9. Begrippen en afkortingen
9.1 Begrippen
Arbeidsduur
Dit is de indeling naar voltijd- en deeltijdbanen. Vaak bestaat een voltijdbaan uit 36 tot 40 uur, maar dit kan verschillen per bedrijf. De hoogst voorkomende wekelijkse arbeidsduur tussen 34 en 40 uur binnen het bedrijf en de wekelijkse arbeidsduur van voltijdbanen volgens cao-gegevens van dit bedrijf worden bepaald. De laagste van deze twee waarden wordt de wekelijkse voltijd arbeidsduur van het bedrijf. Een persoon heeft een voltijdbaan wanneer deze baan wekelijks minimaal 95 procent bedraagt van de gebruikelijke wekelijkse voltijdsarbeidsduur in het bedrijf of de bedrijfstak (exclusief overwerkuren). Een deeltijder is iemand wiens hoofdbaan wekelijks minder dan 95 procent van de gebruikelijke wekelijkse arbeidsduur bedraagt.
Baan
Een expliciete of impliciete arbeidsovereenkomst tussen een persoon en een economische eenheid waarin is vastgelegd dat arbeid zal worden verricht waartegen een (financiële) beloning staat.
Basisloon
Het basisloon is een variabele die gebruikt wordt om een zo constant mogelijk loonbegrip te hanteren. Het wordt benaderd door uit te gaan van het fiscaal loon en daar diverse componenten van af te halen, zoals bijzondere beloningen.
Bedrijfsleven
Het bedrijfsleven omvat in dit onderzoek zowel particuliere bedrijven als gesubsidieerde instellingen. Voorbeelden van gesubsidieerde instellingen zijn de gezondheids- en welzijnszorg en de uitvoeringsorganen voor de sociale verzekeringen.
Bedrijfstak
De economische activiteit volgens de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI2008). De economische activiteit is een verzameling van werkzaamheden, gericht op de productie van goederen en diensten. Het gaat hierbij niet alleen om activiteiten van het bedrijfsleven, maar ook om de activiteiten van niet op winst gerichte instellingen en de overheid.
Beroepsniveau
De indeling naar beroep is overeenkomstig de International Standard Classification of Occupations 2008 (ISCO 2008). In dit onderzoek worden de volgende categorieën van beroepsniveau onderscheiden:
- Beroepsniveau 1 (ISCO 2008): onder beroepsniveau 1 vallen beroepen met eenvoudig en routinematig lichamelijk en handmatig werk met gebruik van handgereedschap als een spade of eenvoudige elektrische apparaten als een stofzuiger.
- Beroepsniveau 2 (ISCO 2008): onder beroepsniveau 2 vallen beroepen met taken als het bedienen van machines en elektronische apparaten, voertuigen besturen, onderhouden en repareren van elektrische en mechanische apparaten en het bewerken, ordenen en opslaan van gegevens.
- Beroepsniveau 3 (ISCO 2008): onder beroepsniveau 3 vallen beroepen met taken als het uitvoeren van complexe technische en praktische taken die een uitgebreide feitenkennis, technische kennis en kennis van procedures op een specifiek gebied vereisen.
- Beroepsniveau 4 (ISCO 2008): onder beroepsniveau 4 vallen beroepen met taken als het uitvoeren het oplossen van ingewikkelde problemen en nemen van beslissingen die zijn gebaseerd op een uitgebreide theoretische en praktische kennis op een gespecialiseerd gebied.
Beroepsrichting
De Beroepenindeling ROA CBS (BRC) 2014 is een van de ISCO 2008 afgeleide indeling van beroepen bedoeld voor toepassing in analyses en statistieken op nationaal niveau. De BRC 2014 is afgeleid van de 3 en 4 digits beroepencodes uit de ISCO 2008.
In dit onderzoek worden de volgende categorieën van beroepsrichting onderscheiden:
- Pedagogische beroepen: deze beroepsklasse omvat de docenten, sportinstructeurs, leidsters kinderopvang en onderwijsassistenten.
- Creatieve en taalkundige beroepen: deze beroepsklasse omvat de auteurs en kunstenaars, vakspecialisten op artistiek en cultureel gebied.
- Commerciële beroepen: deze beroepsklasse omvat de adviseurs marketing, public relations en sales, vertegenwoordigers, inkopers en verkopers.
- Bedrijfseconomische en administratieve beroepen: deze beroepsklasse omvat de specialisten bedrijfsbeheer en administratie, specialisten personeels- en loopbaanontwikkeling en administratief personeel.
- Managers: deze beroepsklasse omvat de managers die leidinggeven aan het gehele bedrijf of aan een afdeling binnen het bedrijf.
