Welzijn

© ANP / Joosten Fotografie

Subjectief welzijn – of het welbevinden van de bevolking – is een belangrijk aspect van brede welvaart, omdat het sterk verweven is met de kwaliteit van leven (Diener en Suh, 1997). Informatie over het welbevinden van mensen geeft inzicht in hoe zij hun eigen leven waarderen, los van objectieve maatstaven zoals inkomen of positie op de arbeidsmarkt.

In deze paragraaf over het subjectief welzijn komt de tevredenheid met het leven aan bod. Voor meer informatie over het welzijn van de Nederlandse bevolking, zie CBS (2022).

Tevredenheid met het leven

Situatie in 2022

In 2022 zei 83,4 procent van de volwassenen in Nederland tevreden te zijn met zijn of haar leven, 13,5 procent was niet tevreden en niet ontevreden en een relatief kleine groep van 3,1 procent zei ontevreden met het leven te zijn.

  • 18- tot 35 jarigen zijn minder vaak tevreden met het leven dan de Nederlandse bevolking als geheel. Van de 18- tot 25-jarigen geeft 75,5 procent aan tevreden te zijn met het leven. Van de 25- tot 35-jarigen ligt dit aandeel op 78,6 procent. Volwassenen van 55 tot 75 jaar zijn daarentegen vaker tevreden met het leven dan de Nederlandse bevolking als geheel. Van de 55- tot 65-jarigen geeft 85,7 procent aan tevreden te zijn met het leven, van de 65- tot 75-jarigen is dat 89,7 procent.
  • Laagopgeleiden en middelbaar opgeleiden zijn minder vaak dan gemiddeld tevreden met het leven. Hoogopgeleiden zijn juist bovengemiddeld vaak tevreden met het leven.
  • Mensen die in Nederland geboren zijn met ouders die ook in Nederland geboren zijn, zijn met 84,7 procent bovengemiddeld vaak tevreden over het leven. Nederlanders die in het buitenland geboren zijn, zijn minder vaak dan gemiddeld tevreden met het leven.

De kenmerken geslacht, leeftijd, onderwijsniveau en herkomst/geboorteland kunnen samenhangen. Het percentage hoogopgeleiden is bijvoorbeeld niet gelijk in elk van de leeftijdsgroepen. Door standaardisatie van de cijfers kan hiermee rekening gehouden worden: er wordt gecorrigeerd voor de ongelijkheid in het voorkomen van bovenstaande kenmerken. Op basis van gestandaardiseerde cijfers over de tevredenheid met het leven blijven de bovenstaande bevindingen grotendeels is stand, echter:

  • Als voor de groep mensen met een middelbare opleiding wordt gecorrigeerd voor de ongelijke samenstelling naar geslacht, onderwijsniveau en migratieachtergrond ten opzichte van de andere opleidingsgroepen, dan blijkt deze groep niet meer af te wijken van het gemiddelde. Als voor de groep mensen van 75 jaar en ouder wordt gecorrigeerd voor de ongelijke samenstelling, dan blijkt deze groep vaker dan gemiddeld tevreden te zijn met het leven. Dit hangt samen met het relatief hoge aantal laagopgeleiden onder de groep 75-plussers.

Verschil tussen 2019 en 2022

Het totale aandeel mensen dat aangeeft tevreden te zijn met het leven is in 2022 3,9 procentpunt lager dan in 2019. Bij de jongere leeftijdsgroepen ( 18-35 jaar) was de daling sterker dan gemiddeld. De sterkste daling is daarbij te zien onder 18- tot 25-jarigen: In 2022 was het aandeel tevreden met het leven in deze groep bijna 11 procentpunt lager dan in 2019. Het totale aandeel mensen dat aangeeft tevreden te zijn met het leven daalde juist minder sterk dan gemiddeld onder de 45- tot 55-jarigen en 65- tot 75-jarigen.
Bij de middelbaar opgeleiden ontwikkelde de tevreden met het leven zich ongunstiger dan gemiddeld, met een daling van 5,5 procentpunt.

Literatuur:

Beuningen, J. van, K. van der Houwen en L. Moonen, 2014, Measuring well-being. An analysis of different response scales. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen/Bonaire.

CBS, 2022, StatLine 2022. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen/Bonaire.

Diener, E en E. Suh, 1997, Measuring Quality of Life: Economic, Social and Subjective Indicators. Social Indicators Research, 40 (1–2), blz. 189–216.