Vandalisme meestal niet gemeld bij politie

© ANP
Ongeveer 80 procent van vandalisme aan privé-eigendom, zoals vernielingen aan je auto, huis of tuin, melden slachtoffers niet bij de politie. Van cybercrime wordt minder vaak melding gedaan bij de politie dan van traditionele criminaliteit. De afgelopen jaren is de meldings- en aangiftebereidheid gelijk gebleven, meldt CBS.

[video: https://www.cbs.nlnl-nl/video/b472bcb35c80413fad1a785e5a58c797]

In 2015 waren Nederlanders slachtoffer van naar schatting 4,4 miljoen delicten in de traditionele criminaliteit, zoals gewelds-, vermogens- of vandalismedelicten. Hiervan is 36 procent bij de politie gemeld. Van 27 procent is aangifte gedaan door ondertekening van een proces-verbaal of een melding via internet.

De meldings- en aangiftebereidheid bij gewelds- en vermogensdelicten is groter dan bij vandalismedelicten. Van gevallen van mishandeling wordt de helft gemeld, van seksuele delicten daarentegen slechts een derde. Bijna 90 procent van de woninginbraken (waarbij iets gestolen is) wordt gemeld, terwijl de politie van ongeveer een derde van de fietsdiefstallen op de hoogte wordt gebracht.

 

‘Het helpt toch niet’ belangrijkste reden geen melding te maken

CBS heeft slachtoffers in eerder onderzoek (2008-2011) gevraagd naar hun redenen om wel of niet bij de politie te melden wat hen overkomen is. De belangrijkste reden om een delict niet te melden is ‘het helpt toch niet’, gevolgd door ‘het was niet belangrijk’. De twee belangrijkste redenen om wel naar de politie te stappen zijn ‘ik vond dat de politie dit moest weten’ en ‘vanwege de verzekering’. Geweldsdelicten, die doorgaans een grote impact op het slachtoffer hebben, worden vooral om de eerste reden gemeld, aangiften vanwege vernieling, inbraak en diefstal om verzekeringsredenen. Voor een schade-uitkering is namelijk vaak een bewijs van aangifte bij de politie nodig.

Cybercrime weinig gemeld en aangegeven bij politie

De meldings- en aangiftebereidheid is bij cybercrime lager dan bij traditionele criminaliteit. In 2015 werd 13 procent van de cybercrimedelicten bij de politie gemeld, van 8 procent werd aangifte gedaan. Slachtoffers van koop- en verkoopfraude doen het vaakst melding of aangifte bij de politie. Bij hacken gebeurt dit het minst vaak.
Cybercrime wordt echter vaak (ook) bij andere instanties gemeld. Identiteitsfraude werd in 2015 in 84 van de 100 gevallen gemeld, waarvan het overgrote deel bij een bank of een andere financiële instelling, bijvoorbeeld wanneer je creditcard onrechtmatig wordt gebruikt.

Meldings- en aangiftebereidheid de afgelopen jaren weinig veranderd

Sinds 2012 is de meldings- en aangiftebereidheid van traditionele criminaliteit niet veranderd. De uitzondering is vandalisme, waarvan minder melding en aangifte wordt gedaan. Ook het melden en aangeven van cybercrimedelicten bij de politie is in de periode 2012–2015 niet veranderd. Slachtoffers meldden cybercrime, met name identiteitsfraude, wel minder vaak bij andere instanties, zoals banken.

Oudere slachtoffers doen vaker aangifte

Oudere slachtoffers van traditionele criminaliteit melden dit vaker bij de politie dan jongere slachtoffers. Bij cybercrime is dit niet het geval. De meldings- en aangiftebereidheid verschilt verder niet of nauwelijks naar geslacht, herkomst, opleidingsniveau en de regio waar iemand woont.