Overheidstekort na drie kwart jaar 27 miljard euro

© Hollandse Hoogte
De overheid gaf in 2020 tot en met september 27 miljard euro meer uit dan zij ontving. Dit kwam voornamelijk door de maatregelen van het kabinet om de economie tijdens de coronacrisis te ondersteunen. Deze maatregelen kostten tot zover ongeveer 20 miljard euro. De overheidsschuld bedroeg eind september 441 miljard euro. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de inkomsten, uitgaven en schulden van de overheid.

Over het derde kwartaal had de overheid een tekort van 12 miljard euro. In het tweede kwartaal was dit nog 24 miljard euro. Doordat de overheid over het eerste kwartaal 9 miljard euro overhield, bedraagt het tekort na drie kwartalen 27 miljard euro. De overheid had vorig jaar na drie kwartalen nog een overschot van 11 miljard euro.

Overheidssaldo
JaarKwartaalTekort (mld euro)
'061e kwartaal-1,2
'062e kwartaal-1,5
'063e kwartaal0,0
'064e kwartaal3,3
'071e kwartaal0,4
'072e kwartaal-2,9
'073e kwartaal-3,1
'074e kwartaal5,0
'081e kwartaal1,6
'082e kwartaal-2,3
'083e kwartaal-1,5
'084e kwartaal3,5
'091e kwartaal-4,7
'092e kwartaal-8,9
'093e kwartaal-11,2
'094e kwartaal-6,9
'101e kwartaal-6,7
'102e kwartaal-10,4
'103e kwartaal-12,6
'104e kwartaal-3,9
'111e kwartaal-2,9
'112e kwartaal-10,8
'113e kwartaal-8,7
'114e kwartaal-6,4
'121e kwartaal-2,2
'122e kwartaal-9,0
'123e kwartaal-10,4
'124e kwartaal-4,0
'131e kwartaal-0,6
'132e kwartaal-6,6
'133e kwartaal-7,9
'134e kwartaal-4,2
'141e kwartaal-0,8
'142e kwartaal-6,2
'143e kwartaal-5,7
'144e kwartaal-1,7
'151e kwartaal0,0
'152e kwartaal-6,5
'153e kwartaal-5,9
'154e kwartaal-1,6
'161e kwartaal1,7
'162e kwartaal-1,8
'163e kwartaal-2,1
'164e kwartaal2,3
'171e kwartaal7,0
'172e kwartaal-0,9
'173e kwartaal-0,3
'174e kwartaal3,5
'181e kwartaal9,8
'182e kwartaal0,5
'183e kwartaal1,0
'184e kwartaal-0,6
'191e kwartaal10,7
'192e kwartaal0,7
'193e kwartaal-0,4
'194e kwartaal3,0
'201e kwartaal9,3
'202e kwartaal-24,4
'203e kwartaal-12,2

Lasten corona in derde kwartaal gehalveerd

De overheid gaf in het derde kwartaal 10 miljard euro meer uit dan een jaar eerder. Ruim 6 miljard euro hiervan is direct toe te rekenen aan corona gerelateerde lasten. Het tweede kwartaal waren de overheidsuitgaven zelfs 18 miljard euro hoger dan een jaar eerder. Ongeveer 13 miljard euro was toen het gevolg van de coronamaatregelen van het kabinet. Het afgelopen kwartaal zijn de extra coronalasten dus ongeveer gehalveerd. In totaal heeft de overheid de eerste drie kwartalen ongeveer 20 miljard euro aan extra kosten door de coronamaatregelen gemaakt. Het grootste deel daarvan waren de loonsubsidies van de overheid (NOW-regeling) waarmee tot nu toe 14 miljard euro gemoeid is. De inkomenssteun om zelfstandig ondernemers door de coronacrisis te helpen (TOZO) heeft tot nu toe ruim 2 miljard euro gekost.

