro-vestiging
DantumadielGeen pro-vestiging
ZuidplasGeen pro-vestiging
Peel en MaasGeen pro-vestiging
Oldambt0
ZwartewaterlandGeen pro-vestiging
Südwest-Fryslân0
Bodegraven-ReeuwijkGeen pro-vestiging
Eijsden-MargratenGeen pro-vestiging
Stichtse VechtGeen pro-vestiging
Hollands KroonGeen pro-vestiging
Leidschendam-VoorburgGeen pro-vestiging
Goeree-Overflakkee0
Pijnacker-NootdorpGeen pro-vestiging
Nissewaard1600
KrimpenerwaardGeen pro-vestiging
De Fryske MarrenGeen pro-vestiging
Gooise MerenGeen pro-vestiging
Berg en DalGeen pro-vestiging
Meierijstad388
WaadhoekeGeen pro-vestiging
WesterwoldeGeen pro-vestiging
Midden-Groningen0
BeekdaelenGeen pro-vestiging
Montferland0
AltenaGeen pro-vestiging
West BetuweGeen pro-vestiging
VijfheerenlandenGeen pro-vestiging
Hoeksche Waard1501
Het Hogeland0
WesterkwartierGeen pro-vestiging
Noardeast-Fryslân0
MolenlandenGeen pro-vestiging

5.3.3 Gemiddelde bedrag (in euro's) per leerling per gemeente - scenario 3 (doelgroep 10% en drempel 20%)
GM_NAAMAchterstandsbedrag
Appingedam0
DelfzijlGeen pro-vestiging
Groningen0
LoppersumGeen pro-vestiging
Almere1398
Stadskanaal0
Veendam0
ZeewoldeGeen pro-vestiging
AchtkarspelenGeen pro-vestiging
AmelandGeen pro-vestiging
HarlingenGeen pro-vestiging
Heerenveen0
Leeuwarden0
OoststellingwerfGeen pro-vestiging
OpsterlandGeen pro-vestiging
SchiermonnikoogGeen pro-vestiging
Smallingerland0
TerschellingGeen pro-vestiging
VlielandGeen pro-vestiging
WeststellingwerfGeen pro-vestiging
Assen0
Coevorden0
Emmen0
Hoogeveen0
Meppel0
Almelo0
BorneGeen pro-vestiging
DalfsenGeen pro-vestiging
Deventer0
Enschede0
HaaksbergenGeen pro-vestiging
Hardenberg0
HellendoornGeen pro-vestiging
Hengelo0
Kampen0
LosserGeen pro-vestiging
Noordoostpolder0
Oldenzaal0
Ommen0
Raalte0
StaphorstGeen pro-vestiging
TubbergenGeen pro-vestiging
UrkGeen pro-vestiging
WierdenGeen pro-vestiging
Zwolle0
AaltenGeen pro-vestiging
Apeldoorn0
Arnhem1868
Barneveld0
BeuningenGeen pro-vestiging
BrummenGeen pro-vestiging
BurenGeen pro-vestiging
Culemborg0
DoesburgGeen pro-vestiging
Doetinchem0
DrutenGeen pro-vestiging
DuivenGeen pro-vestiging
Ede0
ElburgGeen pro-vestiging
EpeGeen pro-vestiging
ErmeloGeen pro-vestiging
Harderwijk0
HattemGeen pro-vestiging
HeerdeGeen pro-vestiging
HeumenGeen pro-vestiging
LochemGeen pro-vestiging
MaasdrielGeen pro-vestiging
Nijkerk0
Nijmegen0
OldebroekGeen pro-vestiging
PuttenGeen pro-vestiging
RenkumGeen pro-vestiging
Rheden0
RozendaalGeen pro-vestiging
ScherpenzeelGeen pro-vestiging
Tiel0
VoorstGeen pro-vestiging
Wageningen0
WestervoortGeen pro-vestiging
Winterswijk0
Wijchen0
Zaltbommel0
ZevenaarGeen pro-vestiging
Zutphen0
NunspeetGeen pro-vestiging
Dronten0
Amersfoort5433
BaarnGeen pro-vestiging
De BiltGeen pro-vestiging
BunnikGeen pro-vestiging
BunschotenGeen pro-vestiging
EemnesGeen pro-vestiging
HoutenGeen pro-vestiging
LeusdenGeen pro-vestiging
LopikGeen pro-vestiging
MontfoortGeen pro-vestiging
RenswoudeGeen pro-vestiging
RhenenGeen pro-vestiging
SoestGeen pro-vestiging
Utrecht0
Veenendaal0
WoudenbergGeen pro-vestiging
Wijk bij DuurstedeGeen pro-vestiging
IJsselstein0
Zeist0
NieuwegeinGeen pro-vestiging
AalsmeerGeen pro-vestiging
Alkmaar0
AmstelveenGeen pro-vestiging
Amsterdam644
BeemsterGeen pro-vestiging
Bergen (NH.)Geen pro-vestiging
BeverwijkGeen pro-vestiging
BlaricumGeen pro-vestiging
BloemendaalGeen pro-vestiging
CastricumGeen pro-vestiging
DiemenGeen pro-vestiging
Edam-VolendamGeen pro-vestiging
EnkhuizenGeen pro-vestiging
Haarlem0
Haarlemmermeer2448
Heemskerk0
HeemstedeGeen pro-vestiging
Heerhugowaard0
HeilooGeen pro-vestiging
Den Helder0
Hilversum0
Hoorn0
HuizenGeen pro-vestiging
LandsmeerGeen pro-vestiging
LangedijkGeen pro-vestiging
LarenGeen pro-vestiging
MedemblikGeen pro-vestiging
OostzaanGeen pro-vestiging
OpmeerGeen pro-vestiging
Ouder-AmstelGeen pro-vestiging
Purmerend0
Schagen0
TexelGeen pro-vestiging
UitgeestGeen pro-vestiging
Uithoorn0
Velsen0
WeespGeen pro-vestiging
ZandvoortGeen pro-vestiging
Zaanstad0
AlblasserdamGeen pro-vestiging
Alphen aan den Rijn0
BarendrechtGeen pro-vestiging
DrechterlandGeen pro-vestiging
Brielle0
Capelle aan den IJssel0
Delft0
Dordrecht0
Gorinchem1890
Gouda1959
's-Gravenhage0
Hardinxveld-GiessendamGeen pro-vestiging
HellevoetsluisGeen pro-vestiging
Hendrik-Ido-AmbachtGeen pro-vestiging
Stede Broec0
HillegomGeen pro-vestiging
Katwijk0
Krimpen aan den IJsselGeen pro-vestiging
Leiden0
LeiderdorpGeen pro-vestiging
LisseGeen pro-vestiging
MaassluisGeen pro-vestiging
NieuwkoopGeen pro-vestiging
NoordwijkGeen pro-vestiging
OegstgeestGeen pro-vestiging
