Werkloosheid naar onderwijsniveau

In het vierde kwartaal van 2023 was 3,4 procent van de beroepsbevolking werkloos. Een jaar eerder was dit in het vierde kwartaal van 2022 3,5 procent. De werkloosheid was het laagst onder hbo- en wo-opgeleiden.

Werkloosheid op laagste onderwijsniveau gedaald

Hoe hoger het onderwijsniveau, hoe lager de werkloosheid. In het vierde kwartaal van 2023 was de werkloosheid het hoogst onder de beroepsbevolking met uitsluitend basisonderwijs (7,7 procent). Wel daalde het werkloosheidspercentage in deze groep. In het vierde kwartaal van 2023 lag het percentage 1,4 procentpunt lager dan een jaar eerder. Onder de beroepsbevolking met een hoog onderwijsniveau was de werkloosheid het laagst: 2,4 procent onder mensen met een hbo-, wo-bachelorstitel, een daling van 0,6 procentpunt ten opzichte van hetzelfde kwartaal en jaar eerder. Onder personen met een hbo-, wo-masters of doctorstitel steeg de werkloosheid van 2,2 procent naar 2,7 procent.


Tussen 2013 en 2023 daling werkloosheid op alle onderwijsniveaus

Ook over een langere periode bezien verschilt het niveau van de werkloosheid tussen personen van verschillende onderwijsniveaus. Het hoogst was het werkloosheidspercentage onder de beroepsbevolking met uitsluitend basisonderwijs. In 2013 was 16,9 procent van hen werkloos, in 2014 17,9 procent. In de periode 2013-2023 nam de werkloosheid per saldo af op alle onderwijsniveaus, variërend van 9,1 procentpunt daling bij de beroepsbevolking met alleen basisonderwijs tot 2,0 procentpunt bij de beroepsbevolking met een masters of doctorstitel. In 2020 - het eerste coronajaar - nam de werkloosheid toe om de jaren erna weer af te nemen. Hoe lager het onderwijsniveau was, des te sterker was de toename van de werkloosheid in 2020 en des te sterker de afname in de jaren erna.  

 

Cijfers op StatLine: Arbeidsdeelname; kerncijfers