Monitor Brede Welvaart en de Sustainable Development Goals 2023
De Monitor Brede Welvaart en de Sustainable Development Goals 2023 beschrijft hoe het gaat met de brede welvaart van de mensen die nu in Nederland wonen (‘hier en nu’), en de gevolgen van ons huidige welvaartsniveau voor de brede welvaart van de volgende generaties in Nederland (‘later’) en van mensen in andere landen (‘elders’). Ook wordt beschreven hoe de brede welvaart is verdeeld over bevolkingsgroepen. Daarbij wordt voor 13 indicatoren van brede welvaart ‘hier en nu’ de situatie per bevolkingsgroep beschreven. Daarnaast wordt beschreven of er sprake is van stapeling van gunstige of ongunstige uitkomsten bij individuen en tot welke groepen die individuen behoren. Als laatste onderzoekt de monitor de robuustheid van de samenleving, in het bijzonder of onze natuur, samenleving en economie veerkrachtig genoeg zijn om een volgende grote schok (zoals een pandemie) op te vangen.
Thema’s binnen de brede welvaart worden beschreven vanuit de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, in de Nederlandse context (‘SDG’s’). Deze doelen kunnen gezien worden als internationaal afgesproken doelstellingen op het terrein van de brede welvaart en de houdbaarheid daarvan op de langere termijn. Per SDG kijken we naar wat er gedaan is om het doel te bereiken, waar we nu staan en hoe mensen er tegenaan kijken.
De uitkomsten van de Monitor Brede Welvaart en de Sustainable Development Goals 2023 kunnen niet zonder meer vergeleken worden met de cijfers uit voorgaande edities. Bijvoorbeeld omdat voorlopige cijfers vervangen zijn door definitieve cijfers, andere bronnen zijn gebruikt, of tijdreeksen zijn gereviseerd. Voor elke monitor worden de consistente reeksen over de laatste acht jaar opnieuw berekend.
Op de website van het CBS is alle onderliggende informatie toegankelijk gemaakt, inclusief een technische toelichting bij de Monitor Brede Welvaart en de Sustainable Development Goals, en tabellen met de gebruikte data.
Inleiding
Brede welvaart ‘hier en nu’
Brede welvaart ‘later
Brede welvaart ‘elders’
Verdeling van de brede welvaart
De Sustainable Development Goals
Inleiding
De uitbraak van COVID-19 en de maatregelen die de regering nam om schadelijke gevolgen van de pandemie voor de bevolking en de gezondheidszorg zo veel mogelijk te beperken, maakten de voorbije jaren uitzonderlijk. Van maart 2020 tot en met oktober 2022 zijn er in Nederland meer dan 47 duizend mensen overleden aan vastgestelde of vermoedelijke COVID-19. De maatregelen in deze periode, waaronder lockdowns, schoolsluitingen en thuiswerken, hadden hun weerslag op allerlei aspecten van het leven van de Nederlandse bevolking. Dit is in diverse uitkomsten van de monitor terug te zien. Deze monitor kijkt echter primair naar de ontwikkelingen over een iets langere periode: middellangetermijntrends gebaseerd op de jaren 2015-2022.
De samenleving staat op veel terreinen voor grote uitdagingen. De fundamentele keuzes die gemaakt worden op het gebied van klimaat en energie, stikstof en natuurbehoud, woningbouw, armoedebestrijding, sociale inclusie, innovatie en concurrentiekracht, zijn medebepalend voor onze toekomst. Dit raakt niet alleen onze nationale brede welvaart, maar heeft ook implicaties daarbuiten. Voor veel van deze onderwerpen zijn ambitieuze doelen geformuleerd, vaak binnen de agenda van de Sustainable Development Goals (SDG’s) die door de Verenigde Naties (VN) is vastgesteld voor de periode 2015-2030. Ook in Nederland geldt deze agenda als een van de belangrijkste beleidskaders.
Ieder jaar, op Verantwoordingsdag, publiceert het CBS op verzoek van het Kabinet de Monitor Brede Welvaart en de Sustainable Development Goals. Deze monitor laat niet alleen zien hoe het met de brede welvaart en de kwaliteit van leven ‘hier en nu’ is gesteld en hoe deze welvaart is verdeeld over bevolkingsgroepen, maar kijkt ook naar de effecten van dit welvaartsstreven op volgende generaties (‘later’) en mensen in andere landen (‘elders’). Bij de meting van de brede welvaart volgt het CBS de aanbevelingen en het raamwerk van het CES-meetsysteem van de UNECE.
Brede welvaart ‘hier en nu’
De huidige brede welvaart in Nederland wordt beschreven aan de hand van acht thema’s: subjectief welzijn, materiële welvaart, gezondheid, arbeid en vrije tijd, wonen, samenleving, veiligheid en milieu.
De brede welvaart ‘hier en nu’ heeft zich in de trendperiode (2015-2022) overwegend positief ontwikkeld. Dit is te zien in het wiel met de brede-welvaarttrends. De binnenste ring van de brede-welvaarttrends (BWT) geeft informatie over de trend in 2015-2022. De buitenste ring geeft de verandering in het laatste verslagjaar ten opzichte van het voorgaande jaar.
Trends en posities
- Acht van de 28 indicatoren in dit wiel ontwikkelen zich in de richting van een toename van de brede welvaart (groen vakje in de binnenste ring). Bij vijf van deze indicatoren behoort Nederland ook nog eens tot de koplopers binnen de EU-27: mediaan besteedbaar inkomen, langdurige werkloosheid, nettoarbeidsparticipatie, tevredenheid van werknemers met werk en vertrouwen in andere mensen. Zie de staafjes onderin de figuur.
- Bij drie indicatoren in het wiel neemt de welvaart af (trend kleurt rood): overgewicht, contact met familie, vrienden of buren en vrijwilligerswerk. Nederland heeft hier binnen de EU wel posities in de kopgroep.
- Bij de thema’s subjectief welzijn, materiële welvaart, arbeid en vrije tijd, wonen, veiligheid en milieu stijgt de welvaart (groen), of blijven de trends neutraal (grijs).
- Bij de thema’s gezondheid en samenleving is het beeld gemengd. Naast neutrale trends, kleuren ook enkele trends rood, hetgeen wijst op een achteruitgang van de brede welvaart.
- Bij drie indicatoren is de trend omgeslagen. De voorheen neutrale (grijze) trend bij overgewicht is omgeslagen in een trend die rood is. Bij het vertrouwen in instituties (politie, rechters en Tweede Kamer) en bij de stedelijke blootstelling aan het fijnste fijnstof is de voorheen groengekleurde trend nu stabiel. Dit zijn allemaal verslechteringen vanuit oogpunt van brede welvaart.
Meest recente ontwikkeling
- Het mediaan besteedbaar inkomen, het aandeel hoogopgeleiden, en het deel van de bevolking dat vrijwilligerswerk doet, groeiden relatief sterk ten opzichte van een jaar eerder. Daarbij was het percentage mensen dat slachtoffer was van misdaad, en het deel van de bevolking dat milieuproblemen ervaart, kleiner dan een jaar eerder. Deze ontwikkelingen zijn gunstig voor de brede welvaart.
- Daartegenover staat dat de gezonde levensverwachting van zowel mannen als vrouwen lager is dan een jaar eerder. Ook de tevredenheid met de hoeveelheid vrije tijd, en het vertrouwen in instituties, waren significant lager dan het voorgaande jaar. Hier is sprake van afnemende brede welvaart.