OudewaterGeen pro-vestiging
PapendrechtGeen pro-vestiging
Ridderkerk0
Rotterdam2783
Rijswijk0
Schiedam0
Sliedrecht0
AlbrandswaardGeen pro-vestiging
WestvoorneGeen pro-vestiging
VlaardingenGeen pro-vestiging
VoorschotenGeen pro-vestiging
WaddinxveenGeen pro-vestiging
WassenaarGeen pro-vestiging
Woerden0
Zoetermeer0
ZoeterwoudeGeen pro-vestiging
Zwijndrecht0
BorseleGeen pro-vestiging
Goes0
West Maas en WaalGeen pro-vestiging
Hulst0
KapelleGeen pro-vestiging
Middelburg0
Reimerswaal0
Terneuzen3931
TholenGeen pro-vestiging
VeereGeen pro-vestiging
VlissingenGeen pro-vestiging
De Ronde VenenGeen pro-vestiging
TytsjerksteradielGeen pro-vestiging
AstenGeen pro-vestiging
Baarle-NassauGeen pro-vestiging
Bergen op Zoom8125
BestGeen pro-vestiging
BoekelGeen pro-vestiging
Boxmeer0
Boxtel0
Breda2020
Deurne0
PekelaGeen pro-vestiging
DongenGeen pro-vestiging
EerselGeen pro-vestiging
Eindhoven0
Etten-LeurGeen pro-vestiging
GeertruidenbergGeen pro-vestiging
Gilze en RijenGeen pro-vestiging
GoirleGeen pro-vestiging
GraveGeen pro-vestiging
HaarenGeen pro-vestiging
Helmond0
's-Hertogenbosch0
HeusdenGeen pro-vestiging
HilvarenbeekGeen pro-vestiging
Loon op ZandGeen pro-vestiging
Mill en Sint HubertGeen pro-vestiging
Nuenen, Gerwen en NederwettenGeen pro-vestiging
OirschotGeen pro-vestiging
OisterwijkGeen pro-vestiging
Oosterhout0
Oss0
RucphenGeen pro-vestiging
Sint-MichielsgestelGeen pro-vestiging
Someren0
Son en BreugelGeen pro-vestiging
SteenbergenGeen pro-vestiging
WaterlandGeen pro-vestiging
Tilburg0
UdenGeen pro-vestiging
ValkenswaardGeen pro-vestiging
VeldhovenGeen pro-vestiging
VughtGeen pro-vestiging
WaalreGeen pro-vestiging
Waalwijk0
WoensdrechtGeen pro-vestiging
ZundertGeen pro-vestiging
WormerlandGeen pro-vestiging
LandgraafGeen pro-vestiging
BeekGeen pro-vestiging
BeeselGeen pro-vestiging
Bergen (L.)Geen pro-vestiging
BrunssumGeen pro-vestiging
GennepGeen pro-vestiging
Heerlen0
KerkradeGeen pro-vestiging
Maastricht0
MeerssenGeen pro-vestiging
Mook en MiddelaarGeen pro-vestiging
NederweertGeen pro-vestiging
Roermond0
SimpelveldGeen pro-vestiging
SteinGeen pro-vestiging
VaalsGeen pro-vestiging
Venlo0
Venray0
VoerendaalGeen pro-vestiging
Weert0
Valkenburg aan de GeulGeen pro-vestiging
Lelystad0
Horst aan de MaasGeen pro-vestiging
Oude IJsselstreekGeen pro-vestiging
TeylingenGeen pro-vestiging
Utrechtse HeuvelrugGeen pro-vestiging
Oost GelreGeen pro-vestiging
KoggenlandGeen pro-vestiging
LansingerlandGeen pro-vestiging
LeudalGeen pro-vestiging
MaasgouwGeen pro-vestiging
Gemert-Bakel0
HalderbergeGeen pro-vestiging
Heeze-LeendeGeen pro-vestiging
LaarbeekGeen pro-vestiging
Reusel-De MierdenGeen pro-vestiging
RoerdalenGeen pro-vestiging
Roosendaal0
Schouwen-Duiveland0
Aa en HunzeGeen pro-vestiging
Borger-OdoornGeen pro-vestiging
CuijkGeen pro-vestiging
LanderdGeen pro-vestiging
De WoldenGeen pro-vestiging
Noord-BevelandGeen pro-vestiging
WijdemerenGeen pro-vestiging
Noordenveld0
TwenterandGeen pro-vestiging
WesterveldGeen pro-vestiging
Sint AnthonisGeen pro-vestiging
Lingewaard0
CranendonckGeen pro-vestiging
Steenwijkerland0
MoerdijkGeen pro-vestiging
Echt-SusterenGeen pro-vestiging
SluisGeen pro-vestiging
DrimmelenGeen pro-vestiging
BernhezeGeen pro-vestiging
Alphen-ChaamGeen pro-vestiging
BergeijkGeen pro-vestiging
Bladel0
Gulpen-WittemGeen pro-vestiging
TynaarloGeen pro-vestiging
Midden-DrentheGeen pro-vestiging
OverbetuweGeen pro-vestiging
Hof van TwenteGeen pro-vestiging
Neder-BetuweGeen pro-vestiging
Rijssen-Holten0
Geldrop-MierloGeen pro-vestiging
Olst-WijheGeen pro-vestiging
DinkellandGeen pro-vestiging
Westland0
Midden-DelflandGeen pro-vestiging
Berkelland0
BronckhorstGeen pro-vestiging
Sittard-Geleen163
Kaag en BraassemGeen pro-vestiging
DantumadielGeen pro-vestiging
ZuidplasGeen pro-vestiging
Peel en MaasGeen pro-vestiging
Oldambt0
ZwartewaterlandGeen pro-vestiging
Südwest-Fryslân0
Bodegraven-ReeuwijkGeen pro-vestiging
Eijsden-MargratenGeen pro-vestiging
Stichtse VechtGeen pro-vestiging
Hollands KroonGeen pro-vestiging
Leidschendam-VoorburgGeen pro-vestiging
Goeree-Overflakkee0
Pijnacker-NootdorpGeen pro-vestiging
Nissewaard0
KrimpenerwaardGeen pro-vestiging
De Fryske MarrenGeen pro-vestiging
Gooise MerenGeen pro-vestiging
Berg en DalGeen pro-vestiging
Meierijstad0
WaadhoekeGeen pro-vestiging
WesterwoldeGeen pro-vestiging
Midden-Groningen0
BeekdaelenGeen pro-vestiging
Montferland0
AltenaGeen pro-vestiging
West BetuweGeen pro-vestiging
VijfheerenlandenGeen pro-vestiging
Hoeksche Waard0
Het Hogeland0
WesterkwartierGeen pro-vestiging
Noardeast-Fryslân0
MolenlandenGeen pro-vestiging

