Achterstandsscores per school, 2018

Tabel die inzicht geeft in achterstandsscores (geaggregeerde onderwijsscores) per basisschoolvestiging.

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs herzien. In het nieuwe beleid maakt zij gebruik van de onderwijsachterstandenindicator die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eerder in opdracht van het ministerie heeft ontwikkeld (zie Referenties). Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per leerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per basisschoolvestiging. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand op scholen uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over scholen kan verdelen.

In 2019 wordt het nieuwe beleid van kracht. De onderwijsachterstandenbudgetten worden dan verdeeld op basis van de achterstandsscores op scholen op 1 oktober 2018. Daarbij is op verzoek van OCW gebruik gemaakt van de definitieve achterstandsscoreformule en verfijnde imputatiemethode.

Eerder heeft het CBS soortgelijke cijfers berekend. Die cijfers waren echter nog niet berekend volgens de definitieve achterstandsformule omdat die destijds nog niet bekend was. Ook bleek uit die cijfers dat bij een kleine groep scholen waarvoor relatief veel imputaties nodig zijn, grote herverdeeleffecten ontstonden. Om dat zo veel mogelijk te verhelpen, zijn de imputatiemethoden nadien verfijnd. Dit wordt toegelicht in het vierde methodologische rapport.

De tabel geeft de achterstandsscores per school weer die op basis van de populatie basisschoolleerlingen op 1 oktober 2018 zijn uitgerekend.

Let op, deze cijfers zijn herzien, de actuele cijfers vindt u hier.