- Openbaar bestuur, veiligheid en juridische beroepen: deze beroepsklasse omvat de overheidsambtenaren en -bestuurders, juristen, beveiligingspersoneel en militairen.
- Technische beroepen: deze beroepsklasse omvat de ingenieurs en onderzoekers wiskunde, natuurkunde en technische wetenschappen, technici en toezichthouders bouw en industrie, procesoperators, bouw- en metaalarbeiders en voedselverwerkende beroepen.
- ICT-beroepen: deze beroepsklasse omvat de ICT-specialisten, gebruikersondersteuning ICT, radio- en televisie technici.
- Agrarische beroepen: deze beroepsklasse omvat de tuinders, akkerbouwers, veetelers en hulpkrachten landbouw.
- Zorg en welzijn beroepen: deze beroepsklasse omvat de artsen, therapeuten en verpleegkundigen, specialisten op maatschappelijk gebied, vakspecialisten gezondheidszorg, sociaal werkers, groeps- en woonbegeleiders en verzorgenden.
- Dienstverlenende beroepen: deze beroepsklasse omvat de medewerkers persoonlijke dienstverlening, horecapersoneel, schoonmakers en keukenhulpen.
- Transport en logistiek beroepen: deze beroepsklasse omvat de bestuurders voertuigen en bedieners mobiele installaties, en hulpkrachten transport en logistiek.
- Overig: deze beroepsklasse omvat werkzame personen waarvan het beroep onbekend of niet in te delen is.
Deeltijd
Zie Arbeidsduur.
Feitelijk loonverschil
Het procentuele verschil tussen het (rekenkundig) gemiddelde uurloon van categorieën werknemers (zie paragraaf 7.3).
Herkomst
Voor de indeling van personen naar herkomst is de CBS-indeling naar herkomstgroepering gebruikt. De herkomst wordt vastgesteld aan de hand van het eigen geboorteland en het geboorteland van de ouders. Wanneer beide ouders in het buitenland zijn geboren, is het geboorteland van de moeder leidend. Iemand van Nederlandse herkomst is zelf in Nederland geboren en diens beide ouders zijn ook in Nederland geboren. Iemand van Europese herkomst is in een ander Europees land geboren of heeft tenminste één ouder die in een ander Europees land is geboren. Iemand van Buiten-Europese herkomst is in een van de landen buiten Europa geboren of heeft tenminste één ouder die daar is geboren. Personen van Europese en Buiten-Europese herkomst worden verder onderscheiden naar personen die zelf in het buitenland zijn geboren (‘migranten’) en personen wiens ouders in het buitenland zijn geboren (‘de tweede generatie’).
Leeftijd
In dit onderzoek gaat het om de leeftijd van personen op de laatste vrijdag van september van een verslagjaar.
Longitudinale deeltijdfactor
Het kenmerk longitudinale deeltijdfactor is de gemiddelde deeltijdfactor per maand in de afgelopen 15 jaar. Deeltijdfactoren van banen van scholieren en studenten zijn hierbij buiten beschouwing gelaten.
Loopbaanonderbrekingen
Het kenmerk loopbaanonderbrekingen geeft het aantal jaar in de afgelopen 15 jaar waarin betaald werk of onderwijs niet de sociaaleconomische hoofdactiviteit waren. Het gaat dan om jaren van uitkeringsafhankelijkheid of periodes zonder inkomen.
Onderwijsrichting
De onderwijsrichting is de richting van de behaalde opleiding. De richtingen zijn ingedeeld naar met behulp van de Standaard Onderwijsindeling (SOI) 2021. Bij alle richtingscategorieën gaat het steeds om een bundeling van opleidingen die qua richting in het onderwijs nauw aan elkaar verwant zijn.
In dit onderzoek worden de volgende categorieën onderscheiden:
- Onderwijs: dit omvat alle opleidingen in onderwijsrichting 1 oftewel het geven van onderwijs.
- Taalwetenschappen, geschiedenis, kunst: dit omvat alle opleidingen in onderwijsrichting 2 oftewel taalwetenschappen, geschiedenis en kunst.
- Sociale wetenschappen, bedrijfskunde: dit omvat alle opleidingen in onderwijsrichting 3 oftewel sociale wetenschappen en bedrijfskunde.
- Natuurwetenschappen, informatica: dit omvat alle opleidingen in onderwijsrichting 4 oftewel natuurwetenschappen en informatica.
- Techniek, industrie, bouwkunde: dit omvat alle opleidingen in onderwijsrichting 5 oftewel techniek, industrie en bouwkunde.
- Landbouw, diergeneeskunde: dit omvat alle opleidingen in onderwijsrichting 6 oftewel landbouw en diergeneeskunde.
