160 duizend minder mensen met werk in april

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
Oudere man zit de krant te lezen op een leeg terras
© Hollandse Hoogte / Luuk van der Lee Fotografie
Het aantal mensen met betaald werk daalde in april met 160 duizend naar 8,9 miljoen. Een terugval van die omvang in een maand tijd is niet eerder voorgekomen sinds er maandcijfers worden samengesteld (vanaf 2003). Bij jongeren was de daling met meer dan 100 duizend het grootst. Het aantal werklozen was in april 314 duizend. Dat is een toename met 41 duizend, onder wie 25 duizend jongeren. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

UWV registreerde eind april 292 duizend lopende WW-uitkeringen, een toename van 42 duizend ten opzichte van een maand eerder.

Werkloosheid* en WW-uitkeringen
   Werkloosheidsindicator (ILO)
(15 tot 75 jaar, seizoengecorrigeerd) (x 1 000)
WW-uitkeringen (15 jaar tot AOW-leeftijd) (x 1 000)
2012januari486292
2012februari482299
2012maart487296
2012april502292
2012mei501291
2012juni502291
2012juli518298
2012augustus517304
2012september530304
2012oktober539310
2012november554322
2012december572340
2013januari589369
2013februari601377
2013maart619380
2013april625380
2013mei632378
2013juni648382
2013juli666395
2013augustus670399
2013september675400
2013oktober680408
2013november677419
2013december687438
2014januari691460
2014februari699460
2014maart692454
2014april684443
2014mei672436
2014juni656431
2014juli648437
2014augustus637430
2014september630420
2014oktober632419
2014november635425
2014december643441
2015januari645458
2015februari633455
2015maart626443
2015april625427
2015mei617416
2015juni611410
2015juli603420
2015augustus604420
2015september609417
2015oktober616421
2015november596427
2015december588446
2016januari574465
2016februari581469
2016maart574470
2016april572461
2016mei560448
2016juni550438
2016juli541432
2016augustus521427
2016september510424
2016oktober502420
2016november499410
2016december482412
2017januari480419
2017februari473416
2017maart463415
2017april456401
2017mei456386
2017juni446372
2017juli436364
2017augustus426362
2017september422351
2017oktober404343
2017november397337
2017december395330
2018januari380335
2018februari367330
2018maart357327
2018april355314
2018mei352301
2018juni354288
2018juli348279
2018augustus353278
2018september343274
2018oktober337269
2018november326267
2018december329263
2019januari329279
2019februari312274
2019maart307268
2019april300257
2019mei302251
2019juni313243
2019juli313234
2019augustus321237
2019september323233
2019oktober323233
2019november324228
2019december302223
2020januari284241
2020februari274240
2020maart273250
2020april*314292
* de uitkomsten voor april zijn voorlopig

De werkloosheid wordt vastgesteld aan de hand van steekproeven. Om de fluctuaties als gevolg van het steekproefkarakter zo klein mogelijk te maken, hanteert het CBS doorgaans de ontwikkeling in de afgelopen drie maanden. Omdat de recente maatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan een sterke uitwerking hebben op de arbeidsmarkt, worden in dit bericht de ontwikkelingen in de afgelopen maand wel nader belicht. De cijfers zijn, anders dan gebruikelijk, voorlopig en kunnen de komende maanden nog worden bijgesteld. Voor meer informatie over de totstandkoming van werkloosheidscijfers, zie Werkloosheid en de coronacrisis: wat meet het CBS precies?

Grootste toename werkloosheidspercentage sinds 2003

In april waren er 314 duizend werklozen, dat komt neer op 3,4 procent van de beroepsbevolking. In maart was dit 2,9 procent. Dit is de grootste toename van het werkloosheidspercentage in een maand sinds 2003, het eerste jaar waarvoor maandcijfers beschikbaar zijn. Slechts een deel van de afname van het aantal werkenden leidt tot meer werkloosheid. De overige niet-werkenden behoren niet tot de beroepsbevolking omdat ze niet op zoek zijn naar werk of niet beschikbaar zijn. De niet-beroepsbevolking is in de afgelopen maand toegenomen met 124 duizend personen.

