Belang milieusector in Nederlandse economie neemt toe

© ANP
De toegevoegde waarde van de milieusector was 15,8 miljard euro in 2016, goed voor 2,2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2016. Het aandeel van de milieusector in de Nederlandse economie bedroeg in 2001 nog 1,7 procent. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de milieusector.

De milieusector bestaat uit bedrijven en instanties die economische activiteiten ontplooien die gericht zijn op de bescherming van het milieu en het beheren van natuurlijke hulpbronnen. Milieubeschermingsactiviteiten zijn bijvoorbeeld het meten, voorkomen en corrigeren van milieuschade door lucht-, water- en bodemvervuiling. Andere voorbeelden zijn het beheer van afval, het zuiveren van afvalwater, het beperken van geluidoverlast en de bescherming van ecosystemen.

Onder het beheer van natuurlijke hulpbronnen kan gedacht worden aan het produceren van schonere technologieën, producten en diensten, zoals de productie van hernieuwbare energie, elektrisch vervoer, en energiebesparende activiteiten zoals isolatiewerkzaamheden. Maar ook activiteiten zoals waterbeheer en recycling van materialen worden meegenomen onder het beheer van natuurlijke hulpbronnen.

Tussen 2001 en 2016 is het aandeel van de milieusector in de totale economie gestaag toegenomen. Het aandeel van activiteiten gericht op het beheren van natuurlijke hulpbronnen is verdubbeld, van 0,55 procent in 2001 tot 1,02 procent in 2016. Het aandeel van milieubeschermingsactiviteiten bleef met 1,2 procent in 2016 nagenoeg gelijk aan dat van 2001 (1,1 procent).

Aandeel toegevoegde waarde milieusector in bbp
 Milieubescherming (%)Beheer natuurlijke hulpbronnen (%)
20011,110,55
20021,130,56
20031,180,55
20041,160,55
20051,120,58
20061,150,59
20071,160,60
20081,200,66
20091,250,70
20101,240,69
20111,250,76
20121,240,76
20131,260,82
20141,250,92
20151,221,00
2016*1,211,02
*voorlopige cijfers

Stijging werkgelegenheid zet door

De werkgelegenheid in de milieusector is tussen 2001 en 2016 toegenomen van 115 duizend naar 135 duizend voltijdbanen, een stijging van 18 procent. De werkgelegenheid gerelateerd aan milieubescherming is gedurende deze periode nagenoeg gelijk gebleven. Wel is er een verschuiving te zien van afval- en afvalwatermanagement naar de overige activiteiten die zijn gericht op milieubescherming. Zo is de werkgelegenheid toegenomen die is gerelateerd aan milieukeuring en controle, milieuadvies, en de productie van industriële milieuapparatuur.

De werkgelegenheid gerelateerd aan het beheer van natuurlijke hulpbronnen is tussen 2001 en 2016 toegenomen van 41 duizend naar 61 duizend voltijdbanen. Deze stijging deed zich vooral voor bij activiteiten die gericht zijn op energiebesparing, zoals isolatieactiviteiten door de bouwsector, en de productie van hernieuwbare energie. Onder de productie van hernieuwbare energie valt zowel het opwekken van energie als de ontwikkeling, productie, installatie en bouw van de benodigde energiesystemen, zoals het plaatsen van zonnepanelen op huizen of de bouw van windparken op zee. Ook de werkgelegenheid gerelateerd aan waterbeheer, het beheer van mineralen (recycling) en de overige activiteiten die gericht zijn op het beheer van natuurlijke hulpbronnen is gestegen.

Werkgelegenheid milieusector naar milieudomein
 Afvalwatermanagement (x 1 000 voltijdbanen)Afvalmanagement (x 1 000 voltijdbanen)Bescherming en herstel bodem, grond- en oppervlaktewater (x 1 000 voltijdbanen)Overige activiteiten milieubescherming, o.a. overheidsactiviteiten, consultancy, onderwijs (x 1 000 voltijdbanen)Beheer van energiebronnen (x 1 000 voltijdbanen)Waterbeheer (x 1 000 voltijdbanen)Beheer van mineralen (x 1 000 voltijdbanen)Overige activiteiten beheer natuurlijke hulpbronnen (x 1 000 voltijdbanen)
Milieubescherming, 200127181019
Milieubescherming, 201624181023
Beheer natuurlijke hulpbronnen, 200134430
Beheer natuurlijke hulpbronnen, 201649641

Nederlandse milieusector rond het EU-gemiddelde

De bijdrage van milieuactiviteiten aan het bbp lag in de Europese Unie gemiddeld op 2,0 procent in 2015. Het Nederlandse gemiddelde lag hier net boven met 2,1 procent toegevoegde waarde van het bbp. Estland, Oostenrijk en Zwitserland scoren relatief hoog met respectievelijk 4,5 procent, 3,6 procent en 3,3 procent toegevoegde waarde van het bbp. Onderaan staan Ierland, Frankrijk en Slovenië met respectievelijk 0,7 procent, 1,5 procent en 1,5 procent toegevoegde waarde van het bbp.

Aandeel toegevoegde waarde milieusector in bbp
 2015 (%)2014 (%)
Estland4,54,0
Oostenrijk3,63,7
Zwitserland3,33,2
Denemarken3,12,9
Letland2,82,6
Tsjechië2,62,5
Litouwen2,42,3
Portugal2,42,4
Polen2,42,5
Nederland2,12,1
Europese Unie*2,02,1
Spanje2,02,0
Roemenië2,02,3
België1,91,9
Duitsland1,71,8
Kroatië1,71,8
Bulgarije1,71,5
Verenigd Koninkrijk1,61,5
Zweden1,51,6
Slovenië1,51,8
Frankrijk1,51,5
Ierland0,70,8
* huidige samenstelling Europese Unie (28 landen)