Overheidsschuld onder EMU-norm van 60 procent bbp

© Hollandse Hoogte
De overheidsschuld kwam aan het einde van het eerste kwartaal van 2017 uit op 59,6 procent van het bbp. Het is voor het eerst in zes jaar dat de schuld lager is dan 60 procent van het bbp. De schuld werd verlaagd door een overschot op de begroting en door opbrengsten uit het verminderen van financiële bezittingen. De schuldquote werd ook verlaagd door een hoger bbp. Dit meldt het CBS.

De Europese Unie hanteert als norm dat de overheidsschuld aan het eind van een kalenderjaar niet hoger mag zijn dan 60 procent van het bbp of daar naartoe moet bewegen. Eind 2016 bedroeg de schuldquote nog 61,8 procent. De schuldquote verbeterde met 2,2 procentpunt, waarvan 0,5 procentpunt kwam doordat het bbp gegroeid is in het eerste kwartaal. De daling van schuld komt overeen met bijna 12 miljard euro. Hiermee komt de schuld eind maart uit op bijna 423 miljard euro, oftewel bijna 25 duizend euro per Nederlander. Het CPB raamt voor eind 2017 een overheidsschuld van 58,5 procent van het bbp in zijn raming van juni.

Lagere schuld door meer inkomsten dan uitgaven

De overheid kon de schuld reduceren in het eerste kwartaal van 2017 doordat het ruim 5 miljard euro meer inkomsten had dan uitgaven. Het Rijk had met bijna 4 miljard euro het grootste aandeel in het begrotingsoverschot. De inkomsten uit vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting namen beide rond de 2,5 miljard euro toe ten opzichte van een jaar eerder. De uitgaven bleven vrijwel op hetzelfde niveau vergeleken met een jaar eerder.

Verkoop van financiële bezittingen

Naast het overschot op de begroting kon op de overheidsschuld ook worden afgelost doordat er voor ruim 6 miljard euro aan financiële bezittingen verkocht werd. Zo werden aandelen in ASR verkocht ter waarde van 0,5 miljard euro. Het Rijk ontving ruim 1 miljard euro door het beëindigen van rente- en valutaderivaten. Ook kwam er in het eerste kwartaal voor ruim 3 miljard euro aan belastingen binnen, die in 2016 werden geheven. Daarnaast is er een vordering van ruim 3 miljard euro door de Europese Unie afbetaald. Deze vordering komt voort uit afspraken over een lagere afdracht aan de EU. Dergelijke transacties in financiële activa hebben geen effect op het begrotingsoverschot, maar leveren wel geld op waarmee schuld kan worden afgelost.