5.3.4 Gemiddelde bedrag (in euro's) per leerling per gemeente - scenario 4 (doelgroep 30% en drempel 0%)
GM_NAAMAchterstandsbedrag
Appingedam547
DelfzijlGeen pro-vestiging
Groningen378
LoppersumGeen pro-vestiging
Almere577
Stadskanaal320
Veendam359
ZeewoldeGeen pro-vestiging
AchtkarspelenGeen pro-vestiging
AmelandGeen pro-vestiging
HarlingenGeen pro-vestiging
Heerenveen328
Leeuwarden301
OoststellingwerfGeen pro-vestiging
OpsterlandGeen pro-vestiging
SchiermonnikoogGeen pro-vestiging
Smallingerland264
TerschellingGeen pro-vestiging
VlielandGeen pro-vestiging
WeststellingwerfGeen pro-vestiging
Assen302
Coevorden423
Emmen332
Hoogeveen325
Meppel236
Almelo518
BorneGeen pro-vestiging
DalfsenGeen pro-vestiging
Deventer607
Enschede498
HaaksbergenGeen pro-vestiging
Hardenberg335
HellendoornGeen pro-vestiging
Hengelo416
Kampen184
LosserGeen pro-vestiging
Noordoostpolder383
Oldenzaal230
Ommen214
Raalte387
StaphorstGeen pro-vestiging
TubbergenGeen pro-vestiging
UrkGeen pro-vestiging
WierdenGeen pro-vestiging
Zwolle394
AaltenGeen pro-vestiging
Apeldoorn248
Arnhem651
Barneveld177
BeuningenGeen pro-vestiging
BrummenGeen pro-vestiging
BurenGeen pro-vestiging
Culemborg479
DoesburgGeen pro-vestiging
Doetinchem405
DrutenGeen pro-vestiging
DuivenGeen pro-vestiging
Ede307
ElburgGeen pro-vestiging
EpeGeen pro-vestiging
ErmeloGeen pro-vestiging
Harderwijk510
HattemGeen pro-vestiging
HeerdeGeen pro-vestiging
HeumenGeen pro-vestiging
LochemGeen pro-vestiging
MaasdrielGeen pro-vestiging
Nijkerk238
Nijmegen602
OldebroekGeen pro-vestiging
PuttenGeen pro-vestiging
RenkumGeen pro-vestiging
Rheden327
RozendaalGeen pro-vestiging
ScherpenzeelGeen pro-vestiging
Tiel489
VoorstGeen pro-vestiging
Wageningen449
WestervoortGeen pro-vestiging
Winterswijk257
Wijchen253
Zaltbommel242
ZevenaarGeen pro-vestiging
Zutphen473
NunspeetGeen pro-vestiging
Dronten264
Amersfoort601
BaarnGeen pro-vestiging
De BiltGeen pro-vestiging
BunnikGeen pro-vestiging
BunschotenGeen pro-vestiging
EemnesGeen pro-vestiging
HoutenGeen pro-vestiging
LeusdenGeen pro-vestiging
LopikGeen pro-vestiging
MontfoortGeen pro-vestiging
RenswoudeGeen pro-vestiging
RhenenGeen pro-vestiging
SoestGeen pro-vestiging
Utrecht780
Veenendaal421
WoudenbergGeen pro-vestiging
Wijk bij DuurstedeGeen pro-vestiging
IJsselstein480
Zeist454
NieuwegeinGeen pro-vestiging
AalsmeerGeen pro-vestiging
Alkmaar455
AmstelveenGeen pro-vestiging
Amsterdam737
BeemsterGeen pro-vestiging
Bergen (NH.)Geen pro-vestiging
BeverwijkGeen pro-vestiging
BlaricumGeen pro-vestiging
BloemendaalGeen pro-vestiging
CastricumGeen pro-vestiging
DiemenGeen pro-vestiging
Edam-VolendamGeen pro-vestiging
EnkhuizenGeen pro-vestiging
Haarlem427
Haarlemmermeer443
Heemskerk455
HeemstedeGeen pro-vestiging
Heerhugowaard261
HeilooGeen pro-vestiging
Den Helder389
Hilversum469
Hoorn512
HuizenGeen pro-vestiging
LandsmeerGeen pro-vestiging
LangedijkGeen pro-vestiging
LarenGeen pro-vestiging
MedemblikGeen pro-vestiging
OostzaanGeen pro-vestiging
OpmeerGeen pro-vestiging
Ouder-AmstelGeen pro-vestiging
Purmerend358
Schagen260
TexelGeen pro-vestiging
UitgeestGeen pro-vestiging
Uithoorn317
Velsen366
WeespGeen pro-vestiging
ZandvoortGeen pro-vestiging
Zaanstad426
AlblasserdamGeen pro-vestiging
Alphen aan den Rijn389
BarendrechtGeen pro-vestiging
DrechterlandGeen pro-vestiging
Brielle219
Capelle aan den IJssel564
Delft474
Dordrecht512
Gorinchem417
Gouda334
's-Gravenhage775
Hardinxveld-GiessendamGeen pro-vestiging
HellevoetsluisGeen pro-vestiging
Hendrik-Ido-AmbachtGeen pro-vestiging
Stede Broec279
HillegomGeen pro-vestiging
Katwijk267
Krimpen aan den IJsselGeen pro-vestiging
Leiden488
LeiderdorpGeen pro-vestiging
LisseGeen pro-vestiging
MaassluisGeen pro-vestiging
NieuwkoopGeen pro-vestiging
NoordwijkGeen pro-vestiging
OegstgeestGeen pro-vestiging
OudewaterGeen pro-vestiging
PapendrechtGeen pro-vestiging
Ridderkerk343
Rotterdam785
Rijswijk704
Schiedam693
Sliedrecht335
AlbrandswaardGeen pro-vestiging
WestvoorneGeen pro-vestiging
VlaardingenGeen pro-vestiging
VoorschotenGeen pro-vestiging
WaddinxveenGeen pro-vestiging
WassenaarGeen pro-vestiging
Woerden298
Zoetermeer530
ZoeterwoudeGeen pro-vestiging
Zwijndrecht574
BorseleGeen pro-vestiging
Goes370
West Maas en WaalGeen pro-vestiging
Hulst156
KapelleGeen pro-vestiging
Middelburg434
Reimerswaal73
Terneuzen515
TholenGeen pro-vestiging
VeereGeen pro-vestiging
VlissingenGeen pro-vestiging
De Ronde VenenGeen pro-vestiging
TytsjerksteradielGeen pro-vestiging
AstenGeen pro-vestiging
Baarle-NassauGeen pro-vestiging
Bergen op Zoom629
BestGeen pro-vestiging
BoekelGeen pro-vestiging
Boxmeer268
Boxtel395
Breda623
Deurne192
PekelaGeen pro-vestiging
DongenGeen pro-vestiging
EerselGeen pro-vestiging
Eindhoven754
Etten-LeurGeen pro-vestiging
GeertruidenbergGeen pro-vestiging
Gilze en RijenGeen pro-vestiging
GoirleGeen pro-vestiging
GraveGeen pro-vestiging
HaarenGeen pro-vestiging
Helmond572
's-Hertogenbosch539
HeusdenGeen pro-vestiging
HilvarenbeekGeen pro-vestiging
Loon op ZandGeen pro-vestiging
Mill en Sint HubertGeen pro-vestiging
Nuenen, Gerwen en NederwettenGeen pro-vestiging
OirschotGeen pro-vestiging
OisterwijkGeen pro-vestiging
Oosterhout392
Oss452
RucphenGeen pro-vestiging
Sint-MichielsgestelGeen pro-vestiging
Someren385
Son en BreugelGeen pro-vestiging
SteenbergenGeen pro-vestiging
WaterlandGeen pro-vestiging
Tilburg641
UdenGeen pro-vestiging
ValkenswaardGeen pro-vestiging
VeldhovenGeen pro-vestiging
VughtGeen pro-vestiging
WaalreGeen pro-vestiging
Waalwijk311
WoensdrechtGeen pro-vestiging
ZundertGeen pro-vestiging
WormerlandGeen pro-vestiging
LandgraafGeen pro-vestiging
BeekGeen pro-vestiging
BeeselGeen pro-vestiging
Bergen (L.)Geen pro-vestiging
BrunssumGeen pro-vestiging
GennepGeen pro-vestiging
Heerlen519
KerkradeGeen pro-vestiging
Maastricht507
MeerssenGeen pro-vestiging
Mook en MiddelaarGeen pro-vestiging
NederweertGeen pro-vestiging
Roermond448
SimpelveldGeen pro-vestiging
SteinGeen pro-vestiging
VaalsGeen pro-vestiging
Venlo598
Venray508
VoerendaalGeen pro-vestiging
Weert455
Valkenburg aan de GeulGeen pro-vestiging
Lelystad536
Horst aan de MaasGeen pro-vestiging
Oude IJsselstreekGeen pro-vestiging
TeylingenGeen pro-vestiging
Utrechtse HeuvelrugGeen pro-vestiging
Oost GelreGeen pro-vestiging
KoggenlandGeen pro-vestiging
LansingerlandGeen pro-vestiging
LeudalGeen pro-vestiging
MaasgouwGeen pro-vestiging
Gemert-Bakel357
HalderbergeGeen pro-vestiging
Heeze-LeendeGeen pro-vestiging
LaarbeekGeen pro-vestiging
Reusel-De MierdenGeen pro-vestiging
RoerdalenGeen pro-vestiging
Roosendaal444
Schouwen-Duiveland97
Aa en HunzeGeen pro-vestiging
Borger-OdoornGeen pro-vestiging
CuijkGeen pro-vestiging
LanderdGeen pro-vestiging
De WoldenGeen pro-vestiging
Noord-BevelandGeen pro-vestiging
WijdemerenGeen pro-vestiging
Noordenveld285
TwenterandGeen pro-vestiging
WesterveldGeen pro-vestiging
Sint AnthonisGeen pro-vestiging
Lingewaard375
CranendonckGeen pro-vestiging
Steenwijkerland207
MoerdijkGeen pro-vestiging
Echt-SusterenGeen pro-vestiging
SluisGeen pro-vestiging
DrimmelenGeen pro-vestiging
BernhezeGeen pro-vestiging
Alphen-ChaamGeen pro-vestiging
BergeijkGeen pro-vestiging
Bladel267
Gulpen-WittemGeen pro-vestiging
TynaarloGeen pro-vestiging
Midden-DrentheGeen pro-vestiging
OverbetuweGeen pro-vestiging
Hof van TwenteGeen pro-vestiging
Neder-BetuweGeen pro-vestiging
Rijssen-Holten262
Geldrop-MierloGeen pro-vestiging
Olst-WijheGeen pro-vestiging
DinkellandGeen pro-vestiging
Westland365
Midden-DelflandGeen pro-vestiging
Berkelland206
BronckhorstGeen pro-vestiging
Sittard-Geleen579
Kaag en BraassemGeen pro-vestiging
DantumadielGeen pro-vestiging
ZuidplasGeen pro-vestiging
Peel en MaasGeen pro-vestiging
Oldambt283
ZwartewaterlandGeen pro-vestiging
Südwest-Fryslân201
Bodegraven-ReeuwijkGeen pro-vestiging
Eijsden-MargratenGeen pro-vestiging
Stichtse VechtGeen pro-vestiging
Hollands KroonGeen pro-vestiging
Leidschendam-VoorburgGeen pro-vestiging
Goeree-Overflakkee306
Pijnacker-NootdorpGeen pro-vestiging
Nissewaard544
KrimpenerwaardGeen pro-vestiging
De Fryske MarrenGeen pro-vestiging
Gooise MerenGeen pro-vestiging
Berg en DalGeen pro-vestiging
Meierijstad378
WaadhoekeGeen pro-vestiging
WesterwoldeGeen pro-vestiging
Midden-Groningen442
BeekdaelenGeen pro-vestiging
Montferland276
AltenaGeen pro-vestiging
West BetuweGeen pro-vestiging
VijfheerenlandenGeen pro-vestiging
Hoeksche Waard301
Het Hogeland207
WesterkwartierGeen pro-vestiging
Noardeast-Fryslân186
MolenlandenGeen pro-vestiging

