Minder stakingen in 2024

© ANP / Siese Veenstra
In 2024 waren er 36 werkstakingen, dat zijn 16 stakingen minder dan in 2023. Bij deze stakingen waren 21 duizend werknemers betrokken. In de industrie werd het meest gestaakt. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

In 2020, het eerste coronajaar, vonden er slechts 9 werkstakingen plaats. Sindsdien nam het aantal elk jaar toe, tot 52 stakingen in 2023. In 2024 nam het aantal stakingen voor het eerst weer af.

Werkstakingen
JaartalWerkstakingen
197258
197327
197441
197515
197628
197737
197832
197951
198022
198111
198212
19839
198411
198545
198635
198728
198838
198927
199029
199128
199223
199312
199417
199514
199612
199717
199822
199924
200023
200116
200216
200314
200412
200528
200631
200720
200821
200925
201021
201117
201218
201324
201425
201527
201625
201732
201828
201926
20209
202122
202233
202352
202436

Meer werknemers betrokken bij stakingen

Bij de stakingen in 2024 waren ruim 21 duizend werknemers betrokken, ongeveer 4 duizend meer dan in 2023. In 2019 staakten 319 duizend werknemers – het hoogste aantal sinds het begin van de statistiek in 1901. Dat kwam vooral doordat er massaal werd gestaakt in het onderwijs en de zorg, waar veel mensen werken.

Hoewel er in 2024 meer mensen staakten, gingen er minder werkdagen verloren door de stakingen: 54 duizend, tegen 142 duizend in 2023. In 2019 gingen er 391 duizend werkdagen verloren door stakingen. In 2024 waren stakingen vaker van kortere duur: een kwart van de stakingen duurde minder dan 1 dag, een jaar eerder duurde slechts 6 procent van de stakingen minder dan 1 dag.

Werkstakingen: verloren werkdagen en betrokken werknemers
JaartalBetrokken werknemers (x 1 000)Verloren werkdagen (x 1 000)
199958,975,8
200010,39,4
200137,445,1
200228,6245,5
200310,815
2004104,262,2
20052941,7
200611,315,8
200720,726,4
200851,9120,6
20093,64,6
201014,159,2
201147,122
201289,6219,4
20134,519,4
201410,240,9
201542,447,6
201610,619,2
2017146,9306,3
201833,7239,1
2019318,7391
2020105211
202128,259,3
202216,539,4
202317,4142,1
202421,353,7

Meeste stakers in handel

De meeste stakers (10 duizend) werkten in de bedrijfstak handel, maar daar werd met 4 stakingen niet het meest gestaakt. In de industrie waren zowel de meeste stakingen (17) als het grootste aantal verloren werkdagen (30 duizend). In de vervoer en opslag werd 6 keer gestaakt door 7 duizend stakende werknemers. Hierdoor gingen 4 duizend werkdagen verloren.

Stakingen per bedrijfstak
Bedrijfstak20232024
Industrie2817
Handel104
Vervoer en opslag66

Tevredenheid over cao en salaris toegenomen

De meest genoemde reden om te staken in 2024 was onvrede over de cao. Vooral de Regeling Vervroegd Uittreden (RVU), waarmee werknemers met zware beroepen eerder met pensioen kunnen, speelde daarbij een belangrijke rol.

Hoewel de cao de meest genoemde reden was om te staken, waren werknemers in 2024 iets tevredener met hun cao dan in 2023. In 2024 gaf 82 procent van de werknemers aan (heel) tevreden te zijn met hun cao, tegenover 81 procent in 2023. Dit blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van het CBS en TNO. Ook over het salaris waren werknemers iets positiever; 79 procent was daar in 2024 (heel) tevreden over, vergeleken met 78 procent in 2023.

Werknemers in openbaar bestuur en onderwijs tevredenst over cao

In het openbaar bestuur en het onderwijs waren werknemers het vaakst (heel) tevreden over hun cao, met respectievelijk 92 en 91 procent. In de sector informatie en communicatie was dit met 69 procent het laagst.

Ook over hun salaris waren werknemers in het openbaar bestuur het tevredenst (89 procent van de werknemers). In de financiële dienstverlening waren werknemers ook relatief tevreden met hun salaris (88 procent). In de handel, vervoer en horeca was de tevredenheid met 73 procent het laagst.

De tevredenheid over de cao nam het meest toe in de sector verhuur en handel van onroerend goed. De tevredenheid over het salaris nam het sterkst toe in het openbaar bestuur.

Tevredenheidheid van werknemers (15 tot 75 jaar) met cao en salaris, 2024
BedrijfstakCao (% (heel) tevreden)Salaris (% (heel) tevreden)
Openbaar bestuur92,289,1
Onderwijs91,385,1
Bouwnijverheid89,086,1
Landbouw, bosbouw en visserij87,782,5
Verhuur en handel van onroerend goed85,087,1
Nijverheid (geen bouw) en energie84,883,5
Financiële dienstverlening83,988,1
Gezondheids- en welzijnszorg82,576,2
Handel, vervoer en horeca77,573,4
Cultuur, recreatie, overige diensten75,975,3
Zakelijke dienstverlening74,776,4
Informatie en communicatie68,682,0
Bron: CBS, TNO (NEA)