Economie krimpt in tweede kwartaal 2023 met 0,3 procent

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© ANP / Peter Hilz
Volgens de eerste berekening van het CBS daalde het volume van het bruto binnenlands product (bbp) in het tweede kwartaal van 2023 met 0,3 procent ten opzichte van het voorgaande kwartaal. In het eerste kwartaal daalde het bbp met 0,4 procent. De krimp in het tweede kwartaal is vooral toe te schrijven aan een daling van het handelssaldo en de consumptie door huishoudens.

Bruto binnenlandse product (volume), seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalIndex (2015=100)
20171e kwartaal104
20172e kwartaal104,9
20173e kwartaal105,6
20174e kwartaal106,4
20181e kwartaal106,9
20182e kwartaal107,6
20183e kwartaal107,8
20184e kwartaal108,3
20191e kwartaal109,2
20192e kwartaal109,5
20193e kwartaal109,7
20194e kwartaal110,4
20201e kwartaal108,9
20202e kwartaal99,8
20203e kwartaal106,2
20204e kwartaal106,8
20211e kwartaal108,1
20212e kwartaal111,5
20213e kwartaal113,6
20214e kwartaal114,5
20221e kwartaal115,1
20222e kwartaal117,2
20223e kwartaal117
20224e kwartaal118
20231e kwartaal117,5
20232e kwartaal117,2

Alle cijfers in dit bericht betreffen volumecijfers. Dat wil zeggen dat ze zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen.

Handelssaldo en consumptie door huishoudens dalen

De uitvoer van goederen en diensten daalde met 0,7 procent in vergelijking met het eerste kwartaal van 2023. Dat komt doordat de uitvoer van goederen daalde. De uitvoer van diensten groeide. De invoer van goederen en diensten steeg met 0,5 procent. Hierdoor droeg het handelssaldo het meest negatief bij aan de krimp in het tweede kwartaal.

Ook de consumptie door huishoudens daalde, namelijk met 1,6 procent. De investeringen in vaste activa stegen in het tweede kwartaal van 2023 met 1,3 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023. Dat is onder meer te danken aan meer investeringen in vervoermiddelen en machines. De investeringen in woningen daalden. De consumptie door de overheid groeide met 0,7 procent.

Bestedingen naar categorie (volume)
 2023-II (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder)2023-I (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder)
Bruto binnenlands product-0,3-0,4
Invoer goederen en diensten0,50,4
Investeringen in vaste activa1,32,7
Consumptie overheid0,70,4
Uitvoer goederen en diensten-0,70,2
Consumptie huishoudens-1,6-0,2

De handel, horeca, vervoer en opslag draagt het meest bij aan krimp

In ruim de helft van de bedrijfstakken daalde in het tweede kwartaal van 2023 de toegevoegde waarde (het verschil tussen productie en verbruik van energie, materialen en diensten) ten opzichte van het eerste kwartaal. Het sterkst was de daling bij de delfstoffenwinning. De bedrijfstak handel, horeca, vervoer en opslag leverde echter de grootste negatieve bijdrage aan de economische ontwikkeling. De toegevoegde waarde van de energiebedrijven nam het meest toe.

Toegevoegde waarde naar bedrijfstak (volume)
 2023-II (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder)2023-I (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder)
Energiebedrijven8,43,2
Cultuur, sport, recreatie en overige diensten6,1-5,6
Zakelijke dienstverlening0,8-0,3
Overheid, onderwijs en zorg0,80,6
Financiële instellingen0,2-2,4
Verhuur en handel onroerend goed0,10,9
Industrie-0,3-0,8
Informatie en communicatie-0,40,2
Bouwnijverheid-0,52,1
Water en afval-1,5-1,3
Handel, horeca, vervoer en opslag-2-1,4
Landbouw, bosbouw en visserij-4,11,8
Delfstoffenwinning-10,9-25

Economische groei Europese Unie stagneert

De Nederlandse krimp van 0,3 procent valt op vergeleken met de economische ontwikkeling in de naburige landen. In Frankrijk en België groeide de economie in het tweede kwartaal van 2023 met respectievelijk 0,5 en 0,2 procent ten opzichte van een kwartaal eerder. De Duitse economie stagneerde met een groei van 0 procent. Gemiddeld bleef het bbp in de Europese Unie (EU) gelijk aan dat in het voorgaande kwartaal. De Britse economie groeide met 0,2 procent. In vergelijking met het vierde kwartaal van 2019, voor de coronapandemie, is het herstel van de Nederlandse economie echter sterker dan dat van de naburige landen en de EU gemiddeld.

