Meer werknemers in kinderopvang, maar vacaturegraad hoger dan ooit

© Hollandse Hoogte / marlieswessels.nl
Tussen 2019 en 2022 zijn er in de kinderopvang 20 duizend werknemers bij gekomen, maar dat was niet voldoende om aan de stijgende vraag naar personeel te voldoen. In het tweede kwartaal van 2022 stonden tegenover elke duizend banen 55 vacatures. Het is de hoogste vacaturegraad die ooit is gemeten in de kinderopvang. Dit blijkt uit cijfers van het CBS voor het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW).

In het tweede kwartaal van 2022 werkten er 117 duizend werknemers in de kinderopvang. Het verloop van het aantal werknemers tussen 2010 en 2022 is een golfbeweging. In 2010, het eerste jaar waarvoor deze cijfers beschikbaar zijn, telde de kinderopvang 96 duizend werknemers. Dit aantal is gecorrigeerd voor seizoenseffecten. Eind 2012 waren het er opnieuw ongeveer 96 duizend, na twee jaren van groei en twee jaren van krimp.

Werknemers in de kinderopvang (seizoengecorrigeerd)
JaarKwartaalWerknemers (x 1 000)
20101e kwartaal96,0
20102e kwartaal97,5
20103e kwartaal100,5
20104e kwartaal101,1
20111e kwartaal104,7
20112e kwartaal105,5
20113e kwartaal105,9
20114e kwartaal105,6
20121e kwartaal103,8
20122e kwartaal101,1
20123e kwartaal98,6
20124e kwartaal96,3
20131e kwartaal94,2
20132e kwartaal89,9
20133e kwartaal85,0
20134e kwartaal82,4
20141e kwartaal81,6
20142e kwartaal80,3
20143e kwartaal79,4
20144e kwartaal79,0
20151e kwartaal78,0
20152e kwartaal78,0
20153e kwartaal78,0
20154e kwartaal78,3
20161e kwartaal78,9
20162e kwartaal79,8
20163e kwartaal80,9
20164e kwartaal81,9
20171e kwartaal82,9
20172e kwartaal84,6
20173e kwartaal86,1
20174e kwartaal87,3
20181e kwartaal88,7
20182e kwartaal90,4
20183e kwartaal92,8
20184e kwartaal94,6
20191e kwartaal96,6
20192e kwartaal98,4
20193e kwartaal100,5
20194e kwartaal101,9
20201e kwartaal103,7
20202e kwartaal102,5
20203e kwartaal108,6
20204e kwartaal110,7
20211e kwartaal109,2
20212e kwartaal110,9
20213e kwartaal112,5
20214e kwartaal114,2
20221e kwartaal115,8
20222e kwartaal116,8

Minder vraag naar opvang tijdens economische crisis

In de periode na 2012, tijdens de economische crisis, was er minder vraag naar kinderopvang. De werkloosheid nam toe en er kwamen beperkingen op het aantal vergoede uren en de financiële vergoeding voor ouders. Daarnaast daalde tussen 2012 en 2014 ook het aantal kinderen in de opvangleeftijd. In 2014 werd de financiële vergoeding verhoogd.

In 2015 daalde het aantal werknemers tot 78 duizend, gevolgd door een vrijwel constante stijging. De gevolgen van gedwongen sluitingen van de kinderopvang in verband met de coronapandemie waren relatief klein en zorgden voor een tijdelijke afname.

Van de 117 duizend kinderopvangwerknemers in het tweede kwartaal van 2022 was bijna drie kwart jonger dan 45 jaar. Voor alle werkenden in Nederland was dat ongeveer twee derde (59 procent).

Viermaal zoveel vacatures als in begin 2018

De meting van het aantal vacatures in de kinderopvang gaat bij het CBS terug tot begin 2018. Er stonden toen 1,6 duizend vacatures open. In het derde kwartaal van 2022 waren het er ruim vier keer zoveel, namelijk 6,6 duizend.

Ook de vacaturegraad steeg in die periode. Dit cijfer laat de verhouding zien tussen het aantal vacatures en het aantal banen. Zo waren er aan het begin van 2018 op elke duizend banen 17 vacatures. Halverwege 2022 waren dat er ruim drie keer zoveel: 55 per duizend banen.