Een deel van de niet-beroepsbevolking betreft het zogeheten overig onbenut arbeidspotentieel. Het zijn degenen zonder betaald werk die wel beschikbaar zijn voor werk en niet hebben gezocht, en degenen die wel hebben gezocht en niet beschikbaar zijn. Daarmee wordt een minder strikte afbakening van het arbeidsaanbod gehanteerd om het totale onbenut potentieel onder niet-werkenden weer te geven. De grootte en samenstelling van deze groepen worden alleen per kwartaal gepubliceerd.

UWV: Grote toename WW-uitkeringen in april

Het aantal lopende WW-uitkeringen nam in april flink toe, naar 292 duizend. Dat zijn 42 duizend WW-uitkeringen meer dan in maart (+16,7 procent). Vergeleken met april 2019 nam het aantal WW-uitkeringen toe met 13,5 procent.

UWV: Fors meer nieuwe WW-uitkeringen

UWV registreerde in april bijna 74 duizend nieuwe WW-uitkeringen. Dat is fors meer dan in maart toen er 38 duizend nieuwe WW-uitkeringen bij kwamen. April telde wel één verslagweek meer dan maart. Kijkend naar het gemiddeld aantal nieuwe WW-uitkeringen per week steeg dit van 9,4 duizend per week in maart naar 14,7 duizend per week in april.

In april nam het aantal nieuwe WW-uitkeringen in alle sectoren toe. Sectoren met de grootste toename zijn de schoonmaakbranche, uitzendbedrijven, detailhandel, cultuur en horeca en catering. Daarnaast nam in april het aantal nieuwe WW-uitkeringen toe in alle leeftijdsgroepen, en was de toename het grootst bij de 15- tot 25-jarigen. Het gemiddeld aantal nieuwe WW-uitkeringen per week lag bij de 15-tot 25-jarigen in april 75 procent hoger dan een maand eerder.

Recordafname aantal werkenden door meer baanverliezers en minder baanvinders

De afname van het aantal mensen met werk en de toename van het aantal werklozen zijn een resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, werkloze en niet-beroepsbevolking. Het onderstaande schema laat de wisselingen tussen de drie arbeidsposities zien. Er waren in april niet alleen meer mensen die hun baan verloren, maar ook minder mensen die startten met werken.

* voorlopige cijfers

Er gingen vooral minder mensen aan de slag die eerder niet tot de beroepsbevolking behoorden. Dit aantal is gedaald van 201 duizend in maart tot 119 duizend in april. Het gaat dan bijvoorbeeld om jongeren die in een (bij)baan startten, terwijl ze eerder niet werkloos waren. Dat wil zeggen: ze waren 3 maanden eerder nog niet op zoek naar werk. Ook het aantal baanvinders dat drie maanden eerder wel werkloos was nam af, van 94 duizend in maart naar 73 duizend in april.

Naast de daling van het aantal baanvinders is er een bijna even grote stijging van het aantal baanverliezers in april. Er was een toename van 222 duizend naar 268 duizend baanverliezers die de arbeidsmarkt verlieten. Dat wil zeggen dat ze, nadat ze geen werk meer hadden, niet op zoek waren naar werk en/of hiervoor niet beschikbaar waren. Daarnaast werden in maart nog 61 duizend mensen werkloos die drie maanden eerder nog werkzaam waren. Ook dit aantal is in april toegenomen en kwam uit op 104 duizend.

Personen die van arbeidspositie wisselen t.o.v. drie maanden eerder*
   Werk naar werkloos (x 1 000)Werk naar niet-beroepsbevolking (x 1 000)Werkloos naar werk (x 1 000)Niet-beroepsbevolking naar werk (x 1 000)
2019apr6719898200
2019mei7019795204
2019juni7320192218
2019jul7019688208
2019aug6919582202
2019sep6720388206
2019okt6819886221
2019nov6920289219
2019dec6220192223
2020jan5920097226
2020feb56203102220
2020mrt6122294201
2020apr10426873119
* de uitkomsten voor april zijn voorlopig

Het CBS publiceert maandelijks volgens de internationale richtlijnen over de beroepsbevolking. De bijbehorende indicatoren, de werkzame en werkloze beroepsbevolking, worden wereldwijd gebruikt om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te beschrijven. Daarbij zijn maandcijfers essentieel. Daarnaast publiceert het UWV maandelijks over het aantal WW-uitkeringen. Deze UWV-cijfers over uitkeringen zijn niet één-op-één vergelijkbaar met de indicatoren over de beroepsbevolking.