Eén op de drie arbeidsgehandicapten heeft betaald werk

In 2013 had 14 procent van alle 15- tot 65-jarigen in Nederland – bijna 1,6 miljoen mensen – een arbeidshandicap. Zij hebben een langdurige ziekte, aandoening of handicap die hen belemmert bij het uitvoeren of vinden van werk. Een derde van deze arbeidsgehandicapten had betaald werk van 12 uur per week of meer, vaak in vaste loondienst en relatief vaak in deeltijd. Eén op de tien arbeidsgehandicapten met betaald werk zou meer uren willen werken. Dit maken het CBS en het ROA vandaag bekend.

Arbeidsparticipatie arbeidsgehandicapten relatief laag

De netto arbeidsparticipatie van arbeidsgehandicapten is relatief laag: in 2013 werkte één op de drie 12 uur of meer per week. Personen zonder arbeidshandicap werkten ruim tweemaal zo vaak (72 procent). Arbeidsgehandicapten zijn ook relatief vaak werkloos: hun werkloosheidspercentage is met 15,8 bijna tweemaal zo hoog als van personen zonder arbeidshandicap (7,6 procent). In vergelijking met werkenden zonder arbeidsbelemmering is het verschil in werkloosheid bij hoogopgeleide arbeidsgehandicapten aanzienlijk kleiner dan bij laag- en middelbaaropgeleide arbeidsgehandicapten. Voor de arbeidsparticipatie is dit niet het geval: de arbeidsparticipatie stijgt als het opleidingsniveau toeneemt, maar blijft ook op het hoogste niveau duidelijk achter bij de participatie van niet-arbeidsgehandicapten.

Relatief weinig arbeidsgehandicapten met flexibel dienstverband

Vergeleken met niet-arbeidsgehandicapten hadden arbeidsgehandicapten met betaald werk in 2013 minder vaak een flexibel contract: 17 procent versus 12 procent. Hierbij speelt de hogere gemiddelde leeftijd van mensen met een arbeidshandicap een rol. In 2013 was de helft van alle arbeidsgehandicapten 50 jaar of ouder. Ter vergelijking: onder de niet-arbeidsgehandicapten is het aandeel 50-plussers 28 procent. Van alle arbeidsgehandicapten met een betaalde baan van 12 uur of meer per week werken ruim zeven op de tien in vaste loondienst. Dat is iets meer dan niet-arbeidsgehandicapten. Ook werken arbeidsgehandicapten iets vaker als zelfstandige.

De meeste arbeidsgehandicapten werken in de gezondheids- en welzijnszorg, de industrie en de handel. Dit komt mede door de grote omvang van deze bedrijfstakken. Relatief gezien zijn vooral in de industrie en de gezondheids- en welzijnszorg veel personen met een arbeidshandicap werkzaam.

1) Totaal aantal arbeidsgehandicapten (c.q. niet-arbeidsgehandicapten) is 100 procent, exclusief bedrijfstak onbekend.

Ruim vier op de tien werkende arbeidsgehandicapten hebben voltijdbaan

Van de werkenden zonder arbeidshandicap werkte 59 procent voltijd. Van de arbeidsgehandicapten was dit met 43 procent een kleiner deel. Bijna zes op de tien werkenden met een arbeidshandicap werkten dus deeltijd. Van de deeltijders werkt het gros 20 tot 35 uur per week.

Eén op de tien arbeidsgehandicapten wil meer werken

De gewenste arbeidsduur van werknemers met een arbeidshandicap komt doorgaans overeen met het feitelijke aantal uren dat zij werken. Acht op de tien wensen geen verandering in hun arbeidsduur. Eén op de tien wil meer uren werken en eveneens één op de tien wil juist minder uren werken of zelfs stoppen met werken. Dit laatste percentage is iets hoger dan bij werknemers zonder arbeidshandicap.

Bronnen: