Monitor Loonverschillen mannen en vrouwen, 2024

6. Loonverschillen per loonsegment

De cijfers tot dusver gaan over het gemiddelde loonverschil. Het loonverschil kan echter ook variëren naar loonsegment. Uit de Monitor loonverschillen mannen en vrouwen van 2022 bleek dat het loonverschil aan de bovenkant, dus tussen de meest verdienende mannen en meest verdienende vrouwen, veel groter was dan aan de onderkant, dus tussen de minst verdienende mannen en minst verdienende vrouwen. Is dat nog steeds zo?

In dit hoofdstuk wordt onderzocht in welke loonsegmenten de verschillen tussen mannen en vrouwen ontstaan. Daartoe zijn de uurlonen van mannen en vrouwen apart van elkaar gerangschikt en worden de rangen van mannen en vrouwen met elkaar vergeleken. Zulke rangen staan bekend als ‘percentielen’. Het loonverschil op het tiende percentiel (Q10) betreft bijvoorbeeld het verschil tussen de tien procent minst verdienende mannen en de tien procent minst verdienende vrouwen. Om deze loonverschillen te berekenen is gebruik gemaakt van kwantielregressies (zie paragraaf 8.5).

6.1 Bedrijfsleven

Figuur 6.1.1 laat zien hoe de uurlonen van mannen en vrouwen in het bedrijfsleven zijn verdeeld. De meerderheid van hen verdient een brutoloon van tussen de 18 en 33 euro per uur. De loonverdeling in het bedrijfsleven heeft een vrij uitgestrekte bovenzijde (of ‘rechterstaart’). Dat wil zeggen dat een klein aandeel werknemers in het bedrijfsleven hoge uurlonen verdient. Deze hoge lonen komen voornamelijk bij mannen terecht.

6.1.1 Verdeling werknemers per uurloonklasse in het bedrijfsleven, 2024
UurloonklasseMan (%)Vrouw (%)
Minder dan 90,90,4
9 tot 121,00,6
12 tot 151,71,7
15 tot 1812,819,2
18 tot 2111,915,4
21 tot 2412,612,8
24 tot 2710,913,7
27 tot 309,310,1
30 tot 338,47,6
33 tot 365,75,2
36 tot 394,63,7
39 tot 423,92,5
42 tot 453,01,7
45 tot 482,51,3
48 tot 512,00,9
51 tot 541,50,6
54 tot 571,20,5
57 tot 601,00,4
60 tot 630,80,3
63 tot 660,70,3
66 tot 690,50,2
69 tot 720,40,2
72 tot 750,30,1
75 tot 780,30,1
78 tot 810,30,1
81 of meer1,90,6

Figuur 6.1.2 geeft per loonsegment het feitelijke en het statistisch gecorrigeerde loonverschil tussen mannen en vrouwen die in het bedrijfsleven werken. Over vrijwel de volle breedte pakt het feitelijke loonverschil nadelig uit voor vrouwen. Op Q5 (de vijf procent minst verdienende mannen en vrouwen) is er met 0,5 procent nauwelijks een loonverschil. Op Q50 (mannen en vrouwen met een doorsnee uurloon) verdienen vrouwen per uur 9,7 procent minder dan mannen. Op Q95 (de vijf procent meest verdienende mannen en vrouwen) verdienen vrouwen per uur 24,0 procent minder dan mannen.

6.1.2 Loonverschillen tussen vrouwen en mannen naar loonsegment, bedrijfsleven, 2024
PercentielFeitelijk loonverschil (%)Statistisch gecorrigeerd loonverschil (%)
50,5-1,7
10-1,9-2,2
15-4,1-2,5
20-6,2-2,8
25-7,7-3,0
30-8,6-3,3
35-8,9-3,5
40-9,0-3,8
45-9,1-4,0
50-9,7-4,2
55-10,5-4,5
60-11,5-4,8
65-12,4-5,1
70-13,5-5,5
75-15,2-5,9
80-17,1-6,5
85-19,1-7,2
90-21,4-8,2
95-24,0-9,9
1)Een percentiel is een van de honderd uurloonklassen die ontstaan door mannen en vrouwen apart van elkaar te rangschikken naar uurloon. De grafiek beschrijft het verschil tussen de gemiddelde uurlonen van mannen en vrouwen op hetzelfde percentiel.

Dit beeld verandert enigszins wanneer voor de kenmerken van de werkgever, werknemer en baan statistisch wordt gecorrigeerd. De belangrijkste verandering is dat de statistisch gecorrigeerde loonverschillen kleiner zijn dan feitelijke loonverschillen. Dat geldt vooral voor verschillen aan de bovenzijde van de uurloonverdeling. Na correctie verdienen vrouwen op Q5 1,7 procent minder dan mannen, op Q50 4,2 procent minder en op Q95 9,9 procent minder. Toch blijven er loonverschillen. Met andere woorden, in het bedrijfsleven verdienen vrouwen minder dan mannen en dat is met name het geval in de hoogst betaalde banen.

Deze cijfers lijken op die van 2022 (zie Van der Vliet et al., 2023b). Ook toen verdienden vrouwen in vrijwel alle loonsegmenten van het bedrijfsleven minder dan mannen. Wel is het feitelijke loonverschil afgenomen, met name aan de bovenkant. Zo verdienden vrouwen op Q95 in 2022 nog 26,5 procent minder dan mannen, terwijl dat in 2024 is afgenomen tot 24,0 procent. Ook het statistisch gecorrigeerde loonverschil is in alle loonsegmenten van het bedrijfsleven afgenomen.

6.2 Overheid

Figuur 6.2.1 laat zien hoe de uurlonen van mannen en vrouwen die bij de overheid werken zijn verdeeld. De meerderheid van hen verdient een brutoloon van tussen de 24 en 42 euro per uur. Wel is de spreiding onder mannen groter dan onder vrouwen. Er zijn relatief veel mannen die minder dan 24 euro per uur verdienen of die juist meer dan 42 euro per uur verdienen. Het loon van vrouwen ligt vaker in de middenmoot.

6.2.1 Verdeling werknemers per uurloonklasse bij de overheid, 2024
UurloonklasseMan (%)Vrouw (%)
Minder dan 90,40,1
9 tot 120,20,1
12 tot 150,40,2
15 tot 181,91,5
18 tot 214,54,0
21 tot 247,98,7
24 tot 2711,212,5
27 tot 309,811,1
30 tot 338,99,9
33 tot 3610,713,6
36 tot 399,911,0
39 tot 427,07,9
42 tot 458,27,5
45 tot 484,93,8
48 tot 514,83,3
51 tot 542,51,5
54 tot 572,11,1
57 tot 601,00,5
60 tot 631,00,5
63 tot 660,50,3
66 tot 690,40,2
69 tot 720,40,2
72 tot 750,20,1
75 tot 780,20,1
78 tot 810,10,1
81 of meer0,90,5

Figuur 6.2.2 geeft per loonsegment het feitelijke en het statistisch gecorrigeerde loonverschil tussen mannen en vrouwen die bij de overheid werken. Zoals al uit de loonverdeling bleek, ligt het feitelijke uurloon van de minst verdienende vrouwen hoger dan dat van de minst verdienende mannen. Op Q5 (de vijf procent minst verdienende mannen en vrouwen) verdienen vrouwen bijvoorbeeld 4,1 procent meer dan mannen. Naarmate het om hogere loonsegmenten gaat, wordt dit verschil kleiner. Vanaf Q25 slaat het loonverschil om in het voordeel van mannen. Op Q50 (mannen en vrouwen met een doorsnee uurloon) verdienen vrouwen 3,0 procent minder dan mannen. In de bovenste loonsegmenten is het loonverschil het nadeligst voor vrouwen. Op Q95 (de vijf procent meest verdienende mannen en vrouwen) verdienen vrouwen bijvoorbeeld 9,8 procent minder dan mannen.

6.2.2 Loonverschillen tussen vrouwen en mannen naar loonsegment, overheid, 2024
PercentielFeitelijk loonverschil (%)Statistisch gecorrigeerd loonverschil (%)
54,11,5
102,00,8
150,90,4
200,20,0
25-0,4-0,3
30-1,1-0,6
35-1,8-0,9
40-2,3-1,0
45-2,6-1,2
50-3,0-1,3
55-3,5-1,4
60-4,1-1,4
65-4,9-1,5
70-5,7-1,5
75-6,2-1,6
80-6,7-1,7
85-7,5-1,8
90-8,1-2,1
95-9,8-2,8
1)Een percentiel is een van de honderd uurloonklassen die ontstaan door mannen en vrouwen apart van elkaar te rangschikken naar uurloon. De grafiek beschrijft het verschil tussen de gemiddelde uurlonen van mannen en vrouwen op hetzelfde percentiel.

Het loonverschil tussen mannen en vrouwen bij de overheid wordt aanzienlijk kleiner na correctie voor kenmerken van de werkgever, werknemer en baan. Dat geldt zowel voor de loonsegmenten waarin vrouwen meer dan mannen verdienen als voor de loonsegmenten waarin vrouwen minder dan mannen verdienen. Na de correctie verdienen vrouwen op Q5 1,5 procent meer dan mannen, op Q50 1,3 procent minder dan mannen en op Q95 2,8 procent minder dan mannen. Kortom, het feit dat vrouwen in de laagst betaalde overheidsbanen meer dan mannen verdienen en dat vrouwen in de doorsnee en hoogst betaalde banen juist minder dan mannen verdienen, hangt sterk samen met kenmerken van de werkgever, werknemer en baan.

Deze cijfers lijken op die van 2022 (zie Van der Vliet et al., 2023b). Ook toen verdienden vrouwen in de onderste loonsegmenten van de overheid meer dan mannen, maar in de doorsnee en bovenste loonsegmenten juist minder. Wel is het loonverschil tussen mannen en vrouwen over de volle breedte afgenomen. Zo verdienden vrouwen op Q50 in 2022 nog 3,5 procent minder dan mannen, terwijl dat in 2024 iets is afgenomen tot 3,0 procent. Ook het statistisch gecorrigeerde loonverschil is in bijna alle loonsegmenten van de overheid iets kleiner geworden.