Minder werkenden in maart

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
Vrouw werkt thuis in de studeerkamer aan haar laptop.
© Hollandse Hoogte / Richard Brocken
Het percentage mensen van 15 tot 75 jaar met betaald werk is in maart gedaald naar 69,1. De daling was de sterkste in 6 jaar. In januari en februari piekte de arbeidsparticipatie nog met 69,3 procent. Ondanks de daling in maart nam het aantal werkenden over de afgelopen drie maanden wel nog toe, met gemiddeld 4 duizend per maand. UWV registreerde eind maart 250 duizend lopende WW-uitkeringen, een toename van 10 duizend ten opzichte van een maand eerder.

Lang niet iedereen die stopte met betaald werk werd werkloos. In maart waren er relatief veel mensen gestopt, maar niet op zoek en/of direct weer beschikbaar. Daardoor bleef het werkloosheidspercentage in maart gelijk op 2,9. Over de afgelopen drie maanden nam het aantal werklozen gemiddeld met 10 duizend per maand af, door flinke dalingen in januari en februari. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

In maart waren 9,0 miljoen mensen aan het werk. 4,0 miljoen mensen hadden om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast 273 duizend werklozen ging het om 3,8 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct voor werk beschikbaar waren. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Hun aantal nam in de afgelopen drie maanden met gemiddeld 11 duizend per maand toe. Deze toename heeft naar alle waarschijnlijkheid ook te maken met de maatregelen in maart om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.

Werkloosheidsindicator

Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt vaak gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator worden mensen van 15 tot 75 jaar zonder betaald werk die hier recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn met ‘werkloos’ aangeduid. In maart waren er 273 duizend werklozen, dat komt neer op 2,9 procent van de beroepsbevolking. Dat is hetzelfde percentage als in februari.

Het werkloosheidscijfer laat zien hoeveel mensen recent naar werk hebben gezocht én direct beschikbaar zijn om aan de slag te gaan. Voor de beschrijving van ontwikkelingen in het arbeidsaanbod zijn ook andere indicatoren van belang, zoals het aantal WW-uitkeringen en wisselingen op de arbeidsmarkt (baanvinders en -verliezers) die mogelijk sneller veranderingen laten zien.

Werkloosheid en WW-uitkeringen
   Werkloosheidsindicator (ILO)
(15 tot 75 jaar, seizoengecorrigeerd) (x 1 000)
WW-uitkeringen (15 jaar tot AOW-leeftijd) (x 1 000)
2012januari486292
2012februari482299
2012maart487296
2012april502292
2012mei501291
2012juni502291
2012juli518298
2012augustus517304
2012september530304
2012oktober539310
2012november554322
2012december572340
2013januari589369
2013februari601377
2013maart619380
2013april625380
2013mei632378
2013juni648382
2013juli666395
2013augustus670399
2013september675400
2013oktober680408
2013november677419
2013december687438
2014januari691460
2014februari699460
2014maart692454
2014april684443
2014mei672436
2014juni656431
2014juli648437
2014augustus637430
2014september630420
2014oktober632419
2014november635425
2014december643441
2015januari645458
2015februari633455
2015maart626443
2015april625427
2015mei617416
2015juni611410
2015juli603420
2015augustus604420
2015september609417
2015oktober616421
2015november596427
2015december588446
2016januari574465
2016februari581469
2016maart574470
2016april572461
2016mei560448
2016juni550438
2016juli541432
2016augustus521427
2016september510424
2016oktober502420
2016november499410
2016december482412
2017januari480419
2017februari473416
2017maart463415
2017april456401
2017mei456386
2017juni446372
2017juli436364
2017augustus426362
2017september422351
2017oktober404343
2017november397337
2017december395330
2018januari380335
2018februari367330
2018maart357327
2018april355314
2018mei352301
2018juni354288
2018juli348279
2018augustus353278
2018september343274
2018oktober337269
2018november326267
2018december329263
2019januari329279
2019februari312274
2019maart307268
2019april300257
2019mei302251
2019juni313243
2019juli313234
2019augustus321237
2019september323233
2019oktober323233
2019november324228
2019december302223
2020januari284241
2020februari274240
2020maart273250

UWV: Aantal WW-uitkeringen stijgt in maart

UWV registreerde eind maart 250 duizend lopende WW-uitkeringen. Dat zijn 10 duizend uitkeringen meer dan in februari (+4,3 procent). Vergeleken met een jaar eerder ligt het aantal WW-uitkeringen 6,5 procent lager.

UWV: Forse stijging nieuwe WW-uitkeringen

Het aantal nieuwe WW-uitkeringen is in maart sterk gestegen ten opzichte van februari. In maart verstrekte UWV 38 duizend nieuwe WW-uitkeringen. Dat zijn 11 duizend meer nieuwe uitkeringen dan in februari; een toename van 42,3 procent. Het aantal nieuwe WW-uitkeringen nam vooral flink toe bij jongeren tot 25 jaar (+185 procent). Bij het merendeel van de sectoren steeg in maart het aantal nieuwe WW-uitkeringen ten opzichte van februari. Van een bovengemiddeld sterke stijging was sprake bij de horeca en catering (+224 procent), uitzendbedrijven (+143 procent) en de cultuursector (+94 procent). De horeca en cultuursector worden hard getroffen door de overheidsmaatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.

