Economische positie vrouw tot 2020 verder verbeterd

© CBS / Alrik Swagerman
In 2019 was bijna 64 procent van de vrouwen economisch zelfstandig. Dat aandeel is in de vier jaren na de vorige economische crisis veel sterker gestegen dan in de periode daarvoor. Het is nog steeds lager dan bij mannen (81 procent), maar het verschil is kleiner geworden. Vrouwen zijn vaker en meer uren gaan werken, en de werkloosheid nam af. Maar in de coronacrisis van 2020 steeg de werkloosheid, ook bij mannen. Dat blijkt uit de elfde Emancipatiemonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Het percentage economisch zelfstandige vrouwen van 15 jaar tot de AOW-leeftijd (uitgezonderd onderwijsvolgenden) steeg van 61 procent in 2017 naar 64 procent in 2019. Dat is de grootste toename in twaalf jaar tijd. Tussen 2017 en 2019 zijn ook meer vrouwen gaan werken, de nettoarbeidsparticipatie nam toe van 73 naar 76 procent. Bij mannen was de stijging minder sterk: van 85 procent naar ruim 86 procent. In afgelopen jaren boden vooral meer vrouwen zich aan op de arbeidsmarkt en profiteerden zij meer dan mannen van de werkgelegenheidsgroei.
Economisch zelfstandigen (15 jaar tot AOW-leeftijd)1)
JaarVrouwen (tot 2011) (%)Vrouwen (vanaf 2011) (%)Mannen (tot 2011) (%)Mannen (vanaf 2011) (%)
200751,879,1
200853,679,5
200954,178,2
201054,377,3
201155,256,577,878,9
201256,878,2
201356,777,3
201457,177,5
201557,978,2
201659,379,0
201760,779,7
201862,580,8
2019*63,881,1
1) exclusief onderwijsvolgenden. Tot 2011 steekproefgegevens, daarna registergegevens.
*voorlopige cijfers

Vrouwen werken meer uren

Na de vorige economische crisis begon ook de gemiddelde arbeidsduur van vrouwen te groeien. Tussen 2017 en 2019 is deze net als in de twee jaar daarvoor met ruim een half uur toegenomen, tot 28,5 uur per week. Bij mannen bleef de gemiddelde arbeidsduur onveranderd op bijna 39 uur. Werkende mannen zouden gemiddeld een half uur minder willen werken dan ze doen, werkende vrouwen juist een half uur meer.

De meeste in deeltijd werkende vrouwen zouden naar eigen zeggen onder bepaalde voorwaarden of omstandigheden meer uren willen werken, bijvoorbeeld als werktijden op het privéleven afgestemd kunnen worden of als het gezinsinkomen ontoereikend is. Vrouwen vinden betaald werk net zo belangrijk als mannen, maar zijn minder gericht op het maken van carrière. Ook zeggen ze vaker liever niet voltijds te werken, om tijd over te houden voor andere dingen: 68 procent van alle vrouwen en bijna de helft van alle mannen geeft dat aan.

Tweede generatie vrouwen maakt inhaalslag

Vrouwen met een migratieachtergrond die zelf in Nederland geboren zijn - de tweede generatie - zijn veel vaker economisch zelfstandig dan vrouwen van de eerste generatie. Vooral bij vrouwen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond is het verschil groot. Van de eerste generatie kon ruim een kwart financieel op eigen benen staan, bij de tweede generatie is dat bijna 60 procent. Daarmee is er relatief weinig verschil met vrouwen zonder migratieachtergrond. Tweedegeneratie vrouwen met een Antilliaanse of Surinaamse achtergrond zijn met bijna 70 procent vaker economisch zelfstandig dan vrouwen met een Nederlandse achtergrond. Dat hangt samen met hun gemiddeld langere werkweek: 32 uur tegenover 28 uur bij vrouwen zonder migratieachtergrond.

Economisch zelfstandige vrouwen, migratieachtergrond, 2019 1)
Achtergrond1e generatie (% 15 jaar tot AOW-leeftijd)2e generatie (% 15 jaar tot AOW-leeftijd)Nederlands (% 15 jaar tot AOW-leeftijd)
Turks27,359,2
Marokkaans25,358,9
Surinaams59,568,0
Antilliaans 2)55,869,2
Nederlands67,5
1) voorlopige cijfers, exclusief onderwijsvolgenden 2) Bonaire, Curaçao, Saba, Sint-Eustatius, Sint-Maarten of Aruba als migratieachtergrond

Werkloosheid in 2020 toegenomen

De werkloosheid is tot en met het derde kwartaal van 2020 gestegen, bij vrouwen nog iets sterker dan bij mannen. In het derde kwartaal was 3,5 procent van de vrouwen werkloos, een jaar eerder 2,7 procent. Bij mannen waren deze cijfers 3,1 procent en 2,8 procent. Het man-vrouwverschil, dat tussen 2017 en 2019 vrijwel verdween, is in de coronacrisis weer toegenomen.

Werkloosheid 1)
   Vrouwen (%)Mannen (%)
20191e kwartaal3,33,2
20192e kwartaal2,72,8
20193e kwartaal2,72,6
20194e kwartaal2,82,8
20201e kwartaal2,52,6
20202e kwartaal3,02,8
20203e kwartaal3,53,1
1) 15- tot 65-jarigen, exclusief onderwijsvolgenden

In het tweede en derde kwartaal van 2020, tijdens de coronacrisis, bleef de arbeidsparticipatie van mannen en vrouwen vrijwel gelijk aan die in dezelfde kwartalen van 2019. Dat geldt alleen voor mensen die geen onderwijs volgen, bij scholieren en studenten was de nettoarbeidsparticipatie een stuk lager dan een jaar eerder.

In het tweede kwartaal van 2020, tijdens de intelligente lockdown, hebben vrouwen en mannen minder uren gewerkt dan in hetzelfde kwartaal van 2019. In het derde kwartaal was er geen verschil meer met een jaar eerder.

Verder in de Emancipatiemonitor 2020

  • Nederland stijgt van plek 6 naar plek 5 op de EU-ranglijst van man-vrouwgelijkheid.
  • Het verschil in uurloon van vrouwen en mannen is in twee jaar tijd gelijk gebleven.
  • Minder dan mannen zijn vrouwen slachtoffer van geweld, maar ze voelen zich onveiliger.
  • Toename van vrouwen in technische beroepen en in topfuncties.
  • Vrouwen leven langer, maar minder lang gezond.
De Emancipatiemonitor, die om het jaar verschijnt, is een samenwerkingsverband tussen het CBS en het SCP. Dit is de elfde editie, en de tweede digitale publicatie. In aanvulling op de monitor bevat de CBS-databank m/v-stat een breed scala aan sociaaleconomische statistieken over vrouwen en mannen.