Ruim helft verdachten pleegde delict in woongemeente

Een jongere wordt geboeid door 2 agenten weggevoerd.
© Hollandse Hoogte
In 2016 registreerde de politie 268 duizend verdachten. Ruim de helft van hen woonde in dezelfde gemeente als waar het delict gepleegd is. Een op de zeven verdachten had geen vast woonadres in Nederland. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe analyses van de criminaliteitscijfers.

Ruim de helft (55 procent) van de personen die in 2016 zijn geregistreerd als verdachten van een misdrijf woonde in de gemeente waar zij het delict zouden hebben gepleegd. Van de vier grote steden gebeurde dit ‘thuisplegen’ het minst vaak in Amsterdam, het vaakst in Den Haag.

Geregistreerde verdachten naar pleeggemeente, 2016
 Geen Nederlands woonadresOverig NederlandEigen gemeente
Amsterdam23,218,758,2
Rotterdam16,32459,7
Den Haag15,819,265
Utrecht13,426,260,4

In Amsterdam relatief veel buitenlandse verdachten

In Amsterdam woonde 58 procent van de verdachten in deze stad, 19 procent woonde in een andere Nederlandse gemeente. Bijna een kwart van de Amsterdamse verdachten woonde niet officieel in Nederland. Dit is het hoogste percentage van de vier grote steden. Dat relatief geringe percentage ‘thuisplegen’ hangt ermee samen dat zakkenrollerij in Amsterdam relatief veel voorkomt. In 2016 werden 510 verdachten voor dit delict geregistreerd, tegen bijvoorbeeld 60 in Rotterdam en Den Haag. Negen op de tien zakkenrollers die in Amsterdam zijn gepakt, hebben geen Nederlands adres. Van de winkeldieven in Amsterdam komt ongeveer één op de drie uit het buitenland. Bij geweldsmisdrijven heeft 12 procent geen Nederlands adres.

Geregistreerde verdachten winkeldiefstal naar pleeggemeente, 2016
 Geen Nederlands woonadresOverig NederlandEigen gemeente
Amsterdam35,711,852,5
Rotterdam23,61858,4
Den Haag26,913,459,6
Utrecht20,42554,6

Hagenaars relatief vaak verdacht in eigen stad en randgemeenten

Van de 15 duizend verdachten die in Den Haag werden geregistreerd, woonde 65 procent daar ook. Het percentage thuisplegers in Den Haag is daarmee het hoogste van de vier grote steden. Ook veel van de verdachten in de Haagse randgemeenten Rijswijk (42 procent) en Leidschendam-Voorburg (31 procent) woonden in Den Haag. In Rotterdam en Utrecht woonde 60 procent van de verdachten die daar geregistreerd werden. Het aandeel verdachten zonder Nederlands adres ligt in Rotterdam en Utrecht rond het landelijk gemiddelde van 14 procent.

In grensgemeenten vaak verdachten zonder adres

In de grotere grensgemeenten komt naar verhouding een groot deel van de verdachten van buiten die gemeenten. In Roermond, Maastricht, Venlo en Roosendaal heeft meer dan 20 procent van de geregistreerde verdachten geen Nederlands adres. Van andere grotere gemeenten buiten de Randstad hebben Den Helder en Leeuwarden veel thuisplegers, respectievelijk 77 procent en 70 procent. In Leeuwarden had slechts 6 procent van de verdachten geen bekend Nederlands adres.

Verdachten wonen relatief vaak in de grote stad. Bij één op de vijf misdrijven waarbij een verdachte werd geregistreerd woonde de verdachte in één van de vier grote steden. Van de totale bevolking woonde op 1 januari 2016 bijna 14 procent daar.