5.3.5 Gemiddelde bedrag (in euro's) per leerling per gemeente - scenario 5 (doelgroep 30% en drempel 12%)
GM_NAAMAchterstandsbedrag
Appingedam589
DelfzijlGeen pro-vestiging
Groningen318
LoppersumGeen pro-vestiging
Almere639
Stadskanaal225
Veendam287
ZeewoldeGeen pro-vestiging
AchtkarspelenGeen pro-vestiging
AmelandGeen pro-vestiging
HarlingenGeen pro-vestiging
Heerenveen238
Leeuwarden194
OoststellingwerfGeen pro-vestiging
OpsterlandGeen pro-vestiging
SchiermonnikoogGeen pro-vestiging
Smallingerland174
TerschellingGeen pro-vestiging
VlielandGeen pro-vestiging
WeststellingwerfGeen pro-vestiging
Assen196
Coevorden391
Emmen244
Hoogeveen233
Meppel90
Almelo544
BorneGeen pro-vestiging
DalfsenGeen pro-vestiging
Deventer687
Enschede512
HaaksbergenGeen pro-vestiging
Hardenberg250
HellendoornGeen pro-vestiging
Hengelo380
Kampen72
LosserGeen pro-vestiging
Noordoostpolder327
Oldenzaal81
Ommen54
Raalte333
StaphorstGeen pro-vestiging
TubbergenGeen pro-vestiging
UrkGeen pro-vestiging
WierdenGeen pro-vestiging
Zwolle344
AaltenGeen pro-vestiging
Apeldoorn146
Arnhem758
Barneveld0
BeuningenGeen pro-vestiging
BrummenGeen pro-vestiging
BurenGeen pro-vestiging
Culemborg481
DoesburgGeen pro-vestiging
Doetinchem362
DrutenGeen pro-vestiging
DuivenGeen pro-vestiging
Ede299
ElburgGeen pro-vestiging
EpeGeen pro-vestiging
ErmeloGeen pro-vestiging
Harderwijk531
HattemGeen pro-vestiging
HeerdeGeen pro-vestiging
HeumenGeen pro-vestiging
LochemGeen pro-vestiging
MaasdrielGeen pro-vestiging
Nijkerk93
Nijmegen679
OldebroekGeen pro-vestiging
PuttenGeen pro-vestiging
RenkumGeen pro-vestiging
Rheden236
RozendaalGeen pro-vestiging
ScherpenzeelGeen pro-vestiging
Tiel497
VoorstGeen pro-vestiging
Wageningen432
WestervoortGeen pro-vestiging
Winterswijk124
Wijchen117
Zaltbommel100
ZevenaarGeen pro-vestiging
Zutphen471
NunspeetGeen pro-vestiging
Dronten135
Amersfoort676
BaarnGeen pro-vestiging
De BiltGeen pro-vestiging
BunnikGeen pro-vestiging
BunschotenGeen pro-vestiging
EemnesGeen pro-vestiging
HoutenGeen pro-vestiging
LeusdenGeen pro-vestiging
LopikGeen pro-vestiging
MontfoortGeen pro-vestiging
RenswoudeGeen pro-vestiging
RhenenGeen pro-vestiging
SoestGeen pro-vestiging
Utrecht964
Veenendaal388
WoudenbergGeen pro-vestiging
Wijk bij DuurstedeGeen pro-vestiging
IJsselstein483
Zeist440
NieuwegeinGeen pro-vestiging
AalsmeerGeen pro-vestiging
Alkmaar442
AmstelveenGeen pro-vestiging
Amsterdam895
BeemsterGeen pro-vestiging
Bergen (NH.)Geen pro-vestiging
BeverwijkGeen pro-vestiging
BlaricumGeen pro-vestiging
BloemendaalGeen pro-vestiging
CastricumGeen pro-vestiging
DiemenGeen pro-vestiging
Edam-VolendamGeen pro-vestiging
EnkhuizenGeen pro-vestiging
Haarlem397
Haarlemmermeer424
Heemskerk441
HeemstedeGeen pro-vestiging
Heerhugowaard131
HeilooGeen pro-vestiging
Den Helder336
Hilversum465
Hoorn535
HuizenGeen pro-vestiging
LandsmeerGeen pro-vestiging
LangedijkGeen pro-vestiging
LarenGeen pro-vestiging
MedemblikGeen pro-vestiging
OostzaanGeen pro-vestiging
OpmeerGeen pro-vestiging
Ouder-AmstelGeen pro-vestiging
Purmerend286
Schagen128
TexelGeen pro-vestiging
UitgeestGeen pro-vestiging
Uithoorn219
Velsen299
WeespGeen pro-vestiging
ZandvoortGeen pro-vestiging
Zaanstad395
AlblasserdamGeen pro-vestiging
Alphen aan den Rijn336
BarendrechtGeen pro-vestiging
DrechterlandGeen pro-vestiging
Brielle63
Capelle aan den IJssel617
Delft473
Dordrecht576
Gorinchem382
Gouda263
's-Gravenhage957
Hardinxveld-GiessendamGeen pro-vestiging
HellevoetsluisGeen pro-vestiging
Hendrik-Ido-AmbachtGeen pro-vestiging
Stede Broec159
HillegomGeen pro-vestiging
Katwijk140
Krimpen aan den IJsselGeen pro-vestiging
Leiden495
LeiderdorpGeen pro-vestiging
LisseGeen pro-vestiging
MaassluisGeen pro-vestiging
NieuwkoopGeen pro-vestiging
NoordwijkGeen pro-vestiging
OegstgeestGeen pro-vestiging
OudewaterGeen pro-vestiging
PapendrechtGeen pro-vestiging
Ridderkerk261
Rotterdam972
Rijswijk843
Schiedam825
Sliedrecht250
AlbrandswaardGeen pro-vestiging
WestvoorneGeen pro-vestiging
VlaardingenGeen pro-vestiging
VoorschotenGeen pro-vestiging
WaddinxveenGeen pro-vestiging
WassenaarGeen pro-vestiging
Woerden190
Zoetermeer563
ZoeterwoudeGeen pro-vestiging
Zwijndrecht633
BorseleGeen pro-vestiging
Goes305
West Maas en WaalGeen pro-vestiging
Hulst0
KapelleGeen pro-vestiging
Middelburg408
Reimerswaal0
Terneuzen539
TholenGeen pro-vestiging
VeereGeen pro-vestiging
VlissingenGeen pro-vestiging
De Ronde VenenGeen pro-vestiging
TytsjerksteradielGeen pro-vestiging
AstenGeen pro-vestiging
Baarle-NassauGeen pro-vestiging
Bergen op Zoom722
BestGeen pro-vestiging
BoekelGeen pro-vestiging
Boxmeer142
Boxtel346
Breda712
Deurne18
PekelaGeen pro-vestiging
DongenGeen pro-vestiging
EerselGeen pro-vestiging
Eindhoven923
Etten-LeurGeen pro-vestiging
GeertruidenbergGeen pro-vestiging
Gilze en RijenGeen pro-vestiging
GoirleGeen pro-vestiging
GraveGeen pro-vestiging
HaarenGeen pro-vestiging
Helmond630
's-Hertogenbosch577
HeusdenGeen pro-vestiging
HilvarenbeekGeen pro-vestiging
Loon op ZandGeen pro-vestiging
Mill en Sint HubertGeen pro-vestiging
Nuenen, Gerwen en NederwettenGeen pro-vestiging
OirschotGeen pro-vestiging
OisterwijkGeen pro-vestiging
Oosterhout340
Oss438
RucphenGeen pro-vestiging
Sint-MichielsgestelGeen pro-vestiging
Someren329
Son en BreugelGeen pro-vestiging
SteenbergenGeen pro-vestiging
WaterlandGeen pro-vestiging
Tilburg741
UdenGeen pro-vestiging
ValkenswaardGeen pro-vestiging
VeldhovenGeen pro-vestiging
VughtGeen pro-vestiging
WaalreGeen pro-vestiging
Waalwijk211
WoensdrechtGeen pro-vestiging
ZundertGeen pro-vestiging
WormerlandGeen pro-vestiging
LandgraafGeen pro-vestiging
BeekGeen pro-vestiging
BeeselGeen pro-vestiging
Bergen (L.)Geen pro-vestiging
BrunssumGeen pro-vestiging
GennepGeen pro-vestiging
Heerlen544
KerkradeGeen pro-vestiging
Maastricht526
MeerssenGeen pro-vestiging
Mook en MiddelaarGeen pro-vestiging
NederweertGeen pro-vestiging
Roermond431
SimpelveldGeen pro-vestiging
SteinGeen pro-vestiging
VaalsGeen pro-vestiging
Venlo673
Venray527
VoerendaalGeen pro-vestiging
Weert442
Valkenburg aan de GeulGeen pro-vestiging
Lelystad573
Horst aan de MaasGeen pro-vestiging
Oude IJsselstreekGeen pro-vestiging
TeylingenGeen pro-vestiging
Utrechtse HeuvelrugGeen pro-vestiging
Oost GelreGeen pro-vestiging
KoggenlandGeen pro-vestiging
LansingerlandGeen pro-vestiging
LeudalGeen pro-vestiging
MaasgouwGeen pro-vestiging
Gemert-Bakel284
HalderbergeGeen pro-vestiging
Heeze-LeendeGeen pro-vestiging
LaarbeekGeen pro-vestiging
Reusel-De MierdenGeen pro-vestiging
RoerdalenGeen pro-vestiging
Roosendaal425
Schouwen-Duiveland0
Aa en HunzeGeen pro-vestiging
Borger-OdoornGeen pro-vestiging
CuijkGeen pro-vestiging
LanderdGeen pro-vestiging
De WoldenGeen pro-vestiging
Noord-BevelandGeen pro-vestiging
WijdemerenGeen pro-vestiging
Noordenveld169
TwenterandGeen pro-vestiging
WesterveldGeen pro-vestiging
Sint AnthonisGeen pro-vestiging
Lingewaard313
CranendonckGeen pro-vestiging
Steenwijkerland44
MoerdijkGeen pro-vestiging
Echt-SusterenGeen pro-vestiging
SluisGeen pro-vestiging
DrimmelenGeen pro-vestiging
BernhezeGeen pro-vestiging
Alphen-ChaamGeen pro-vestiging
BergeijkGeen pro-vestiging
Bladel139
Gulpen-WittemGeen pro-vestiging
TynaarloGeen pro-vestiging
Midden-DrentheGeen pro-vestiging
OverbetuweGeen pro-vestiging
Hof van TwenteGeen pro-vestiging
Neder-BetuweGeen pro-vestiging
Rijssen-Holten132
Geldrop-MierloGeen pro-vestiging
Olst-WijheGeen pro-vestiging
DinkellandGeen pro-vestiging
Westland297
Midden-DelflandGeen pro-vestiging
Berkelland42
BronckhorstGeen pro-vestiging
Sittard-Geleen642
Kaag en BraassemGeen pro-vestiging
DantumadielGeen pro-vestiging
ZuidplasGeen pro-vestiging
Peel en MaasGeen pro-vestiging
Oldambt166
ZwartewaterlandGeen pro-vestiging
Südwest-Fryslân35
Bodegraven-ReeuwijkGeen pro-vestiging
Eijsden-MargratenGeen pro-vestiging
Stichtse VechtGeen pro-vestiging
Hollands KroonGeen pro-vestiging
Leidschendam-VoorburgGeen pro-vestiging
Goeree-Overflakkee203
Pijnacker-NootdorpGeen pro-vestiging
Nissewaard586
KrimpenerwaardGeen pro-vestiging
De Fryske MarrenGeen pro-vestiging
Gooise MerenGeen pro-vestiging
Berg en DalGeen pro-vestiging
Meierijstad318
WaadhoekeGeen pro-vestiging
WesterwoldeGeen pro-vestiging
Midden-Groningen421
BeekdaelenGeen pro-vestiging
Montferland155
AltenaGeen pro-vestiging
West BetuweGeen pro-vestiging
VijfheerenlandenGeen pro-vestiging
Hoeksche Waard195
Het Hogeland43
WesterkwartierGeen pro-vestiging
Noardeast-Fryslân9
MolenlandenGeen pro-vestiging

