Meer werkenden met kleine deeltijdbaan

Fietskoeriers aan het werk
© Hollandse Hoogte / Sabine Joosten
In het eerste kwartaal van 2021 waren er 83 duizend meer werkenden met een baan van minder dan 12 uur per week dan een jaar eerder. Ook in het derde en vierde kwartaal van 2020 was het aantal werkenden met een kleine deeltijdbaan al toegenomen. In deze groep zijn er meer mensen dan een jaar geleden die graag meer uren willen werken. Dit meldt het CBS op basis van de nieuwste cijfers uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB).

Na een afname in het tweede kwartaal van 2020, toen de eerste coronamaatregelen van kracht waren, is het aantal deeltijdwerkers met een gebruikelijke arbeidsduur van minder dan 12 uur per week sinds het derde kwartaal van 2020 alsmaar toegenomen. In het eerste kwartaal van 2021 waren er 83 duizend meer werkenden met een dergelijke kleine deeltijdbaan dan een jaar eerder. Ook de groep werkenden die gemiddeld 28 tot 35 uur per week werken nam elk kwartaal toe ten opzichte van een jaar eerder. Het aantal werkenden die 12 tot 20 uur per week werken, en het aantal voltijders, nam vanaf het tweede kwartaal van 2020 af.

Deeltijders en voltijders (gebruikelijke arbeidsduur)
JaarKwartaalMinder dan 12 uur per week (t.o.v. jaar eerder (x 1 000 15- tot 75-jarigen) )12 tot 20 uur per week (t.o.v. jaar eerder (x 1 000 15- tot 75-jarigen) )20 tot 28 uur per week (t.o.v. jaar eerder (x 1 000 15- tot 75-jarigen) )28 tot 35 uur per week (t.o.v. jaar eerder (x 1 000 15- tot 75-jarigen) )Voltijds (t.o.v. jaar eerder (x 1 000 15- tot 75-jarigen) )
20191e kwartaal-919557671
20192e kwartaal136-35104105
20193e kwartaal13-1-111235
20194e kwartaal5-1-138377
20201e kwartaal-47-4013648
20202e kwartaal-18-481446-53
20203e kwartaal12-15-94-48
20204e kwartaal61-49-568-113
20211e kwartaal83-56714-87

Feitelijk gewerkte uren lager tijdens coronacrisis

Bij de gebruikelijke arbeidsduur gaat het om het aantal uren dat iemand in een normale of gemiddelde werkweek werkt. Dit komt niet altijd overeen met het aantal feitelijk gewerkte uren in een bepaalde week. Het aantal feitelijk gewerkte uren nam vooral in het tweede kwartaal van 2020, tijdens de eerste coronagolf, sterk af ten opzichte van een jaar eerder: van gemiddeld 29 uur per week in het tweede kwartaal van 2019, naar 27 uur per week in het tweede kwartaal van 2020. Ook in het vierde kwartaal van 2020 gaven werkenden aan dat het aantal feitelijk gewerkte uren lager was dan in dezelfde periode een jaar eerder.

Toename aantal deeltijdwerkers die meer willen werken

Het aantal deeltijdwerkers die meer uren zouden willen werken - en daarvoor ook beschikbaar zijn (onderbenutte deeltijdwerkers) - nam tot het tweede kwartaal van 2020 nog af ten opzichte van een jaar eerder, maar nam daarna voortdurend toe. In het eerste kwartaal van 2021 lag het aantal deeltijders die meer wilden werken 71 duizend hoger dan een jaar eerder. Deze stijging was met 50 duizend het grootst onder deeltijders die minder dan 12 uur per week werkten. Ook in eerdere kwartalen gaven deze werkenden met een kleine deeltijdbaan al aan meer te willen werken.

Onderbenutte deeltijdwerkers1)
JaarKwartaalMinder dan 12 uur per week (t.o.v. jaar eerder (x 1 000 15- tot 75-jarigen) )12 tot 20 uur per week (t.o.v. jaar eerder (x 1 000 15- tot 75-jarigen) )20 tot 28 uur per week (t.o.v. jaar eerder (x 1 000 15- tot 75-jarigen) )28 tot 35 uur per week (t.o.v. jaar eerder (x 1 000 15- tot 75-jarigen) )Voltijds (t.o.v. jaar eerder (x 1 000 15- tot 75-jarigen) )
20191e kwartaal-5-10-2342
20192e kwartaal-18-16-26-3-2
20193e kwartaal-10-13-12-4-1
20194e kwartaal-5-21-9-110
20201e kwartaal-9-9-20-8-4
20202e kwartaal60106-40
20203e kwartaal371841
20204e kwartaal38138121
20211e kwartaal5011811
1)Deeltijdwerkers in de eerste werkkring. Onderbenutte deeltijdwerkers die voltijds werken, werken in totaal (alle werkkringen samen) 35 uur of meer per week.