*2018 en 2019 op basis van begrotingen, 2016 en 2017 op basis van realisatiecijfers
Hoogste uitgaven in Noord-Brabant en Gelderland
Noord-Brabant en Gelderland ramen voor 2019 de hoogste uitgaven, beide rond de 730 miljoen euro. Zuid-Holland staat op drie, op ruime afstand gevolgd door de overige provincies. De drie genoemde provincies ramen met afstand ook de grootste inkomsten. Flevoland verwacht met een kleine 190 miljoen euro het minste uit te geven.
Baten en lasten, 2019
Regio
Lasten (mln euro)
Baten (mln euro)
Noord-Brabant
730,3
695,4
Gelderland
728,9
655,4
Zuid-Holland
698,1
678,9
Noord-Holland
519,9
457,4
Overijssel
489,9
406,2
Utrecht
454,3
387,0
Limburg
448,3
416,0
Friesland
422,8
325,1
Groningen
397,5
347,8
Drenthe
285,8
251,4
Zeeland
207,4
206,3
Flevoland
188,9
181,5
Alle provincies besteden in 2019 volgens hun begrotingen meer dan er binnenkomt. Dit was in 2018 ook het geval. Het verschil betalen de provincies uit hun reserves. Friesland teert het meest in op het eigen vermogen, bijna 100 miljoen. In Zeeland bedraagt het tekort net iets meer dan één miljoen euro. De reserves van de provincies variëren van iets meer dan 300 miljoen euro in Flevoland tot 4,7 miljard euro in Gelderland (volgens de realisatie 2017).
Mutaties reserves, 2019
Regio
Reserves (mln euro)
Friesland
-97,7
Overijssel
-83,7
Gelderland
-73,5
Utrecht
-67,3
Noord-Holland
-62,5
Groningen
-49,7
Noord-Brabant
-34,9
Drenthe
-34,4
Limburg
-32,3
Zuid-Holland
-19,2
Flevoland
-7,4
Zeeland
-1,1
Hoogste uitgaven per inwoner in minst bevolkte provincies
Delen we inkomsten en uitgaven door het aantal inwoners per provincie dan ontstaat een heel ander beeld. De qua bevolkingsaantal kleinere provincies, de drie noordelijke plus Flevoland en Zeeland, voeren dan de lijst aan. Groningen geeft per inwoner het meeste uit, 683 euro, en heeft ook de hoogste baten per inwoner met bijna 600 euro. De uitgaven van Zuid-Holland en Noord-Holland zijn met nog geen 190 euro en 182 euro per persoon de laagste van alle provincies. Dit beeld is iets vertekenend, omdat de verantwoordelijkheid voor het openbaar vervoer in en rond de grote steden is ondergebracht bij gemeenschappelijke regelingen en de provincie hierin geen grote rol heeft. Rondom Amsterdam betreft dit de Vervoerregio Amsterdam en rondom Rotterdam en Den Haag is dit de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.
Baten en lasten per inwoner, 2019
Regio
Lasten (euro)
Baten (euro)
Groningen
681
595
Friesland
653
502
Drenthe
581
511
Zeeland
541
539
Flevoland
454
436
Overijssel
424
351
Limburg
402
373
Gelderland
352
316
Utrecht
338
288
Noord-Brabant
287
273
Zuid-Holland
190
185
Noord-Holland
182
160
De verschillen tussen baten per inwoner zijn vooral te verklaren vanuit het provinciefonds, de bijdrage van het Rijk. Het provinciefonds keert relatief meer uit aan de minder bevolkte provincies. Flevoland krijgt relatief veel motorrijtuigenbelasting (MRB) binnen, vanwege de aanwezigheid van enige grote leasemaatschappijen aldaar. Wel wordt deze factor ook meegenomen in de berekening van de hoogte van het provinciefonds, waardoor Flevoland relatief minder krijgt van het Rijk. De hoge positie van Groningen komt door relatief hoge baten uit het provinciefonds. Het doel van die extra uitkering is het versterken van de economie, de energietransitie en het vergroten van de leefbaarheid van de provincie (Nationaal Programma Groningen). Ook zijn de overige baten relatief hoog. Dit komt door specifieke uitkeringen van Rijk en gemeenten inzake vervoersprojecten.
Baten per inwoner, 2019
Soort
Eigen middelen (MRB) (euro)
Provinciefonds (euro)
Overige baten (euro)
Groningen
96
362
137
Zeeland
114
305
120
Drenthe
116
302
92
Friesland
86
313
103
Flevoland
177
219
40
Limburg
96
202
75
Overijssel
94
172
85
Gelderland
106
125
85
Utrecht
91
163
34
Noord-Brabant
101
99
73
Zuid-Holland
93
75
17
Noord-Holland
72
72
16
Regionale bereikbaarheid grootste uitgavenpost
In alle provincies is regionale bereikbaarheid en regionaal vervoer de grootste uitgavenpost. Utrecht en Groningen spannen hierin de kroon. In beide provincies zijn meer dan de helft van de uitgaven hiervoor bestemd. In Utrecht gaat een groot deel van dit budget naar de Uithoflijn, een tramverbinding tussen het centraal station van de stad Utrecht naar universiteitscomplex De Uithof. Verder heeft Utrecht een centrale ligging en komen veel openbaar-vervoerverbindingen hier samen, wat de lasten relatief hoog maakt. In Groningen zijn de lasten per inwoner relatief hoog vanwege diverse infrastructurele projecten. Hierbij valt te denken aan de kosten voor aanpassingen aan spoor en stations voor een extra sneltrein op het traject Groningen-Leeuwarden, maar ook kosten voor een betere OV-verbinding voor de bereikbaarheid van de stad Groningen.
Lasten naar taak per inwoner, 2019
Clustering
Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer (euro)
Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden (euro)
In meer dan de helft van de provincies is vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden de op een na grootste kostenpost. In Overijssel en Drenthe is hier rond een kwart van de uitgaven voor bestemd. Een afwijkend uitgavenpatroon heeft Limburg, waar relatief veel wordt besteed aan duurzame ruimtelijke ontwikkeling (waaronder waterbeheer), regionale economie en culturele infrastructuur en monumentenzorg. Zo geeft Limburg relatief veel geld uit om werkgelegenheid binnen de provincie te behouden. In Zuid-Holland gaat relatief veel geld naar milieu, energie en klimaat.