SDG 8.2 Arbeid en vrije tijd

Het streven van het tweede deel van SDG 8 is om iedereen die wil werken die mogelijkheid te geven, onder goede omstandigheden en met voldoende vrije tijd. Werk is belangrijk om geld te verdienen, om deel te nemen aan de samenleving en om een gevoel van eigenwaarde te krijgen.

Samenvatting van de resultaten
Het dashboard en de indicatoren
Dashboard SDG 8.2 Arbeid en vrije tijd
Meer informatie

Samenvatting van de resultaten

  • Zeven indicatoren laten een trendmatige verbetering van de brede welvaart zien.
  • Bij de meeste indicatoren staat Nederland hoog op de EU-ranglijst.
  • Bij de vacaturegraad, werkloosheid en langdurige werkloosheid, netto arbeidsparticipatie en tevredenheid van werknemers met hun baan is een trendmatige verbetering van de brede welvaart te zien en staat Nederland hoog op de EU-ranglijst.
  • Psychische vermoeidheid door werk is de enige indicator die zich ongunstig ontwikkelt.
  • Nederland heeft relatief weinig gewerkte uren en een veel flexwerknemers in vergelijking met andere EU-landen.

Het dashboard en de indicatoren

De doelstelling van SDG 8 is tweeledig. Duurzamer en efficiënter economische groei met aandacht voor innovatie, ondernemerschap en milieu is behandeld in het eerste dashboard van SDG 8. Het tweede aspect van deze SDG is het realiseren van waardig werk en goede arbeidsomstandigheden voor iedereen, vooral voor kwetsbare groepen. Passend en zinvol werk is belangrijk: mensen verdienen er geld mee, nemen deel aan de samenleving en krijgen meer eigenwaarde. Voor veel mensen is het een uitdaging een baan te vinden en te houden, en daarmee voldoende te verdienen om rond te komen. Daarnaast zijn goede arbeidsomstandigheden, relevante en interessante werkzaamheden en een goede werk-privébalans belangrijk. Vrije tijd is ook belangrijk in dit opzicht, denk hierbij aan ontspanning, sociale contacten en persoonlijke ontwikkeling.

Het Nederlandse beleid voor SDG 8 wordt grotendeels gemaakt bij het ministerie van SZW. Daarnaast dragen ook de departementen BZK, EZK, OCW, VWS, SZW, JenV, LNV, IenW en BZ bij (CBS, 2021). Naast de Groeistrategie die economische groei en het verhogen van de verdienvermogen betreft, worden diverse maatregelen ingezet om waardig werk voor iedereen te realiseren en mensen te ondersteunen die niet in staat zijn om zelf regie over hun loopbaan te nemen.

In overleg met experts binnen en buiten het CBS, zijn twee indicatoren toegevoegd aan dit dashboard. Ten eerste de indicator zelf beslissen in het werk, die aangeeft hoeveel werknemers van 15-74 jaar regelmatig zelf kunnen beslissen hoe ze hun werk uitvoeren. De tweede nieuwe indicator geeft een beeld van werknemers met een flexibele arbeidsrelatie.

Het beeld bij dit dashboard is positief. Zeven indicatoren laten over de middellange termijn (2014-2021) een trendmatige verbetering van de welvaart en een beweging richting de SDG-doelen zien, terwijl slechts één indicator (psychische vermoeidheid door werk) zich ongunstig ontwikkelt. Ook de posities op de Europese ranglijst zijn veelal hoog. Alleen met het relatief lage aantal gewerkte uren en het hoge percentage flexwerkers verkeert Nederland vanuit het perspectief van brede welvaart in de achterhoede van de EU.

SDG 8   Waardig werk en economische groei: arbeid en vrije tijd  

Middelen en mogelijkheden

43
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
3e
4,2%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
6e
1,0%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
2e
13,2%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
18e

Gebruik

70,4%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
1e
27,3
25e

Uitkomsten

€ 27,63
4e
33,0%
25e
1 327
16e
17,3%
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart

Beleving

9,1%
1e
12,9%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
79,0%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
7e
60,7%
8e
76,1%
6e

Middelen en mogelijkheden betreffen mogelijkheden voor deelname aan de arbeidsmarkt, en het aantal beschikbare banen. De middellangetermijntrends (2014-2021) in dit deel van het dashboard ontwikkelen zich allemaal positief. Een hoge vacaturegraad is positief voor werkzoekenden: aan het eind van 2021 waren er per duizend banen 43 vacatures, de hoogste stand sinds 1997. Door de aanhoudende vacaturegroei en een verdere daling van de werkloosheid, is de spanning op de arbeidsmarkt wel toegenomen. Het CBS gebruikt sinds begin 2022 een nieuwe meetmethode voor de cijfers over de beroepsbevolking. Hiermee worden zowel werklozen als werkenden beter in beeld gebracht. De werkloosheid is in 2021 gedaald, naar 4,2 procent van de beroepsbevolking. Ook langdurige werkloosheid komt steeds minder vaak voor: 1,0 procent van de beroepsbevolking was in 2021 een jaar of langer werkloos. Van het arbeidspotentieel bleef in 2021 13,2 procent onbenut. Dit zijn mensen zonder betaald werk die zouden kunnen werken, personen met betaald werk die recent naar werk hebben gezocht en/of direct aan de slag kunnen, en personen met betaald werk die meer uren willen werken en daarvoor per direct beschikbaar zijn. Aan het begin van de trendperiode, in 2014, ging het nog om 21,6 procent van het totale arbeidspotentieel van 15-74-jarigen.