Naast de 6 miljard euro coronalasten had de overheid in het derde kwartaal 4 miljard euro meer aan reguliere uitgaven dan een jaar eerder. Ruim 3 miljard euro werd meer uitgegeven aan uitkeringen in geld en in natura. De uitkeringen in geld laten vooral een stijging zien bij de AOW, en in mindere mate bij de werkloosheidsuitkeringen. De uitkeringen in natura namen toe door de zorguitgaven. De reguliere zorg werd in het derde kwartaal hervat waardoor de subsidies aan de zorg in het tweede kwartaal plaats maakten voor directe vergoedingen aan zorgverleners voor zorgprestaties. Hierdoor stegen in het derde kwartaal de zorguitkeringen weer ten opzichte van een jaar eerder, in tegenstelling tot het tweede kwartaal toen zij daalden.

Na drie kwart jaar heeft de overheid 31 miljard euro meer uitgegeven dan vorig jaar. Dit is een stijging van meer dan 10 procent.

Inkomsten en uitgaven overheid, voortschrijdend jaartotaal
JaarKwartaalInkomsten (mld euro)Uitgaven (mld euro)
'061e kwartaal235,9237,8
'062e kwartaal241,6242,6
'063e kwartaal246,5247,4
'064e kwartaal251,7251,2
'071e kwartaal256,4254,2
'072e kwartaal258,0257,1
'073e kwartaal257,2259,4
'074e kwartaal261,6262,1
'081e kwartaal267,6266,9
'082e kwartaal272,4271,2
'083e kwartaal277,1274,3
'084e kwartaal280,3279,0
'091e kwartaal278,6283,7
'092e kwartaal274,4286,1
'093e kwartaal271,3292,7
'094e kwartaal265,5297,3
'101e kwartaal265,1298,9
'102e kwartaal269,0304,1
'103e kwartaal268,7305,2
'104e kwartaal272,4305,9
'111e kwartaal276,0305,7
'112e kwartaal275,0305,2
'113e kwartaal278,8305,1
'114e kwartaal275,5304,3
'121e kwartaal276,3304,4
'122e kwartaal278,5304,8
'123e kwartaal277,1305,1
'124e kwartaal279,7305,3
'131e kwartaal282,8306,8
'132e kwartaal285,2306,9
'133e kwartaal288,6307,7
'134e kwartaal287,9307,3
'141e kwartaal287,5307,1
'142e kwartaal288,9308,1
'143e kwartaal289,9306,9
'144e kwartaal292,7307,2
'151e kwartaal294,5308,1
'152e kwartaal294,0307,9
'153e kwartaal294,0308,0
'154e kwartaal293,9307,8
'161e kwartaal295,9308,2
'162e kwartaal301,3308,9
'163e kwartaal306,4310,2
'164e kwartaal308,8308,7
'171e kwartaal314,0308,6
'172e kwartaal315,7309,4
'173e kwartaal318,4310,3
'174e kwartaal322,6313,3
'181e kwartaal328,1316,1
'182e kwartaal332,4319,0
'183e kwartaal336,6321,9
'184e kwartaal338,0327,4
'191e kwartaal343,3331,8
'192e kwartaal346,6334,9
'193e kwartaal349,2338,9
'194e kwartaal354,4340,4
'201e kwartaal355,5343,0
'202e kwartaal348,8361,4
'203e kwartaal347,4371,7

Belastinginkomsten gedaald

De overheidsinkomsten over het derde kwartaal daalden met ruim 1 miljard euro ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2019. De belasting- en premie-inkomsten namen minder af dan een kwartaal eerder: ongeveer 1 miljard euro tegen 5 miljard euro in het tweede kwartaal van 2020. In dat kwartaal kwam de daling vooral door lagere opbrengsten uit de vennootschapsbelasting. Ook in het derde kwartaal namen deze opbrengsten af, nu met minder dan 1 miljard euro. Verder kwam er ook minder geld binnen uit dividendbelasting doordat er minder aan dividend werd uitgekeerd. De opbrengsten uit andere belastingen herstelden zich ten opzichte van het tweede kwartaal. De btw-inkomsten namen bijvoorbeeld weer licht toe. 