Brede welvaart ‘later’
De keuzes die alle Nederlanders gezamenlijk ‘hier en nu’ maken, hebben consequenties voor de volgende generaties (‘later’). Om de kwaliteit van leven op peil te houden, zijn immers allerlei hulpbronnen (‘kapitaal’) nodig. Brede welvaart ‘later’ gaat over de hulpbronnen waarover volgende generaties kunnen beschikken om minimaal dezelfde welvaart te kunnen hebben als de huidige generatie. De hoeveelheden economisch, natuurlijk, menselijk en sociaal kapitaal moeten minstens constant blijven over de lange termijn als we willen kunnen spreken van duurzaamheid.
Het wiel met de brede-welvaarttrends ‘later’ laat duidelijk zien dat natuurlijk kapitaal en vertrouwen in instituties achteruit gaan.
Trends en posities
- Bij zeven van de 22 indicatoren in het ‘later’-wiel wijst de trendmatige ontwikkeling op toenemende brede welvaart: mediaan vermogen van huishoudens, opgesteld vermogen hernieuwbare elektriciteit, beheerde landnatuur in NNN, stikstofoverschot, gewerkte uren, hoogopgeleide bevolking en vertrouwen in andere mensen.
- Bij vijf van de 22 indicatoren in het ‘later’-wiel wijst de trend op een welvaartsdaling: gemiddelde schuld per huishouden, fauna van het land, fauna van zoetwater en moeras, oppervlaktewater van goede chemische kwaliteit, en cumulatieve CO2-emissies. Ter vergelijking: bij de ‘hier en nu’-dimensie van brede welvaart kleuren drie trends rood op een totaal van 28 indicatoren.
- Vooral bij het natuurlijk kapitaal is sprake van achteruitgang: daar kleuren vier van de elf trends rood.
- Bij het menselijk kapitaal en het sociaal kapitaal hebben de indicatoren ofwel een trend die wijst op toename van de brede welvaart ofwel een neutrale trend.
- Bij het economisch kapitaal is het beeld gemengd.
- In de vergelijking met andere EU-landen heeft Nederland overwegend posities in de middengroep of achterhoede. Alleen bij de kenniskapitaalgoederenvoorraad, het vertrouwen in andere mensen en het vertrouwen in instituties is er een positie in de kopgroep van de EU. Bij fosfor- en stikstofoverschotten, cumulatieve CO2-emissies, de gemiddelde schuld per huishouden en het deel van de bevolking dat zich onderdeel van een gediscrimineerde groep voelt, staat Nederland onderin de EU-ranglijst. Bij het opgesteld vermogen voor hernieuwbare elektriciteit hoorde Nederland in 2019 nog bij de hekkensluiters, maar was er in 2021 een plek in de middengroep.
- Vergeleken met de periode 2014-2021 zijn er in 2015-2022 drie trendomslagen bij de kapitalen in het ‘later’-wiel. Bij het stikstofoverschot is er een verbetering: de eerst niet-significant stijgende of dalende trend is nu dalend (groen). Het afnemende stikstofoverschot hangt samen met lagere stikstofgehaltes in gras en een kleinere veestapel. Deze cijfers zijn slechts voor de helft van de EU-landen beschikbaar, maar daar behoorde Nederland (in 2019) zowel bij het fosfor- als bij het stikstofoverschot tot de hekkensluiters van de EU. Bij de stedelijke blootstelling aan het fijnste fijnstof en het vertrouwen in instituties is de voorheen groene trend echter omgeslagen in een stabiele. De cijfers over fijnstof zijn niet heel recent.
Meest recente ontwikkelingen
- Het opgesteld vermogen voor hernieuwbare elektriciteit neemt sterk toe ten opzichte van het voorgaande jaar (20,1 procent). Ook het aandeel hoogopgeleiden in de bevolking en het gemiddeld aantal gewerkte uren per inwoner waren hoger dan een jaar eerder. Dit vergroot de brede welvaart.
- De gezonde levensverwachting van mannen en vrouwen was in 2022 respectievelijk 2,2 en 2,8 jaren lager dan in 2021. Hier daalt de brede welvaart.
