De werk-privébalans van vaders met jonge kinderen

6. Thuiswerken

Vaders werken vaker thuis dan mannen zonder kinderen

Onder werknemers werken vaders doorgaans vaker thuis dan mannen zonder (thuiswonende) kinderen. Van de werkende vaders (van 30 tot 50 jaar) met een kind tot twaalf jaar werkte 48 procent thuis in 2017. Een kwart van alle vaders werkte op incidentele basis thuis. Daarnaast werkte bijna 17 procent uitsluitend vanuit thuis. Een kleiner aandeel, zo’n 6 procent van alle werkende vaders, had een vaste thuiswerkdag vastgelegd in overleg met de werkgever.

Bij mannen van 30 tot 50 jaar zonder (thuiswonende) kinderen ging het om iets lagere percentages: 22 procent incidenteel thuiswerk, 16 procent uitsluitend werken vanuit huis en 4 procent op een vaste dag. Hoewel vaders dus iets vaker thuiswerken, hangt de leeftijd van het jongste kind in het huishouden niet samen met de mate waarin vaders thuiswerken. Vaders met jonge kinderen (tot zes jaar) werkten even vaak incidenteel,uitsluitend of op een vaste dag thuis als vaders met oudere kinderen (zes tot twaalf jaar).

Het aantal kinderen in het gezin hangt daarentegen wel samen met de mate waarin vaders thuiswerken. Bijna 3 op de 10 werkende vaders met twee of meer kinderen werkten in2017 incidenteel vanuit huis; 3 procentpunt meer dan vaders met één kind. Bij een vaste thuiswerkdag ging het respectievelijk om 6 en 7 procent.

6.1 Thuiswerken door werknemers (30 tot 50 jaar), 2017
 ThuiswerkenUitsluitend thuiswerken (%)Vaste dag(en) per week (%)Incidenteel (%)
Vaders met kind(eren) tot 12 jaarTotaal17625
Vaders met kind(eren) tot 12 jaar1 kind17,16,124,9
Vaders met kind(eren) tot 12 jaar2 of meer kinderen17,17,328,1
Mannen zonder kinderen16422


Arbeidsduur hangt ook samen met het wel of niet thuiswerken door vaders. Naarmate de gemiddelde werkweek langer is, werken vaders vaker vanuit huis. Van de vaders die in 2017 fulltime werkten (35 uur of meer per week) was 49 procent thuiswerker. Het aandeel thuiswerkers onder vaders is kleiner naarmate de werkweek korter is: bij een gemiddeldewerkweek van 20 tot 35 uur is het aandeel thuiswerkers nog 43 procent, bij een nog kleinere werkweek tot twaalf uur is dat 11 procent.