Hoewel de werkloosheid in 2021 in alle EU-landen daalde, is de werkloosheid in Nederland nog altijd relatief laag. We zakten met de herziene, hogere, cijfers over de beroepsbevolking iets in de lijst van landen met het laagste werkloosheidspercentage, maar behoren nog steeds tot de kopgroep. Ook de langdurige werkloosheid is relatief laag: er zijn voor Nederlandse werkzoekenden relatief veel vacatures.

Gebruik betreft de nettoarbeidsparticipatie. In 2021 was 70,4 procent van alle 15-74 jarigen aan het werk. Dit is meer dan in 2020, toen de nettoarbeidsparticipatie voor het eerst in lange tijd afnam (69,6 procent). Tussen maart en mei 2020, net na het uitbreken van de coronacrisis, was de afname van het aantal werkenden en de arbeidsparticipatie uitzonderlijk groot, maar later in het jaar herstelde zich dit weer. Nederland heeft de hoogste nettoarbeidsparticipatie van de EU, en de trend is stijgend (groen). De gemiddelde arbeidsduur komt in 2020 uit op 27,3 gewerkte uren per werkende per week; dit is laag vergeleken met andere Europese landen. De materiële welvaart zou kunnen toenemen als mensen meer uren gaan werken. Er is wel een positief (tweede-orde) effect van dit relatief lage aantal gewerkte uren, namelijk dat er tijd en aandacht overblijft voor bijvoorbeeld mensen die een zorgtaak hebben of hun vrije tijd nodig hebben voor andere activiteiten.

Uitkomsten betreffen de opbrengsten van werk, arbeidsomstandigheden en veiligheid op het werk. Na correctie voor koopkracht, is het gemiddelde Nederlandse uurloon hoog vergeleken met andere EU-lidstaten. Volgens cijfers van het CBS en TNO was 17,3 procent van de werknemers in 2021 een paar keer per maand of vaker psychisch vermoeid door het werk. Na een piek in 2018 liep het percentage in 2019 iets terug. In 2020 volgde een relatief sterke afname, maar in 2021 keerde het aandeel dus weer terug naar het hoge niveau van 2018. De middellangetermijntrend is opwaarts en daarmee rood. Een nieuwe indicator in het dashboard is het percentage werknemers dat een tijdelijke arbeidscontract heeft óf een flexibel aantal uren per week werkt. Deze groep werknemers heeft minder inkomenszekerheid, wat van invloed kan zijn bij het nemen van grote beslissingen als het kopen van een huis of gezinsuitbreiding. In 2021 werkte 33 procent van de werknemers op deze basis. Een hoog aandeel wordt gezien als ongunstig voor de brede welvaart van de betrokken werknemers, en Nederland staat daarmee dan ook in de staartgroep van de EU. Voor ondernemers is een zekere mate van flexibiliteit op de arbeidsmarkt overigens wel gunstig, maar dit tweede-orde-effect wordt in het perspectief van dit dashboard niet meegenomen.

Beleving betreft de vraag of mensen tevreden zijn met hun arbeidsomstandigheden, hun werk en hun vrije tijd, en of ze zich zorgen maken over werk en financiën. Met de toenemende krapte op de arbeidsmarkt daalt de trend bij het percentage werknemers dat zich zorgen maakt om baanbehoud. Het aandeel werknemers dat vindt dat werk en privé niet in balans zijn, nam in 2020 af tot 7,6 procent. In 2021 steeg het percentage flink, naar 9,1, maar deze groep is nog altijd kleiner dan voor de uitbraak van de coronapandemie (9,7 procent in 2019). In hoeverre thuiswerken, minder reistijd, thuisonderwijs van kinderen of krappe behuizing de uitkomsten hebben beïnvloed valt hierbij niet te zeggen. In geen enkel EU-land is deze groep zo klein als in Nederland. Ook de tevredenheid van werknemers met hun werk is groot vergeleken met andere landen. Van elke vijf werknemers zijn er vier zeer content en de trend is stijgend. De tevredenheid met vrije tijd is eveneens groot. Nederlanders horen ook hier tot de Europese voorhoede.

Meer informatie

Dossier arbeid en sociale zekerheid

Dashboard arbeidsmarkt

Dashboard beroepsbevolking

Dossier vrije tijd en cultuur

Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2021