5.3.6 Gemiddelde bedrag (in euro's) per leerling per gemeente - scenario 6 (doelgroep 30% en drempel 20%)
GM_NAAMAchterstandsbedrag
Appingedam620
DelfzijlGeen pro-vestiging
Groningen239
LoppersumGeen pro-vestiging
Almere696
Stadskanaal50
Veendam148
ZeewoldeGeen pro-vestiging
AchtkarspelenGeen pro-vestiging
AmelandGeen pro-vestiging
HarlingenGeen pro-vestiging
Heerenveen70
Leeuwarden58
OoststellingwerfGeen pro-vestiging
OpsterlandGeen pro-vestiging
SchiermonnikoogGeen pro-vestiging
Smallingerland90
TerschellingGeen pro-vestiging
VlielandGeen pro-vestiging
WeststellingwerfGeen pro-vestiging
Assen5
Coevorden309
Emmen80
Hoogeveen116
Meppel0
Almelo548
BorneGeen pro-vestiging
DalfsenGeen pro-vestiging
Deventer772
Enschede499
HaaksbergenGeen pro-vestiging
Hardenberg89
HellendoornGeen pro-vestiging
Hengelo293
Kampen0
LosserGeen pro-vestiging
Noordoostpolder210
Oldenzaal0
Ommen0
Raalte219
StaphorstGeen pro-vestiging
TubbergenGeen pro-vestiging
UrkGeen pro-vestiging
WierdenGeen pro-vestiging
Zwolle236
AaltenGeen pro-vestiging
Apeldoorn64
Arnhem883
Barneveld0
BeuningenGeen pro-vestiging
BrummenGeen pro-vestiging
BurenGeen pro-vestiging
Culemborg451
DoesburgGeen pro-vestiging
Doetinchem264
DrutenGeen pro-vestiging
DuivenGeen pro-vestiging
Ede290
ElburgGeen pro-vestiging
EpeGeen pro-vestiging
ErmeloGeen pro-vestiging
Harderwijk528
HattemGeen pro-vestiging
HeerdeGeen pro-vestiging
HeumenGeen pro-vestiging
LochemGeen pro-vestiging
MaasdrielGeen pro-vestiging
Nijkerk0
Nijmegen760
OldebroekGeen pro-vestiging
PuttenGeen pro-vestiging
RenkumGeen pro-vestiging
Rheden67
RozendaalGeen pro-vestiging
ScherpenzeelGeen pro-vestiging
Tiel475
VoorstGeen pro-vestiging
Wageningen374
WestervoortGeen pro-vestiging
Winterswijk0
Wijchen0
Zaltbommel0
ZevenaarGeen pro-vestiging
Zutphen435
NunspeetGeen pro-vestiging
Dronten0
Amersfoort846
BaarnGeen pro-vestiging
De BiltGeen pro-vestiging
BunnikGeen pro-vestiging
BunschotenGeen pro-vestiging
EemnesGeen pro-vestiging
HoutenGeen pro-vestiging
LeusdenGeen pro-vestiging
LopikGeen pro-vestiging
MontfoortGeen pro-vestiging
RenswoudeGeen pro-vestiging
RhenenGeen pro-vestiging
SoestGeen pro-vestiging
Utrecht1206
Veenendaal305
WoudenbergGeen pro-vestiging
Wijk bij DuurstedeGeen pro-vestiging
IJsselstein453
Zeist386
NieuwegeinGeen pro-vestiging
AalsmeerGeen pro-vestiging
Alkmaar389
AmstelveenGeen pro-vestiging
Amsterdam1098
BeemsterGeen pro-vestiging
Bergen (NH.)Geen pro-vestiging
BeverwijkGeen pro-vestiging
BlaricumGeen pro-vestiging
BloemendaalGeen pro-vestiging
CastricumGeen pro-vestiging
DiemenGeen pro-vestiging
Edam-VolendamGeen pro-vestiging
EnkhuizenGeen pro-vestiging
Haarlem318
Haarlemmermeer361
Heemskerk389
HeemstedeGeen pro-vestiging
Heerhugowaard0
HeilooGeen pro-vestiging
Den Helder224
Hilversum425
Hoorn534
HuizenGeen pro-vestiging
LandsmeerGeen pro-vestiging
LangedijkGeen pro-vestiging
LarenGeen pro-vestiging
MedemblikGeen pro-vestiging
OostzaanGeen pro-vestiging
OpmeerGeen pro-vestiging
Ouder-AmstelGeen pro-vestiging
Purmerend146
Schagen0
TexelGeen pro-vestiging
UitgeestGeen pro-vestiging
Uithoorn41
Velsen166
WeespGeen pro-vestiging
ZandvoortGeen pro-vestiging
Zaanstad316
AlblasserdamGeen pro-vestiging
Alphen aan den Rijn224
BarendrechtGeen pro-vestiging
DrechterlandGeen pro-vestiging
Brielle0
Capelle aan den IJssel663
Delft437
Dordrecht690
Gorinchem450
Gouda275
's-Gravenhage1194
Hardinxveld-GiessendamGeen pro-vestiging
HellevoetsluisGeen pro-vestiging
Hendrik-Ido-AmbachtGeen pro-vestiging
Stede Broec0
HillegomGeen pro-vestiging
Katwijk0
Krimpen aan den IJsselGeen pro-vestiging
Leiden472
LeiderdorpGeen pro-vestiging
LisseGeen pro-vestiging
MaassluisGeen pro-vestiging
NieuwkoopGeen pro-vestiging
NoordwijkGeen pro-vestiging
OegstgeestGeen pro-vestiging
OudewaterGeen pro-vestiging
PapendrechtGeen pro-vestiging
Ridderkerk131
Rotterdam1218
Rijswijk1016
Schiedam988
Sliedrecht89
AlbrandswaardGeen pro-vestiging
WestvoorneGeen pro-vestiging
VlaardingenGeen pro-vestiging
VoorschotenGeen pro-vestiging
WaddinxveenGeen pro-vestiging
WassenaarGeen pro-vestiging
Woerden0
Zoetermeer578
ZoeterwoudeGeen pro-vestiging
Zwijndrecht688
BorseleGeen pro-vestiging
Goes175
West Maas en WaalGeen pro-vestiging
Hulst0
KapelleGeen pro-vestiging
Middelburg336
Reimerswaal0
Terneuzen541
TholenGeen pro-vestiging
VeereGeen pro-vestiging
VlissingenGeen pro-vestiging
De Ronde VenenGeen pro-vestiging
TytsjerksteradielGeen pro-vestiging
AstenGeen pro-vestiging
Baarle-NassauGeen pro-vestiging
Bergen op Zoom827
BestGeen pro-vestiging
BoekelGeen pro-vestiging
Boxmeer0
Boxtel239
Breda812
Deurne0
PekelaGeen pro-vestiging
DongenGeen pro-vestiging
EerselGeen pro-vestiging
Eindhoven1142
Etten-LeurGeen pro-vestiging
GeertruidenbergGeen pro-vestiging
Gilze en RijenGeen pro-vestiging
GoirleGeen pro-vestiging
GraveGeen pro-vestiging
HaarenGeen pro-vestiging
Helmond683
's-Hertogenbosch600
HeusdenGeen pro-vestiging
HilvarenbeekGeen pro-vestiging
Loon op ZandGeen pro-vestiging
Mill en Sint HubertGeen pro-vestiging
Nuenen, Gerwen en NederwettenGeen pro-vestiging
OirschotGeen pro-vestiging
OisterwijkGeen pro-vestiging
Oosterhout230
Oss382
RucphenGeen pro-vestiging
Sint-MichielsgestelGeen pro-vestiging
Someren212
Son en BreugelGeen pro-vestiging
SteenbergenGeen pro-vestiging
WaterlandGeen pro-vestiging
Tilburg857
UdenGeen pro-vestiging
ValkenswaardGeen pro-vestiging
VeldhovenGeen pro-vestiging
VughtGeen pro-vestiging
WaalreGeen pro-vestiging
Waalwijk28
WoensdrechtGeen pro-vestiging
ZundertGeen pro-vestiging
WormerlandGeen pro-vestiging
LandgraafGeen pro-vestiging
BeekGeen pro-vestiging
BeeselGeen pro-vestiging
Bergen (L.)Geen pro-vestiging
BrunssumGeen pro-vestiging
GennepGeen pro-vestiging
Heerlen549
KerkradeGeen pro-vestiging
Maastricht521
MeerssenGeen pro-vestiging
Mook en MiddelaarGeen pro-vestiging
NederweertGeen pro-vestiging
Roermond372
SimpelveldGeen pro-vestiging
SteinGeen pro-vestiging
VaalsGeen pro-vestiging
Venlo750
Venray522
VoerendaalGeen pro-vestiging
Weert389
Valkenburg aan de GeulGeen pro-vestiging
Lelystad594
Horst aan de MaasGeen pro-vestiging
Oude IJsselstreekGeen pro-vestiging
TeylingenGeen pro-vestiging
Utrechtse HeuvelrugGeen pro-vestiging
Oost GelreGeen pro-vestiging
KoggenlandGeen pro-vestiging
LansingerlandGeen pro-vestiging
LeudalGeen pro-vestiging
MaasgouwGeen pro-vestiging
Gemert-Bakel143
HalderbergeGeen pro-vestiging
Heeze-LeendeGeen pro-vestiging
LaarbeekGeen pro-vestiging
Reusel-De MierdenGeen pro-vestiging
RoerdalenGeen pro-vestiging
Roosendaal362
Schouwen-Duiveland0
Aa en HunzeGeen pro-vestiging
Borger-OdoornGeen pro-vestiging
CuijkGeen pro-vestiging
LanderdGeen pro-vestiging
De WoldenGeen pro-vestiging
Noord-BevelandGeen pro-vestiging
WijdemerenGeen pro-vestiging
Noordenveld0
TwenterandGeen pro-vestiging
WesterveldGeen pro-vestiging
Sint AnthonisGeen pro-vestiging
Lingewaard188
CranendonckGeen pro-vestiging
Steenwijkerland0
MoerdijkGeen pro-vestiging
Echt-SusterenGeen pro-vestiging
SluisGeen pro-vestiging
DrimmelenGeen pro-vestiging
BernhezeGeen pro-vestiging
Alphen-ChaamGeen pro-vestiging
BergeijkGeen pro-vestiging
Bladel0
Gulpen-WittemGeen pro-vestiging
TynaarloGeen pro-vestiging
Midden-DrentheGeen pro-vestiging
OverbetuweGeen pro-vestiging
Hof van TwenteGeen pro-vestiging
Neder-BetuweGeen pro-vestiging
Rijssen-Holten0
Geldrop-MierloGeen pro-vestiging
Olst-WijheGeen pro-vestiging
DinkellandGeen pro-vestiging
Westland162
Midden-DelflandGeen pro-vestiging
Berkelland0
BronckhorstGeen pro-vestiging
Sittard-Geleen702
Kaag en BraassemGeen pro-vestiging
DantumadielGeen pro-vestiging
ZuidplasGeen pro-vestiging
Peel en MaasGeen pro-vestiging
Oldambt0
ZwartewaterlandGeen pro-vestiging
Südwest-Fryslân0
Bodegraven-ReeuwijkGeen pro-vestiging
Eijsden-MargratenGeen pro-vestiging
Stichtse VechtGeen pro-vestiging
Hollands KroonGeen pro-vestiging
Leidschendam-VoorburgGeen pro-vestiging
Goeree-Overflakkee15
Pijnacker-NootdorpGeen pro-vestiging
Nissewaard614
KrimpenerwaardGeen pro-vestiging
De Fryske MarrenGeen pro-vestiging
Gooise MerenGeen pro-vestiging
Berg en DalGeen pro-vestiging
Meierijstad196
WaadhoekeGeen pro-vestiging
WesterwoldeGeen pro-vestiging
Midden-Groningen356
BeekdaelenGeen pro-vestiging
Montferland0
AltenaGeen pro-vestiging
West BetuweGeen pro-vestiging
VijfheerenlandenGeen pro-vestiging
Hoeksche Waard0
Het Hogeland0
WesterkwartierGeen pro-vestiging
Noardeast-Fryslân0
MolenlandenGeen pro-vestiging

