Ook huizen Utrecht nu duurder dan voor crisis

Koopwoningen in de stad Utrecht waren in het derde kwartaal voor het eerst duurder dan voor de crisis. In Amsterdam is dit al drie kwartalen het geval. De prijzen van bestaande koopwoningen waren in het derde kwartaal in alle provincies en de vier grote steden gemiddeld hoger dan een jaar eerder. Dit blijkt uit het onderzoek naar de prijsontwikkeling van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van CBS en het Kadaster.

De prijzen van bestaande koopwoningen bereikten in de gemeente Utrecht een piek in het derde kwartaal van 2008. Daarna daalden de prijzen met ruim 17 procent tot een dieptepunt in het tweede kwartaal van 2013. Nu, ruim drie jaar later, liggen de prijzen bijna 2 procent boven het niveau in 2008.

Woningen overal duurder dan vorig jaar

In alle provincies en de vier grote steden waren woningen gemiddeld duurder dan in het derde kwartaal van 2015. Noord-Holland noteerde met 9 procent voor de tiende keer op rij de grootste prijsstijging van de provincies. Dit is vooral toe te schrijven aan Amsterdam, waar kopers gemiddeld ruim 14 procent meer betaalden voor een koophuis dan een jaar geleden.

In de provincies Utrecht (6,9 procent) en Groningen (6,7 procent) was de prijsstijging van woningen ook groter dan gemiddeld in Nederland (5,6 procent). Dat geldt ook voor de overige drie grote steden Utrecht (9,8 procent), Den Haag (8,4 procent) en Rotterdam (7,5 procent).

Grootste prijsstijging voor appartementen

Alle woningtypen zijn duurder dan een jaar eerder. De prijsstijging was het grootst voor appartementen, bijna 8 procent. Dat hangt samen met de prijsontwikkeling in de grote steden, waar appartementen een relatief groot deel van de woningvoorraad uitmaken. De prijsstijging van vrijstaande woningen was het kleinst, namelijk 4,3 procent.

Voor alle woningtypen, behalve vrijstaande woningen, is de prijsstijging de grootste in 14 jaar. De prijsstijging van vrijstaande woningen is de grootste in 8 jaar.

Minder jonge, meer oudere kopers

In vergelijking met zeven jaar geleden is er een verschuiving zichtbaar in het aandeel jonge en oude kopers. Zo is het aandeel van de kopers onder 25 jaar gehalveerd van 20 tot 10 procent. In diezelfde periode is het aandeel van kopers van 65 jaar en ouder juist verdubbeld van 3 naar 6 procent. Zowel in het derde kwartaal van 2009 als 2016 was het aandeel van personen tussen de 25 en 34 jaar in de woningaankopen verreweg het grootst.

Aandeel in woningaankopen
 tot 25 jaar25-34 jaar35-44 jaar45-54 jaar55-64 jaar65 jaar en ouder
2009-III2041201153
2016-III1037211796

Vrijwel alle factoren versterken prijsstijging

Bijna alle factoren in de zogenoemde huizenmarktbloem hebben in het derde kwartaal een prijsverhogend effect. Er worden niet alleen meer woningen verkocht, maar er staan ook minder woningen te koop en bovendien minder lang. Verder daalt de hypotheekrente verder en zeggen meer mensen bereid te zijn een woning te kopen.

Huizenhartbloem