- Gezondheidszorg, welzijn: dit omvat alle opleidingen in onderwijsrichting 7 oftewel gezondheidszorg en welzijn.
- Persoonlijke dienstverlening, vervoer: dit omvat alle opleidingen in onderwijsrichting 8 oftewel persoonlijke dienstverlening en vervoer.
Opleidingsniveau
Het gaat om het niveau van de hoogste met succes afgeronde opleiding. De opleidingen zijn ingedeeld naar opleidingsniveau volgens de Standaard Onderwijsindeling (SOI) 2021. In dit onderzoek zijn opleidingen onderscheiden op de niveaus ‘Basisonderwijs, vmbo, mbo1’, ‘Havo, vwo, mbo2-4’ en ‘Hbo, wo’. In de regressiemodellen zijn ‘Basisonderwijs, vmbo, mbo1’ en ‘Hbo, wo’ nog verder onderscheiden:
- Basisonderwijs, vmbo, mbo1
- Basisonderwijs: dit zijn alle opleidingen in groep 11 van de SOI 2021. Dit omvat het gehele basisonderwijs.
- Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo1: dit zijn alle opleidingen in groep 12 van de SOI 2021. Dit omvat alle leerwegen van het vmbo, de eerste drie leerjaren van havo/vwo en de entreeopleiding (mbo-1).
- Havo, vwo, mbo2-4: dit zijn alle opleidingen in groep 2 van de SOI 2021. Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo en in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4). Ook omvat het de opleidingen die in niveau vergelijkbaar zijn met een havo, vwo of mbo-opleiding.
- Hbo, wo
- Hbo-, wo-bachelor: dit zijn alle opleidingen in groep 31 van de SOI 2021. Dit omvat de associate degree, de hbo- en wo-bachelors.
- Hbo-, wo-master, doctor: dit zijn alle opleidingen in groep 32 van de SOI 2021. Dit omvat de hbo- en wo-masters, de 4-jarige hbo-opleidingen en wo-doctorsopleidingen.
Overheid
De cao-sector overheid omvat alle publiekrechtelijke bedrijven en is onderverdeeld in acht deelsectoren: rijksoverheid, onderwijs, defensie, politie, rechterlijke macht, gemeenten, provincies en waterschappen.
Reguliere uren
Reguliere uren zijn de basisuren minus het aantal uren feestdagen en uren van algemene plus leeftijdsspecifieke verlofdagen. Basisuren zijn de uren waar het normale loon van de werknemer tegenover staat. Als er extra wordt gewerkt tegen een hogere vergoeding, dan zijn dat overwerkuren.
Sector
Zie ‘Overheid’.
Soort werknemer
Soort baan dat een werknemer heeft, onderverdeeld naar regulier, uitzendkracht, oproepkracht en directeur-grootaandeelhouder (DGA).
Statistisch gecorrigeerd loonverschil
Het statistisch gecorrigeerde loonverschil is het verschil in (rekenkundig) gemiddeld uurloon, tussen twee groepen werknemers, dat overblijft na statistische correctie voor verschillen in achtergrondkenmerken. In dit onderzoek staat het relatieve statistisch gecorrigeerde loonverschil tussen mannen en vrouwen centraal. Zie paragraaf 8.3 voor meer informatie over statistisch gecorrigeerde loonverschillen.
Uurloon
Het basisloon van een baan per regulier gewerkt uur. Het basisloon is gelijk aan het (fiscaal) jaarloon, exclusief bijzondere beloning en overwerkloon, maar inclusief de fiscale waarde van niet in geld uitgekeerde belaste vergoedingen. Het aantal reguliere uren is gelijk aan het totale aantal verloonde uren in het jaar, exclusief overwerkuren en verlofuren in verband met vakantie, adv en algemeen erkende feestdagen.
Voltijd
Zie Arbeidsduur.
9.2 Afkortingen
ABR
Algemeen Bedrijven Register
Adv
Arbeidsduurverkorting
BRC
Beroepenindeling ROA CBS
BRP
Basisregistratie Personen
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
DGA
Directeur-grootaandeelhouder
EBB
Enquête Beroepsbevolking
Havo
Hoger algemeen vormend onderwijs
Hbo
Hoger beroepsonderwijs
ISCO
International Standard Classification of Occupations
Mbo
Middelbaar beroepsonderwijs
ROA
Research Centre for Education and the Labour Market
SBI2008
Standaard Bedrijfsindeling 2008
SOI
Standaard onderwijsindeling
SSB
Stelsel van Sociaal-statistische bestanden
UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
Vmbo
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Vwo
Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Wo
Wetenschappelijk onderwijs
WSW
Wet sociale werkvoorziening