Auteur: Dr. B. Klijs
Monitor online platformen 2020

5. Omzet, bedrijfsresultaat en toegevoegde waarde

Analysesample

In dit hoofdstuk worden de omzet, het bedrijfsresultaat en de toegevoegde waarde van de online platformen in het studiesample bepaald. Het is van belang hierbij direct al aan te geven dat de focus hierbij ligt op de verdeling van de omzet. Totaalniveaus kunnen niet goed bepaald worden vanwege non-respons en het ontbreken van een helder ophoogkader. Zie het deel ‘Theoretische overwegingen omzetbepaling’ verderop in dit hoofdstuk voor een uitleg van en de overwegingen bij de gebruikte methodiek.

Er waren omzetgegevens beschikbaar voor 574 van de 706 (81 procent) verschillende bedrijven met een online platform (tabel 5.1). Gezamenlijk waren deze bedrijven goed voor een omzet van 29,1 miljard euro in 2019. Voor 347 van deze bedrijven (omzet 15,1 miljard euro) werd vastgesteld dat het zwaartepunt ligt bij de platformactiviteiten van het bedrijf. Voor 11 bedrijven waarvoor het zwaartepunt niet kon worden vastgesteld kon wel worden vastgesteld dat ze in ieder geval één online platform hadden met een aanzienlijke omzet. De totale omzet van deze bedrijven was 2,8 miljard euro, waarvan 1,8 miljard euro (64 procent) voortkwam uit opbrengsten uit het online platform. Voor 47 van de 347 bedrijven met een platform zwaartepunt was het bedrijfsresultaat en de toegevoegde waarde beschikbaar. Het ging hierbij om een selectie grote bedrijven die goed waren voor 99 procent van de totale omzet.

5.1 Kenmerken van het analyse-sample
Aantal bedrijfseenhedenOmzet in 2019, totaal (mln euro)Omzet, mediaan (x 1 000 euro)Omzet, interkwartielrange ondergrens (x 1 000 euro)Omzet, interkwartielrange bovengrens (x 1 000 euro)
1. Bedrijven met een platform57429 075120201 080
2. Bedrijven met een platform-zwaartepunt34715 0609015520
3. 2 aangevuld met 11 bedrijven met een grote platformomzet, maar waarvan het zwaartepunt niet beoordeelbaar was35816 81510515630
4. 2 waarvoor bedrijfsresultaat en toegevoegde waarde beschikbaar was4714 9353 6351 03013 595

Omzet van online platformen scheef verdeeld

Uit de analyse bleek dat de omzet van online platformen zeer scheef is verdeeld over de bedrijven. 99 procent van de omzet is toe te schrijven aan ongeveer 6 procent van de online platformen (figuur 5.2). Hoewel er enige variatie is, is deze scheve omzet verdeling zichtbaar in eigenlijk alle branches (resultaten niet gepresenteerd vanwege onthullingsrisico).

5.2 Het deel van de omzet uitgezet tegen het deel van de online platformen dat deze omzet behaalde

Deze figuur toont het deel van de omzet uitgezet tegen het deel van de online platformen dat deze omzet behaalde. De omzet is zeer scheef verdeeld: 99 procent van de omzet is toe te schrijven aan ongeveer 6 procent van de online platformen.

Grootste omzet voor bemiddeling vakantieverblijven

Het grootste deel van de totale omzet kwam voor rekening van online platformen die zich richten op bemiddeling in vakantieverblijven. Ook een groot deel was toe te schrijven aan platformen die bemiddelen in vervoer. Platformen in de detailhandel (retail), platformen die bemiddelen in financiële producten, en platformen die zich richten op sociale producten namen een kleiner deel van de omzet voor hun rekening. De overige branches waren slechts voor een klein deel van de omzet verantwoordelijk.

Bedrijfsresultaat en toegevoegde waarde

Het bedrijfsresultaat, ook wel de bedrijfswinst, is gelijk aan de netto omzet van een bedrijf minus de bedrijfskosten. Van de 47 geanalyseerde bedrijven met een online platform hadden er 30 (64 procent) een positief bedrijfsresultaat en 17 (36 procent) een negatief bedrijfsresultaat in 2018 (recentere gegevens waren tijdens de analyse niet beschikbaar). Het bedrijfsresultaat van de 47 bedrijven samen was 4 125 miljoen euro.

De toegevoegde waarde (of productiewaarde) van een bedrijf geeft aan hoeveel waarde het bedrijf heeft toegevoegd aan een product, en wordt berekend als het verschil tussen de omzet van het bedrijf en de inkoopwaarde. De toegevoegde waarde van de 47 geanalyseerde bedrijven met een online platform was gemiddeld 111 miljoen euro in 2018. Samen waren de bedrijven goed voor een toegevoegde waarde van 5 240 miljoen euro.