Bij een lagere drempel is duidelijk meer sprake van geografische spreiding. Dit komt omdat, zie paragraaf 5.2.1, vrijwel alle vestigingen budget toegewezen krijgen indien er geen drempel is. Bij een hogere drempel is er minder sprake van geografische spreiding/meer sprake van geografische clustering. Vooral vestigingen in de grotere steden (bijvoorbeeld Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Utrecht) krijgen relatief veel budget. Dit komt omdat daar relatief veel leerlingen wonen met een relatief grote kans op een onderwijsachterstand (gegeven hun kenmerken en ongeacht hun intelligentie). Ook hier is te zien dat het effect van de drempel sterker is bij een kleinere doelgroep dan bij een grotere doelgroep. 

21) De drempel van 20 procent is ook de hoogste drempel die in het onderzoek voor overige vo-leerlingen verkend is. 
22) Alle cijfers over leerlingenaantallen in dit rapport zijn, in lijn met het CBS-beleid, afgeronde cijfers. Meer specifiek worden alle cijfers afgerond op vijftallen. De redenen hiervoor zijn de leesbaarheid van de tabellen en het verkleinen van de kans op onthulling. Net als bij de po-indicator zullen ook bij implementatie van de vo-indicator lijsten worden gepubliceerd met de achterstandsscore per vestiging. Daarom wordt de standaard methode omtrent afronding in dit rapport niet toegepast bij de cijfers over vestigingen. Voor de leesbaarheid worden ook de weergegeven percentages in de tabellen afgerond op hele getallen. 

6. Drie scenario’s: herverdeeleffecten en stabiliteit

Het CBS heeft in kaart gebracht hoe het budget in zes verschillende scenario’s (combinaties van verschillende doelgroepgroottes en drempels) verdeeld zou worden over pro-vestigingen en over het land. Uit deze zes scenario’s (zie vorige hoofdstuk voor de resultaten) heeft OCW drie scenario’s gekozen voor verder onderzoek. Meer specifiek heeft OCW besloten om voor een grote doelgroep (30 procent) te kiezen.23) De belangrijkste reden hiervoor is dat bij een kleine doelgroep (10 procent) de resultaten lieten zien dat er vrij sterke fluctuaties konden zijn. Vanuit methodologisch oogpunt is daarmee de kans op instabiliteit groter. Dit omdat het lastiger is voor vestigingen, indien er sprake is van een drempel, om voldoende leerlingen te hebben met een dermate grote kans op onderwijsachterstand om zo in aanmerking te komen voor budget. Wat daarbij ook meegewogen heeft is dat met een doelgroep van 10 procent het budget heel geconcentreerd ingezet wordt bij een relatief laag aandeel pro-vestigingen ten opzichte van de scenario’s met een doelgroep van 30 procent. Dit werd gezien de pro-doelgroep, waarbij de kans op onderwijsachterstand gemiddeld genomen groot is, niet wenselijk geacht door OCW. 

Voor deze drie scenario’s (alle drie met een doelgroep van 30 procent, maar met verschillende drempels: 0 procent, 12 procent en 20 procent) heeft het CBS aanvullend onderzoek uitgevoerd. Ten eerste is in kaart gebracht in welke mate er een herverdeling van het budget plaats zou vinden als gevolg van de vo-indicator (ten opzichte van de huidige indicator op basis van de apc-gebieden). Vervolgens is voor deze drie scenario’s in kaart gebracht wat de stabiliteit is van de budgetten die vestigingen toegewezen krijgen over de tijd heen. De resultaten van deze analyses staan beschreven in dit hoofdstuk. 

Net als bij eerdere analyses wordt ook voor de analyses in dit hoofdstuk gekeken naar pro-leerlingen die op 1 oktober 2020 ingeschreven stonden in het pro. 

6.1 Herverdeeleffecten 

Herverdeeleffecten wel of geen budget 

Op dit moment wordt het beschikbare budget om onderwijsachterstanden tegen te gaan in het pro verdeeld op basis van het percentage leerlingen dat in een apc-gebied woont. Indien een vestiging geen leerlingen heeft die in een apc-gebied wonen dan krijgt deze vestiging geen geld. In 2020 kreeg bijna 72 procent van de pro-vestigingen, met de huidige verdeelsleutel op basis van de apc-gebieden, geen budget om onderwijsachterstanden tegen te gaan. Met de nieuwe vo-indicator wordt het budget niet meer verdeeld op basis van het gebied waarin leerlingen wonen, maar wordt gekeken naar verschillende achtergrondkenmerken van deze leerlingen die samenhangen met de kans op onderwijsachterstand (zie hoofdstuk 2). Het idee hierachter is dat ook wanneer een leerling niet in een apc-gebied woont hij/zij wellicht wel (omgevings)kenmerken heeft die zorgen voor een relatief grote kans op onderwijsachterstand. Met de nieuwe indicator wordt hier wel rekening mee gehouden. 

Het CBS heeft in kaart gebracht in hoeverre er een herverdeling plaats zou vinden wanneer de nieuwe verdeelsleutel, de vo-indicator voor pro, ingezet zou worden om het budget te verdelen in plaats van de huidige verdeelsleutel, de apc-gebieden. Er zijn vier mogelijkheden:

  • Een vestiging ontvangt geen budget op basis van de huidige verdeelsleutel/apc-gebieden en ook niet met de nieuwe vo-indicator.
  • Een vestiging ontvangt geen budget op basis van de huidige verdeelsleutel/apc-gebieden, maar wel met de nieuwe vo-indicator.
  • Een vestiging ontvangt wel budget op basis van de huidige verdeelsleutel/apc-gebieden, maar niet met de nieuwe vo-indicator.
  • Een vestiging ontvangt wel budget op basis van de huidige verdeelsleutel/apc-gebieden en ook met de nieuwe vo-indicator.

In Tabel 6.1.1. staat weergegeven hoe vaak bovenstaande opties daadwerkelijk voorkomen om op deze manier inzicht te krijgen in de mate van herverdeling als gevolg van de nieuwe indicator. 

6.1.1 Herverdeling van het budget over vestigingen volgens de huidige apc-methode versus de nieuwe vo-indicator
ScenarioKreeg niet /krijgt nietKreeg niet/krijgt welKreeg wel/krijgt nietKreeg wel/krijgt wel
Doelgroep 30% & drempel 0%0 (0%)125 (72%)0 (0%)49 (28%)
Doelgroep 30% & drempel 12%11 (6%)114 (66%)0 (0%)49 (28%)
Doelgroep 30% & drempel 20%45 (26%)80 (46%)1 (1%)48 (28%)

Zoals in bovenstaande tabel duidelijk wordt, vindt er een vrij sterke herverdeling plaats indien het beschikbare budget verdeeld zou worden door middel van de nieuwe vo-indicator in plaats van op basis van de apc-gebieden. De herverdeling wat betreft het wel of geen budget krijgen is het sterkst indien er geen drempel is. Indien er geen drempel is (en een doelgroep van 30 procent) dan krijgt 72 procent van de vestigingen wel budget indien dit verdeeld wordt op basis van de vo-indicator terwijl zij geen budget ontvingen op basis van de apc-gebieden. Hoe hoger de drempel hoe minder sterk de herverdeeleffecten. Bij een drempel van 20 procent geldt dat voor ongeveer een kwart van de vestigingen (bij een doelgroep van 30 procent) zij zowel met de oude als met de nieuwe verdeelsleutel geen budget zou ontvangen. Er zijn vrijwel geen pro-vestigingen die wel budget ontvingen (op basis van de apc-gebieden), maar die dit niet zouden krijgen bij de vo-indicator. Dit geldt voor alle scenario’s (enkel bij een drempel van 20 procent is er één vestiging waar dit wel voor geldt). 

Herverdeeleffecten hoogte van het budget 

In de vorige paragraaf is weergegeven of vestigingen al dan niet budget ontvangen op basis van de apc-gebieden en op basis van de vo-indicator. In deze paragraaf wordt de herverdeling verder in kaart gebracht door te kijken naar de bedragen die vestigingen ontvangen. Gaan vestigingen er wat betreft budget op vooruit of achteruit als gevolg van de (potentiële) nieuwe verdeelsleutel? Deze herverdeling wat betreft budget wordt op twee manieren in kaart gebracht in dit onderzoek:

  1. Het effect van de nieuwe herverdeelsleutel. Het idee achter voorliggend rapport is om inzicht te geven in wat het effect is van een nieuwe verdeelsleutel ten opzichte van de huidige verdeelsleutel. Daarom wordt gekeken naar hoe het budget verdeeld zou worden over vestigingen op basis van de vo-indicator en hoe het budget verdeeld zou worden op basis van de apc-gebieden. Voor deze vergelijking wordt in beide gevallen (vo-indicator en apc-gebieden), net als bij eerdere analyses, gerekend met een budget van 14 miljoen euro. Zoals aangegeven was dit op het moment dat dit onderzoek uitgevoerd werd het meest waarschijnlijke budget dat in de toekomst beschikbaar zou zijn om onderwijsachterstanden in het pro tegen te gaan. Door hetzelfde budget op basis van de apc-gebieden te verdelen én op basis van de vo-indicator kan goed het (herverdeel)effect van de nieuwe verdeelsleutel in kaart gebracht worden. 
  2. Het effect van de nieuwe situatie. OCW heeft besloten om meer budget beschikbaar te stellen om onderwijsachterstanden tegen te gaan. Op het moment dat dit onderzoek uitgevoerd werd was het idee om het budget voor pro te verhogen van ongeveer 5 miljoen euro naar 14 miljoen euro. Dit betekent dat pro-vestigingen mogelijk niet alleen te maken krijgen met een nieuwe verdeelsleutel, maar tegelijkertijd ook met een verhoging van het totale beschikbare budget. Daarom is in dit onderzoek niet alleen gekeken naar het effect van de nieuwe verdeelsleutel bij hetzelfde budget (zie vergelijking 1), maar zijn de analyses nogmaals uitgevoerd waarbij rekening gehouden wordt met deze verhoging van het budget. Meer specifiek wordt gekeken naar het budget dat vestigingen ontvangen in de oude situatie (op basis van apc-gebieden en met een totaal beschikbaar budget van 5 miljoen euro) en in de nieuwe situatie (op basis van de vo-indicator en met een totaal beschikbaar budget van 14 miljoen euro). 

De eerste vergelijking is meer een theoretische vergelijking (effect van nieuwe verdeelsleutel) en de tweede vergelijking gaat in op wat deze veranderingen (nieuwe verdeelsleutel en verhoogd bedrag) daadwerkelijk kunnen betekenen voor de vestigingen in de praktijk. In Tabel 6.1.2. staat weergegeven of vestigingen er wat betreft budget op achteruit gaan, gelijk blijven of op vooruit gaan. Dit is weergegeven voor alle drie de scenario’s (alle drie met een doelgroep van 30 procent, maar met verschillende drempels) én voor de verschillende vergelijkingen (effect nieuwe verdeelsleutel en effect nieuwe verdeelsleutel inclusief verhoging van het budget). 

6.1.2 Vestigingen per drempel en per vergelijking die erop achteruit gaan, gelijk blijven, of erop vooruit gaan
Vergelijking ScenarioKrijgt minderBlijft gelijkKrijgt meer
1. Verdeling met vo-indicator in plaats van apc-gebied.
Beide met verhoogd bedrag (14 miljoen euro).
Doelgroep 30% & drempel 0%49 (28%)0 (0%)125 (72%)
Doelgroep 30% & drempel 12%48 (28%)11 (6%)115 (66%)
Doelgroep 30% & drempel 20%45 (26%)45 (26%)84 (48%)
2. Verdeling nieuwe situatie (vo-indicator + 14 miljoen euro)
in plaats van oude situatie (apc-gebied + 5 miljoen euro)
Doelgroep 30% & drempel 0%7 (4%)0 (0%)167 (96%)
Doelgroep 30% & drempel 12%4 (2%)11 (6%)159 (91%)
Doelgroep 30% & drempel 20%6 (3%)45 (26%)123 (71%)

Indien naar het effect van de nieuwe verdeelsleutel gekeken wordt (vergelijking 1), is te zien dat hoe hoger de drempel hoe minder vestigingen er zijn die er wat betreft budget op vooruit gaan. Zo krijgt 72 procent van de vestigingen meer budget door middel van de vo-indicator dan op basis van de apc-gebieden indien er geen drempel is. Bij een drempel van 12 procent is dit tweederde van de vestigingen en bij een drempel van 20 procent is dit minder dan de helft van de vestigingen. In alle drie de scenario’s krijgt ongeveer 26-28 procent van de vestigingen minder budget als gevolg van de nieuwe verdeelsleutel. Rekening houdend met de verhoging van het budget (vergelijking 2) is dit, logischerwijs, voor minder vestigingen het geval. Voor alle scenario’s geldt dat minder dan 5 procent van de vestigingen in de nieuwe situatie minder geld ontvangt. 

In bovenstaande tabel staat enkel weergegeven of vestigingen er al dan niet op vooruitgaan wat betreft budget (of gelijk blijven). In onderstaande grafieken wordt in meer detail in kaart gebracht hoe hoog het bedrag is dat vestigingen erop achteruit of vooruit gaan als gevolg van de nieuwe verdeelsleutel. In Figuur 6.1.3. staat dit weergegeven voor de eerste vergelijking (effect nieuwe verdeelsleutel) en in Figuur 6.1.4. voor de tweede vergelijking (nieuwe verdeelsleutel inclusief verhoging van het budget).

6.1.3 Percentage vestigingen per drempel dat er een bepaald bedrag op achteruit of vooruit gaat indien de vo-indicator vergeleken wordt met de verdeling op basis van apc-gebieden (beide met verhoogd bedrag)
Scenario-100k of meer-100k - -50k-50k - 000 - 50k50-100k100k of meer
Doelgroep 30% & drempel 0%20,14,63,4033,326,412,1
Doelgroep 30% & drempel 12%16,782,96,337,914,913,2
Doelgroep 30% & drempel 20%13,87,54,625,928,78,610,9

6.1.4 Percentage vestigingen per drempel dat er een bepaald bedrag op achteruit of vooruit gaat indien de nieuwe situatie (vo-indicator + verhoogd bedrag) vergeleken wordt met de oude situatie (apc-gebied + oude bedrag)
Scenario-100k of meer-100k - -50k-50k - 000 - 50k50-100k100k of meer
Doelgroep 30% & drempel 0%004048,933,913,2
Doelgroep 30% & drempel 12%002,36,347,126,417,8
Doelgroep 30% & drempel 20%003,425,933,914,921,8

Op hoofdlijnen is hier uiteraard hetzelfde beeld te zien als in Tabel 6.1.2.: indien er geen drempel is gaan er meer vestigingen op vooruit wat betreft budget dan indien er wel een drempel is. Wel is het zo dat van alle vestigingen die erop vooruit gaan bij een drempel van 20 procent relatief veel vestigingen er ook een hoger bedrag op vooruit gaan. Of andersom geformuleerd: indien er geen drempel is gaan meer vestigingen erop vooruit dan indien er wel een drempel is, maar veel vestigingen gaan er voor een relatief laag bedrag op vooruit (minder dan 50 duizend euro). 

Zoals in Tabel 6.1.2. en Grafiek 6.1.4. duidelijk wordt, zijn er relatief weinig vestigingen die erop achteruit gaan in de (verwachte) nieuwe situatie (vo-indicator met verhoogd bedrag). In alle drie de scenario’s gaan minder dan 10 vestigingen/minder dan 5 procent van de pro-vestigingen erop achteruit. Ook geldt voor alle scenario’s dat de vestigingen die erop achteruit gaan in de nieuwe situatie er een relatief laag bedrag op achteruit gaan (minder dan 50 duizend euro). 

6.2 Stabiliteit

Naast herverdeeleffecten is van de drie gekozen scenario’s ook de stabiliteit in kaart gebracht: Leidt het toepassen van de nieuwe verdeelsleutel tot grote verschuivingen in de toegekende budgetten over de jaren heen? De stabiliteit van achterstandsbudgetten over de jaren heen is één van de criteria waar een geschikte verdeelsleutel voor OCW aan moet voldoen. 

Zoals eerder aangegeven zijn bovenstaande analyses gebaseerd op leerlingen die op 1 oktober 2020 in het pro ingeschreven stonden. Om de stabiliteit in kaart te brengen zijn eerst de onderwijsscores berekend voor pro-leerlingen die op 1 oktober 2019 ingeschreven stonden in het vo. Vervolgens zijn achterstandsscores berekend op basis van de drie gekozen aggregatieformules (doelgroep van 30 procent met drempel van 0, 12 en 20 procent). Op basis van deze achterstandsscores zijn daarna de budgetten per vestiging berekend.24) Tenslotte is onderzocht in hoeverre deze budgetten stabiel zijn over de tijd heen.25) Met andere woorden in hoeverre zijn de budgetten voor een vestiging in het ene jaar (2019) vergelijkbaar met de budgetten in een ander jaar indien deze verdeeld worden op basis van de vo-indicator (2020)?

In de volgende figuren is de stabiliteit van de budgetten om onderwijsachterstanden tegen te gaan voor verschillende jaren visueel weergegeven (in Figuur 6.2.1. voor een drempel van 0 procent, in Figuur 6.2.2. voor een drempel van 12 procent, en in Figuur 6.2.3. voor een drempel van 20 procent). 

6.2.1 Stabiliteit voor scenario met doelgroep 30% en drempel 0%

6.2.2 Stabiliteit voor scenario met doelgroep 30% en drempel 12%

 

6.2.3 Stabiliteit voor scenario met doelgroep 30% en drempel 20%

Zoals in deze figuren te zien is, liggen de bedragen voor het grootste gedeelte op of dichtbij de diagonale lijn. Dit betekent dat de bedragen in 2019 vergelijkbaar zijn met de bedragen in 2020 (indien ze exact op de lijn liggen, zijn de bedragen in beide jaren exact hetzelfde).

