Beroepsbevolking op de Nederlands-Caribische eilanden

5. Niet-beroepsbevolking

Curaçao kent grootste aandeel in niet-beroepsbevolking

Mensen die niet tot de beroepsbevolking behoren, zijn mensen die niet werken en ook niet werkloos zijn, omdat ze niet op zoek zijn naar werk en/of daarvoor niet direct beschikbaar zijn. Het aandeel mensen van 15 tot 75 jaar in de niet-beroepsbevolking is het grootst op Curaçao (38 procent) en Saba (36 procent) en het kleinst op Bonaire (25 procent).Gemiddeld voor de EU-28 landen blijkt dat 36 procent niet tot de beroepsbevolking behoort, voor de Verenigde Staten is dit gemiddeld 33 en in Nederland 30 procent (OECD,2018-f). De mate van inactiviteit op Curaçao, Saba en ook Aruba is hiermee vergelijkbaar met het gemiddelde. Op Bonaire, Sint-Eustatius en Sint-Maarten is de inactiviteit daarentegen laag.

Vooral jongeren en ouderen niet actief

Over het algemeen zijn het met name jongeren en ouderen die relatief vaak niet actief zijn op de arbeidsmarkt. De jongeren volgen dikwijls nog onderwijs en hebben de arbeidsmarkt nog niet betreden, terwijl de ouderen veelal gestopt zijn met werken en de arbeidsmarkt al hebben verlaten. Op Curaçao valt met name de groep tussen de 55 tot 65 jaar op. Bijna de helft van de Curaçaoënaars van deze leeftijd is niet meer actief op de arbeidsmarkt. Hier speelt mee dat tot voor kort de pensioenleeftijd op Curaçao nog 60 jaar was.

Op Saba is 36 procent van de 15- tot 75-jarigen niet actief op de arbeidsmarkt. Hier springt vooral de groep 25- tot 35-jarigen eruit. De arbeidsparticipatie in deze leeftijdsgroep is op de andere eilanden vrij hoog. Op Saba behoort echter 35 procent van de eilandbewoners in deze leeftijdsgroep tot de niet-beroepsbevolking. Ook hier speelt de medische universiteit een rol (zie paragraaf 2).

Op Sint-Maarten valt op dat het aandeel 65- tot 75-jarigen dat niet actief is op de arbeidsmarkt laag is in vergelijking met de andere eilanden. Dat betekent dat er nog heel wat ouderen hier werken of op zoek zijn naar werk. Waar op de andere eilanden al ruim acht op de tien van de 65-plussers niet meer actief zijn, is dit op Sint-Maarten bijna tweederde.

tabel 5.1 Niet-beroepsbevolking Nederlands-Caribische eilanden naar leeftijd,2016


Aandeel NEETs het hoogst op Sint-Maarten

Naar verhouding zijn de meeste NEETs te vinden op Sint-Maarten. Hier volgt 31 procent van de jongeren geen onderwijs en is ook niet aan het werk. Ook op Sint-Eustatius en Curaçao ligt dit aandeel relatief hoog. Op Sint-Eustatius gaat het om bijna een kwart van de jongeren, op Curaçao om ruim een op de vijf. Ter vergelijking, de OECD publiceert deze NEET-indicator ook, echter apart voor 15- tot 20-jarigen en 20- tot 25-jarigen. Gemiddeld voor alle OECD-landen ligt deze indicator voor 15- tot 20-jarigen op 6 procent en voor 20- tot 25-jarigen op 17 procent (OECD, 2018-g).

figuur 5.2 NEETs Nederlands-Caribische eilanden, 2016