SDG 4 Kwaliteitsonderwijs

Goed en toegankelijk onderwijs is voor iedereen belangrijk, in alle leeftijden en alle levensfasen, van kinderopvang en basisschool tot ‘leven lang ontwikkelen’. SDG 4 draait om de zorg dat mensen de kennis en vaardigheden hebben om te kunnen werken en om mee te kunnen doen in de maatschappij.

Samenvatting van de resultaten
Het dashboard en de indicatoren
Dashboard SDG 4 Kwaliteitsonderwijs
Meer informatie

Samenvatting van de resultaten

  • De trends wijzen overwegend op een stabiele of stijgende brede welvaart.
  • Nederland staat aan de bovenkant of in het midden van de EU-ranglijst.
  • Bij het aantal voortijdige schoolverlaters gaat de dalende (groene) trend gepaard met een positie in de kopgroep van de EU.
  • Het aandeel van de middelbaaropgeleiden heeft een dalende trend. Dit opleidingsniveau omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo2), de vakopleiding (mbo3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo4). Deze kwalificaties worden voor veel beroepen gevraagd, de trend kleurt rood. Het aandeel hoogopgeleiden in de bevolking stijgt trendmatig, daar is de trend groen.
  • Meer overheidsuitgaven aan onderwijs wordt in de context van dit dashboard gezien als gunstig voor de brede welvaart van individuele burgers. De trend is stabiel.

Het dashboard en de indicatoren

Het doel van SDG 4 is dat iedereen toegang heeft tot goed onderwijs. Passende en toegankelijke scholing is voor alle leeftijdsgroepen en in alle levensfasen van belang, van kleuter- en basisonderwijs tot beroeps- en hoger onderwijs, en daarna via ‘je leven lang ontwikkelen’. Kennis en vaardigheden van leerlingen en de bevolking als geheel worden voor een groot deel bepaald door de kwaliteit van het genoten onderwijs. Bovendien zorgt onderwijs er voor dat de bevolking nu en in de toekomst over de goede vaardigheden beschikt om te functioneren in een kennisintensieve omgeving en volwaardig mee te draaien in de maatschappij.

In Nederland is het beleid gericht op het waarborgen en verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en het scheppen van kansen voor jongeren via onderwijs, training of werk. Er zijn ook maatregelen genomen op het gebied van ‘leven lang ontwikkelen’. Onderwijs in de context van deze SDG betreft dan ook zowel het initiële onderwijs als het je verder ontwikkelen.

De trends in het dashboard wijzen merendeels op een stabiele of stijgende brede welvaart. Waar genoeg datapunten beschikbaar zijn om een middellangetrend te bepalen voor de periode 2015-2022, is deze bij vier indicatoren gunstig en bij één ongunstig. Op de EU-ranglijst heeft Nederland bij vier indicatoren een positie in de kopgroep.

SDG 4 Kwaliteitsonderwijs  

Middelen en mogelijkheden

5,1%
12e
45,0
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
19e

Gebruik

97,1%
9e
5,6%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
5e
23,1%
3e

Uitkomsten

37,2%
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart
20e
36,6%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
8e
47,1%
2e
77,9%
13e
78,9%
2e

Beleving

83,4%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
14e

Middelen en mogelijkheden betreffen de omvang en betaalbaarheid van onderwijs. Gunstig vanuit het oogpunt van brede welvaart en het behalen van de duurzame ontwikkelingsdoelen, is de stijgende trend bij gewerkte uren in het onderwijs. In 2022 lag dit op gemiddeld 45 uur per inwoner, aan het begin van de trendperiode (2015) was dit 39 uur.

Gebruik heeft betrekking op de deelname aan het onderwijs. Vrijwel alle kinderen (97,1 procent) in de leeftijdsgroep vanaf vier jaar tot het begin van de leerplicht namen in 2020 al deel aan onderwijs (vroegschoolse educatie). Vergeleken met de andere EU-landen stoppen hier maar weinig leerlingen voortijdig met hun schoolopleiding: in 2022 verliet 5,6 procent van de jongeren van 18-24 jaar het onderwijs (al dan niet door de overheid bekostigd) zonder startkwalificatie (ten minste havo, vwo, of mbo niveau 2). De trend is dalend. Ook het percentage van de volwassen bevolking (van 25-74 jaar), dat een opleiding of cursus volgt (‘leven lang ontwikkelen’) is hoog vergeleken met de andere EU-landen.

Uitkomsten betreffen het hoogst behaalde onderwijsniveau en het niveau van specifieke vaardigheden. Van de bevolking van 15 tot 75 jaar was in 2022 36,6 procent hoogopgeleid, en de trend is opwaarts. De groep middelbaaropgeleiden is met 37,2 procent nog net iets groter, maar daalt trendmatig. Het is in dit dashboard de enige indicator met een rode trend. Het stijgende opleidingsniveau kan betekenen dat vacatures waarvoor mensen met een beroeps- of vakopleiding gezocht worden, moeilijker in te vullen zijn. Binnen Europa neemt Nederland met het onderwijsniveau een middenpositie in. Hierbij past een kanttekening: hoewel alle EU-landen rapporteren volgens dezelfde internationale classificatie (ISCED), verschillen de onderwijssystemen sterk van land tot land. Bij de interpretatie van de uitkomsten moet met dit verschil in beleid en organisatie rekening gehouden worden.

Het is lastig om een continu beeld te krijgen van de ontwikkeling van de reken- en taalvaardigheid van leerlingen in het onderwijs en van de bevolking in het algemeen. De Inspectie van het Onderwijs publiceerde over schooljaar 2018/’19 een nulmeting om onder meer te zien of leerlingen aan het eind van hun basisschooltijd goed genoeg kunnen lezen en rekenen c.q. het streefniveau hebben behaald. Hierbij werd voor het eerst naar de resultaten van alle vijf eindtoetsen gekeken. Scholen waren tijdens de coronapandemie geregeld gesloten en thuisonderwijs was de norm. Het is moeilijk de impact van het wegvallen van fysiek onderwijs op de leerresultaten te meten. De nulmeting heeft nog geen vervolg gekregen. Om de internationale positie te kunnen bepalen voor lees- en rekenvaardigheid, maakt de monitor gebruik van het driejaarlijkse PISA-onderzoek onder 15-jarigen in de OESO-landen. De wiskundevaardigheden van 15-jarigen waren in 2018 hoog vergeleken met die van leerlingen in andere EU-landen. Recentere cijfers zijn er nog niet.

Er is wel zicht op digitale vaardigheden, die in een kennisintensieve economie onmisbaar zijn. Vier van de vijf inwoners in de leeftijd van 16 tot 75 jaar hebben ten minste digitale vaardigheden op basisniveau. Op dit punt gaat Nederland in 2021 met Finland aan kop in de EU.

Beleving heeft betrekking op hoe mensen onderwijs en opleidingskansen ervaren. De tevredenheid met de opleidingskansen is groot. In 2022 was 83,4 procent van de volwassen bevolking tevreden met de opleidingskansen - iets minder dan in 2021 (84,8 procent). De middellangetermijntrend is stijgend. Mogelijk speelt de huidige krapte op de arbeidsmarkt hierbij ook een rol, en zorgen werkgevers voor extra scholingsfaciliteiten voor hun werknemers.

Meer informatie

Onderwijs
Dossier Onderwijsachterstanden
Jaarrapport 2022 Landelijke Jeugdmonitor
Leren met het CBS