- Het vertrouwen in instituties (politie, rechters en Tweede Kamer) is van 2021 op 2022 met 5,6 procentpunt gedaald. Vooral het vertrouwen in de Tweede Kamer nam flink af (11,9 procentpunt). Ook dit duidt op afnemende brede welvaart.
Brede welvaart ‘elders’
De keuzes die ‘hier en nu’ gemaakt worden om onze welvaart op peil te houden of te vergroten hebben niet alleen gevolgen voor komende generaties in Nederland (‘later’), maar ook voor mensen in andere landen (‘elders’). In het wiel met de brede-welvaarttrends ‘elders’ staan de stromen van inkomens en hulpbronnen tussen Nederland en het buitenland centraal. De brede welvaart ‘elders’ stijgt overwegend.
Een toename van de waarde wordt in de context van de monitor gezien als welvaartsverhogend voor de handelspartners. Bij het thema Milieu en grondstoffen wordt een afname van de ingevoerde hoeveelheden fossiele energiedragers, metalen, niet-metaal mineralen en biomassa als welvaartsverhogend beschouwd: de hoeveelheden natuurlijke hulpbronnen worden minder uitgeput.
Trends en posities
- Bij tien van de twintig indicatoren in dit wiel beweegt de trend in de richting van een stijgende brede welvaart. De overdrachten van gelden door niet-ingezetenen naar hun land van herkomst nemen toe als percentage van het bbp, en de totale waarde van de invoer van goederen en meer specifiek die uit de continenten Europa, Amerika, Azië en Oceanië en de groep allerarmste landen (LDC’s) stijgt trendmatig. Verder hebben de ingevoerde hoeveelheid fossiele energiedragers en de uit de LDC’s ingevoerde hoeveelheid niet-metaal mineralen en biomassa een dalende trend.
- Bij acht indicatoren is de trend neutraal. Bij de landvoetafdruk kon de trend niet berekend worden.
- Sommige trends zijn omgeslagen in vergelijking met de trendperiode van de vorige monitor (2014-2021). Bij de totale ingevoerde hoeveelheid fossiele energiedragers en de uit de LDC’s ingevoerde hoeveelheid biomassa keert de trend ten goede: van stabiel naar dalend (groen). De voorraden grondstoffen worden minder hard uitgeput. Wel is er een verslechtering bij de uit de LDC’s ingevoerde hoeveelheid fossiele energiedragers: hier slaat de trend om van dalend (groen) naar stabiel. Ook bij de totale hoeveelheid ingevoerde biomassa is er een verslechtering. De trend gaat van neutraal naar stijgend (rood).
Meest recente ontwikkelingen
Hier zijn in het meest recente jaar grote mutaties te zien. Onder invloed van de geopolitieke spanningen (de oorlog in Oekraïne) zijn verschuivingen in de handelsstromen opgetreden. Verder speelt de sterke prijsstijging in 2022 een rol bij de toegenomen waarde van de invoer. Bij de indicatoren in het thema Handel en hulp is niet voor de prijsveranderingen in het ingevoerde pakket goederen gecorrigeerd, daardoor is er geen zicht op de onderliggende ontwikkeling van het handelsvolume.
Verdeling van de brede welvaart
De brede welvaart ‘hier en nu’ is niet gelijk verdeeld over de bevolking. Vooral naar onderwijsniveau, naar herkomst/geboorteland en in iets mindere mate naar leeftijd zijn er veel verschillen. Tussen mannen en vrouwen is er weinig verschil.
In de monitor kijken we op twee manieren naar verdeling. Enerzijds wordt voor 13 brede welvaartsindicatoren uit de dimensie ‘hier en nu’, de situatie per bevolkingsgroep beschreven. Anderzijds kijken we of er sprake is van stapeling van gunstige of ongunstige uitkomsten bij individuen, en tot welke groepen die individuen behoren.
Uitleg bij de bolletjesfiguur over 13 verdelingsindicatoren
Geslacht
Leeftijd
Onderwijsniveau
Herkomst/geboorteland