Belasting- en premiedruk neemt toe
Onder impuls van de aantrekkende economie stegen de totale belasting- en premieopbrengsten van de overheid in 2015 naar 255,8 miljard euro. De belasting- en premiedruk wordt bepaald door dit bedrag te delen door het bbp (de omvang van de economie). Deze druk nam in 2015 voor het vierde opeenvolgende jaar toe en ligt ruim twee procentpunt hoger dan in 2009. In dat jaar was de lastendruk op het laagste punt in de periode 1995-2015.
Ondanks de toename van de belasting- en premiedruk sinds 2009, ligt deze nog onder het niveau van midden jaren negentig. Aan het begin van deze eeuw nam de belasting- en premiedruk af, onder andere door de herziening van het belastingstelsel in 2001.
Belasting- en premiedruk | |
---|---|
1995 | 38,3 |
1996 | 38,4 |
1997 | 37,8 |
1998 | 37,3 |
1999 | 38,1 |
2000 | 37,7 |
2001 | 36,5 |
2002 | 36 |
2003 | 35,7 |
2004 | 35,7 |
2005 | 35,8 |
2006 | 36,6 |
2007 | 36,3 |
2008 | 36,6 |
2009 | 35,6 |
2010 | 36,3 |
2011 | 36,1 |
2012 | 36,2 |
2013 | 36,8 |
2014 | 37,7 |
2015 | 37,8 |
Meer inkomsten uit loon- en inkomstenbelasting sterkste bijdrage aan hogere lastendruk
De stijging van de lastendruk sinds 2009 is voor ruim een kwart toe te schrijven aan hogere inkomsten uit de loon- en inkomstenbelasting (inclusief premies volksverzekeringen). Dit onder invloed van een combinatie aan ontwikkelingen, zoals verhoging van het tarief van de eerste belastingschijf, aangepaste grenzen van de belastingschijven en de invoering van de inkomensafhankelijke algemene heffingskorting.
Ondanks nauwelijks gewijzigde tarieven stuwden hogere inkomsten uit de vennootschapsbelasting de belasting- en premiedruk met 0,5 procentpunt. In 2009 namen de inkomsten uit vennootschapsbelasting door teruglopende winsten en de mogelijkheid voor bedrijven om verliezen te verrekenen sterk af. In de jaren daarna namen deze inkomsten juist sterk toe ten opzichte van de economische groei. Dit zorgde voor het opwaarts effect op de lastendruk in de periode na 2009.
Ook de stijging van de premies voor de Zorgverzekeringswet werkte door in de belasting- en premiedruk. Dit zorgde voor een toename van 0,4 procentpunt. Door verhoging van de tarieven droegen ook de assurantiebelasting en de btw bij aan de stijging van de belasting- en premiedruk.
Ten slotte zorgde de nieuw ingevoerde bankenbelasting en verhuurdersheffing samen voor een extra belasting- en premiedruk van 0,3 procentpunt. Andere beleidsmaatregelen zorgden daarentegen voor een daling, zoals de verlaging van de overdrachtsbelasting van zes naar twee procent.
Bijdrage | |
---|---|
Loon- en inkomstenbelasting | 0,61 |
Vennootschapsbelasting | 0,5 |
Premies zorgverzekeringswet | 0,42 |
Overige sociale premies | 0,24 |
Assurantiebelasting | 0,21 |
Verhuurdersheffing | 0,2 |
Btw | 0,14 |
Bankenbelasting | 0,14 |
Motorrijtuigenbelasting | 0,05 |
Milieubelastingen | 0,02 |
Accijnzen | -0,08 |
Overige belastingen | -0,1 |
Overdrachtsbelasting | -0,18 |
Lastendruk Nederland onder gemiddeld Europese Unie
Met 37,8 procent ligt de Nederlandse belasting- en premiedruk onder het Europese gemiddelde. Voor de gehele Europese Unie bedroeg de belasting- en premiedruk in 2015 namelijk 39,8 procent. Met name in de Scandinavische landen, België en Frankrijk is de belasting- en premiedruk bovengemiddeld. In de Scandinavische landen komt dit voornamelijk door relatief hoge belastingen op het inkomen van huishoudens, terwijl Franse werkgevers relatief veel sociale premies betalen. In België zorgen zowel de belasting op inkomen als de sociale premies voor een bovengemiddelde belasting- en premiedruk. Daarentegen ligt in veel Oost-Europese landen de belasting- en premiedruk onder het gemiddelde van de Europese Unie. Hier staat tegenover dat de Oost-Europese landen naar verhouding minder uitgeven aan sociale bescherming dan de Noord-Europese landen.
Belasting- en premiedruk | |
---|---|
Frankrijk | 47,8 |
Denemarken | 47,7 |
België | 46,8 |
Oostenrijk | 44,3 |
Finland | 44,1 |
Zweden | 44 |
Italië | 43,4 |
Duitsland | 39,8 |
Europese Unie | 39,8 |
Griekenland | 39,5 |
Luxemburg | 39,1 |
Hongarije | 39 |
Nederland | 37,8 |
Kroatië | 37,5 |
Slovenië | 37 |
Portugal | 36,9 |
Verenigd Koninkrijk | 34,8 |
Malta | 34,6 |
Spanje | 34,4 |
Tsjechië | 34,2 |
Estland | 33,9 |
Polen | 33,2 |
Cyprus | 32,9 |
Slowakije | 32,2 |
Letland | 29,3 |
Litouwen | 29,1 |
Bulgarije | 28,9 |
Roemenië | 28 |
Ierland | 24,3 |
Bronnen
- StatLine - Overheid; ontvangen belastingen
- StatLine - Overheid; ontvangen sociale premies
- StatLine - Opbouw binnenlands product (bbp); nationale rekeningen
- Eurostat - Government finance statistics