Bijna derde jongeren in horeca na eerste coronajaar zonder werknemersbaan

© Hollandse Hoogte / Marcel van den Bergh
Van de 395 duizend werknemers in de horeca in januari 2020 waren er 203 duizend jonger dan 25 jaar. Bijna een derde van die jongeren had een jaar later geen baan meer als werknemer. In verreweg de meeste gevallen ging het om flexwerkers. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

Er zijn al verschillende analyses geweest van de arbeidsmarkt in coronatijd, maar ditmaal heeft het CBS voor het eerst gedetailleerd gekeken naar de samenstelling van de werknemers in de horeca in het eerste coronajaar. De bron die daarvoor is gebruikt geeft geen uitsluitsel over zelfstandigen en over uitzendkrachten.

Uit het onderzoek blijkt hoe groot de rol is van jongeren in de horeca. Meer dan de helft van de 395 duizend werknemers was in januari 2020 jonger dan 25 jaar. Een jaar later was het totaal aantal werknemers met ruim 100 duizend geslonken tot 289 duizend. Een kwart van de werknemers, 99 duizend, had in januari 2021 geen werknemersbaan meer. Ter vergelijking: in 2019 lag dat aandeel op ruim 15 procent.

Bij de jongeren lag het percentage zonder werknemersbaan hoger. Van de 203 duizend 25-minners in de horeca, hadden er 61 duizend een jaar later geen werknemersbaan meer. Dat komt neer op 30 procent. Het overgrote deel van deze baanverlaters (94 procent) had een flexibel arbeidscontract.

Werknemers in de horeca, januari
 2020 (x 1 000)2021 (x 1 000)
Tot 25 jaar202,6130,1
25 tot 35 jaar75,159,1
35 tot 45 jaar43,636,7
45 tot 55 jaar40,834,2
55 tot 65 jaar27,624,7
65 jaar en ouder5,64,4

Meer uitstroom bij onderwijsvolgenden

Het grootste deel van de horecawerknemers tot 25 jaar volgt onderwijs, 139 duizend van de 203 duizend stonden zowel in januari als december 2020 ingeschreven bij een onderwijsinstelling. Van hen zat een groter gedeelte (32 procent) een jaar later zonder werknemersbaan dan van degenen die geen onderwijs volgden (23 procent). Een jaar eerder was er in dit opzicht nauwelijks verschil tussen beide groepen.

Werknemers tot 25 jaar die 12 maanden eerder in de horeca werkten, januari1)
 Nog in horeca (x 1 000)Baan buiten horeca (x 1 000)Geen werknemersbaan (x 1 000)
Totaal werknemers tot 25 jaar
202086,655,260,8
2019110,54836,3
Onderwijsvolgend
20205836,445
201975,230,324,5
Niet onderwijsvolgend
202019,27,78,1
201921,77,35,9
1)Onderwijsvolgenden waren in het jaar voorafgaand aan de peilmaand in zowel januari als december ingeschreven bij een onderwijsinstelling. Niet-onderwijsvolgenden waren in beide maanden niet ingeschreven bij een onderwijsinstelling.

Vaker geen inkomen of uitkering

Verschil tussen wel en niet onderwijsvolgende jongeren was er ook op het gebied van inkomen. Van de onderwijsvolgende horecawerknemers tot 25 jaar die in december 2020 geen werknemersbaan meer hadden, zat ruim de helft (54 procent) op dat moment ook zonder inkomen. Een jaar eerder was dat 47 procent.

Bij de niet-onderwijsvolgende collega’s was het aandeel dat zowel zonder werknemersbaan als zonder inkomen zat juist kleiner dan een jaar eerder. Vaker dan in 2019 maakten zij aanspraak op een uitkering. In december 2020 had 29 procent van de baanverlaters een uitkering, tegen 16 procent in 2019.

Onderwijsvolgende baanverlaters tot 25 jaar die in januari werknemer waren in de horeca1)
 Wel inkomen (%)Geen inkomen (%)
December
2020
45,754,3
December
2019
52,947,1
1)Gedetailleerde gegevens over inkomen zijn beschikbaar tot en met december 2020. Daarom is voor beide jaren december als meetpunt genomen. Voor een deel van de jongeren die in januari geen werknemersbaan meer hadden is in de voorafgaande maand december nog inkomen uit die baan geregistreerd.

Niet-onderwijsvolgende baanverlaters tot 25 jaar die in januari werknemer waren in de horeca1)
 Geen inkomen (%)Uitkering (%)Inkomen als werknemer of zelfstandige (%)Onbekend (%)
December
2020
30,128,626,714,5
December
2019
33,916,133,416,4
1)Gedetailleerde gegevens over inkomen zijn beschikbaar tot en met december 2020. Daarom is voor beide jaren december als meetpunt genomen. Voor een deel van de jongeren die in januari geen werknemersbaan meer hadden is in de voorafgaande maand december nog inkomen uit die baan geregistreerd.