Vacaturegraad kinderopvang
JaarkwartaalKinderopvang (vacatures per 1 000 banen)Alle bedrijfstakken (vacatures per 1 000 banen)
20181e kwartaal1729
20182e kwartaal1931
20183e kwartaal2331
20184e kwartaal2830
20191e kwartaal2833
20192e kwartaal3534
20193e kwartaal3633
20194e kwartaal3233
20201e kwartaal1826
20202e kwartaal1824
20203e kwartaal2526
20204e kwartaal2025
20211e kwartaal2230
20212e kwartaal3139
20213e kwartaal3643
20214e kwartaal4543
20221e kwartaal3551
20222e kwartaal5554

Naar verhouding veel personeelswisselingen

Werknemers in de kinderopvang wisselen vaak van baan in vergelijking met andere bedrijfstakken. Een deel van de vertrekkers halverwege 2022 (vier op de tien) bleef binnen de kinderopvang werken; een kleiner deel (een op de tien) vertrok dan wel uit de kinderopvang, maar bleef wel binnen de sector zorg en welzijn. De rest (vijf op de tien) vertrok uit de sector.

In 2022 begonnen 33 duizend werknemers (28 procent van alle werknemers in de kinderopvang) in een nieuwe baan in de kinderopvang. Van alle branches in de sector zorg en welzijn was dat percentage alleen hoger in het sociaal werk. Er vertrokken halverwege datzelfde jaar 27 duizend werknemers (25 procent) naar een andere baan binnen of buiten de kinderopvang. Ook dat percentage is een van de hoogste in de sector.

In- en uitstroom werknemers kinderopvang
JaarKwartaalInstroom (x 1 000)Uitstroom (x 1 000)
20101e kwartaal29,519,5
20102e kwartaal28,318,9
20103e kwartaal29,319,8
20104e kwartaal29,820,9
20111e kwartaal30,221,4
20112e kwartaal28,620,7
20113e kwartaal27,722,3
20114e kwartaal27,423,0
20121e kwartaal25,126,0
20122e kwartaal21,926,0
20123e kwartaal19,927,4
20124e kwartaal19,729,2
20131e kwartaal19,829,5
20132e kwartaal17,028,0
20133e kwartaal14,928,5
20134e kwartaal14,928,9
20141e kwartaal15,227,9
20142e kwartaal14,924,3
20143e kwartaal15,521,0
20144e kwartaal16,219,6
20151e kwartaal15,018,6
20152e kwartaal14,817,1
20153e kwartaal14,816,2
20154e kwartaal15,616,4
20161e kwartaal16,815,9
20162e kwartaal17,315,3
20163e kwartaal18,115,2
20164e kwartaal19,015,4
20171e kwartaal19,215,3
20172e kwartaal19,815,0
20173e kwartaal20,715,4
20174e kwartaal21,616,4
20181e kwartaal23,717,8
20182e kwartaal23,718,0
20183e kwartaal25,418,8
20184e kwartaal26,319,0
20191e kwartaal26,818,8
20192e kwartaal26,618,5
20193e kwartaal27,119,5
20194e kwartaal27,219,9
20201e kwartaal27,119,9
20202e kwartaal23,919,8
20203e kwartaal26,618,7
20204e kwartaal27,919,1
20211e kwartaal25,719,9
20212e kwartaal26,117,7
20213e kwartaal25,722,0
20214e kwartaal28,625,2
20221e kwartaal32,926,2
20222e kwartaal33,027,2

Meeste nieuwe werknemers stromen direct in vanuit opleiding

Van de 33 duizend werknemers die in 2022 gingen werken in de kinderopvang kwam een derde (11 duizend) rechtstreeks van een opleiding. 11 duizend kwamen uit een andere baan in de kinderopvang en 5 duizend hadden al eens eerder in de kinderopvang gewerkt, de zogeheten herintreders. Daarnaast kwamen er 3 duizend uit andere branches binnen de sector en ook ruim 3 duizend van buiten de sector, de zogeheten zij-instromers.

Instroom werknemers kinderopvang, 2e kwartaal 2022
 Instroom (x 1 000)
Onderwijs
(en overig)
11
Binnen branche11
Herintreders5
Andere branche
zorg en welzijn
3
Zij-instromers3

Aantal flexwerkers niet hoger dan gemiddeld

Hoewel er naar verhouding veel wisselingen zijn onder de werknemers in de kinderopvang, is het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie in de kinderopvang niet uitzonderlijk hoog. In 2021 waren het er 34 duizend. Dat komt overeen met 29 procent van de totale werkzame beroepsbevolking in de kinderopvang en is vrijwel gelijk aan het percentage voor alle werkenden in Nederland (28).

Naast werknemers met een flexibele arbeidsrelatie worden ook zzp’ers veelal tot de flexwerkers gerekend. Binnen de kinderopvang werkten 11 duizend zzp’ers in 2021, dat is 9 procent van de totale werkzame beroepsbevolking in de kinderopvang. Dat was een kleiner aandeel dan de 12 procent zzp’ers onder alle werkenden.