Bruto binnenlands product (seizoen- en werkdaggecorrigeerd), naburige landen
   Nederland (4e kwartaal 2019 = 100)België (4e kwartaal 2019 = 100)Europese Unie (4e kwartaal 2019 = 100)Frankrijk (4e kwartaal 2019 = 100)Duitsland (4e kwartaal 2019 = 100)Verenigd Koninkrijk (4e kwartaal 2019 = 100)
20194e kwartaal100100100100100100
20201e kwartaal98,797,197,194,798,297,4
20202e kwartaal90,48686,482,389,276,9
20203e kwartaal96,296,296,296,697,189,7
20204e kwartaal96,895,796,29697,990,8
20211e kwartaal9897,196,696,196,689,8
20212e kwartaal10198,898,49798,895,7
20213e kwartaal103101,1100,599,899,597,4
20214e kwartaal103,8101,7101,2100,499,598,8
20221e kwartaal104,3102,3102100,3100,599,3
20222e kwartaal106,2102,8102,6100,8100,399,4
20223e kwartaal106103,2103101100,799,3
20224e kwartaal107103,2102,9101,1100,399,4
20231e kwartaal106,5103,6103,1101,2100,299,5
20232e kwartaal106,2103,8103,1101,7100,299,8

Het vervolg van het nieuwsbericht gaat over de ontwikkeling van de economie t.o.v. het tweede kwartaal van 2022

Omvang economie 0,3 procent kleiner dan in het tweede kwartaal van 2022

Het bbp kromp in het tweede kwartaal van 2023 met 0,3 procent ten opzichte van het tweede kwartaal een jaar eerder. Het is voor het eerst in ruim twee jaar dat de omvang van de economie kleiner was dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. De krimp in het tweede kwartaal van 2023 is vooral toe te schrijven aan de daling van het handelssaldo. De uitvoer van goederen en diensten kromp een fractie, terwijl de invoer van goederen en diensten met ruim 1 procent groeide.

Bruto binnenlands product (volume)
JaarKwartaal (%-verandering t.o.v. jaar eerder)
20171e kwartaal3,2
20172e kwartaal3
20173e kwartaal2,8
20174e kwartaal2,6
20181e kwartaal2,6
20182e kwartaal2,7
20183e kwartaal2,2
20184e kwartaal1,9
20191e kwartaal1,8
20192e kwartaal1,9
20193e kwartaal2,1
20194e kwartaal2
20201e kwartaal-0,3
20202e kwartaal-8,8
20203e kwartaal-3,3
20204e kwartaal-2,9
20211e kwartaal-1,1
20212e kwartaal11,8
20213e kwartaal6,9
20214e kwartaal7,4
20221e kwartaal6,4
20222e kwartaal5,2
20223e kwartaal3
20224e kwartaal2,9
20231e kwartaal1,9
20232e kwartaal-0,3

Eerste berekening

De eerste berekening, 45 dagen na afloop van een kwartaal, wordt gepubliceerd op basis van de dan beschikbare informatie. Hiermee geeft het CBS een eerste beeld van de stand van de Nederlandse economie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen. De tweede berekening van de economische groei maakt het CBS bekend op vrijdag 22 september. De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2018-2022) gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en 0,7 procentpunt, allebei in 2021.

Bij elke nieuwe berekening bepaalt het CBS ook de nieuwe seizoengecorrigeerde cijfers van de eerder gepubliceerde kwartalen. De groeicijfers van onder meer het eerste kwartaal van 2023 en de eerste drie kwartalen van 2022 zijn bijgesteld.

De cijfers in dit bericht zijn voorlopig en kunnen worden bijgesteld.