1. Inleiding
Ook in tijden van het coronavirus wordt een groot beroep gedaan op mantelzorgers. Doordat professionele partijen zoals wijkverpleging, dagbesteding, vrijwilligers en huishoudelijke hulpen, minder of geen hulp kunnen bieden, komt er meer zorg bij de mantelzorgers terecht. Dat is geen gemakkelijke opgave aangezien veel mantelzorgontvangers ouder zijn dan 70 jaar en/of een kwetsbare gezondheid hebben en daarmee een grotere kans hebben om ernstig ziek te worden als ze het coronavirus oplopen. Om het risico zo klein mogelijk te maken wordt mantelzorgers gevraagd zich te houden aan maatregelen zoals het fysieke contact tot het noodzakelijke te beperken, anderhalve meter afstand bewaren, zorg voor goede hygiëne en niet op bezoek te gaan bij verkoudheidsklachten, koorts en/of benauwdheid.
Door het toenemende aantal ouderen zal de vraag naar zorg en ondersteuning toenemen, wat er waarschijnlijk voor zorgt dat ook in de toekomst een groot beroep zal worden gedaan op de mantelzorg (Kooiker, de Jong, Verbeek-Oudijk en de Boer, 2019). Dat de overheid mensen stimuleert om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te blijven wonen draagt hier ook aan bij. De Gezondheidsenquête laat zien dat in de jaren 2015 tot en met 2019 – dus voor de coronacrisis - ongeveer 15 procent van de bevolking van 16 jaar of ouder aangaf mantelzorg te geven aan bekenden uit hun omgeving die voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt zijn. Het gaat dan om zorg die al minimaal drie maanden duurt of om zorg voor minimaal acht uur per week. Gemiddeld besteden zij daar zo’n 10 à 11 uur per week aan (CBS StatLine, 2020a; CBS, 2016). Vrouwen zeggen vaker mantelzorg te verlenen dan mannen. Binnen de leeftijdsgroepen zijn de meeste mantelzorgers te vinden onder de 50- tot 65-jarigen, gevolgd door de 65- tot 75-jarigen. Verder geven samenwonenden vaker mantelzorg dan mensen die alleenstaand zijn. Deze cijfers en patronen zijn niet gewijzigd tussen 2015 en 2019 (CBS StatLine, 2020a; CBS, 2016).
Mantelzorg geven heeft ook belastende kanten. Door een grote regeldruk en zorglast kunnen fysieke en psychische klachten ontstaan. Ook de combinatie van zorgtaken met werk, gezinssituatie en sociaal leven kan als belastend worden ervaren. Ongeveer een op de zeven mantelzorgers geeft aan dat zij de zorg voor familie of andere bekenden tamelijk zwaar of zeer zwaar belastend, of zelfs overbelastend vinden. Dit aandeel is vrijwel gelijk gebleven tussen 2015 en 2019 (CBS StatLine, 2020a; CBS, 2016).
Het geven van mantelzorg is de ene kant van de medaille, het ontvangen ervan de andere. In publicaties is er veel aandacht voor de omvang en kenmerken van de groep mantelzorgers; minder vaak staat de groep mantelzorgontvangers centraal. In dit artikel wordt in paragraaf 2 een beeld geschetst van de huidige ontvangen mantelzorg. Op basis van de Gezondheidsenquête (zie technische toelichting) wordt beschreven in welke mate 55-plussers mantelzorg ontvangen en in hoeverre dit de laatste jaren is veranderd, en vervolgens op basis van het onderzoek Belevingen (zie eveneens Technische toelichting) welke soorten zorg zij ontvangen en hoe zij deze zorg ervaren. In paragraaf 3 staat de toekomstige zorgbehoefte centraal: bij 55-plussers die geen mantelzorg ontvangen is nagegaan hoe zij tegenover mantelzorg staan in het geval zij in de toekomst hulp of ondersteuning nodig zouden hebben. Staan zij hiervoor open of zouden zij toch liever zorg ontvangen van een professionele partij? De onderzoeksuitkomsten worden gepresenteerd voor twee leeftijdsgroepen, te weten 55- tot 75-jarigen en 75-plussers. Afhankelijk van het thema is ook bekeken in welke mate de resultaten verschillen naar andere achtergrondkenmerken. Daarbij gaat het om geslacht, migratieachtergrond, welvaart van het huishouden en de aanwezigheid van een partner en kinderen.