Jeugdbescherming en de toeslagenaffaire

3. Samenstellen brede vergelijkingsgroep

Zoals eerder aangegeven wordt in dit onderzoek gekeken naar een zogenaamde brede vergelijkingsgroep. Dit zijn huishoudens die in dezelfde periode als de gedupeerde huishoudens gebruik hebben gemaakt van kinderopvangtoeslag, maar niet bij UHT geregistreerd zijn als gedupeerd door de toeslagenaffaire. Het verschil met de smalle vergelijkingsgroep (zie volgend hoofdstuk) is dat de huishoudens in de brede vergelijkingsgroep op relevante achtergrondkenmerken kunnen afwijken van de gedupeerdengroep. De mate waarin deze groepen in aanraking zijn gekomen met kinderbeschermingsmaatregelen kan dan ook van elkaar verschillen, zonder dat dit een gevolg is van de toeslagenaffaire.

Het CBS beschikt over gegevens over kinderopvangtoeslag vanaf 2007. Dit betekent dat voor het 2012-cohort in totaal voor 6 jaar gegevens beschikbaar zijn over kinderopvangtoeslag: het jaar van dupering (2012) en de vijf jaar voor dupering (2007 tot en met 2011). Om de brede vergelijkingsgroep samen te stellen zijn als eerste alle personen geselecteerd die in deze periode (t-5 tot met t) kinderopvangtoeslag ontvangen hebben. Vervolgens is per kalenderjaar gekeken of personen al dan niet kinderopvangtoeslag ontvangen hebben. Elke persoon heeft een bepaald patroon met betrekking tot het ontvangen van kinderopvangtoeslag (bijvoorbeeld in 2007 tot en met 2009 geen kinderopvangtoeslag ontvangen en vanaf 2010 tot en met 2012 wel). Alle niet-gedupeerden die eenzelfde patroon hadden in deze jaren als minstens één gedupeerde zijn geselecteerd voor de brede vergelijkingsgroep. Op deze manier worden personen geselecteerd voor de brede vergelijkingsgroep die in exact dezelfde periode als gedupeerden kinderopvangtoeslag ontvangen hebben.

Dit is vervolgens voor alle cohortjaren (2012 tot en met 2018) gedaan: er is gekeken naar wie wanneer in de periode t-5 tot en met t kinderopvangtoeslag ontvangen heeft en vervolgens zijn alle niet-gedupeerden geselecteerd voor de brede vergelijkingsgroep die in deze periode in exact dezelfde jaren kinderopvangtoeslag ontvangen hebben als de gedupeerden uit dat cohortjaar. Op deze manier wordt per cohortjaar een brede vergelijkingsgroep samengesteld op basis van patronen in aanvraag van kinderopvangtoeslag. Het is met deze afbakening mogelijk dat personen in meerdere jaren in de brede vergelijkingsgroep terecht komen. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een persoon zowel hetzelfde patroon van ontvangen kinderopvangtoeslag heeft als een gedupeerde in 2012 als van een gedupeerde in 2013. Deze persoon wordt dan op basis van bovengenoemde afbakening in eerste instantie voor beide jaren in de brede vergelijkingsgroep geselecteerd. Omdat de assumptie van de gebruikte analysetechnieken (zie hoofdstuk 4) is dat waarnemingen onafhankelijk zijn (met andere woorden dat personen slechts één keer voorkomen in het bestand) zijn personen in de brede vergelijkingsgroep die in meerdere cohortjaren voorkomen random toegewezen aan één cohortjaar.

In de volgende tabel staat per cohortjaar (duperingsjaar voor de gedupeerden en selectiejaar voor de niet-gedupeerden) de omvang van de groepen weergegeven. Bovenstaande aanpak resulteert in een brede vergelijkingsgroep van minimaal 147 duizend personen (2015) tot maximaal 286 duizend personen (2018). Dat de omvang van de brede vergelijkingsgroep in de laatste jaren groter is komt doordat het gebruik van kinderopvangtoeslag in deze periode ook toegenomen is.19)

 
Tabel 3.1. Aantallen gedupeerden en brede vergelijkingsgroep naar duperings-/selectiejaar
Gedupeerdengroep20Brede vergelijkingsgroep21
Totaal4 1001 259 825
Jaar2012715167 650
Jaar2013740152 250
Jaar2014815147 720
Jaar2015800147 015
Jaar2016485163 880
Jaar2017290194 900
Jaar2018250286 410

19)https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/28/ruim-1-miljoen-kinderen-met-kinderopvangtoeslag.
20)Er zijn gedupeerden die niet in deze periode (het jaar van dupering en/of de 5 jaar voor dupering) kinderopvangtoeslag aangevraagd hebben. Er zijn dus gedupeerden die bijvoorbeeld in 2012 gedupeerd zijn geraakt en die in de periode 2007 tot en met 2012 geen kinderopvangtoeslag ontvangen hebben. Waarschijnlijk zijn deze persoon dus gedupeerd geraakt als gevolg van een aanvraag van vóór deze periode. Dit is bij gemiddeld (over alle cohortjaren heen) ongeveer 16 procent van de gedupeerdengroep het geval. Gedupeerden met een dergelijk afwijkend patroon van aanvraag van kinderopvangtoeslag zijn uit de analyses gelaten. De reden hiervoor is dat voor deze groep geen goede vergelijkingsgroep samengesteld kan worden.
21)Net als bij de gedupeerden (zoals in het vorige hoofdstuk aangegeven) zijn ook hier de personen eruit gehaald die bijvoorbeeld in institutionele huishoudens wonen of die niet koppelden aan de benodigde bestanden om de analyses uit te kunnen voeren. Ook komt het voor dat personen die op bovenstaande manier geselecteerd zijn voor de brede vergelijkingsgroep een partner of ander huishoudlid hebben die slachtoffer geworden is van de toeslagenaffaire. Dergelijke huishoudens zijn ook uit de brede vergelijkingsgroep gehaald zodat in de brede vergelijkingsgroep geen personen zitten die zelf slachtoffer zijn van de toeslagenaffaire of van wie iemand in het huishouden slachtoffer is. Hiervoor is naar alle geregistreerde gedupeerden gekeken (en niet enkel naar de integraal behandelde geregistreerde gedupeerden).