Hoeveel brandstof wordt in Nederland afgezet aan wegvervoer?

De afzet van benzine voor het wegverkeer in Nederland was in 2024 vergeleken met een jaar eerder 0,9 procent hoger. Dit gaat om Nederlands en buitenlands wegverkeer. Hoewel nieuwe benzineauto’s al jaren zuiniger worden, neemt het aantal afgelegde kilometers door benzineauto’s toe. Het verbruik van diesel daalde met 3,8 procent. Er werd 7,7 procent meer LPG verbruikt, hoewel de afzet van deze brandstof al sinds de eeuwwisseling terugloopt. In 2024 gebruikte men een derde minder LPG dan in 2015.
De afzet van vloeibare biotransportbrandstoffen voor het wegvervoer in Nederland is in 2023 met 0,5 procent gedaald. Deze ontwikkeling houdt verband met de regelgeving voor biobrandstoffen. In de Nederlandse wetgeving is sinds 2007 de zogenaamde bijmengverplichting opgenomen. Deze houdt in dat in elke liter die in Nederland wordt getankt voor het wegverkeer, een percentage biobrandstof moet zitten. Dit percentage stijgt per jaar en moest in 2022 uitkomen op 17,9. Eigenlijk ligt dit percentage voor Nederlandse bedrijven nog hoger, omdat biobrandstoffen ook bijdragen aan de algemene doelstelling voor hernieuwbare energie. Het verbruik van biobrandstoffen voor wegvervoer loopt echter niet gelijk op met de verplichting, onder andere omdat sommige typen biobrandstoffen dubbel meetellen onder de wettelijke verplichting. Ook mogen brandstofleveranciers spaartegoed inzetten uit eerdere jaren om aan de jaarverplichting te voldoen. Ten slotte kan een deel van de verplichting worden ingevuld met inzet van biobrandstoffen in de internationale lucht- en scheepvaart.