5.3 Bedrijfsresultaat en toegevoegde waarde van 47 bedrijven met een platform-zwaartepunt, 2018
BedrijfsresultaatToegevoegde waarde
Aantal bedrijven4747
Gemiddelde (x1 000 euro)87 740111 470
Mediaan (x1 000 euro)601 145
Totaal (mln euro)4 1255 240

Theoretische overwegingen omzetbepaling

Voor deze kwantificatie van de omzet, het bedrijfsresultaat en de toegevoegde waarde van online platformen wordt gebruikgemaakt van financiële gegevens die betrekking hebben op de bedrijfseenheden die horen bij de online platformen. Het is van belang te beseffen dat een online platform vaak maar een onderdeel van een bedrijfseenheid is. Ook kan het voorkomen dat een bedrijfseenheid die hoort bij een bepaald platform ook nog één of meer andere platformen heeft. De financiële gegevens hebben dus vaak betrekking op een ruimere eenheid dan alleen het online platform. 

Er zijn verschillende methoden om de omzet van online platformen in kaart te brengen. De meest eenvoudige methode is het bij elkaar optellen van de omzet van de (unieke) bedrijven met een online platform. Deze methode geeft echter een overschatting geven van de platformomzet omdat bedrijfseenheden vaak meer omvatten dan alleen het online platform. Dit is problematisch bij het in kaart brengen van het totaalniveau van de omzet, maar ook bij het in kaart brengen van omzetverdelingen kan dit het resultaat vertekenen. 

Een tweede methode maakt eveneens gebruik van de financiële gegevens voor bedrijfseenheden, alleen wordt op basis van informatie uit de platform-enquête een onderscheid gemaakt tussen het platform- en het niet-platformdeel van de omzet. De enquêtevraag die hiervoor gebruikt wordt, is “Welk deel (in procenten) van de totale omzet van uw bedrijf of organisatie kwam voort uit opbrengsten uit het online platform?” Deze methode lijkt accurater dan het gebruik van de gehele omzet van bedrijven met een online platform. Maar ook deze methode heeft wat knelpunten. Om de enquêtedruk per bedrijf te beperken ontvangt ieder bedrijf slechts één enquête. Voor de bedrijven met meerdere platformen wordt op basis van toeval één van de platformen geselecteerd voor de enquête. Voor bedrijven met meerdere online platformen betekent dit dat het onderscheid tussen platform- en niet-platform omzet van het bedrijf niet volledig gemaakt kan worden. Bovendien bleek ook dat de item-non respons voor deze specifieke vraag in de enquête zo hoog was (64 procent) dat deze in feite niet bruikbaar was. Deze lage item-respons hangt hoogstwaarschijnlijk samen met het feit dat het gaat om (concurrentie)gevoelige informatie. 

Een derde methode is de berekening alleen te richten op bedrijven waarvoor geldt dat het zwaartepunt van de activiteiten ligt bij het online platform van het bedrijf. Deze methode wordt beschreven in de richtlijnen voor aanbod- en gebruiktabellen voor de digitale economie van de OESO (OECD, 2020). Binnen het team Nationale Rekeningen van het CBS is deze methode uitgewerkt. De bepaling van het zwaartepunt van een bedrijf (wel of geen platform zwaartepunt) is hierbij gedaan op basis van de verhouding van het aantal werknemers in het platformdeel van het bedrijf en het totaal aantal werknemers in het bedrijf. Hierbij is het aantal werknemers in het platform afkomstig uit de enquête-respons en het aantal werknemers in het hele bedrijf uit het bedrijvenregister van het CBS. Wanneer 50 procent of meer van de werknemers werkt in het platformdeel van het bedrijf ligt het zwaartepunt van het bedrijf bij het online platform. 

Voor de berekeningen in dit hoofdstuk is de platform-aanpak als uitgangspunt gehanteerd. Dit houdt in dat voor alle bedrijven waarvoor werd vastgesteld dat het zwaartepunt ligt bij de platformactiviteiten de gehele omzet is meegenomen in de berekening. Hierbij zijn er echter twee aanvullingen gedaan. De eerste is dat er 16 platformbedrijven aan de berekening zijn toegevoegd die niet in de populatie van de platformenquête zaten, maar wel door Nationale Rekeningen werden geïdentificeerd als grote platformbedrijven. De tweede aanvulling is dat er een aantal bedrijven (n-11) waren waarvoor het zwaartepunt niet kon worden vastgesteld, maar waarvan er wel ten minste één platform was met een aanzienlijke omzet. Het platformdeel van de omzet van deze bedrijven is ook meegeteld in de berekening. 

Literatuur

OECD (2020). Guidelines for Supply-Use tables for the Digital Economy. Parijs: Organisation for Economic Co-operation and Development.