De overheidsinkomsten zijn dit jaar tot nu toe met 7 miljard euro afgenomen. Zij liggen daarmee 3 procent lager dan over de eerste drie kwartalen van vorig jaar. Ongeveer 2 miljard euro hiervan is het gevolg van lagere opbrengsten uit deelnemingen zoals dividenden. De belastingen- en premieopbrengsten zijn met 5 miljard euro gedaald. De inkomsten uit vennootschapsbelasting daalden met 5 miljard euro het meest. Ook de btw, accijnzen, belasting personenauto's en motorrijtuigen, dividendbelasting, energiebelasting, kansspelbelasting en toeristenbelasting laten allemaal een daling in de opbrengsten zien in de eerste drie kwartalen van 2020. De opbrengsten uit de loon- en inkomstenheffing blijven vooralsnog redelijk op niveau.

Schuldquote stabiel op 55,2 procent

De overheidsschuld kwam eind september uit op 441 miljard euro, bijna 47 miljard meer dan eind vorig jaar. De schuld bedroeg 55,2 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dit is 6,5 procentpunt hoger dan eind  2019.

Het derde kwartaal van 2020 is de schuld niet verder gestegen, ondanks het tekort over dit kwartaal. De overheid hoefde het tekort niet via uitgifte van schuld te financieren omdat de overheid in het derde kwartaal veel geld ontving door uitgestelde belastingopbrengsten over de eerste twee kwartalen. Ook de afwikkeling van rentederivaten bracht geld in het laatje. Ten slotte heeft de overheid uitgaven kunnen financieren uit overtollig geld op bankrekeningen en deposito’s. In het eerste halfjaar van 2020 heeft de Staat veel meer geld opgehaald dan nodig was. De overheid heeft daardoor eind september nog altijd 45 miljard euro op bankrekeningen en deposito’s staan. Eind 2019 was dit 16 miljard euro. 

Schuldquote
JaarKwartaalSchuldquote (% bbp)EMU-normen (% bbp)
'061e kwartaal49,260,0
'062e kwartaal48,660,0
'063e kwartaal47,560,0
'064e kwartaal45,260,0
'071e kwartaal45,460,0
'072e kwartaal45,660,0
'073e kwartaal44,660,0
'074e kwartaal43,060,0
'081e kwartaal43,960,0
'082e kwartaal43,860,0
'083e kwartaal44,160,0
'084e kwartaal54,760,0
'091e kwartaal57,560,0
'092e kwartaal56,760,0
'093e kwartaal57,260,0
'094e kwartaal56,860,0
'101e kwartaal57,660,0
'102e kwartaal59,260,0
'103e kwartaal59,160,0
'104e kwartaal59,360,0
'111e kwartaal59,560,0
'112e kwartaal60,460,0
'113e kwartaal61,160,0
'114e kwartaal61,760,0
'121e kwartaal62,560,0
'122e kwartaal64,060
'123e kwartaal65,060
'124e kwartaal66,360
'131e kwartaal66,760
'132e kwartaal68,360
'133e kwartaal67,860
'134e kwartaal67,760
'141e kwartaal67,160
'142e kwartaal68,660
'143e kwartaal68,160
'144e kwartaal67,960
'151e kwartaal69,060
'152e kwartaal66,860
'153e kwartaal65,960
'154e kwartaal64,760
'161e kwartaal64,360
'162e kwartaal63,360
'163e kwartaal61,760
'164e kwartaal61,960
'171e kwartaal59,760
'172e kwartaal58,960
'173e kwartaal57,060
'174e kwartaal56,960
'181e kwartaal55,160
'182e kwartaal54,060
'183e kwartaal52,960
'184e kwartaal52,460
'191e kwartaal50,960
'192e kwartaal51,060
'193e kwartaal49,360
'194e kwartaal48,760
'201e kwartaal49,560
'202e kwartaal55,260
'203e kwartaal55,260

Het overheidssaldo en de schuldquote zijn belangrijke graadmeters voor de stand van de overheidsfinanciën in een land. Nederland voldoet vanaf 2013 aan de Europese tekortnorm van 3 procent van het bbp en vanaf 2017 aan de Europese schuldnorm van 60 procent. Volgens de Najaarsnota 2021 is de verwachting dat het overheidstekort in 2020 uitkomt op bijna 49 miljard euro, oftewel 6,2 procent van het geraamde bbp. De schuld zal naar verwachting een stand bereiken van bijna 449 miljard euro, oftewel 57,4 procent van het geraamde bbp.