1. Loonverschillen tussen mannen en vrouwen
In 2024 lag het uurloon van vrouwen in het bedrijfsleven gemiddeld 14,5 procent lager dan het uurloon van mannen in het bedrijfsleven. Bij de overheid was dit verschil met 4,5 procent een stuk kleiner. Beide uurloonverschillen zijn kleiner dan in voorgaande jaren. Dat geldt in het bedrijfsleven ook voor het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen wanneer rekening gehouden wordt met verschillen in factoren die van invloed kunnen zijn op de hoogte van uurlonen. Zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid zorgt deze statistische correctie voor meer dan een halvering van het verschil in uurlonen tussen mannen en vrouwen ten opzichte van de feitelijke verschillen in uurloon.
1.1 Bedrijfsleven
In het bedrijfsleven lag het uurloon van vrouwen in 2024 gemiddeld 14,5 procent lager dan dat van mannen (figuur 1.1.1, feitelijke loonverschil). Vrouwen hadden in 2024 een gemiddeld uurloon van 26,37 euro, terwijl mannen gemiddeld 30,85 euro per uur verdienden. Sinds 2014 neemt het relatieve verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen langzaam af. In 2014 bedroeg het verschil nog 19,2 procent. Het absolute verschil in gemiddeld uurloon tussen mannen en vrouwen is tussen 2014 en 2024 echter gelijk gebleven en bedroeg al die jaren ongeveer 4,50 euro.
| Jaar | Feitelijk loonverschil (%) | Statistisch gecorrigeerd loonverschil (%) | Statistisch gecorrigeerd loonverschil, marge (%) |
|---|---|---|---|
| 2014 | -19,2 | -9,6 | -9,8 - -9,4 |
| 2016 | -18,7 | -8,2 | -8,5 - -8 |
| 2018 | -18,1 | -7,9 | -8,1 - -7,6 |
| 2020 | -17,3 | -7 | -7,2 - -6,9 |
| 2022 | -16,4 | -6,9 | -7,2 - -6,7 |
| 2024 | -14,5 | -6,1 | -6,4 - -5,8 |
De verschillen tussen het uurloon van mannen en vrouwen in het bedrijfsleven nemen met meer dan de helft af wanneer rekening wordt gehouden met factoren die invloed hebben op de lonen van werknemers, zoals opleidingsniveau en werkervaring (zie kader ‘Statistisch gecorrigeerde loonverschillen’). In 2024 lag het statistisch gecorrigeerde uurloon van vrouwen 6,1 procent lager dan dat van mannen (figuur 2.1.1, statistisch gecorrigeerde loonverschil). Sinds 2014 is het statistisch gecorrigeerde uurloonverschil tussen mannen en vrouwen in het bedrijfsleven afgenomen, al bleef het tussen 2020 en 2022 ongeveer gelijk. 2024 laat wel weer een verdere afname zien.
1.2 Overheid
De loonverschillen tussen mannen en vrouwen zijn bij de overheid minder groot dan in het bedrijfsleven. Ze zijn in 2024 wel minder sterk afgenomen dan in het bedrijfsleven. Het statistisch gecorrigeerde verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen is zelfs gelijk gebleven. In 2024 lag bij de overheid het feitelijke uurloon van vrouwen 4,5 procent lager dan bij de mannen (figuur 1.2.1, feitelijke loonverschil). Dit verschil is ruim de helft minder dan in 2014. Wel is de afname van dit verschil in 2024 kleiner dan in de drie voorgaande verslagjaren. Het absolute verschil in gemiddeld uurloon tussen mannen en vrouwen is bij de overheid vrijwel gelijk gebleven ten opzichte van 2022: rond 1,60 euro. Dat is wel een euro minder verschil dan in 2014 toen het om een verschil in uurloon van 2,60 euro ging. In 2024 verdienden vrouwen bij de overheid een uurloon van gemiddeld 34,24 euro, terwijl mannen bij de overheid gemiddeld 35,85 euro per uur verdienden.
| Jaar | Feitelijk loonverschil (%) | Statistisch gecorrigeerd loonverschil (%) | Statistisch gecorrigeerd loonverschil, marge (%) |
|---|---|---|---|
| 2014 | -9,6 | -6,4 | -6,9 - -6 |
| 2016 | -9,6 | -4,8 | -5,3 - -4,3 |
| 2018 | -8,5 | -4,1 | -4,5 - -3,7 |
| 2020 | -6,7 | -2,9 | -3,3 - -2,4 |
| 2022 | -5,1 | -1,8 | -2,1 - -1,5 |
| 2024 | -4,5 | -1,7 | -2,3 - -1,1 |
Het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen die bij de overheid werken neemt met ruim de helft af tot 1,7 procent als rekening wordt gehouden met verschillen in persoons- en werkkenmerken (figuur 1.2.1, statistisch gecorrigeerde loonverschil). Door de onzekerheidsmarge in de uitkomsten is dit gelijk aan het statistisch gecorrigeerde verschil in 2022. Daarmee is een einde gekomen aan de dalende trend sinds 2014 van het statistisch gecorrigeerde verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen bij de overheid.
Hoofdstukken 2, 3 en 4 gaan in op de vraag hoe belangrijke kenmerken van de werknemer, van de werkgever en van de baan samenhangen met de verloning van mannen en vrouwen. In hoofdstuk 5 worden de verschillende kenmerken in samenhang besproken. Daarbij wordt ingegaan op de vraag in welke mate de factoren bijdragen aan de verklaring van loonverschillen. Hoofdstuk 6 laat zien hoe de feitelijke en statistisch gecorrigeerde loonverschillen variëren per loonsegment.