Meer baanverlies

In maart waren er 283 duizend personen zonder werk die drie maanden eerder, in december, nog betaald werk hadden. Het baanverlies was daarmee groter dan in februari en januari, toen dit nog 259 duizend was. De stijging van het aantal baanverliezers kwam met name doordat meer mensen vanuit werk uitstroomden naar de niet-beroepsbevolking. Zij waren niet op zoek naar werk en/of niet op korte termijn beschikbaar voor werk. Van de baanverliezers in maart zijn er 222 duizend toegetreden tot de niet-beroepsbevolking en 61 duizend waren werkloos en dus zowel op zoek naar werk als beschikbaar voor werk.

Baanverliezers
   Werk naar werkloos (x 1 000)Werk naar niet-beroepsbevolking (x 1 000)
2012Jan118177
2012Feb114187
2012Mrt121195
2012Apr120186
2012Mei115179
2012Jun110173
2012Jul113178
2012Aug113171
2012Sep117171
2012Okt112166
2012Nov123182
2012Dec130181
2013Jan135185
2013Feb141178
2013Mrt138174
2013Apr136172
2013Mei135173
2013Jun130174
2013Jul135167
2013Aug132168
2013Sep132159
2013Okt126155
2013Nov125166
2013Dec133189
2014Jan145193
2014Feb149193
2014Mrt145186
2014Apr130182
2014Mei122176
2014Jun119174
2014Jul113169
2014Aug110174
2014Sep106174
2014Okt102174
2014Nov106172
2014Dec106173
2015Jan108182
2015Feb107179
2015Mrt106184
2015Apr110187
2015Mei103177
2015Jun103176
2015Jul99190
2015Aug105195
2015Sep106195
2015Okt110187
2015Nov103193
2015Dec100182
2016Jan97179
2016Feb103174
2016Mrt95178
2016Apr94168
2016Mei91177
2016Jun89183
2016Jul89184
2016Aug86180
2016Sep87182
2016Okt82186
2016Nov84191
2016Dec82188
2017Jan83181
2017Feb85186
2017Mrt82183
2017Apr77190
2017Mei79188
2017Jun81190
2017Jul80184
2017Aug78182
2017Sep77181
2017Okt74194
2017Nov72192
2017Dec66200
2018Jan66193
2018Feb62196
2018Mrt57187
2018Apr62195
2018Mei61190
2018Jun64194
2018Jul62191
2018Aug61185
2018Sep59190
2018Okt60193
2018Nov57198
2018Dec62204
2019Jan64194
2019Feb64197
2019Mrt65191
2019Apr67198
2019Mei70197
2019Jun73201
2019Jul70196
2019Aug69195
2019Sep67203
2019Okt68198
2019Nov69202
2019Dec62201
2020Jan59200
2020Feb56203
2020Mrt61222

Onbenut arbeidspotentieel

Het CBS publiceert maandelijks over de omvang van de werkzame beroepsbevolking en de niet-werkzame bevolking, waarbij de laatste groep wordt uitgesplitst naar de werkloze beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking (allemaal volgens ILO-definitie).

Met de werkloze beroepsbevolking wordt echter niet het totale onbenut arbeidspotentieel beschreven. Behalve werklozen behoren hiertoe nog andere groepen. Het gaat ook om mensen die óf recent gezocht hebben naar werk óf direct beschikbaar zijn voor werk. Deze mensen worden gerekend tot het onbenut arbeidspotentieel, maar vallen buiten de werkloosheidsdefinitie. Ook deeltijders die meer uren willen werken en hiervoor direct beschikbaar zijn, behoren tot het onbenut arbeidspotentieel.

De grootte en samenstelling van deze groepen worden alleen per kwartaal gepubliceerd. Het totaalbeeld dat de onderstaande figuur weergeeft is gebaseerd op de meest recente kwartaalcijfers (vierde kwartaal 2019). Het totale onbenut arbeidspotentieel bestond in het vierde kwartaal van 2019 uit 982 duizend mensen, 57 duizend minder dan een jaar eerder. De ontwikkeling van het totale onbenut arbeidspotentieel hangt sterk samen met de ontwikkeling van de werkloosheid.

Beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar Niet-beroepsbevolking Niet gezocht en niet beschikbaar Wil en/of kan niet werken Wil wel werken Gezocht en niet beschikbaar Beschikbaar en niet gezocht Vanwege weinig resultaat Vanwege andere reden Beroepsbevolking Werkloos (ILO-definitie) Werkzaam Deeltijd Wil meer uren werken, beschikbaar Voltijd

Het CBS publiceert maandelijks volgens de internationale richtlijnen over de beroepsbevolking. De bijbehorende indicatoren, de werkzame en werkloze beroepsbevolking, worden wereldwijd gebruikt om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te beschrijven. Daarbij zijn maandcijfers essentieel. Daarnaast publiceert het UWV maandelijks over het aantal WW-uitkeringen. Deze UWV-cijfers over uitkeringen zijn niet één-op-één vergelijkbaar met de indicatoren over de beroepsbevolking.