Een correlatiecoëfficiënt is een manier om bovenstaande visualisaties in één cijfer samen te vatten. Indien er totaal geen samenhang is tussen de bedragen in 2019 en 2020 is de correlatiecoëfficiënt 0 (in een grafiek zouden de punten dan totaal verspreid zijn). Dit zou betekenen dat de bedragen in 2019 totaal anders zijn dan in 2020. Dit is uiteraard onwenselijk voor vestigingen aangezien zij dan totaal geen idee hebben welk budget zij in een bepaald jaar kunnen verwachten om onderwijsachterstanden tegen te gaan. Indien de bedragen in beide jaren exact hetzelfde zouden zijn dan zou de correlatiecoëfficiënt 1 zijn (in bovenstaande grafieken zouden alle punten dan exact op de diagonale lijn liggen). Het is niet te verwachten dat de correlatiecoëfficiënt exact 1 is (dat de bedragen in beide jaren voor alle vestigingen exact hetzelfde zijn). Dit omdat vestigingen jaarlijks (deels) een nieuwe populatie leerlingen krijgen. Er zijn namelijk leerlingen die nieuw komen op de vestiging (bijvoorbeeld eerstejaars-leerlingen) en leerlingen die weg gaan (bijvoorbeeld omdat zij alle leerjaren doorlopen hebben of verhuizen). Met andere woorden de samenstelling van de leerlingenpopulatie op vestigingen kan van jaar op jaar verschillen (zowel wat betreft aandeel doelgroepleerlingen als wat betreft de mate van de kans op onderwijsachterstand). Hierdoor kunnen ook de onderwijsscores van de leerlingenpopulatie en dus de achterstandsscores van vestigingen veranderen. 

In onderstaande tabel staan de correlatiecoëfficiënten tussen de bedragen weergegeven voor de verschillende scenario’s. Om nog meer zicht te krijgen op de stabiliteit zijn de correlaties niet alleen voor 2019-2020 berekend, maar ook voor 2018-2019 en 2017-2018. Zoals duidelijk wordt in deze tabel zijn de correlatiecoëfficiënten zeer hoog (>0,98). Dit betekent dat voor de meeste vestigingen geldt dat de bedragen die zij ontvangen in het ene jaar sterk lijken op de bedragen die zij in het andere jaar ontvangen. Met andere woorden de bedragen die verdeeld worden op basis van de vo-indicator zijn stabiel. Dit geldt voor alle drie de drempelscenario’s. Ook geldt dit voor alle onderzochte jaren.  

6.2.4 Correlatiecoëfficiënten tussen bedragen in verschillende jaren per scenario
Scenario2017-20182018-20192019-2020
Doelgroep 30% & drempel 0%0,980,980,98
Doelgroep 30% & drempel 12%0,980,980,98
Doelgroep 30% & drempel 20%0,980,980,98

23) Indien naar de absolute waardes van de individuele onderwijsscore per leerling gekeken wordt is de waarde die hoort bij de 30%-grens voor pro lager dan de 15%-grens voor de rest van het vo. Dit betekent dat overige vo-leerlingen met een bepaalde score wel in de doelgroep vallen en pro-leerlingen met dezelfde score niet. Dit is het gevolg van de keuze van OCW om pro apart te financieren. Om de vo-indicator voor pro in te zetten wordt gekeken naar bij welke pro-leerlingen, ten opzichte van andere pro-leerlingen, de kans op onderwijsachterstanden relatief hoog is. 
24) Voor deze analyses is het verhoogde budget gebruikt dus het bedrag dat naar verwachting beschikbaar komt om in de toekomst onderwijsachterstanden in het pro tegen te gaan: 14 miljoen. De resultaten zoals hier weergegeven waren niet anders geweest indien het oude bedrag gebruikt zou zijn (de verhouding tussen de verschillende jaren, en dus de stabiliteit, zou hierdoor namelijk niet veranderen). 
25) Omdat het hoofddoel van deze analyses is om de stabiliteit van de methode in kaart te brengen over de jaren heen is voor alle jaren hetzelfde budget verdeeld (de onderwijsscores en de achterstandsscores kunnen uiteraard wel verschillen). 

7. Samenvatting

OCW stelt apart budget beschikbaar om onderwijsachterstanden in het vo tegen te gaan. Op dit moment wordt dit budget over vestigingen verdeeld op basis van het percentage leerlingen op een vestiging dat in een apc-gebied woont. Wonen in een apc-gebied is echter een vrij grove indicatie van de kans op onderwijsachterstand. OCW is daarom op zoek naar een nieuwe verdeelsleutel om het beschikbare budget te verdelen.  

Eerder heeft het CBS voor het po een indicator ontwikkeld om het budget om onderwijsachterstanden tegen te gaan te verdelen. Onderzoek toonde aan dat, na enkele aanpassingen en herijkingen, deze indicator ook geschikt was om in het vo te gebruiken. Met deze indicator wordt eerst per leerling de kans op onderwijsachterstand berekend. Hiervoor wordt gekeken naar het opleidingsniveau van de ouders, de herkomst van de ouders, de verblijfsduur van de moeder in Nederland en of ouders al dan niet in de schuldsanering zitten. Onderzoek toonde aan dat deze kenmerken samen een betere verklaring geven voor de kans op onderwijsachterstand dan het (apc-)gebied waarin een leerling woont. 

OCW heeft besloten om pro apart te financieren wat betreft het budget om onderwijsachterstanden tegen te gaan. In het voorliggende onderzoek is daarom eerst gekeken of het mogelijk is om de reeds ontwikkelde vo-indicator apart in te zetten voor pro. Hieruit is gebleken dat de indicator ook voor pro afzonderlijk ingezet kan worden: er is voldoende spreiding voor de pro-leerlingen op de afzonderlijke kenmerken én wat betreft de kans op onderwijsachterstand. 

Met bovengenoemd model kan per leerling de kans op onderwijsachterstand (gegeven de omgevingskenmerken en ongeacht de intelligentie) berekend worden. OCW financiert echter niet op leerlingniveau, maar op het niveau van vestigingen. De kansen op onderwijsachterstand van alle leerlingen op een vestiging moeten dus opgeteld (geaggregeerd) worden tot een achterstandsscore op vestigingsniveau. Op basis van deze achterstandsscores kan dan het beschikbare budget verdeeld worden. Bij het aggregeren moet een aantal beleidskeuzes gemaakt worden. 

De eerste keuze die gemaakt moet worden is de omvang van de doelgroep: hoe groot moet de kans op onderwijsachterstand relatief zijn bij leerlingen (ten opzichte van andere pro-leerlingen)? De tweede keuze is of alle leerlingen in de doelgroep even zwaar meewegen bij het berekenen van de achterstandsscores per vestiging of dat leerlingen met een grotere kans op onderwijsachterstand zwaarder meegewogen moeten worden. De laatste keuze is of een pro-vestiging een minimaal aandeel doelgroepleerlingen moet hebben alvorens de vestiging budget ontvangt.

In dit onderzoek is meer inzicht gegeven in de gevolgen van bovenstaande keuzes. OCW heeft voor aanvang van het onderzoek besloten om, net als in het po en de rest van het vo, leerlingen met een grotere kans op onderwijsachterstand zwaarder mee te laten tellen bij de berekening van achterstandsscores op vestigingsniveau. Voor de doelgroep wilde OCW twee groepsgroottes onderzocht hebben: een doelgroep van 10 procent en een doelgroep van 30 procent. Wat betreft drempels wilde OCW de gevolgen van drie drempels in kaart gebracht hebben: geen drempel, een drempel van 12 procent, en een drempel van 20 procent. Dit levert in totaal zes scenario’s op (voor beide doelgroepomvangen drie drempels). 

Het CBS heeft voor deze zes scenario’s in kaart gebracht wat dit betekent voor de verdeling van het budget over vestigingen en over het land. Het onderzoek toonde aan dat hoe kleiner de doelgroep en hoe hoger de drempel hoe minder vestingen geld ontvangen. Wel zijn de bedragen die vestigingen ontvangen (wanneer zij budget ontvangen) hoger bij een kleine doelgroep en een hogere drempel (omdat het geld dan over minder vestigingen verdeeld wordt). Wat betreft regionale spreiding was het algemene beeld dat bij een hogere drempel de geografische spreiding minder was en dat relatief veel vestigingen in grote(re) steden geld ontvangen. Dit komt omdat daar relatief veel leerlingen wonen die een relatief grote kans op onderwijsachterstand hebben. Het effect van de drempel was bij een kleine doelgroep zeer sterk, omdat weinig vestigingen voldoende leerlingen hebben met een dermate grote kans op onderwijsachterstand. 

Op basis van deze resultaten heeft OCW het CBS gevraagd nader onderzoek te doen naar de grote doelgroep (30 procent). Vervolgens heeft het CBS voor drie scenario’s (allemaal met doelgroep van 30 procent, maar met verschillende drempels: 0 procent, 12 procent en 20 procent) de herverdelingseffecten en de stabiliteit in kaart gebracht. Uit deze analyses kwam naar voren dat bij een hogere drempel relatief minder vestigingen erop vooruit gaan wanneer het budget met de vo-indicator verdeeld wordt in plaats van met de apc-gebieden, maar dat van de vestigingen die erop vooruit gaan een relatief hoog percentage er een relatief hoog bedrag op vooruit gaat. Voor alle drie de scenario’s waren de budgetten die verdeeld zouden worden met de nieuwe indicator stabiel over de jaren heen. 

Op dit moment heeft OCW nog geen definitieve keuzes gemaakt. De resultaten uit dit onderzoek worden meegenomen in toekomstige besluitvorming. 

Bijlage 1. Expertgroep

Eric Bouwens - Sectorraad Praktijkonderwijs
Nicole Teeuwen - Sectorraad Praktijkonderwijs

Bijlage 2. Grenswaarden voor eerdere jaren

B.1 Verdeling onderwijsscores (2019) voor pro-leerlingen en verschillende grenswaardes



B.2 Verdeling onderwijsscores (2019) voor overige vo-leerlingen en verschillende grenswaardes


 
B.3 Verdeling onderwijsscores (2018) voor pro-leerlingen en verschillende grenswaardes


B.4 Verdeling onderwijsscores (2018) voor overige vo-leerlingen en verschillende grenswaardes



B.5 Verdeling onderwijsscores (2017) voor pro-leerlingen en verschillende grenswaardes



B.6 Verdeling onderwijsscores (2017) voor overig vo-leerlingen en verschillende grenswaardes